GASTVRIJ ONTHAAL BIJ DRAMANE,
ZOON VAN OERWOUDKONING GWON
Smokkelen als „eerzaam" beroep
DB LEUDSE COURANT
(Van een oneer verslagg'&versT
ABIDJAN In het noorden van de republiek Ivoorkust ligt, 700
km verwijderd van de Atlantische Oceaan, Korhogo, de hoofd
stad van Dramane, de hoofdman van de beroemde Senoufo-
stam. Als koningszoon is hij ook lid van de nationale vergadering
in Abidjan, de landelijke hoofdstad. Zijn vader heeft een legen
darische bekendheid, waarvan de zoon profiteert. Het was ont
roerend te zien hoe eerbiedig de oude mensen aan de rand van
de weg bij ons bezoek aan de rijstvelden zijn wijde mo
hammedaanse mantel aanraakten. Zijn vader, Gbon Coulibaly,
was de laatste koning van Senoufo. Hij is als vredesstichter de
geschiedenis van zijn land ingegaan. „Hij regeerde reeds, voor
dat de Fransen kwamen", vertelt Dramane mij. Koning Gbon is
118 jaar oud geworden. Er heerste diepe droefheid toen hij in
1962 stierf, na een regeringsperiode van 80 jaar. Hij liet 50 zonen
en vele dochters na. Naar het getal van de laatsten en van zijn
vrouwen heb ik niet gevraagd. Zijn grafmonument, een uit kleine
zwart-witte stenen vervaardigde sarcofaag, ligt in de moskee,
waar de muezzin, de gebedsroeper vanaf de witte daktinnen zijn
schril gezang liet horen. Het opgewekte spel van de naakte kin
deren rondom het gebedshuis duldde echter geen onderbreking,
maar hier en daar zag men mannen neerknielen voor het gebed.
Korhogo heeft 25.000 Inwoners, die op de aan het oerwoud
ontworstelde plantages maïs, igname, maniok en katoen
oogsten. Geiten en varkens zijn hun vee. Een groep van
60 Formosa-Chinezen ls momenteel bezig om de leer
gierige Afrikanen het verbouwen van rijst bij te brengen.
De mensen, ook die uit de omliggende dorpen, die nog
uit ronde hutten zijn opgebouwd, zien er goed gevoed uit.
Een lach legt vlug het wit van hun tanden en hun kogel
ronde ogen bloot.
Ook de jonge vrouwen en meisjes zijn niet karig ihet hun
opgewektheid en hun schoonheid. Toen ik Dramane daar
over een compliment maakte schonk hij mij als aanden
ken twee meisjessculpturen uit zwart hout.
Rondom Korhogo wonen de houtbeeldhouwers van de
Ivoorkust. Hele gezinnen zijn bezig om dansmaskers en
standbeelden te snijden, die hun oorsprong in het reli
gieuze vinden. In vroegere tijden werden de maskers en
figuren vernietigd zodra zij „bedanst" waren, Nu brengen
ze bij verkoop aan de kust goede Afrikaanse francs op.
Portret in stof
De bewoners van de Ivoorkust zijn niet enkel verbazing
wekkende kunstenaars en kunstzinnige ambachtslieden,
niet alleen landbouwers en veefokkers. In de stad Bouake
bezichtigde ik Gonfreville, een textielfabriek, waarin
Afrikanen en Afrlkaansen zich zeer geschikte arbeids
krachten getoond hebben. Hun machines, evenals de
voorwerkers, komen uit Frankrijk. De stofdessins zijn
Afrikaans, brede dessins, die hun verwantschap met de
dansmaskers niet verhelen. Ongewoon zijn de damesstof-
fen, waarop levensgroot het goedige ronde gezicht van de
alom geliefde president Houphouet-Boigny glimlacht.
Heel ongewoon is het leven in zijn trekken, zodra dit
gesneden portret in beweging komt.
Gastvrijheid
Dramane, de koningszoon, was zo objectief mij niet enkel
de nieuwe straten met een-verdiepingswoningen te laten
zien, die gebouwd worden samen met ontwikkelingshelpers
uit Israel, Duitsland en Nederland en waarvoor men
overal in het land zeer erkentelijk is. We gingen ook
naar de dorpen uit het stenen tijdperk, die uit ronde,
met stro bedekte lemen hutten bestaan. Daarvoor was
een kampvuur, waarboven een goedgevulde zwartgeroeste
ketel hing. Hier had men eetlust genoeg en genoeg om
te eten. Het inwendige van de hutten is vrij donker. Men
kon daarbinnen meer ruiken dan zien. In de schemer
van een der hutten, waar een jonge vrouw honderd woor
den Franse omgangstaal kende, wilde men mij onvoor
waardelijk als gast houden. Er was veel vriendelijke over
reding nodig en de toezegging terug te komen, om te
ontsnappen aan de spontane gastvrijheid van de Senoufos.
In de buitenwijk Cocody van de hoofdstad Abidjan staat een vervallen en verlaten kerk.
zei, dat ik dat toch reeds lang a
kunnen opmerken. „Mijn kindere
Monique. Zo heten enkel christener
hij is. Zijn belde kinderen zijn nog geen twee jaar oud.
De auto is in Keulen gebouwd. Georges klaagt over de
accu. Moet ik hem vertellen dat de enige reden tot kla
gen hijzelf is? Hij laat urenlang de ontsteking aanstaan,
zonder de motor te starten. Welke accu houdt dat vol? Buiten het leven
Maar Georges is een „goede vent". Zijh verhouding tot
de techniek is nog te jong. De vliegtuigen van het vol
ledig door zwarten geregeerde Ivoorkust worden enkel
door blanken gevlogen en bediend. De zwarten moeten
nog tientallen jaren Inhalen.
heten Georgette
In de hoofdstad Abidjan heb ik twee moskeeën bezocht,
Georges zag dat niet graag. Ik vroeg, toen ik zijn mis
noegen bemerkte, of hii christen was Hij werd hoos en
Georges spreekt Frans met een rollende r. nog komischer
dan de Zuidfransen. Van de nauwelijks 13 pet christe
nen van de Ivoorkust zijn 9 pet katholiek en de anderen
meest methodistisch. Rondom de moskeeën is het steeds
een levendig bedrijf. Witgeklede boernoes- en tulband
mannen zitten, bidden, eten, liggen en handelen hier
tot diep in de nacht. De christelijke kerken liggen buiten
het leven en het bedrijf in Abidjan. Rondom deze kerken
is het nog stiller geworden, toen er aan de koloniale
heerschappij van de Fransen een einde kwam. Een aantal
blanke paters strijdt hier nog. Op een verloren post?
Ik sprak daarover met de aartsbisschop van Bouake. een
baardige, gespierde man. „Neen, wij zijn hier niet op een
verloren post". Maar de schaduw van de halve maan kan
ook hij niet voorbijzien. De islam is niet belast door de
verwantschap met koloniale heren. Vergeten is de gru
welijke jacht, die uitgerekend hier de muzelmannen ln
Noord-Afrika gehouden hebben om slaven te verhandelen.
Rondom Abidjan zijn nederzettingen van Afrikanen, wier
golfplatendaken geen afbreuk doen aan de oorspronke
lijkheid. In het dorp Cocody staat een vervallende kerk
met een mooi, aan Bretagne herinnerend kruisbeeld. Mid
den ln het van leven vervulde dorp trof ik de kerk vol
komen verlaten aan. Franse priesters werken hier. De
grond is hard en zanderig. Hier schijnt, ook religieus,
enkel tropenzaad te gedijen. 64 pet van de bewonere van
de Ivoorkust zijn anlmisten en zijn nog aanhangers van
hun temperamentvolle stamreligies en gaan, als zij zich
daarvan losmaken, eerder over tot de islam (24 pet), dan
dat zij voor het christendom worden gewonnen.
Niet ver van de hoofdstad zijn wijken, waar blanken
zeldzaam zijn, Hoe vreemd, bemerkte ik zelf, toen kleine
kinderen sschreeuwend de benen voor mij namen. Ik was
voor hen, wat in Europa op grote schaal de zwarte man
is, de boeman. Desondanks is ook op deze plaatsen de
Europese gewoonte maatgevend. Bij kleine meisjes worden
de haren getrimd, opdat het negerkroes verdwijnt. Staaf
jes, zo dik als een potlood, steken als spaken van het
hoofd af.
Als zij twintig jaar zijn, hebben vele moderne negerinnen
normaal gekapt haar. Maar niet alle kapsels zijn echt.
Heel voornamen dragen dure pruiken. Heel aardig zien
de beerbruine eruit, maar iets onnatuurlijk doen de
superblonde pruiken aan. Zij doen het gezicht zwarter
lijken dan het is. Desondanks was ik graag welwillende
toeschouwer van deze vrouwelijke experimenten. Wie de
ondergeschikte rol van de vrouw in vele Afrikaanse sta
ten gezien heeft, ziet aan de Ivoorkust reeds in de zorg
om de haardracht, dat de negerin op de weg van de
emancipatie is, die haar bevrijdt uit het duizenden Jaren
oude lot van 1 astendraagster.
KOEALA LOF.MPOER (AP) -
Iedereen die nabij de grens
tussen Maleisië en Thailand
woont en in de smokkelhandel
wil gaan, heeft niets anders no
dig dan een fiets, een stel man
den en wat verbeeldingskracht.
Het „beroep" en als zodanig
wordt het hier beschouwd, is
eerzaam en vele van de meest
welvarende lieden In dit gebied
zijn smokkelaars. Terwijl een
boer of een visser hard moet
ploeteren om zijn 60 (met
20 Amerikaanse gelijk staande)
dollars te verdienen, verdient
de smokkelaar, die naast zijn
deur een gemakkelijk leventje
leidt, van 200 (67 Amerikaanse)
tot 1.000 (334 Amerikaanse)
dollars pe>- maand
tische type van smokkelarij ln
goud, juwelen of atoomgehei
men. Zij beschouwen zichzelf
en worden door hun buren be
schouwd als achtenswaardige
lieden en werken elke dag van
's morgens acht tot 's middags
vier uur.
Tot de goederen, waar veel vraag
naar is, behoren damesonder
goed, opmaakartikelen, textiel,
schoenen, mannenkleding, zak
lantaarns. batterijen, speelgoed,
horloges, aardewerk, artikelen
van plastic en tal van andere
zaken, die op de talrijke mark
ten in de open lucht te Koeala
Loempoer gemakkelijk te krij
gen zijn. Deze zaken brengen,
naar Thailand gesmokkeld drie
of meer malen hun markt
waarde in Koeala Loempoer op.
De Thailanders van hun kant
betalen ln geld, eieren, gevogel-
ten, varkens en soms een tik
keltje opium
Een dae in het normale leven
van een „eerzame" Maleisische
smokkelaar ziet eruit als volgt:
Zes uur op, ontbijten en Allah
bidden om een voordelige dag.
Manden pakken en op de fiets
laden en weg langs een goed
verborgen, aan weinigen be
kend pad.
Een kilometer of drie door de
wildernis brengt hem op een
met zijn vertrouwde Thailandse
handelsvriend overeengekomen
plaats. Ze kibbelen een beetje
over de prijs maar dat doet
in dit deel van de wereld letter
lijk ledereen. De zaak wordt
evenwel vriendschappelijk be
klonken en zij scheiden, zoals
altijd, als vrienden. De terug
tocht over het pad door maag
delijke wouden is beangstigend
maar mooi en aan het einde
wacht, nog voor donker, de
huiselijke haard.
En onze smokkelaar bidt op
nieuw —nu om Allah te dan
ken voor een winstgevende dag,
De douane is eerlijk en werkt
als een paard om onze vriend
de smokkelaar en zijn collega's
te dwarsbomen, maar het aan
tal beambten is gering en --
zoals de Inspecteur der douane
te Koeala Loempoer opmerkte:
„Wij moeten een grenslijn van
meer dan 320 km bewaken"
Het komt niettemin voor. dat
een smokkelaar wordt gegrepen.
Hij betaalt dan welgemoed zijn
boete en bidt de volgende dag
wat vuriger.
Behalve deze grenssmokkelaars
zjjn er de grote jongens In de
stad. die auto's stelen, ze slopen
en ln gedeelten over de grens
smokkelen. Zij z(jn ook de lui
van de grote handel In ver
dovende middelen. ZIJ mogen
niet worden verward met onze
kleine smokkelaar, die niets
moet hebben van een reputatie
als groot misdadiger, nog afge
zien van al de moeite cn het
beraad, nodig voor operatics op
grote schaal. „Het Is tegen de
wet. wat ze doen" snoof een vnn
Een zakenman, net terug van
een reis naar de Thailandse
grens, vertelde de schrijver van
dit artikel: „Al de beste men
sen daar zijn smokkelaars. Dat
zijn ze Jaren en jaren geweest.
Zij beschouwen wat zij doen
niet als ln strijd met de wet
Zij wonen in aardige hulzen,
betalen maandelijkse bijdragen
tan de moskee en genieten de
achting van allen, die niet
Inmiddels echter schatten de
douane-autoriteiten het bedrag,
dat de schatkist ontgaat, op
bijna twee miljoen (667.000
Amerikaanse) dollars per Jaar
en blijven zij Jacht maken op
die vriendelijke oude smokke
laar in het grensgebied.
Lange dagen aan grens van Thailand en Maleisië
•De moderne Afrikaanse t