Prof. dr. K.A.H. Hidding Micro-theater in Leiden Leidse Universiteit wordt gestraft voor haar vooruitstrevendheid Chinese bas Yi-Kwei Sze maakte grote indruk in Dvorak-liederen WOENSDAG 8 FEBRUARI 1967 DE LEIDSE COURANT PAGINA ONTMOETINGEN /vwv^ In het Leids Universiteitsblad gelezen: ,,Ter gelegenheid van het bezoek van de aan komende studenten en hun ouders gelastte de Rector Magnificus verwijdering van een aantal schilderijen die op de trappen van de academie waren tentoongesteld. Het waren naakten. Bij het eerst volgende bezoek van buiten landse studenten zullen wij verwijdering van de Rector Magnificus gelasten. Redac tie". De man, waar het in het bo venstaande om gaat is voor zitter van de Senaat, die met de Curatoren het bestuur van de universiteit vormt. Hij wordt benoemd door de Kroon op voor dracht van de senaat. Hij hand haaft de tucht en regelt de in schrijving van studenten. Het secretariaat van de Senaat wordt telkens door een andere hoog leraar gedurende één academie jaar vervuld. Deze wordt meest al het daaropvolgende jaar tot rector magnificus benoemd. Aan degene, die dit jaar de Rec tor Magnificus is van de Leidse universiteit, prof. dr. K. A. H. Hid ding, vraag ik: „Leest u het LUB?" Prof. Hidding, grijsblond, met blo zende wangen, antwoordt met de nuchterheid Groningers eigen: „Ik zal wel oppassen om dat als Rector Magnificus niet te doen". De snier, die op de vroege vrijdagochtend in zijn bus was komen vaÜen, had hij nog niet gelezen. „Zo", zegt hij in zijn kamer, in het Academie gebouw, als hij er de strekking van verneemt. „Zo nu ja, ik ga vanzelf weg hè. En die schilde rijen hadden we voor de aanko mende studenten echt niet weg hoeven te halen. Maar bij de ouders hebben we eenvoudig geen ver keerde indruk willen wekken bij hun allereerste entree in de uni versiteit." En dan zegt hij vader lijk over „die jongens": „Ach, ik gun ze dit, hoor. Het is een spel letje. Zoveel in de universiteit is een spelletje." „Ik zal wel oppassen om als Rector- Magnificus het LUB niet te lezen" Prof. dr. K. A. H. Hidding is een echte Groninger van af komst. Vandaar dat hij met eni ge spijt zegt, dat hij in 1902 per ongeluk in Rotterdam is gebo ren. In Groningen bezocht hij echter het gymnasium, maar moest de Martini-toren de rug toe keren om in Leiden Ooster se talen te gaan studeren. „Dat kon je alleen maar in Leiden doen. Leiden is altijd centrum van Oosterse talen geweest. Tij dens mijn studie werd ik „ge pakt" door de godsdienstgeschie denis van niet-ehristelijke gods diensten", aldus prof. Hidding. Het werd een ijzeren greep, waaruit hij zich kennelijk nooit heeft willen bevrijden. Zijn rec torale oratie, vanmiddag in de Stadsgehoorzaal gehouden, ge tuigt daarvan. In deze oratie gedenkt prof. Hid- ding de hoogleraar Kristensen, die van 1901 tot zijn emeritaat in 1937 aan de Leidse universiteit godsdienstgeschiedenis en fenome nologie heeft gedoceerd. „Het aar dige is, dat het deze zomer precies 100 jaar geleden is, dat Kristensen in Noorwegen werd geboren. Ik heb daarom in mijn rede een stukje eerbetoon voor hem ingevlochten. Zijn ideeën zijn bijzonder belang rijk en nog lang niet genoeg door dacht. Het is zaak dat ze niet ver geten worden. Kristensen was een merkwaardig ouderwetse professor. In die zin, dat hij zich zijn hele leven lang met één onderwerp be zig hield, nl. met de oud-Egyptische godsdiensten. Tegenwoordig heb je die typen niet meer." Orof. Hidding is zo'n type in ieder geval niet. Aanvankelijk zag hij zijn toekomst zeker niet als hoogleraar in de geschiedenis van de godsdiensten in het algemeen en de fenomenologie van de gods dienst aan de Leidse universiteit. Na zijn promotie in 1929 werd hij uitgezonden als taaiambtenaar naar Indonesië. Hij werd daar directeur van de gouvernementsuitgeverij „Volkslectuur", die een goede en goedkope verspreiding van litera tuur in de Indonesische taal be- Dat is toch wel een van de wer kelijk goede dingen geweest, die we voor onze vroegere koloniën gedaan hebben. De moderne In donesische literatuur hebben we daar laten ontstaan. Het was heerlijk werk. In 1942 maakte de oorlog er een eind .aan. We zijn de kampen ingegaan en sommi gen zijn er ook weer uit geko men. In 1948 kreeg ik het aan bod om prof. Kraemer op te vol gen in Leiden. Het was niet makkelijk om zo'n dynamisch bedrijf als een uitgeverij mid den in je leven de rug toe te keren, maar ik had een vrij groot gezin en de toekomst was onzeker. Ik ben erg blij dat ik hier zit, nu. Dit is totaal ander werk. Hier heb ik gelegenheid gekregen, me in de wetenschap te verdiepen." l_|oe ziet prof. Hidding de functie van rector mag nificus? „Als lid van de theologische facul teit ben ik vier jaar secretaris en vier jaar decaan geweest. Het Se- natus Praesidium bestaat groten deels uit decanen. De Senaat is een dermate groot lichaam geworden, dat we met zijn allen niet eens meer in de beschikbare kamers hier kunnen. Ik heb dus als Rector Magnificus al een paar jaar meege stuurd. Maar de lopende zaken moeten continu worden behartigd. Men moet de grote lijnen blijven zien. Een jaar rectoraat is daar voor te kort. Vandaar dat we blij zijn met de nieuwe bestuursvorm van een pro-rector, die vijf jaar aanblijft. Er wordt hier binnenkort ook een commissie geïnstalleerd, die zich met de onderwijsresearch gaat bemoeien. Ze gaan met behulp van een computer de gegevens van stu denten verzamelen. We willen we ten wat er hier met ze gebeurd, waar de knelpunten zitten. De com missie gaat zich ook beraden over nieuwe vormen van doceren en examineren. We zitten in 'n over gangsstadium. Er moet eenheid van leiding zijn. De voortgaande de mocratisering van de universiteit vraagt ook meer eenheid tussen de verschillende verticale lagen: stu denten, wetenschappelijke staf, lec toren en hoogleraren." Pr zijn mensen, die de univer- siteit een bron van verspil ling noemen, die zeggen dat te veel instanties bevoegd zijn tot beslissen en dat hoogleraren 'n willekeurig aantal assistenten kunnen nemen als statussymbool. Wat vindt u daarvan? „Ons personeel mogen we jaarlijks uitbreiden met zeventig man. En daar valt de jongste bediende ook onder. Er worden hier hele begro tingsvergaderingen gehouden of die en die kop wel noodzakelijk is. Er wordt in ieder bedrijf wel meer voor de status gedaan dan nodig is, maar op het ogenblik kunnen we ons weinig permitteren. Iedere aan stelling wordt nauwkeurig over wogen en dan verdelen we onze armoede maar onder elkaar. We waren als Leidse universiteit het verst vooruit en daaraan dan ken we, dat we door de overheid zo beknót' worden.' Onze' voörüit- strevendheid in vroege jaren wordt gestraft. Dat een hoogleraar maar assistenten kan aanstellen is be slist onwaar. Aanstellingen worden hiërarchisch beslist. De Curatoren hebben de moeilijke taak om de aantallen vast te stellen. Het kost heel wat inspanning om de billijk heid in een onbillijke situatie te betrachten. Er zijn zulke schokken de ontwikkelingen nu. Toen ik stu deerde waren er 2090 studenten. Nu zijn dat er bijna 10.000. Onze bouwplannen lopen tot 1980. Er moet veel geld beschikbaar zijn voor het onderwijs, wil je geen onderontwikkeld land worden." Lloe staat u tegenover een vroegere pensionering van hoogleraren? Prof. Hidding, zelf dicht bij de pen sioengerechtigde leeftijd, zegt: „Ik schei er op mijn 65ste niet mee uit. Maar je kunt als hoogleraar je pen sioen krijgen op die leeftijd. Als je gezond en geestelijk fris bent, is er niets op tegen dat je tot je 70ste jaar hoogleraar blijft. Je moet het zelf weten. Ik kan tientallen geval len noemen, die op hun 70ste jaar een groot verlies waren. Ik geef toe, het is ook wel eens andersom. Je moet de soepelheid' van geest hebben om zelf te kunnen beslis sen. Het moet aan de man zelf wor den overgelaten, vind ik. Ja, dat is wel gevaarlijk, maar er is een tendentie om het individu in de universiteit meer in het team verband te plaatsen. Je bespeurt die tendentie niet alleen, je begrijpt ook dat die gestimuleerd moet worden. Als universiteit willen we geen mo nument zijn, maar ook geen be drijf. We willen wel modern func tioneren met speelruimte en vrij heid." „We leven in een sterk ver anderende universitaire ge meenschap. De traditie, die hier in Leiden zo sterk is, moeten we niet zo maar weg gooien. Er is hier een levende spanning tussen traditie en vernieuwing in het kader van het levend maken van de universiteit, waarbij iedereen zoveel mogelijk betrokken wordt". H. C.-v. B. ARTISTIEK CONCERT VAN VOORSCHOTENS VOCAAL ENSEMBLE IN DE VOLLEDIG bezette Grote Kerk te Voorschoten heeft Ank Reinders ons diep ontroerd door haar interpretatie van „Miroir de Peine" van Hendrik Andriessen. Dit fijnzin- zinnige werk op teksten van Henri Ghéon, uitbeeldende het lijden van Jezus, heeft Ank Reinders met haar gehele ziel voorgedragen. Heel de dra matiek en de angst, alsmede de smart van de Moeder, onderging ze, als het ware, zelf. Zij behoort onder de zangeressen tot de weinigen, die daar toe in staat zijn. Deze grote belevenis werd geflan keerd door twee koorwerken, die wer den uitgevoerd door Voorschoten» vo caal ensemble, onder leiding van de dirigent Louis van Wijngaarden. De tijd voor de pauze werd geheel gewijd aan het Requiem in C moll van L. Cherubini (1760-1842). Er moet hard gestudeerd zijn door het koor, om dit werk met de vele contrapuntische koren zó goed uit te voeren. Wel moesten we enkele vlekjes constateren bij inzetten en samenspel met orkest. Overigens hebben we niets dan lof voor dit Zuid-Hollands Orkest, dat op zo'n sublieme wijze ook „Miroir de Peine" begeleidde. Mogelijk dat bij een minder zware directie het werk nog meer uitdrukking had kunnen krijgen. LIET TWEEDE koorwerk betrof een 1 compositie van Antonio Caldara, de Venetiaanse componist, namelijk Laetatus sum (Psalm 122). Dit was een prettig werk om te horen en te zingen. De tempi door Louis v. Wijn gaarden genomen, waren alleszins te verdedigen. Daardoor klonk het werk fris en verheugd. Dit opus vraagt twee solisten. Deze taken werden vervuld door Ank Reinders en de alt Rijkje Wolleswinkel. De alt heeft een prach tige warme stem, vooral in het mid- denregister. In het lage register zakt haar stem wat weg. Maar zij past zich uitstekend aan in de duetten bij de sopraan Ank Reinders. Jan Jiskoot was naast het orkest een betrouwbare clavecinist. Voorschotens vocaal ensemble kan terugzien op een uitstekende uit- voerinfr THEO TEN HOOVEN. VOORSCHOTEN Em. pastoor J. A. Voorham van Zoe- termeer en woonachtig te Voorschoten, die zaterdagmiddag wegens een val naar het Academisch Ziekenhuis werd ver voerd, is weer thuis. Na behandeling van zijn wonden aan neus en ogen was het medisch verantwoord hem huiswaarts te laten keren. WINKELSTAND Donderdag wordt de slagerij van C. J. Grundeken verplaatst van de Voorstraat naar de Schoolstraat. Vorig jaar werden de plannen door het architectenbureau van Oerle, Schrama en Bos uit Leiden uitgewerkt en begon de fa. Gebrs. H. G. en J. Niersman met de bouw van het nieuwe pand Schoolstraat 21. Beneden is een grote verkoopruimte met daarboven twee woningen naast elkaar. De voor malige slagerij van de heer C. J. Grun deken was gevestigd in het zgn. Baljuws huis. dat behoort tot het complex van het Ambachtshuis. Deze panden zijn door de gemeente aangekocht, en zul len in de toekomst worden gerestaureerd en krijgen dan een nog nader te bepa len bestemming. De huidige eigenaar is een kleinzoon van wijlen de heer C. J. Grundeken, gestorven in 1936, de oprich ter van het bedrijf. In 1887 kwam ge noemde C. J. Grundeken uit Den Haag naar Voorschoten en vestigde zijn be drijf op de Voorstraat- hoek Molenlaan. In 1917 werd de slagerij verplaatst naar Voorstraat 12. Toen de heer Grundeken in 1887 naar Voorschoten kwam was hij de enige slager in het dorp. In 1930 droeg de heer Grundeken de zaak over aan zijn zoon, ook C. J. Grundeken ge heten, die de zaak verder beheerde tot zijn dood in november 1962. Tegelijk met hel in gebruik nemen van de nieuwe slagerij op de Schoolstraat kan dus het 80-jarig jubileum van dit familiebedrijf worden gevierd. Burgemeester L. De Kool zal het nieuwe bedrijfspand op de Schoolstraat van dit echt Voorschotense bedrijf a.s. donderdagmiddag om 4 uur openen. ZWO-SUBSIDIE VOOR UITGAVEN VAN BIBLIOTHECA INDONESICA De Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek heeft het koninklijk instituut voor taal-, land- en volkenkunde te Leiden een subsidie verleend voor de voor bereiding van een serie uitgaven van teksten in Indonesische talen. Deze teksten zullen verschijnen in 'n nieu we, door genoemd instituut uit te ge ven serie, welke de naam van „Biblio- theca Indonesica" draagt. Voor deze Bibliotheca Indonesica is 'n aparte re dactiecommissie in het leven geroe pen. Hoofdredacteur is prof. dr. A. Teeuw, die momenteel voorzitter van het koninklijk instituut voor taal-, land- en volkenkunde is en als hoog- VOORSCHOTEN KONS JANSEN KOMT NAAR VOORSCHOTEN Fons Jansen met zijn oecumenisch ca baret "Hoe meer zielen" komt op uitno diging van 'het Nut op dinsdag 16 fe bruari naar Voorschoten. Deze avond is ook toegankelijk voor niet-leden, zolang er plaatsen beschikbaar zijn. Op dins dagavond 14 febr. kan men zich om plaatsen vervoegen aan het Cultureel Centrum van 19.00 tot 20.00 uur of be spreken per telefoon van half acht tot acht uur op tel. 4372. TOONSCHAAL '67 De jaarlijkse "Toonschaal" wordt gehouden van 12 tot en met 17-april a.s. in het Cultureel Centrum. Het thema van deze tentoonstelling is de ruimte vaart. Medewerking verlenen de Estec, Philips Telecommunicatie Industrie en het Instituut voor Nijverheid en tech niek. leraar aan de rijksuniversiteit in Lei den de „Bahasa Indonesia" (het uit het Maleis voortgekomen Indonesisch, dat thans de officiële nationale taal van dit land is) doceert, alsmede de Maleise taal en letterkunde. De an dere redactieleden zijn dr. J. Noodyn, algemeen-secretaris van het Konink lijk instituut voor taal-, land- en vol kenkunde, prof. dr. G. W. J. Drewes, prof. dr. P. J. Zoetmulder, hoogleraar in Djokjakarta, die met lang verlof ir Nederland vertoeft, en dr. R. Rooi- Met de uitgave van de Bibliotheca Indonesica hoopt het Koninklijk insti- tuur voor taal-, land- en volkenkunde zo een nieuwe belangrijke bijdrage te leveren tot internationalisering va Indonesische studies en tot bredere bekendheid van de in menig opzicht zeer belangrijke literatuur van Indo- Bestuur St. Cunera- stichting te Leiden De bisschop van Rotterdam heeft tot lid van het bestuur van de St. Cune- ra-stichting benoemd ir. H. A. Meyer, Lorentzkade 23. Het bestuur van de stichting is thans als volgt samengesteld: J. Lijten, zitter; mr. G. W. M. Gründemann, voorzitter; ir. H. A. Meyer, secretaris; G. W. M. Smits, penningmeester; Th. A. J. de Wit, onderwijszaken. De St. Cunera-stichting bestuurt de inrichtingen St. Lidwina-huis en Beu kershof en voorts scholen voor kleu ters, lager onderwijs, u.l.o. en b.l.o. te Leiden. TONEELGROEP IMPERIUM ZIET DROOM VERWERKELIJKT IN VOORMALIG VAN WIJKCOMPLEX IN OKTOBER EERSTE VOORSTELLING ^o'n klein theatertje. Zo'n piepklein theatertjezong Paul (Pepijn) van Vliet twee jaar geleden op een cabaret-concours en gaf in het verdere verloop van het liedje te kennen, dat hij toch o zo graag een eigen theatertje zou willen hebben. De Haagse meester cabaretier heeft zijn theatertje gekregen. De Leidse toneelgroep Imperium heeft haar wensen niet zo luidkeels uitgedragen, maar ziet nu binnenkort toch de wens een eigen theatertje te bezitten in vervulling gaan. De Leidse raad heeft immers maandag jL besloten een bedrag van 21.000,uit te trekken om op de derde verdieping van het voormalige Van Wijk-complex aan de Vestestraat te helpen bij het inrichten van een „Micro-theater" zoals Leidens nieuwste centrum voor (amateur) toneelkunst voorlopig zal gaan heten. banken. „We krijgen met oktober een eigen theater. Stel je eens voor. Een eigen ruimte, waar je theater kunt spelen. We hebben eerdaags niets meer te maken met die dure Schouwburg of Stadsgehoorzaal, maar kunnen spe len in een eigen theater. Waar het publiek veel nauwer bij het stuk be trokken wordt. De door ons opgevoer de experimentele stukken van Frey, Beckett en Ionesco zullen o.i. aan waarde gaan winnen door het contact met het publiek". De leider van de Leidse toneelgroep Imperium, die het initiatief tot op richting van een klein theater heeft genomen gaat er eens recht voor „Toen 10 jaar geleden onze groep werd opgericht, durfden we daar natuurlijk in de verste verte niet aan te deken. De oprichters waren leden van een jubilerende gere formeerde jongelingen vereniging, die bij het opvoeren van het jubi leumstuk zoveel plezier in het to neelspelen kregen, datzij er mee zijn doorgegaan. Dat selectieve „ge reformeerd" is af. We zijn nu in terkerkelijk, kun je wel zeggen. Elk jaar voeren we een paar stukken op, zoals wat bijna traditioneel wordt: het Kerstspel van Nijhoff. Telkens weer echter zaten we met de repetitie ruimte en de financiën. Daarom rijpte bij ons drie jaar geleden het plan een eigen theatertje te beginnen. We von den het voorbeeld in Delft. Daar werd toen in die tijd het Flitstheater opge richt, waarin de amateur-toneelgroep aldaar serievoorstellingen gaf en na tuurlijk nog geeft. Want het is eerf succes geworden. We klopten bij de gemeente aan, maar die heeft het ook niet voor het opscheppen en daarom gingen we maar sparen en proberen bij allerlei instanties en bedrijven geld los te peuteren. Daarbij zochten we natuurlijk ook naar een geschikte plaats, waar ons a.s. theatertje onder gebracht zou kunnen worden. Zelfwerkzaamheid Dij het vrijkomen van het Van Wijk- complex kregen we onze kans. Bij de gemeente had onze zelfwerkzaam heid en ijveren voor het theater blijk baar toch wel aangeslagen, want zij steunde ons verzoek om subsidie. Nu het er bij de raad door is, kunnen we gaan beginnen. De tekeningen zijn al gemaakt door architect Herms van de Berg, die geheel belangeloos aan ons project meewerkt. Kosten j r\e totale kosten zullen een kleine tachtig duizend gulden bedragen. Van de gemeente krijgen we dus 16.000,en daarmee bekostigen we de verwarming, sanitair, licht en dak reparatie. Van onszelf hebben we in de loop van de tijd 17.000,bij el kaar gekregen en door zelfwerkzaam heid kunnen we nog eens 16.000, uitsparen. Met die zelfwerkzaamheid bedoelen we dus, dat we zelf gaan timmeren, metselen, verven. Uit gif ten en kortingen zullen we nog 21.000,krijgen, om tenslotte met een tekort van 10.000,te blijven zitten. En daarvoor krijgen we een rente loze lening. Deze lening moet binnen 10 jaar terugbetaald worden. We zijn dan ook druk doende om 100 donateurs a 10,per jaar te werven". Lachend houdt Bert Dronkert ons een intekenvel voor. „Het gironummer is 5555487. Hoe meer donateurs, hoe betei". Inrichting rNe komende maanden zullen we bij wijze van spreken meer de hamer in de hand hebben, dan de tekst van een of ander toneel stuk. Is ons theatertje met een oppervlakte van 300 m2 klaar, dan zal het plaats bieden aan 96 per sonen. Bij veel belangstelling kan dat opgevoerd worden tot 130. We trekken er dan namelijk de plaat sen in de foyer bij. De exploitatie wordt helemaal in onze handen gegeven. Dat wil niet zeggen, dat andere amateurgroepen aangeslo ten bij de NATU niet in ons theatertje kunnen komen spelen. Dat heeft de gemeente trouwens als voorwaarde gesteld. Om de zaak goed te exploite ren hebben we dé huur van die an dere verenigingen ook hard nodig. De drie commissies in onze vereniging, de exploitatie, de technische en de artis tieke, gaan om de zoveel tijd wisselen om ieder lid de gelegenheid te geven op de planken te komen. O ja, het podium. Dat is uniek in Nederland. Nergens heeft men een podium van 11.80 m bij 7.20 m, dat geheel uit losse stukken of kooien be staat. Zodoende kunnen we in de toe komst ook in een hoek van het theater of „en ronde" gaan spelen. Als niets tegenwerkt, dan moet het allemaal in oktober gereed zijn. In oktober zal Leiden een MICRO THEATER bezitten. Aan ons zal het niet liggen'. Het Micro-theater dat in oktober gereed moet komen in het voor malige Van Wijkcomplex. PAUZE DE LEGE LAMP De werksters hadden zoëven he kerkgebouw met bezems en e: gedweild en gepoetst. Het verademd toen zij zich hadden teruggetrokke In hun niet te stuiten ijver hadden dames ook de godslamp „een goed! beurt" gegeven. Een toevallige kerk bezoeker zag de lege lamp en vroe zich af: Is het H. Sacrament aanw zig. ja dan neen. Je kunt desgewen midden op de hei knielen en bidde maar er is iets raars in te kniel» voor een ontzield tabernakel of b iemand op bezoek te gaan en niet weten of hij er wel is. De kerkbezoe ker zei bij zichzelf: „Hij is er, In dan ook, voor mij". De werksters kw men de sak.ristie uit en maakten e» kniebuiging. Daarmede was de twijf» opgeheven en de verzekering gegever „Hij is er, hoe dan ook, vooi Er is volstrekt geen verschil tusse die twee zinnetjes, maar de beteken ervan verschilt hemelsbreed. Vandaé de vertrouwelijke godslamp, die ee bied betuigt om eerbied te wekken de binnenkomer. PUNT Halt! Eerst die vuile schoenen Burgerlijke stand Geboren: Ronnie z.v. T. v. As en K de Graaf; Shireen Christina Magdale- na d.v. W. C. Mark en G. Paschier Michel Robert z.v. R. Benjamins en J A. Boomstra; René z.v. A. G. Leeflan- en A. G. v. Leeuwen; Jacob z Philippo en K. J. Kikkert; Gerardu Wilhelmus Cornelis Johannes z.v. P C. Warmerdam en W. M. Geerlings Jacobus Bernardus Franciscus z H. P. v. Werkhoven en C. A. T. Steen voorden; Arris Floris Willem z Oliemans en L. A. Zwanenburg;_ Ri chard Hendrik Coenraad z.v. 7 Hemker en C. Boer; Marcus z Visser en M. C. v. d. Berg; Pieter Bas tiaan z.v. B. P. v. Duijn en G. W. J. Duijvenvoorde; Sven Fredrik z.v. H S. Hanell en M. B. Ander; Jeroen Ber nardus Maria z.v. H. M. v. d. Berg E. J. M. T. Nederveen; Yvonne Theo dora Gerarda Helena d.v. A. B. Meer en T. M. Zandvliet. Gehuwd: F. R. H. v. Efferink en M Heemskerk. irrt»|ji n<i» Overleden: J". Florisson 71 j w.v J.„v. Bent?iXLji,hvh3,, Tftgals 60 j. J. v. d. Nat 70 j„ m.; P. Simonis 7 m.; S. M. Slijkhuis 87 j., w.v. G. Har land; E. C. Roman 91 j., w.v. J. Klandermans; P. Stek 54 j., m.; A. J Marks 49 j„ e.v. J. Scheffers; H. Nieu wenburg 85 j., m.; J. Bavelaar 82 j. m.; C. Dubbelaar 65 j., m.; C. M. Rooijen 61 j., m.; J. Schilp 74 j., rr H. J. Sloos 43 j., m. knappe vertolking van Strauss' Heldenleben Zander Willem van Otterloo gaf gis- teravor.d hel Residentie-orkest als eerste nummer van het abonnements concert eer. uitvoering van Strawins- ky's Monumentum 1960 pro Gesualdo, sen werk dat, naar we menen, al eer der door dit orkest ten gehore is ge bracht. Eigenlijk kan van een „werk" nauwelijks worden gesproken, omdat de componist niet meer deed dan drie madrigalen van de merkwaardige, ex- perimentale laat-renaissancistische meester Gesualdo in een min of meer modern orkestraal costuum te steken. Ook Maderna heeft zich op dit ter rein bewogen onlangs schreven we over zijn bewerking van Josquins Mag nificat en in al die gevallen menen w« t« moeten twijfelen aan de zin van dit procédé. Zeker, het resultaat klinkt bij Strawinsky niet slecht, de segmen ten zijn zeer vernuftig, elk afzonder lijk in een bepaalde klankkleur gesto ken en Gesualdo's muziek is boeiend genoeg. Ook is er geen reden tot ontwaardiging, want in Gesualdo's tijd sprong men vrij om met andermans geestelijke eigendommen, trouwens nog Bach volgde dit procédé op onge geneerde wijze. Maar ondanks de uit stekende uitvoering hadden we liever een authentieke Strawinsky gehoord. De bekende Chinese bas Yi-Kwei Sze zong 10 „Biblische Lieder" van Dvorak, deels door de componist en deels door Zymanek georkestreerd. De prachtige, warme en expressieve voordracht van deze in Russische stijl geschoolde opera-zanger verleenden glans aan deze mooie, doch wat wei nig contrasterende liederen. Een en kele maal werd Sze door het orkest enigermate overstemd. Op allen maak te deze uitvoering grote indruk. Tenslotte kreeg Van Otterloo zijn kans in Strauss' Heldenleben, 'n soort voorstudie op de Sinfonia Domestica en bijna even breedsprakig als deze. Men moet wel een fervente Strauss- minnaar zijn om de lotgevallen van de held voortdurend met belangstelling te volgen, ook al omdat door de grote afmetingen van het werk het gewel dige pathos al spoedig retorisch en overdreven aandoet. Van Otterloo dirigeerde het stuk zeer knap en trok profijt van alle. meestal geniale, vondsten op orkestraal gebied die deze partituur behelst. Toch mist hij enigermate de overtuigings kracht, en persoonlijke affiniteit voor deze muziek, om dit alles helemaal aannemelijk te maken. In de laatste delen verminderde de spanning, al bleef het niveau gehand haafd. Willem Noske speelde zijn viool solo bijzonder knap.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 4