Prof. dr. K.A.H. Hidding
Micro-theater in Leiden
Leidse Universiteit wordt gestraft
voor haar vooruitstrevendheid
Chinese bas Yi-Kwei Sze maakte
grote indruk in Dvorak-liederen
WOENSDAG 8 FEBRUARI 1967
DE LEIDSE COURANT
PAGINA
ONTMOETINGEN
/vwv^
In het Leids Universiteitsblad
gelezen: ,,Ter gelegenheid
van het bezoek van de aan
komende studenten en hun
ouders gelastte de Rector
Magnificus verwijdering van
een aantal schilderijen die op
de trappen van de academie
waren tentoongesteld. Het
waren naakten. Bij het eerst
volgende bezoek van buiten
landse studenten zullen wij
verwijdering van de Rector
Magnificus gelasten. Redac
tie".
De man, waar het in het bo
venstaande om gaat is voor
zitter van de Senaat, die met de
Curatoren het bestuur van de
universiteit vormt. Hij wordt
benoemd door de Kroon op voor
dracht van de senaat. Hij hand
haaft de tucht en regelt de in
schrijving van studenten. Het
secretariaat van de Senaat wordt
telkens door een andere hoog
leraar gedurende één academie
jaar vervuld. Deze wordt meest
al het daaropvolgende jaar tot
rector magnificus benoemd.
Aan degene, die dit jaar de Rec
tor Magnificus is van de Leidse
universiteit, prof. dr. K. A. H. Hid
ding, vraag ik: „Leest u het LUB?"
Prof. Hidding, grijsblond, met blo
zende wangen, antwoordt met de
nuchterheid Groningers eigen: „Ik
zal wel oppassen om dat als Rector
Magnificus niet te doen". De snier,
die op de vroege vrijdagochtend
in zijn bus was komen vaÜen, had
hij nog niet gelezen. „Zo", zegt hij
in zijn kamer, in het Academie
gebouw, als hij er de strekking van
verneemt. „Zo nu ja, ik ga
vanzelf weg hè. En die schilde
rijen hadden we voor de aanko
mende studenten echt niet weg
hoeven te halen. Maar bij de ouders
hebben we eenvoudig geen ver
keerde indruk willen wekken bij
hun allereerste entree in de uni
versiteit." En dan zegt hij vader
lijk over „die jongens": „Ach, ik
gun ze dit, hoor. Het is een spel
letje. Zoveel in de universiteit is
een spelletje."
„Ik zal wel oppassen
om als Rector-
Magnificus het LUB
niet te lezen"
Prof. dr. K. A. H. Hidding is
een echte Groninger van af
komst. Vandaar dat hij met eni
ge spijt zegt, dat hij in 1902 per
ongeluk in Rotterdam is gebo
ren. In Groningen bezocht hij
echter het gymnasium, maar
moest de Martini-toren de rug
toe keren om in Leiden Ooster
se talen te gaan studeren. „Dat
kon je alleen maar in Leiden
doen. Leiden is altijd centrum
van Oosterse talen geweest. Tij
dens mijn studie werd ik „ge
pakt" door de godsdienstgeschie
denis van niet-ehristelijke gods
diensten", aldus prof. Hidding.
Het werd een ijzeren greep,
waaruit hij zich kennelijk nooit
heeft willen bevrijden. Zijn rec
torale oratie, vanmiddag in de
Stadsgehoorzaal gehouden, ge
tuigt daarvan.
In deze oratie gedenkt prof. Hid-
ding de hoogleraar Kristensen,
die van 1901 tot zijn emeritaat in
1937 aan de Leidse universiteit
godsdienstgeschiedenis en fenome
nologie heeft gedoceerd. „Het aar
dige is, dat het deze zomer precies
100 jaar geleden is, dat Kristensen
in Noorwegen werd geboren. Ik heb
daarom in mijn rede een stukje
eerbetoon voor hem ingevlochten.
Zijn ideeën zijn bijzonder belang
rijk en nog lang niet genoeg door
dacht. Het is zaak dat ze niet ver
geten worden. Kristensen was een
merkwaardig ouderwetse professor.
In die zin, dat hij zich zijn hele
leven lang met één onderwerp be
zig hield, nl. met de oud-Egyptische
godsdiensten. Tegenwoordig heb je
die typen niet meer."
Orof. Hidding is zo'n type in ieder
geval niet. Aanvankelijk zag
hij zijn toekomst zeker niet als
hoogleraar in de geschiedenis van
de godsdiensten in het algemeen
en de fenomenologie van de gods
dienst aan de Leidse universiteit.
Na zijn promotie in 1929 werd hij
uitgezonden als taaiambtenaar naar
Indonesië. Hij werd daar directeur
van de gouvernementsuitgeverij
„Volkslectuur", die een goede en
goedkope verspreiding van litera
tuur in de Indonesische taal be-
Dat is toch wel een van de wer
kelijk goede dingen geweest, die
we voor onze vroegere koloniën
gedaan hebben. De moderne In
donesische literatuur hebben we
daar laten ontstaan. Het was
heerlijk werk. In 1942 maakte de
oorlog er een eind .aan. We zijn
de kampen ingegaan en sommi
gen zijn er ook weer uit geko
men. In 1948 kreeg ik het aan
bod om prof. Kraemer op te vol
gen in Leiden. Het was niet
makkelijk om zo'n dynamisch
bedrijf als een uitgeverij mid
den in je leven de rug toe te
keren, maar ik had een vrij
groot gezin en de toekomst was
onzeker. Ik ben erg blij dat ik
hier zit, nu. Dit is totaal ander
werk. Hier heb ik gelegenheid
gekregen, me in de wetenschap
te verdiepen."
l_|oe ziet prof. Hidding de
functie van rector mag
nificus?
„Als lid van de theologische facul
teit ben ik vier jaar secretaris en
vier jaar decaan geweest. Het Se-
natus Praesidium bestaat groten
deels uit decanen. De Senaat is een
dermate groot lichaam geworden,
dat we met zijn allen niet eens
meer in de beschikbare kamers
hier kunnen. Ik heb dus als Rector
Magnificus al een paar jaar meege
stuurd. Maar de lopende zaken
moeten continu worden behartigd.
Men moet de grote lijnen blijven
zien. Een jaar rectoraat is daar
voor te kort. Vandaar dat we blij
zijn met de nieuwe bestuursvorm
van een pro-rector, die vijf jaar
aanblijft. Er wordt hier binnenkort
ook een commissie geïnstalleerd, die
zich met de onderwijsresearch gaat
bemoeien. Ze gaan met behulp van
een computer de gegevens van stu
denten verzamelen. We willen we
ten wat er hier met ze gebeurd,
waar de knelpunten zitten. De com
missie gaat zich ook beraden over
nieuwe vormen van doceren en
examineren. We zitten in 'n over
gangsstadium. Er moet eenheid van
leiding zijn. De voortgaande de
mocratisering van de universiteit
vraagt ook meer eenheid tussen de
verschillende verticale lagen: stu
denten, wetenschappelijke staf, lec
toren en hoogleraren."
Pr zijn mensen, die de univer-
siteit een bron van verspil
ling noemen, die zeggen dat te
veel instanties bevoegd zijn tot
beslissen en dat hoogleraren 'n
willekeurig aantal assistenten
kunnen nemen als statussymbool.
Wat vindt u daarvan?
„Ons personeel mogen we jaarlijks
uitbreiden met zeventig man. En
daar valt de jongste bediende ook
onder. Er worden hier hele begro
tingsvergaderingen gehouden of die
en die kop wel noodzakelijk is.
Er wordt in ieder bedrijf wel meer
voor de status gedaan dan nodig is,
maar op het ogenblik kunnen we
ons weinig permitteren. Iedere aan
stelling wordt nauwkeurig over
wogen en dan verdelen we onze
armoede maar onder elkaar.
We waren als Leidse universiteit
het verst vooruit en daaraan dan
ken we, dat we door de overheid
zo beknót' worden.' Onze' voörüit-
strevendheid in vroege jaren wordt
gestraft. Dat een hoogleraar maar
assistenten kan aanstellen is be
slist onwaar. Aanstellingen worden
hiërarchisch beslist. De Curatoren
hebben de moeilijke taak om de
aantallen vast te stellen. Het kost
heel wat inspanning om de billijk
heid in een onbillijke situatie te
betrachten. Er zijn zulke schokken
de ontwikkelingen nu. Toen ik stu
deerde waren er 2090 studenten.
Nu zijn dat er bijna 10.000. Onze
bouwplannen lopen tot 1980. Er
moet veel geld beschikbaar zijn
voor het onderwijs, wil je geen
onderontwikkeld land worden."
Lloe staat u tegenover een
vroegere pensionering van
hoogleraren?
Prof. Hidding, zelf dicht bij de pen
sioengerechtigde leeftijd, zegt: „Ik
schei er op mijn 65ste niet mee uit.
Maar je kunt als hoogleraar je pen
sioen krijgen op die leeftijd. Als je
gezond en geestelijk fris bent, is er
niets op tegen dat je tot je 70ste
jaar hoogleraar blijft. Je moet het
zelf weten. Ik kan tientallen geval
len noemen, die op hun 70ste jaar
een groot verlies waren. Ik geef
toe, het is ook wel eens andersom.
Je moet de soepelheid' van geest
hebben om zelf te kunnen beslis
sen. Het moet aan de man zelf wor
den overgelaten, vind ik.
Ja, dat is wel gevaarlijk, maar er
is een tendentie om het individu in
de universiteit meer in het team
verband te plaatsen. Je bespeurt die
tendentie niet alleen, je begrijpt ook
dat die gestimuleerd moet worden.
Als universiteit willen we geen mo
nument zijn, maar ook geen be
drijf. We willen wel modern func
tioneren met speelruimte en vrij
heid."
„We leven in een sterk ver
anderende universitaire ge
meenschap. De traditie, die
hier in Leiden zo sterk is,
moeten we niet zo maar weg
gooien. Er is hier een levende
spanning tussen traditie en
vernieuwing in het kader van
het levend maken van de
universiteit, waarbij iedereen
zoveel mogelijk betrokken
wordt".
H. C.-v. B.
ARTISTIEK CONCERT VAN
VOORSCHOTENS VOCAAL ENSEMBLE
IN DE VOLLEDIG bezette Grote
Kerk te Voorschoten heeft Ank
Reinders ons diep ontroerd door haar
interpretatie van „Miroir de Peine"
van Hendrik Andriessen. Dit fijnzin-
zinnige werk op teksten van Henri
Ghéon, uitbeeldende het lijden van
Jezus, heeft Ank Reinders met haar
gehele ziel voorgedragen. Heel de dra
matiek en de angst, alsmede de smart
van de Moeder, onderging ze, als het
ware, zelf. Zij behoort onder de
zangeressen tot de weinigen, die daar
toe in staat zijn.
Deze grote belevenis werd geflan
keerd door twee koorwerken, die wer
den uitgevoerd door Voorschoten» vo
caal ensemble, onder leiding van de
dirigent Louis van Wijngaarden. De
tijd voor de pauze werd geheel gewijd
aan het Requiem in C moll van L.
Cherubini (1760-1842). Er moet hard
gestudeerd zijn door het koor, om dit
werk met de vele contrapuntische
koren zó goed uit te voeren. Wel
moesten we enkele vlekjes constateren
bij inzetten en samenspel met orkest.
Overigens hebben we niets dan lof
voor dit Zuid-Hollands Orkest, dat op
zo'n sublieme wijze ook „Miroir de
Peine" begeleidde. Mogelijk dat bij
een minder zware directie het werk
nog meer uitdrukking had kunnen
krijgen.
LIET TWEEDE koorwerk betrof een
1 compositie van Antonio Caldara,
de Venetiaanse componist, namelijk
Laetatus sum (Psalm 122). Dit was
een prettig werk om te horen en te
zingen. De tempi door Louis v. Wijn
gaarden genomen, waren alleszins te
verdedigen. Daardoor klonk het werk
fris en verheugd. Dit opus vraagt twee
solisten. Deze taken werden vervuld
door Ank Reinders en de alt Rijkje
Wolleswinkel. De alt heeft een prach
tige warme stem, vooral in het mid-
denregister. In het lage register zakt
haar stem wat weg. Maar zij past zich
uitstekend aan in de duetten bij de
sopraan Ank Reinders. Jan Jiskoot
was naast het orkest een betrouwbare
clavecinist.
Voorschotens vocaal ensemble kan
terugzien op een uitstekende uit-
voerinfr THEO TEN HOOVEN.
VOORSCHOTEN
Em. pastoor J. A. Voorham van Zoe-
termeer en woonachtig te Voorschoten,
die zaterdagmiddag wegens een val naar
het Academisch Ziekenhuis werd ver
voerd, is weer thuis. Na behandeling van
zijn wonden aan neus en ogen was het
medisch verantwoord hem huiswaarts
te laten keren.
WINKELSTAND
Donderdag wordt de slagerij van C. J.
Grundeken verplaatst van de Voorstraat
naar de Schoolstraat. Vorig jaar werden
de plannen door het architectenbureau
van Oerle, Schrama en Bos uit Leiden
uitgewerkt en begon de fa. Gebrs. H. G.
en J. Niersman met de bouw van het
nieuwe pand Schoolstraat 21. Beneden is
een grote verkoopruimte met daarboven
twee woningen naast elkaar. De voor
malige slagerij van de heer C. J. Grun
deken was gevestigd in het zgn. Baljuws
huis. dat behoort tot het complex van
het Ambachtshuis. Deze panden zijn
door de gemeente aangekocht, en zul
len in de toekomst worden gerestaureerd
en krijgen dan een nog nader te bepa
len bestemming. De huidige eigenaar is
een kleinzoon van wijlen de heer C. J.
Grundeken, gestorven in 1936, de oprich
ter van het bedrijf. In 1887 kwam ge
noemde C. J. Grundeken uit Den Haag
naar Voorschoten en vestigde zijn be
drijf op de Voorstraat- hoek Molenlaan.
In 1917 werd de slagerij verplaatst naar
Voorstraat 12. Toen de heer Grundeken
in 1887 naar Voorschoten kwam was
hij de enige slager in het dorp. In 1930
droeg de heer Grundeken de zaak over
aan zijn zoon, ook C. J. Grundeken ge
heten, die de zaak verder beheerde tot
zijn dood in november 1962. Tegelijk
met hel in gebruik nemen van de nieuwe
slagerij op de Schoolstraat kan dus het
80-jarig jubileum van dit familiebedrijf
worden gevierd. Burgemeester L. De
Kool zal het nieuwe bedrijfspand op de
Schoolstraat van dit echt Voorschotense
bedrijf a.s. donderdagmiddag om 4 uur
openen.
ZWO-SUBSIDIE VOOR UITGAVEN
VAN BIBLIOTHECA INDONESICA
De Nederlandse organisatie voor
zuiver-wetenschappelijk onderzoek
heeft het koninklijk instituut voor
taal-, land- en volkenkunde te Leiden
een subsidie verleend voor de voor
bereiding van een serie uitgaven van
teksten in Indonesische talen. Deze
teksten zullen verschijnen in 'n nieu
we, door genoemd instituut uit te ge
ven serie, welke de naam van „Biblio-
theca Indonesica" draagt. Voor deze
Bibliotheca Indonesica is 'n aparte re
dactiecommissie in het leven geroe
pen. Hoofdredacteur is prof. dr. A.
Teeuw, die momenteel voorzitter van
het koninklijk instituut voor taal-,
land- en volkenkunde is en als hoog-
VOORSCHOTEN
KONS JANSEN KOMT NAAR
VOORSCHOTEN
Fons Jansen met zijn oecumenisch ca
baret "Hoe meer zielen" komt op uitno
diging van 'het Nut op dinsdag 16 fe
bruari naar Voorschoten. Deze avond is
ook toegankelijk voor niet-leden, zolang
er plaatsen beschikbaar zijn. Op dins
dagavond 14 febr. kan men zich om
plaatsen vervoegen aan het Cultureel
Centrum van 19.00 tot 20.00 uur of be
spreken per telefoon van half acht tot
acht uur op tel. 4372.
TOONSCHAAL '67
De jaarlijkse "Toonschaal" wordt
gehouden van 12 tot en met 17-april a.s.
in het Cultureel Centrum. Het thema
van deze tentoonstelling is de ruimte
vaart. Medewerking verlenen de Estec,
Philips Telecommunicatie Industrie en
het Instituut voor Nijverheid en tech
niek.
leraar aan de rijksuniversiteit in Lei
den de „Bahasa Indonesia" (het uit
het Maleis voortgekomen Indonesisch,
dat thans de officiële nationale taal
van dit land is) doceert, alsmede de
Maleise taal en letterkunde. De an
dere redactieleden zijn dr. J. Noodyn,
algemeen-secretaris van het Konink
lijk instituut voor taal-, land- en vol
kenkunde, prof. dr. G. W. J. Drewes,
prof. dr. P. J. Zoetmulder, hoogleraar
in Djokjakarta, die met lang verlof ir
Nederland vertoeft, en dr. R. Rooi-
Met de uitgave van de Bibliotheca
Indonesica hoopt het Koninklijk insti-
tuur voor taal-, land- en volkenkunde
zo een nieuwe belangrijke bijdrage te
leveren tot internationalisering va
Indonesische studies en tot bredere
bekendheid van de in menig opzicht
zeer belangrijke literatuur van Indo-
Bestuur St. Cunera-
stichting te Leiden
De bisschop van Rotterdam heeft tot
lid van het bestuur van de St. Cune-
ra-stichting benoemd ir. H. A. Meyer,
Lorentzkade 23.
Het bestuur van de stichting is thans
als volgt samengesteld: J. Lijten,
zitter; mr. G. W. M. Gründemann,
voorzitter; ir. H. A. Meyer, secretaris;
G. W. M. Smits, penningmeester; Th.
A. J. de Wit, onderwijszaken.
De St. Cunera-stichting bestuurt de
inrichtingen St. Lidwina-huis en Beu
kershof en voorts scholen voor kleu
ters, lager onderwijs, u.l.o. en b.l.o. te
Leiden.
TONEELGROEP IMPERIUM ZIET DROOM
VERWERKELIJKT IN VOORMALIG VAN WIJKCOMPLEX
IN OKTOBER EERSTE VOORSTELLING
^o'n klein theatertje. Zo'n piepklein theatertjezong Paul
(Pepijn) van Vliet twee jaar geleden op een cabaret-concours
en gaf in het verdere verloop van het liedje te kennen, dat hij toch
o zo graag een eigen theatertje zou willen hebben. De Haagse meester
cabaretier heeft zijn theatertje gekregen. De Leidse toneelgroep
Imperium heeft haar wensen niet zo luidkeels uitgedragen, maar
ziet nu binnenkort toch de wens een eigen theatertje te bezitten in
vervulling gaan. De Leidse raad heeft immers maandag jL besloten
een bedrag van 21.000,uit te trekken om op de derde verdieping
van het voormalige Van Wijk-complex aan de Vestestraat te helpen
bij het inrichten van een „Micro-theater" zoals Leidens nieuwste
centrum voor (amateur) toneelkunst voorlopig zal gaan heten.
banken. „We krijgen met oktober een
eigen theater. Stel je eens voor. Een
eigen ruimte, waar je theater kunt
spelen. We hebben eerdaags niets meer
te maken met die dure Schouwburg
of Stadsgehoorzaal, maar kunnen spe
len in een eigen theater. Waar het
publiek veel nauwer bij het stuk be
trokken wordt. De door ons opgevoer
de experimentele stukken van Frey,
Beckett en Ionesco zullen o.i. aan
waarde gaan winnen door het contact
met het publiek".
De leider van de Leidse toneelgroep
Imperium, die het initiatief tot op
richting van een klein theater heeft
genomen gaat er eens recht voor
„Toen 10 jaar geleden onze groep
werd opgericht, durfden we daar
natuurlijk in de verste verte niet
aan te deken. De oprichters waren
leden van een jubilerende gere
formeerde jongelingen vereniging,
die bij het opvoeren van het jubi
leumstuk zoveel plezier in het to
neelspelen kregen, datzij er mee
zijn doorgegaan. Dat selectieve „ge
reformeerd" is af. We zijn nu in
terkerkelijk, kun je wel zeggen.
Elk jaar voeren we een paar stukken
op, zoals wat bijna traditioneel wordt:
het Kerstspel van Nijhoff. Telkens
weer echter zaten we met de repetitie
ruimte en de financiën. Daarom rijpte
bij ons drie jaar geleden het plan een
eigen theatertje te beginnen. We von
den het voorbeeld in Delft. Daar werd
toen in die tijd het Flitstheater opge
richt, waarin de amateur-toneelgroep
aldaar serievoorstellingen gaf en na
tuurlijk nog geeft. Want het is eerf
succes geworden. We klopten bij de
gemeente aan, maar die heeft het ook
niet voor het opscheppen en daarom
gingen we maar sparen en proberen
bij allerlei instanties en bedrijven
geld los te peuteren. Daarbij zochten
we natuurlijk ook naar een geschikte
plaats, waar ons a.s. theatertje onder
gebracht zou kunnen worden.
Zelfwerkzaamheid
Dij het vrijkomen van het Van Wijk-
complex kregen we onze kans. Bij
de gemeente had onze zelfwerkzaam
heid en ijveren voor het theater blijk
baar toch wel aangeslagen, want zij
steunde ons verzoek om subsidie. Nu
het er bij de raad door is, kunnen we
gaan beginnen. De tekeningen zijn al
gemaakt door architect Herms van de
Berg, die geheel belangeloos aan ons
project meewerkt.
Kosten j
r\e totale kosten zullen een kleine
tachtig duizend gulden bedragen.
Van de gemeente krijgen we dus
16.000,en daarmee bekostigen we
de verwarming, sanitair, licht en dak
reparatie. Van onszelf hebben we in
de loop van de tijd 17.000,bij el
kaar gekregen en door zelfwerkzaam
heid kunnen we nog eens 16.000,
uitsparen. Met die zelfwerkzaamheid
bedoelen we dus, dat we zelf gaan
timmeren, metselen, verven. Uit gif
ten en kortingen zullen we nog
21.000,krijgen, om tenslotte met
een tekort van 10.000,te blijven
zitten.
En daarvoor krijgen we een rente
loze lening. Deze lening moet binnen
10 jaar terugbetaald worden. We zijn
dan ook druk doende om 100 donateurs
a 10,per jaar te werven".
Lachend houdt Bert Dronkert ons een
intekenvel voor. „Het gironummer is
5555487. Hoe meer donateurs, hoe
betei".
Inrichting
rNe komende maanden zullen we
bij wijze van spreken meer
de hamer in de hand hebben, dan
de tekst van een of ander toneel
stuk. Is ons theatertje met een
oppervlakte van 300 m2 klaar, dan
zal het plaats bieden aan 96 per
sonen. Bij veel belangstelling kan
dat opgevoerd worden tot 130. We
trekken er dan namelijk de plaat
sen in de foyer bij.
De exploitatie wordt helemaal in onze
handen gegeven. Dat wil niet zeggen,
dat andere amateurgroepen aangeslo
ten bij de NATU niet in ons theatertje
kunnen komen spelen. Dat heeft de
gemeente trouwens als voorwaarde
gesteld. Om de zaak goed te exploite
ren hebben we dé huur van die an
dere verenigingen ook hard nodig. De
drie commissies in onze vereniging, de
exploitatie, de technische en de artis
tieke, gaan om de zoveel tijd wisselen
om ieder lid de gelegenheid te geven
op de planken te komen.
O ja, het podium. Dat is uniek in
Nederland. Nergens heeft men een
podium van 11.80 m bij 7.20 m, dat
geheel uit losse stukken of kooien be
staat. Zodoende kunnen we in de toe
komst ook in een hoek van het theater
of „en ronde" gaan spelen.
Als niets tegenwerkt, dan moet het
allemaal in oktober gereed zijn. In
oktober zal Leiden een MICRO
THEATER bezitten. Aan ons zal het
niet liggen'.
Het Micro-theater dat in oktober
gereed moet komen in het voor
malige Van Wijkcomplex.
PAUZE
DE LEGE LAMP
De werksters hadden zoëven he
kerkgebouw met bezems en e:
gedweild en gepoetst. Het verademd
toen zij zich hadden teruggetrokke
In hun niet te stuiten ijver hadden
dames ook de godslamp „een goed!
beurt" gegeven. Een toevallige kerk
bezoeker zag de lege lamp en vroe
zich af: Is het H. Sacrament aanw
zig. ja dan neen. Je kunt desgewen
midden op de hei knielen en bidde
maar er is iets raars in te kniel»
voor een ontzield tabernakel of b
iemand op bezoek te gaan en niet
weten of hij er wel is. De kerkbezoe
ker zei bij zichzelf: „Hij is er, In
dan ook, voor mij". De werksters kw
men de sak.ristie uit en maakten e»
kniebuiging. Daarmede was de twijf»
opgeheven en de verzekering gegever
„Hij is er, hoe dan ook, vooi
Er is volstrekt geen verschil tusse
die twee zinnetjes, maar de beteken
ervan verschilt hemelsbreed. Vandaé
de vertrouwelijke godslamp, die ee
bied betuigt om eerbied te wekken
de binnenkomer.
PUNT
Halt! Eerst die vuile schoenen
Burgerlijke stand
Geboren: Ronnie z.v. T. v. As en K
de Graaf; Shireen Christina Magdale-
na d.v. W. C. Mark en G. Paschier
Michel Robert z.v. R. Benjamins en J
A. Boomstra; René z.v. A. G. Leeflan-
en A. G. v. Leeuwen; Jacob z
Philippo en K. J. Kikkert; Gerardu
Wilhelmus Cornelis Johannes z.v. P
C. Warmerdam en W. M. Geerlings
Jacobus Bernardus Franciscus z
H. P. v. Werkhoven en C. A. T. Steen
voorden; Arris Floris Willem z
Oliemans en L. A. Zwanenburg;_ Ri
chard Hendrik Coenraad z.v. 7
Hemker en C. Boer; Marcus z
Visser en M. C. v. d. Berg; Pieter Bas
tiaan z.v. B. P. v. Duijn en G. W. J.
Duijvenvoorde; Sven Fredrik z.v. H
S. Hanell en M. B. Ander; Jeroen Ber
nardus Maria z.v. H. M. v. d. Berg
E. J. M. T. Nederveen; Yvonne Theo
dora Gerarda Helena d.v. A. B.
Meer en T. M. Zandvliet.
Gehuwd: F. R. H. v. Efferink en M
Heemskerk. irrt»|ji n<i»
Overleden: J". Florisson 71 j w.v
J.„v. Bent?iXLji,hvh3,, Tftgals 60 j.
J. v. d. Nat 70 j„ m.; P. Simonis 7
m.; S. M. Slijkhuis 87 j., w.v. G. Har
land; E. C. Roman 91 j., w.v. J.
Klandermans; P. Stek 54 j., m.; A. J
Marks 49 j„ e.v. J. Scheffers; H. Nieu
wenburg 85 j., m.; J. Bavelaar 82 j.
m.; C. Dubbelaar 65 j., m.; C. M.
Rooijen 61 j., m.; J. Schilp 74 j., rr
H. J. Sloos 43 j., m.
knappe vertolking
van Strauss' Heldenleben
Zander Willem van Otterloo gaf gis-
teravor.d hel Residentie-orkest als
eerste nummer van het abonnements
concert eer. uitvoering van Strawins-
ky's Monumentum 1960 pro Gesualdo,
sen werk dat, naar we menen, al eer
der door dit orkest ten gehore is ge
bracht. Eigenlijk kan van een „werk"
nauwelijks worden gesproken, omdat
de componist niet meer deed dan drie
madrigalen van de merkwaardige, ex-
perimentale laat-renaissancistische
meester Gesualdo in een min of meer
modern orkestraal costuum te steken.
Ook Maderna heeft zich op dit ter
rein bewogen onlangs schreven we
over zijn bewerking van Josquins Mag
nificat en in al die gevallen menen
w« t« moeten twijfelen aan de zin van
dit procédé. Zeker, het resultaat klinkt
bij Strawinsky niet slecht, de segmen
ten zijn zeer vernuftig, elk afzonder
lijk in een bepaalde klankkleur gesto
ken en Gesualdo's muziek is boeiend
genoeg. Ook is er geen reden tot
ontwaardiging, want in Gesualdo's tijd
sprong men vrij om met andermans
geestelijke eigendommen, trouwens
nog Bach volgde dit procédé op onge
geneerde wijze. Maar ondanks de uit
stekende uitvoering hadden we liever
een authentieke Strawinsky gehoord.
De bekende Chinese bas Yi-Kwei
Sze zong 10 „Biblische Lieder" van
Dvorak, deels door de componist en
deels door Zymanek georkestreerd.
De prachtige, warme en expressieve
voordracht van deze in Russische stijl
geschoolde opera-zanger verleenden
glans aan deze mooie, doch wat wei
nig contrasterende liederen. Een en
kele maal werd Sze door het orkest
enigermate overstemd. Op allen maak
te deze uitvoering grote indruk.
Tenslotte kreeg Van Otterloo zijn
kans in Strauss' Heldenleben, 'n soort
voorstudie op de Sinfonia Domestica
en bijna even breedsprakig als deze.
Men moet wel een fervente Strauss-
minnaar zijn om de lotgevallen van de
held voortdurend met belangstelling
te volgen, ook al omdat door de grote
afmetingen van het werk het gewel
dige pathos al spoedig retorisch en
overdreven aandoet.
Van Otterloo dirigeerde het stuk
zeer knap en trok profijt van alle.
meestal geniale, vondsten op orkestraal
gebied die deze partituur behelst. Toch
mist hij enigermate de overtuigings
kracht, en persoonlijke affiniteit voor
deze muziek, om dit alles helemaal
aannemelijk te maken.
In de laatste delen verminderde de
spanning, al bleef het niveau gehand
haafd. Willem Noske speelde zijn viool
solo bijzonder knap.