FLORENCE VECHT
TEGEN SCHIMMEL
Voor behoud van kunstwerken
t\
19 S
lilt'
MSmi
PAGINA 6
DE LEIDSE COURANT
DINSDAG 7 FEBRUARI 1967
LINKS: Het Piazza Mentana leek
vuilnisbelt. De resten ran een auto
voet van een standbeeld.
RECHTSHet z
ONDER LINKS: In het Romeinse pauselijke
instituut voor wetenschappelijke restauratie van
het boek buigen deskundigen zich over de
RECHTS ONDER: Het straatbeeld van
rence na de ramp: een dikke modderbrt
wegdek en gevels.
Weggooien
vaak enige
oplossing
FLORENCE (AP) Terwijl de be
volking van Florence de weg terug
vindt naar een normaal leven, wordt
er een unieke en verbijsterende
strijd geleverd in allerlei vreemde
hoeken van de stad in museum
kelders, in de kille zalen van een oud
fort, in een tuinschuur en in de ketel
kamer van een centrale. De strijd
wordt gevoerd om schilderijen, beeld
houwwerken en boeken te redden die
in de overstroming van 4 november
beschadigd zijn.
Een van de grootste vijanden van de
deskundigen en hun vrijwillige helpers uit vele
landen is de schimmel, die vochtige schilderijen
aantast en hardnekkig weigert te sterven. De
vrees bestaat, dat de schimmel immuun wordt
voor de verdelgende middelen, die gebruikt
worden om hem van de kostbare meesterwerken
te verwijderen.
Het grootste deel van de stad lijkt niet te weten
hoe wanhopig en ingewikkeld het gevecht is
of hoe lang het zal duren. De specialisten en
hun helpers werken in omstandigheden, die
alleronaangenaamst en soms fysiek gevaarlijk
zijn. Wil men voltooien wat er gedaan kan
worden dan hoort men de tijdsduur te schatten
op twintig tot dertig jaar.
Het heldengevecht begon al dadelijk bij het
begin, toen het water van de Arno zich
terugtrok. Wekenlang stonden studenten,
toeristen en soldaten tot hun middel in de
vuiligheid met gasmaskers gewapend tegen de
vergiftigde stank om schilderijen en boeken,
die in de kelders van museums en bibliotheken
overstroomd waren, te redden. Voor elke soort
kunst waren de bergingsproblemen anders.
Maai* voor alle soorten waren zij moeilijk.
Onbetaalbare panelen zwollen op als sponzen.
Doorweekte doeken werden slap. Zwarte
stookolie, die door het water was aangevoerd,
drong diep in het steen van standbeelden. En
naar schatting twee miljoen boeken, vele met
kostbare met de hand gemaakte banden,
waren doorweekt tot pulp. Fresco's waren
bevlekt en de muren waarop zij zich bevonden
waren verzadigd'van het water
het Amerikaanse comité voor de redding van
Italiaanse kunst, zei: ..De beelden zagen er
glinsterend wit uit. Zij leken op marsepein."
Bij verdere behandeling werd het wit wat
minder wit, maar het kan jaren duren voordat
vele beelden de glans verliezen,, die hun het
aanschijn geven van verse gipsbeelden.
Douane
douanebepalingen. Zendingen absorberend
papier en droogapparaten werden in de sleur
van de bureaucratie in de douaneloodsen
opggeslagen, terwijl de specialisten er
tevergeefs om smeekten.
Ook in het buitenland heerste verwarring.
Orders werden in Engeland geplaatst voor
draagbare droogapparaten, maar in plaats
daarvan kwamen er air conditioners. De
gretigheid van de internationale kunstwereld
om te helpen, veroorzaakte ook verwarring.
Uiterst bekwame restaurateurs ijlden uit heel
Italië en andere landen naar Florence om daar
meestal te constateren, dat het een verloren
reis was geweest. Ze waren te vroeg gekomen.
Eerst moesten de beschadigde werken
maandenlang drogen voordat de eigenlijke
restauratie kon beginnen.
Een uitzondering was Lawrence Majewski.
hoofdconservator aan 't New-Yorkse instituut
voor schone kunsten. Hoofddirecteur van de
Florentijnse musea, dr. Ugo Procacci, kreeg
het advies hem te vragen. In kunstkringen
wordt Majewski met ontzag behandeld als de
expert onder de experts. Hij kwam elf dagen
na de overstroming, stelde snel een onderzoek
in en zette een eerste hulpprogramma op met
de materialen, die beschikbaar waren. Hij
redde de zestiende-eeuwse beschilderde leren
schilden in 't Bargellomuseum na de apotheken
leeggeplunderd te hebben van lanoline en
benzineoplossingen. Met deze mengsels wreef
hij het oude doorweekte leer in. Het was de
beste eerste hulp die mogelijk was. Schilderijen
werden gewreven met absorberend papier met
een harsoplossing om te voorkomen, dat de
verf los jiet. Daarna werden de schilderijen
op stoelen gelegd om de lucht er vrij omheen
te laten stromen.
Vervolgens werd twee weken lang, dag en
'nacht, gewerkt om een enorme honderd meter
lange tuinloods achter het Pittipaleis te
verbouwen tot een verzegeld „hospitaal",
uitgerust met heteluchtapparaten. Het
moeilijke probleem was het tempo van het"
drogen in de hand te houden, omdat het oude
hout, de kalklaag voor het schilderij en de
mastiek of lijm die gebruikt waren om de
kalklaag vast te maken aan het hout, alle bij
verschillende temperaturen uitzetten. Daarom
zóu het maar-raak-drogen een hoop gekleurde
afval van de meesterwerken gemaakt hebben.
Vijf vrachtwagens van het Amerikaanse leger,
geleend van de N.A.V.O.-basis in Vicenza, ten
noorden van Florence, zijn drie dagen bezig
geweest om de driehonderd panelen van de
verschillende musea en kerken naar het
hospitaal te vervoeren. Elk schilderij werd er
bespoten met een antischimmelgas, dan op
rekken geplaatst en met plastic bedekt en
haast elk werk werden thermometers gehan
gen.
De bekendste patiënt is de door Cimabue
geschilderde kruisiging. Maar dit enorme
werk, dat bijna 675 kilo weegt, zal nooit
hersteld kunnen worden. Tachtig procent
van de verf is weggespoeld.
Ongezond
Het werk in het hospitaal is onaangenaam en
ongezond. In het begin werd de vochtigheids
graad zo hoog gehouden, dat de werkers ziek
werden. Maar zij klaagden niet. Voor hen is
de grootste nachtmerrie de schimmel. Elke dag
wordt elk schilderstuk van voren en van ach
teren met een of ander verdelgingsmiddel ge
wassen. Maar elke ochtend is de schimmel er
weer. Restaurateur Massimo Seroni
situatie wanhopig. Er zijn wel 30 d 40 soorten
schimmel te bestrijden en gevreesd moet r
den dat zij immuun worden voor de dagelijkse
doses verdelgingsmiddelen en aan sterkte
Schimmel is ook de schrik van het handjevol
boekdeskundigen dat door het Britse mi
in Londen naar Florence is gestuurd c
boeken van de nationale bibliotheek te redden
De leider is de 70-jarige Roger Powell, de
knapste beoefenaar ter wereld van w:
zelf noemt „het uitstervende vak van het bin
den met de hand".
Hij schat dat er twee miljoen boeken bescha
digd zijn. Van de meeste zijn de banden
altijd geruïneerd. En heel wat boeken zullen
nooit in de bibliotheken terugkeren omdat de
bladzijden onlosmakelijk aan elkaar vast zit
ten. Het enige wat men hiermee kan doen i
1 Toiletpapier
.-ï
Temidden van de algemene ellende in de stad
ontstond er een vreselijke periode van
verwarring en gebrek, waardoor de
bergingsoperaties werden verlamd. Werkers,
die probeerden te verhinderen, dat de verf
van doorweekte schilderstukken afschilferde,
kwamen Japans rijstpapier te kort. Noodkreten
om bevoorrading bereikten Japan, Engeland
en de Verenigde Staten. Intussen gebruikten
zij alles wat zij maar te pakken -konden krijgen,
o.a. toiletpapier. Zendingen vloeipapier
uit het buitenland voor het drogen van de
boeken. Later werd ontdekt, dat dit papier
ni"*t met verdelgende middelen was behandeld
en terwijl de pagina's, waartussen het
vloeipapier werd gelegd, dr
tegelijk het slachtoffer van schimmel.
In deze gespannen sfeer waarin specialisten
laat was. werd er gere
en techniek. Voor het schoonmaken van de door
olie aangetaste standbeelden leek elke specialist
zijn eigen oplossing te hebben. Vele middelen
werden geprobeerd, waaronder sommige met ge
heime formules die ln allerijl per vliegtuig uil
Engeland en Duitsland werden aangevoerd. De
samenstellingen van deze formules zijn niet be
kendgemaakt. maar zij zouden lijken op die van
de oplossingen, die gebruikt worden om petro
leum op te slorpen, welke op badstranden is
aangespoeld
De deskundigen waren stom van verbazing,
toen na een eerste wasbeurt met deze middelen
sommige eeuwenoude standbeelden als nieuw
te voorschijn kwamen. Prof. John Gilmore, het
hoofd van het Harvardcentrum voor
renaissancestudie in Florence en directeur van
/.-■ "T*
m mm
ïv- 'j'- V
Drogen en spoelen
Het was de eerste taak de boeken droog t
krijgen en dit was gebeurd voor Powell er wa:
Met Amerikaanse militaire vrachtwagens
werden de boeken naar droogschuren voi
bak in Toscane gebracht en naar bakovens
voor aardewerk.
Powell vestigde zijn hoofdkwartier in de ei
maar onaangenaam kille zalen van fort I
dere. een oud bohverk van De Medici dat uit
kijkt over de stad. Hier werkt hü 12 uur p
dag met een paar assistenten, kijkt boek i
boek na, geeft aan welke onmiddellijk moeten
worden behandeld, gooit de hopeloze gevallen
weg en legt boeken die kunnen wachten opzij
In een andere kamer snijden zijn wouw-
studenten de doornatte banden weg en delen
daarna heel voorzichtig de boeken in stukkei
ter voorbereiding van het spoelen.
Aan de andere kamt van de Arno, houdt Dorothy
Cumpstey die in Wales boekbinden onderrich'
toezicht op een prim.tieve was- en droogbehan-
drling tuséen de ketels en de hete pijpen va
centrale voor het spoorwegstation. Dit was r
overstroming de enige plaats met warm stro
mend water. Hier zitten, terwijl technici oi
heen lopen om meters en peilglazen te contro
leren. meer dan 50 vrijwilligers, hoofdzakelijk
Amerikaans? en Engelse studenten, m eei
stikkende hitte onder kale elektrische lampjes
en halen voorzichtig de boekon bladzij
bladzij door lauw water dat door geïmproviseer
de troggen loopt Daarna worden die pagina's op
drooglijnen gehangen, zoals een huisvrouw de
was ophangt, vervolgens gebonden in bruine
manilla waarin ze wachten op behandeling ki
een speciaal gebouwde vacuümkamer, die ge
vuld is met giftig antischimmelglas. Als dit is
gebeurd, kunnen ze naar de binderij. Tot nu is
er nog niets gebonden.
Er zijn, aldus Powell, nog zo weinig hand
boekbinders in de wereld, dat het waar
schijnlijk 30 jaar kan duren voor men
klaar is.