„Je kunt iemand natuurlijk ook kapot straffen' ZATERDAG 18 MAART 19«7 VROEGER WERD ER VEEL MEER DOORGERAMD, NU WORDT ER ENORM VEEL AANDACHT BESTEED AAN DE INDIVIDUELE SOLDAAT Overste A. D. Bos (de komende man): „Dat boeit me: een vent pakken op dat kleine stukje waar je hem grijpen kunt en daarop doorborduren. Daarom ga lk hier graag aan Overste J. Bruintjes (de gaande man): „Een commandant van het depot voor discipline wordt gerekruteerd uit de parate troep en moei daar bewezen hebben dat hij het gezag op de juiste manier kan handhayen." De cel speelt nog steeds een belangrijke rol ln de militaire heropvoeding. (Van een onzer verslaggevers) NIEUWERSLUIS Het credo van de nieuwe commandant van het depot voor discipline te Nieuwersluis (gemeente Loenen aan de Vecht): „Ik geloof dat je veel moeilijke jongens mits je ze op de juiste manier aanpakt toch wel weer in het gareel kunt krijgen. Dat boeit me: een vent pakken op dat kleine stukje «aar je hem nog grijpen kunt en daarop doorborduren. Daarom ga Ik hier graag aan het werk". De nieuwe commandant heet A. D. Bos, (47), bekleedt sinds kort de rang van luitenant-kolonel dar infanterie en geeft toe dat hij het zich persoonlijk zal aan trekken als hij met zijn staf van uitgekozen personeel tóch zal falen. Als alle pogingen om iemand weer in het gareel te krijgen tóch nog mislukken. de vertrekkende commandant, overste J. Bruijntjes (56) erkent wel dat elke mislukking voor hem een kleine nederlaag betekende, maar hij doet dat niet zo spontaan. Misschien doordat hy ln zijn bijna driejarig lei derschap te veel van dergelijke kleine ^nederlagen heeft moeten incasseren ook nu nog als noemenswaar dige persoonlijke verliezen te kunnen 'ermelden. Misschien ook komt het doordat hij gewoon een paar jaar ouder dan zijn opvolger en kan zeggen: „Binnenkort wordt de mogelijkheid geopend om op 55-jarige leeftijd met pensioen te gaan. Ik heb besloten om 'daarvan gebruik te maken". 'Bovendien zegt overste Bruijntjes: „Voorop moet in elk geval het belang van de jongens zélf staan en niet het •lang van de commandant of zyn personeel". Deze stelregel wordt weer onder streept door de nieuwe commandant. .Ik geloof dat we ln de afgelopen jaren gewoon met onze tijd zijn mee gegaan. Vroeger werd er veel meer doorgeramd. Tegenwoordig gaan we ons eerder afvragen of er sprake is van onwil of onmacht als er een vent scheef gaat. Er wordt nu ontstellend veel aandacht besteed aan de indivi duele militair". .Vroeger was 't normaal om allereerst - en vaak uitsluitend oog te heb- »en voor de hele groep", aldus meent •verste Bruijntjes. Zjjn opvolger valt hem by met: „Die donderdagmiddag- zittingen van de depotstaf hebben me enorm verrast. Ik bemerkte dat daar op werkelijk door zes of zeven man uitvoerig wordt gesproken over één enkel geval". i voor de meest Juiste aanpak i |..Ja, iedereen vertelt daar wat hij weet van een bepaalde jongen, de |P«ychiater, de aalmoezenier, de doml- Inee of humanistisch raadsman, de of- I ticier van sociale dienst en ga maar Idoor. Er worden ook adviezen gege- psychiater is vaak doorslaggevend. Iedereen kan zeggen wat hij wil, maar als hij een geval hopeloos vindt, dan zeggen wiji: „Oké doe". En dan gaat zo'n man eruit", vertelt luitenant- kolonel Bruijntjes. „Van alle jongens die ln de tuchtklasse terechtkomen 1 we moeten ervan uitgaan, dat daar aan wel een steekje los is wordt ongeveer een vijfde deel afgekeurd. Vroeger werden er nogal wat opgeno men in Austerlltz, maar het HOC (psychiatrisch herstellingsoord voor militairen) is opgeheven, omdat het economisch niet verantwoord was". Heropvoeding De vraag of ook het depot voor disci pline met de vele oudere beroeps onderofficieren niet even onecono misch is, wordt beantwoord door over ste Bos. „Ik ben mijn loopbaan begonnen als luitenant pelotonscommandant bij de second army-division, die werd ingezet bij de bevrijding van Europa tijdens de laatste wereldoorlog. Voordat ik mocht beginnen moest ik bij de Ame rikaanse generaal komen die het bevel voerde. ..Just one question", begon hij tegen mij. „What's the price of a sol dier's life?" Op zo'n vraag had ik hele maal niet gerekend. Ik moest daar over nadenken, maar hij drong aan op een snel antwoord. Ik opperde: ,,A lot of million dollars". Hij werd nijdig en zei: „Een soldatenleven ls niet te be talen. En ga nu maar aan je werk". Ik geloof daarom dat de waarde van een militaire heropvoeding ook niet in geld is uit te drukken", meent over ste Bos. Gevangenis Dan brengen de commandanten he^ gesprek op de militaire strafgevange nis, die ook in het kazernecomplex is ondergebracht. Hierover praten zij veel liever, omdat deze gevangenis in de laatste zes jaar steêds meer werd gebruikt en momen teel ln belangrijkheid de tuchtklassen verre overtreft. Bovendien is het ge- vangenisbeleid dermate modern, dat volgens zeggen van overste Bruintjes enkele hoge Belgische officieren, die onlangs Nieuwersluis bezochten, „wildenthousiast" werden. „Neem van mjj aan, dat elke soldaat die door de krygsraad tot gevangenis straf wordt veroordeeld (hetgeen prin cipieel anders is dan plaatsing in de tuchtklasse, wat zonder enige vorm van proces kan gebeuren) bly ls, dat hy niet meer in een gewone gevangenis tussen dieven, moordenaars en soute neurs komt te zitten", bezweert ons de vertrekkende commandant. „Een soldaat ls veel meer kwetsbaar dan een burger, want hy kan byvoor- beeld veroordeeld worden voor „slapen op wacht" of „ongeoorloofde afwezig heid". En iemand, die hiervoor gestraft wordt kan je natuurlijk niet behande len als een misdadiger. Die doet hier normaal dienst, zit alleen van 's avonds half tien tot 's morgens zes uur in de cel en blijft uiteraard verstoken van verlof. Maar als zo Iemand het ver domt om normaal met de groep mee te werken, dan gaat hij natuuriyk wèl de hele dag achter de deur". Water en brood Overste Bruijntjes ontkent, dat er dan wasknijpers vervaardigd of zakjes ge plakt dienen te worden. Ook het af tellen van honderdduizend moertjes in zakjes van vijftig stuks elk onder de vorige commandant, overste Leunls nog een veelvuldig opgelegde bezig heid behoort tot het verleden. De vraag of nog steeds een strafrant- soen van water en brood ln zwang ls, wordt laconiek door overste Bruijntjes beantwoord met: „Alleen als mijn vrouw vergeet mijn Twaalfuurtje te beleggen". Met een vage glimlach van voldoening wordt verteld, dat de hoge Belgische officieren „byna achterover sloegen" toen zij hoorden, dat op het dienstrooster van de gestraften ook schietoefeningen prykten. „Ik geloof, dat wy hier de enige ge vangenis van Europa hebben, waar de gedetineerden een geweer en munitie in hun handen krijgen", oppert de oude commandant. „En er is er nog nooit een geweest, die tegen een van de bewakers heeft gezegd: „Zo, en nu ben jy de eerste", vult de opvolger aan, daarbij een gebaar makend of hij vanuit de heup een geweer afvuurt. „Maar heel anders ligt het natuurlijk met de werkelijk ernstige delinquen ten. Een matroos, die een sigaren- winkelierster vermoordt en tot tien jaar wordt veroordeeld, komt hier natuuriyk niet. Zo iemand wordt ook uit de militaire dienst ontslagen", maakt luitenant-kolonel A. D. Bos duideiyk. K.B. uit 1922 Er is een afdoend argument voorhan den om te verklaren waarom in de tuchtklassen een vooruitstrevend be leid moeilijker is te voeren. Men is aan handen en voeten gebonden aan een Koninklijk Besluit van 1922. „Nog niet eens zó ongunstig als je bedenkt, dat ln België zelfs met een K.B. van 1815 wordt gewerkt", zijn de heren officie ren het met elkaar eens. Boven de deuren van Nieuwersluis staan opbeurende spreuken te lezen. Het aantal disciplinair gestraften dat hieraan moed kan ontlenen Is echter de laatste jaren drastisch teruggebracht. „Maar een commandant kan niet af wijken van de wetsartikelen, waarin wordt bepaald, dat elke soldaat die naar het depot voor discipline wordt gestuurd, daar minimaal drie maan den moet biyven, dat hy in de eerste klas begint en na goed gedrag via de tweede, de derde klas kan berei ken, waarin hij dan de vrijheid heeft om elke zondag twee uur alleen bulten de kazernepoort te vertoeven en eens per maand 36 uur met verlof te gaan. Kyk, daarin kan je als commandant geen enkele versoepeling aanbrengen. Dan zou het K. B. veranderd moeten worden", aldus overste Bruyntjes, die het nuttig zou vinden als ln elk geval de mogeiykheid zou worden gescha pen om een soldaat ook korter dan drie maanden in het depot te detacheren. Kapot straffen Of het voorkomt dat de oorspronke- ïyke straf van byvoorbeeld drie maan den Nieuwersluis door de commandant van het depot wordt verlengd met drie maanden waar hy de bevoegdheid toe bezit? „Ik heb dat zelf in die drie Jaar nog nooit behoeven te doen". Iemand, die hier drie maanden heeft doorgebracht, teruggaat naar zyn on derdeel en na verloop van tyd opnieuw ln Nieuwersluis verzeild raakt, dan misschien „Eén keer. Een Jongen, die er vreseiyk veel moeite mee heeft om zich disciplinair te gedragen, maar die beslist zyn best deed. Hy bracht het niet tot de derde klas, maar mocht toch na drie maanden terug naar zyn onderdeel. Na een maand komt hy wéér hier. met zes maanden. Hy zou dat misschien allemaal moeten nadie nen en had die mogelykheld de eerste keer sportief onder ogen gezien. Maar de tweede keer zag hy er geen gat meer ln. Hij is toen ook na een week afgekeurd", dist overste Bruyntjes dit historische geval op. „Je kunt Iemand natuurlijk ook „kapot straffen", zoals wij dat noemen", onderstreepte de nieuwe bevelhebber deze woorden. Beruchte cellen Door ervaring wys geworden, acht zyn voorganger het gevaar echter nog gro ter dat een soldaat „Immuun gestraft" wordt. „Vergeet niet, voordat Iemand hier terechtkomt heeft hy al de nodige straffen tot streng arrest toe gehad. Dan moet zo'n man toch al heel wat uitgevreten hebben en clan kunnen wjj hem hier niet wéér In de cel stoppen, elke keer als hy over de schreef gaat, want dat laat 'm koud". wy moeten het hier vooral met veel geduld zien te redden. Dat stelt by- zonder zware eisen aan het personeel, dat dan ook zorgvuldig voor dit werk uitgekozen wordt. Er ls zelfbeheersing voor nodig. Overste Bruyntjes schudt lachend het hoofd ala we Informeren naar lijfstraf fen. Geen kloppartyen met de wapen stok meer als een gestrafte een drei gende houding tegenover een onder officier aanneemt, geen speciale boks- lessen van een goedgetralnde sport- instructeur en de beruchte cellen „on der de trap" (donkere en vochtige ver- biyven, waar men soms ln ondergoed werd opgesloten) zyn weggebroken. „Niemand behoeft ook meer met een tandenborstel het exercitieterrein schoon te vegen of met een eierdopje de Vecht leeg te scheppen", spot over ste Bruijntjes met de sterke verhalen, ■lie wij hoorden van ex-geslraften. die zo'n jaar of vijf geleden het depot voor discipline verlieten. „EEN VENT PAKKEN OP DAT KLEINE STUKJE WAAR JE HEM NOG GRIJPEN KUNT EN DAAROP DOORBORDUREN" slotte heeft myn parsoneel het recht van zelfverdediging. Die norm wordt nog strenger gehanteerd als het gaat over het gebruik van een vuurwapen. Vorig jaar waren er nog verschillen den, die wel eens van my wilden ho ren of ze mochten schieten op een vent die tijdens een mars plotseling de kuierlatten neemt. Ik heb hun gevraagd of ze het redeiyk vonden om een vluchtende jongen, die hier byvoorbeeld moet zitten omdat hy een superieur heeft beledigd, een kogel in zyn benen te schieten. Het antwoord was uiter aard ontkennend. Het risico Is ook veel te groot, dat )e zo'n vent meteen doodschiet", aldus overste Bruyntjes, waarna belde offi cieren zich er luidop over verbazen, dat de Amerikanen vele duizenden kogels nodig hebben om In Vietnam één soldaat neer te schieten, terwyi hier in Nederland zoveel ongelukken met vuurwapens direct een dodeiyke afloop hebben. -eel belangrijker geworden als militaire strafgevangenis „Hiermee wil lk natuuriyk niet zeg gen, dat een onderofficier, die hier geslagen wordt, niets terugdoet. Ten- Ontsnappingen Ontsnappingen die enkele Jaren geleden nogal eens voorkwamen - zyn nu grote zeldzaamheden geworden. „De laatste tweeëneenhalf Jaar geen één meer, maar Juist een paar weken geleden waren er weer twee, die er een paar uur tussenuit wisten te knijpen. Zulke mannen moeten na tuuriyk ontzettend dom zyn, want in de eerste plaats zitten ze hier midden ln de polders en kunnen nooit ongezien ver weg komen en ln de tweede plaats berokkenen ze zichzelf alleen maar ellende. Een normale gevangene - een burger dus - die ontvlucht, be hoeft alleen maar zoveel dagen langer te zitten als hy is weggeweest. Een soldaat Is ongeoorloofd afwezig en maakt zich daardoor schuldig aan een nieuw vergryp, waarvoor hy 'n extra- straf krygt. Maar dlc twee bewuste knapen zijn allebei afgekeurd", aldus overste Bruijntjes. Stok achter deur Een mogeiyke verklaring voor de af name van het aantal ontsnappingen kan gezocht worden in de vrij drasti sche „terugloop" van het aantal disci plinair gestraften per jaar. Onder overste Leun is lag dit nog wel eens dicht by de tweehonderd. De laatste drie Jaren waren die aantallen echter zestig en negentig. De cellen van de eerste en tweede klasse staan dan nu ook grotendeels ongebruikt. Deze week verbleven ln de tweede klas slechts twee gestraften. „Toch geloof ik dat het depot voor discipline niet opgeheven moet wor den. Het blijft nuttig om een instelling te hebben tussen de krygsraad en de commandanten van de onderdelen In, waardoor zy bovendien over een stok achter de deur beschikken", luidt het credo van overste Bruyntjes, die hier mee pluats mankt voor een nieuwe depoteommandan t i mg iss mmi>I i»»ii i r1"1^ mpfti

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 13