ook jou beat VOOR i club 66 nonesuch MINI-SPEECH n all or nothing Gr00ts lopend vuurije PIANIST Een jaar in de eerste klas met PIET HEIN 1 zoek twee gelijken PAGINA DE LEIDSE COURANT ZATERDAG 21 JANUARI 1967 Jan („Ha, die PvdA") Nagel tijdens de beat-in in de St. Josephzaal in Alphen aan den Rijn: „Ik ga met de mode mee, ik ga een mini-speech houden! Een politieke spre ker op een heatavond gek? Welnee, politiek is ook voor de jongeren". En ging Jan even later weer verder: „Het onderwijs is sterk verouderd. We leren op school wél over Philips de Goede, maar niet over Elvis Presley en Bill Haley. Het onder wijs moet op de helling". Over de dienstplicht: „De diensttijd moet korter worden. En: soldaten moeten met hun meisjes uit kunnen gaan, dus ze moeten meer soldij krijgen!" „Kiesrecht voor de zestienjarigen. Er zijn nu meer politiebureaus dan beatgelegenhe- den. Vijftien jaar geleden „maakten" de oude knarren de muziek, nu doet de jeugd dat. Over vijftien jaar moet de jeugd ook de macht in de politiek hebben. Neemt dus nu het heft in handen. Politiek en beat, ze swingen alle twee!" Aldus Jan Nagel zaterdag 14 januari jl. tijdens de beat-in. Hij sprak niet voor eigen (PvdA) standje. Zich aanpassend aan de omgeving hield hij alles meer in happening sfeer. De tieners? Zij joelden! Gaven voorkeur of ontstemming te kennen. Of riepen de naam van een heel bekende vogel in ons vaderlandse politieke leven heft in handen De groep „All or Noth ing" pakt de zaken groots aan! Slmon de Groot uit Zoeterwoude is hun manager. Pu bliciteitsagent Is L. van Basten uit Leiderdorp. „Gaat het ons niet om", zullen diverse fans wel zeggen, „we willen wat meer weten van de jon gens van de rhythm and blues-groep". Jullie vra gen. Dus by dezen aan jullie voorgesteld: JOS GEURT8, sologitarist. In Alk maar geboren op £5 juni 191/9 heeft deze, nu Leidse beat-adept twee hobby'8: moto ren en goede muziek. Zijn favorieten: Son ny en Cher, The Ani mals en Miles Davis. CHR1B DEVILEE, basgitariat. Geboren, op £7 augustus 19^9, en getogen in Leiden, verdoet hij zijn vrije Van links naar rechts: Jos Geurts, sologitaar; Chris Devilee, basgi taar; Marcel Seegers, zang; Edwin Tuithof, ritme-gitaar; Joop v. d. Woerd, drums. tijd behalve aan p muziek aan: model- spoorxoegbouw kijken en luisteren en The Motions. MARCEL SEEGERS, juli 1950 in Lisse ge- ook Leidenaar. Zijn hobby's? Lekker e- ten, goede platen en hardrijden. Favorie ten: Dave Brubeck, The Spencer Davis Group en Joan Baez. EDWIN TUITHOF, ritmegitarist. Woont in Leiden, waar hij op 89 januari 191/9 ook ter wereld kwam. Blitz-muziek en sportauto's doen 't 'm wel bij deze All or nothing-er, et als Stevie Winwood en The Motinos. JOOP VAN DE WOERD, drums. Gék op auto- en motorraces is deze op 16 mei 191/8 gebo ren Leidenaar. T~ Byrds én Bob Dylan vindt hij geweldig I „in". Zo, dit dan ter ken nismaking. Voor nade re gegevens kun je je 1 wenden tot manager Si mon de Groot (telefoon 01710-81037) of tot pu bliciteitsagent L. van Basten (telefoon 01710- end vuurtje lopend vuurtje lopend vuurtje lopend vuur LEIDEN VANAVOND in de Leidse Stadsgehoorzaal: het cabaret van Ramses Shaffy („Sammy"). In de stad, waar hy ruim tien jaar van zyn leven sleet, gaat hy dus bewijzen, een volstrekt eigen styl te hebben, samen met Llesbeth List, de zangeres van de Nederlandse film „Het gangster meisje", en het trio Louis van Dyk. THE FELLOWS, het afgelopen weekeinde in eigen (Leidse) belangstelling toen hun fanclub weer een feestelijk en hip festijn organiseerde, hebben weer een ver erende uitnodiging ontvangen. Tijdens het filmfestival in de Duitse stad Oberhausen gaan ze er weer zorgen voor de nodige beat- en rhythm and blues-klanken DINEKE HERUER, Leids bespeelster van electronisch orgel, maakt sinds kort geen deel meer uit van de Rijnlandse groep „Nonesuch". Eerder speelde deze Leid- Be tiener in de Leidse beatgroep „De Moenpiepers" LARETTO, het Leidse theaterbureau, organiseert en pre senteert op 27 en 28 januari de talentenkeus 1967 in de Leidse „Kleine Burcht". In de jury hebben zitting: Cees Mentink^,..componist en i Minjon-consul Ruud den Dop- HAZERSWOUDE KEES KROON uit Hazerswoude (22) is een van de voorvechters van een museum in zyn woonplaats. De gemeente, waarin hy woonachtig is, heeft inmiddels de helpende hand geboden: In de toren van de eeuwenoude Nederlands Hervormde kerk wordt plaats geschapen voor een oudheidkamer. Zei Kees, die jongstleden zondag de route op ging voor de meubels voor zijn museum: „Ieder een die met ons sympathiseert, kan een bijdrage storten". De jeugdige Hazerswouder hoopt, dat er ook bij zyn leef tijdgenoten belangstelling voor het mede door hem onder nomen initiatief bestaat NOORDWIJK MARIETTA VAN WIJK, het Noordwijkse pianowonder kind, heeft al heel wat naam gemaakt in Amerika. Ze speelde er onder meer voor radio en televisie en be steedt er de nodige aandacht aan haar studie. Ze zei in een interview met een AD-verslaggeefster toen deze haar een vraag stelde over minirokjes: „Daar heb ik in Ame rika geen spoor van ontdekt. Alleen misschien een foto model draagt mini, maar dan toch zeker binnenshuis" BOSKOOP „OPELROTONDE" is de titel van een spel voor de jeugd, dat werd geschreven door de Boskopers Klaas Rus- ticus en Toon Hendriksen. Muziek, zang, toneel en bewe ging komen hierin aan bod. Honderdvijftig leerlingen van lagere soholen uit de boomkwekersplaats gaan het op 23 februari opvoeren. De NCRV schijnt zelfs belangstel ling te hebben dit spel op de teevee te brengen tje lopend vuurtje lopend vuurtje lopend vuurtje lopen Boskoopse Lodewyck den Hengst, eenentwin tig en student aan de Rotterdamse economi sche hogeschool, is de jonge man, die aan de touwtjes trekt hy de rhythm and blues-groep „Nonesuch". Een maand of wat geleden debuteer de de groep in Alphen en de aanwezige tieners in Club '66 komen de St. Jozef zaal, waren gewel dig. enthousiast. Vorige week zaterdag was het er óp en rónd het podium wéér span nend. ,jNonesuch" im mers stond voor een nieuwe vuurproef: spe- menstelling. Lodewijck den Hengst ontbrak op op het beat-in-appèl, 7tiaar niettegenstaande dat liep het met de nieuwe jongens ge smeerd. Althans, dat vonden de tieners zélf en dat waren de vijf None- such-ers zelf ook van mening. Dat zij echt nog wel van plan zijn hun lesje te leren, blijkt uit bij gaande foto.' De groep bestaat uit: Pieter van Bodegraven, drums; Jan Dankmeyer, zang en basgitaar; Wil Boer stoel, sologitaar; Don Soebagio, piano; Rich- ard Kolle, slaggitaar. De combinatie uit Bos koop, Alphen en Den Haag i vil ook een ivoordje gaan meespre ken op de platenmarkt. Werk op de bühne heb ben ze voldoende. „Gelukkig geen ongeluk", dacht Liiesbet. Ze bedankte de heren voor de boodschap en vertelde het even later aan moeder. Opgelucht luchtte ook moeder. Ja, een onge lukje aan de schaats, kan iedereen overkomen. „We zullen voor vader 'n portie soep warm houden en dan Anne- mieke vlug naar bed". De Jongens mochten nog even naar de TV kijken enmisschien nog •ven opblijven tot papa thuis kwam. Daar hoorden ze opeens de sleutel ln de deur steken en de stap van va der in de gang. De jongens vergaten het hele TV-spel en renden naar de gang. „Ha, papa!", even stilte, toen: „Wat ziet u er vreemd uit, wat een gek pak. Er zit bloed op uw gezicht." Moeder, die in de keuken bezig was, liet, toen ze het woordje „bloed" hoor de, alles in de steek en liep naar vader om hem te bekijken. „Wat ia er met jou gebeurd?", riep m verschrikt. „Kom, laten we blij zijn, dat alles bo goed is afgelopen. Geef me eerst een bord erwtensoep, ik heb honger als een paard." SPRAKELOOS „Papa,-dat pak is je veel te groot", riep Liesbet. Moeder stond hem sprakeloos aan te kijken. Een paar flinke ontvellin gen op z'n wang waren dik besmeerd met iets vettigs; 't glom tenminste heel erg. En dan dat gekke, ouderwet se pak. Enfin, ze vroeg nog maar niets. Eerst een paar borden erwtensoep en dan zouden ze het verhaal wel horen. Piet en Hein wachtten ook al gedul dig op wat er komen zou. „We hebben hem gelukkig levend hier, die wonden genezen wel", dacht moeder telkens. „Nu ga ik me eerst verkleden. Die erwtensoep was verrukkelijk. Daar ben lk van opgeknapt", zei vader. „Straks horen jullie wel, wat me is overkomen." „Fijn nog even opblijven", dachten Piet en Hein. HETE THEE Toen begon vader; „Met het windje in de rug, het i]s glashard, het zonnetje schuin voor me, ging ik over de brede vaart naar het Westland, naar Wateringen. Het ging als van een leien dakje. Bij oom Henk een paar koppen hete thee gedronken, even gezellig zitten praten en toen weer op huis aan, want ik wilde be slist voor donker thuis zijn, anders zouden jullie over mij in angst ge zeten hebben. Op aanraden van oom Henk, nam ik een andere weg terug, mooi ijs en minder druk, bovendien wat korter. Ik reed dat het een lieve lust was, de hele baan voor mij alleen. Ik vloog over het ijs. Opeens vlak voor me een wak, met takken afgebakend. Door de snelheid kon ik niet zo gauw vaart minderen en oef daar reed ik er midden in. Met m'n armen op het ijs gesteund, hield ik me boven water. Bij de minste beweging brok kelde het ijs af. Ik riep om hulp, maar zover ik kijken kon was er geen mens te zien. Ik begon tot mijn engelbe waarder te bidden. Mijn benen begon nen stijf en koud te worden; als er niet gauw hulp zou opdagen, zou ik zeker verdrinken. Vlak bij me stond een molen. Zou de molenaar thuis zijn? Ik riep uit alle macht: „help!, help!". Daar zag ik een lichtje opgaan bij de deur en daar kwamen in de verte twee schaatsenrijders aan. REDDING Gelukkig, er kwam redding. De twee heren zagen me en gelijk kwam de molenaar al met een ladder aan. Met z'n drietjes legden ze de ladder over het wak en zo goed en kwaad het ging, klom ik op de ladder. Ik greep nog een keer mis, dook weer terug in 't wak, met m'n wangen tegen de scherpe ijsranden. Het gebeurde alles op 't nippertje, want m'n voeten wa ren gevoelloos van het koude water. Daar stond ik nu te klappertanden en klapperbenen op het ijs. Zonder iets te zeggen namen de twee heren me tussen hen in en schaatsen! schaat sen! vooruit!" Hoe ik dat nog voor elkaar gekre gen heb, is me nog een raadsel. M'n benen zo stijf als stokken, m'n broeks pijpen stijf van 't ijs en dan maar steeds vallen en opstaan. Ik zette door, ik dacht aan jullie, en warempel, er begon gevoel in mijn benen te komen. KRANTENTUIN-CORRESPONDENTIE NU VANUIT HET ZIEKENHUIS Beste kinderen, Ditmaal zit ik jullie te schrijven van uit het ziekenhuis. Ik moet behandeld worden voor mijn rechteroog; ik hoop dat het niet ernstig is en dat ik weer gauw thuis ben, maar toch zal het wel 2 weken duren. De uitslag van de kerstwedstrijd zal dus wel enige we ken moeten wachten. En nu de verhaaltjes: Lizzy Pauls stuurde net volgende ge dicht. Ze kende het uit haar hoofd, maar heeft, samen met haar broer, er verschillende veranderingen in aan gebracht. Het gaat over een bestek lade. Jullie weten toch wat dat is? Welnu, dat is een lade waar het be stek (lepels - vorken - messen) in wordt bewaard. RUZIE IN DE BESTEKLADE Een lepel en 'n botte mes Lazen saam een vork de les. Het mes begon als volgt de preek: „Ik wil niet meer, dat je ons steekt". De lepel kwam er tussen bij: „Want daartegen protesteren wij, Wy zijn het zat met dat geprik". De vork kreeg zo waar de schrik. „Ha!", zei de schrik, „ik kom bij jou" En sprong toen uit de baas zijn mouw. De angst kwam ook al naderbij Die had net een dagje vrij. „Maar ja", zo dacht de angst voldaan, „Die neem ik morregen wel aan." De vork beloofde toen maar gauw Dat hij nooit meer prikken zou. „Dat is wel slim", dacht vork toen handig, Ik word toch wel heel erg verstandig". Het verstand dacht: „Heer, o heer, 'k Moet gauw weg, anders verzint hy meer." Verstand la er toen uitgekropen En naar een servet gelopen. Servet (die had nog geen verstand) Dacht: „Hé, wat is er aan de hand?" Dat was het eerste wat ee deeis» En daarom zei het verstand maar „Ik kom bij jou, 't is toch wel goed? Ik weet anders niet, waar ik blijven „Biyf maar", zei het servet galant, De vork lag stil aan de kant. Zonder verstand kon hij niet spreken. Laat staan, dat hy dan nog kan steken. Vinny Habraken DE KERSTVAKANTIE Zaterdagmiddag ging ik met mijn moeder naar de stad. We kwamen jongens tegen met bommetjes. Toen vroeg mijn moeder waar ze die bom metjes gekocht hadden. De jongens zeiden: op de Haarlemmerstraat. Wij gingen ze daar ook kopen, 't Waren maar kleine bommetjes hoor van 2 cm. 's Avonds om 12 uur mocht ik ze afsteken. Er kwam bij ons heel veel visite, m'n oom en tante, oma. nog een tante en een oom met de kinde ren. We hadden heel veel lekkere dingen, 't Was 12 uur, tijd voor de bommetjes. M'n vader had zelf ook veel vuurwerk: kanonslagen, voetzoe kers, gillende keukenmeiden, gouden regen, rotjes 4, rotjes 3, rotjes 1, vuurpijlen, enz. Het was allemaal een heel leuk gezicht. Ik mocht tot 2 uur opblijven. De volgende dag gingen we fijn sleeën. Mijn broertje heeft een slee gehad en dat is fijn, toch zit hy er zelf nooit op, hij wil wel trekken met niemand er op en als je er op wil gaan zitten, geeft hij je een schop. Ik heb goudvissen gehad en die heb ik nog. Vannacht droomde ik, dat ik een sneeuwman aan het maken was en terwijl ik sliep begon de sneeuwman te leven. Dat kan toch niet hè? En toch was het zo. Elsje Buil vertelt ook overl DE VAKANTIE In de kerstvakantie heb ik vaak met *uia vriendinnetjes ftta poedertje" ge speeld. Het heeft dikwijls geregend, maar dat gaf niets want dan mocht ik binnen spelen en deed spelletjes zoals ganzeborden en autospel. Ook heb ik vaak getekend, eerst nam lk carbonpa pier en later kleurde ik. Ook heb ik een keer by mijn vriendlntje gespeeld. We hebben toen winkeltje met boeken ge speeld. Dat was erg leuk. Bij het buiten spelen hebben we ook „landen spelletje" gedaan. Dan moet je wel hard lopen, anders word je getikt. Ik had een hele bende rondjes in mijn land. We waren heerlijk aan het spelen toen we naar binnen moestén, omdat het begon te re genen. Ik was gauw klaar met eten en ging weer naar bulten omdat het droog was. We gingen rolschaatsen, eerst met tweëen, mijn vriendlntje en ik, dat was niet leuk. We gingen meer kinderen op halen en speelden toen „hondje en katje". Ik was hond, we vielen elkaar aan en opeens hadden we ruzie. Dat was niet zo best. Gelukkig begon het te regenen, we gingen even schuilen in de flat en de ruzie was uit. We bleven rolschaatsen tot we moesten eten. Na het eten mocht ik nog even naar de t.v. kijken en toen naar bed. Morgen moet lk weer naar school en is 't weer taal en rekenen. Dat vind ik ook best leuk. Monique Van Cleef EEN FIJNE VAKANTIE Vóór de kerstvakantie nadden we op school een lantaarntje gemaakt. In de vakantie ging ik met m'n vader en moe der naar het bos. Ik nam mijn lantaarn tje mee. Ik had er een grote kaars in gedaan. Met m'n broertje Leo ging ik een eind wandelen en vlug, vlug ver stopten we ons achter een boom. Mijn moeder wilde ons Iets vragen, ze zag ons niet en ging ons meteen zoeken. Heel zachtjes liepen we achter haar aan en opeens riep lk heel hard: „boel" Ze schrok zich een hoedje, maar toen ze ons zag, lachte ze heel hard. We hebben in het bos konijntjes gezien en ook wat bloemen. We hebben er een heleboel geplukt met wortels en al want thuis heb lk een tuintje en daar hebben we ze in geplant. In dat tuintje Btaan ook een paar kerstboompjes, die we met kerst mis tn de kamer zetten. Van papa krij- gn we dan ballen om se te vereieren. We zijn ook in de vakantie naar Was senaar geweest. We zagen daar een fon teintje dat een straal in je gezicht spoot. We hebben er veel plezier gehad. Onze oma was er ook bij. Ze had een zak snoepjes bij zich en telkens als we er één mochten nemen, nam Jacqueline er twee. 't Was niets erg we hebben er om gelachen. Karin Blekkingh MIJN VAKANTIE In de vakantie had het gesneeuwd en toen hebben we in de tuin een sneeuwbal len gevecht gehouden. We zijn allemaal met sneeuw ingesmeerd en dat was he lemaal niet leuk. We hebben een kist ge kregen waar we achter konden lopen en waar ik met Monique op heb gesleed. Op het veld was een heuveltje, helemaal be dekt met sneeuw en daar gleden we af. Soms gingen we wel eens over de kop en ging de slee hobbel de bobbel nou we hadden pret voor tien. Toen ik Monique met de slee naar huls bracht, zag ik langs de takken iets bewegen, maar ik had haast en ging verder. Maar toen ik terugkwam heb lk gekeken en daar zag ik een winterkoninkje en een roodborstje, heel mooi. Er waren ook al kinderen op het slootje aan het schaatsen. Ik ging mijn moeder halen, want ik wou ook schaatsen. Mijn moeder zag het Ijs en zei dat het pas goed was, als 't net lijkt of er dubbeltjes in zitten en daar wacht ik nu op. Het was heel leuk ln de vakan tie, maar op school ls het toch ook wel De zuster van het ziekenhuis bracht me net jullie kaart, met al de namen van de derde klas. Ik heb ze allemaal goed gelezen. Bedankt hoor! Heel veel groetjes, vooral ook aan de juffrouw van Jullie. Vanmorgen zei de dokter dat ik vrijdag- of zaterdag naar huis mag. Ziezo dit ls het allerlaatste prettige nieuws. Dag kinders, Tot de volgende TANTE JO EN OOM TOON Natuuriyk weten jullie al, dat de In dianen buitengewoon knappe spoorzoe kers waren en daarom was 't zeer moei lijk, vooral voor blanken, om zich aan hun vervolging te onttrekken. Zy waren daarby zeer scherpzinnig om van alles op te merken en af te lelden van die spo ren, waardoor zy niet alleen de te vol gen richting bij de achtervolging te we ten kwamen, maar ook allerlei byzon- derheden over de vyand. Een spoor in kleiige grond of in moe rassige bodem verried de Indianen, wan neer die sporen gemaakt waren. Wan neer ze sporen met water erin vonden konden zij aau de hoeveelheid water die erin gesijpeld was, opmaken, hoe lang het geleden was, dat de achtervolgden daar voorbij getrokken waren. Aan de spoor indrukken merkten ze op door welk soort mokassins ze gemaakt wt en wisten ze dus tegenover welke stam ze in de strijd kwamen te staan. Iedere stam droeg n.l. zijn eigen soort van dit schoeisel. Wanneer ze tegen blanken ten strijde trokken bekeken zij met oplet tende blikken op de plaats, waar kampvuur geweest was, de boomstam men. Want blanke krijgers zetten bij rustplaatsen hun geweren altijd tegen de boomstammen. De kleine beschadigin gen, die door 't metaal aan de schors van de boom gemaakt werden, gaven de Indiaanse verkenners de zekerheid, dat zich bij de achtervolgden ook met ff weren gewapende blanken bevonden. Bij het onderzoeken van de sporen, letten de roodhuiden bijzonder op de diepte de sporen van linker en rechtervoet. Wa ren de laatste het diepst, dan wisten zij met zekerheid, dat deze van geweerdra gers waren, omdat deze hun wapen al tijd op de rechterschouder dragen. Bulier gaat de schaatssport be oefenen! In de school vissen, die met „mama" een „wandellngtje" maakt, zijn er maar twee volkomen 't zelfde. Probeer ze er eens met je scherpe oogjes uit te "vis-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 6