infiltreren illegaal in Nederlandse
horecasector
YANG CHUN PU KOO: „VELE CHINEZEN LEVEN IN VOORTDURENDE ANGST''
ELK KRASJE DAALT DE WAARDE
FLONKEREND GEEL METAAL
MET
VAN
Speurtocht op de
goudmarkt
PAGINA S
de t,F,ipse courant
ZATERDAG 14 JANUARI It*
„Dat de Chinese mensen hier komen, wil zeggen
dat de handel hier bloeit en dat er geld te ver
dienen is. Als het een land niet goed gaat, komen
er ook geen mensen illegaal binnen. Maar ja, ik
ben toch wel bang voor de toekomst van Neder
land. Als het moeilijk gaat in een land, merken
wij, restaurateurs, het 't eerst. De omzet van
veel Chinese restaurants loopt de laatste maan
den nogal terug. Als dat zo door blijft gaan,
komen er volgens mij geen illegale personen
meer bij, maar gaan er integendeel veel weg
naar andere landen. Nu zitten we met het pro
bleem van de illegaliteit. Als de mensen weg
gaan, krijgen we het probleem van het perso
neelstekort. Dat is ook niet goed. We moeten de
omstandigheden in Nederland gunstig maken
voor de Chinese mensen". Yang Chun Pu Koo
(65), eigenaar van vier Chinese restaurants en
voorzitter van de Bond van Chinese Restau
ranthouders in Nederland, is nu al 36 jaar in
Nederland. Hij spreekt onze taal nog altijd
kinderlijk-gebrekkig, zegt „cultuu" als hij „cul
tuur" bedoelt, „vele minde" als het „veel min
der" moet zijn en gebruikt het onaantrekkelijke
woord „zak" voor het meer aantrekkelijke
„zaak". Zijn Nederlandse echtgenote valt daar
niet over.
Zakelijke gasten ontvangt hij steeds in „Kota Radja",
zijn Heerlens pronkrestaurant, waar hij koffie vraagt
voor de gast en zelf een kopje lichte thee neemt. Hij is
trots, meneer Koo, op zijn vier eigen restaurants, op de
brief van koningin Juliana, die vorig Jaar liet weten de
Bond van Chinese Restauranthouders koninklijk te er
kennen. op het nieuwe bandskantoor aan de Haagse
Jan van Nassaustraat, waar hij iedere week minstens
een keer te vinden is.
Wat wil zijn Chinese Bond?
„Door goed te werken, willen we een economische bij
drage leveren aan Nederland. We willen ervoor zorgen
dat de Chinese koks steeds werk hebben, zodat er geen
werkloosheid onder hen komt. En dan is het onze wens
De restauranthouder die illegale mensen in dienst heeft,
leeft in angst. De illegale mensen betalen geen belasting,
kunnen niet worden verzekerd tegen ziekte en dergelijke.
Als zo iemand ziek wordt, wat moet er dan gebeuren,
wie moet dat dan betalen?"
Het is een probleem geworden, die illegaliteit. Vijf jaar
geleden viel het allemaal nog mee. Er waren weinig
Chinezen die illegaal in Nederland de boterham ver
dienden. Daarna werd het wat meer.
Koo: „Chinezen, die naar Nederland wilden komen,
moesten daartoe eerst een verzoek Indienen. Maar daar
kregen ze nooit antwoord op, ondanks herhaalde aan
vragen. En wat doe je dan? Door omstandigheden ge
dwongen, wachtten die mensen niet langer maar pro
beerden het. zonder toestemming, op goed geluk. Som
migen hadden dat geluk, anderen werden door de po
litie gearresteerd en naar het Huis van Bewaring ge
bracht. Na enkele weken kregen ze dan kwijtschelding
van him boete en mochten blijven. Dat was heel groot
moedig van de Nederlandse regering, van de menselijke
kant bezien, maar het werkte natuurlijk wel de illega-
A
liteit in de hand. Want anderen, die ook geen toestem
ming hadden ontvangen, kwamen ook maar op eigen
initiatief naar Nederland. Logisch, die dachten: Als ik
gearresteerd word, ben ik na een paar weken toch weer
vrij en mag ik blijven. Op die manier zijn er de laatste
jaren steeds meer Chinezen illegaal naar Nederland
gekomen".
Hongkong
Volgens Yang Koo zijn de meesten van hen afkomstig
van Hongkong, een aantal zei het binnenland van
China vaarwel. Zij zijn in het bezit van een Brits pas
poort. In 1963 werd de immigratie moeilijker. Vanaf dit
jaar werd het Chinezen slechts toegestaan voor korte
tijd in Nederland te verblijven, als korte vakantie.
Koo: „Er zijn echter maar weinig Chinezen geweest die
alleen maar vakantie kwamen vieren in Nederland. Als
ze eenmaal hier waren, doken ze onder en bleven om
hier illegaal te wei-ken en goed geld te verdienen. Ze
zijn wel bang, die mensen. Ze zijn gewoon bang zich
bloot te geven. Ze durven zich niet te melden bij de
niet illegaal dienen op te geven voor d» belastangen,
ziekenfonds en dergelijke en dat ze daarvoor hun so
ciale lasten moeten dragen. Als iedereen zijn belasting
betaalt, heeft de Nederlandse regering ook van haar
kant meer mogelijkheden ons te helpen, heb lk gezegd".
Werkloosheid
Hij rookt zijn sigaret zeer ver op. roept de ober voor
een nieuw kopje koffie en een tweede kopje lichte thee.
en zegt: „We willen gewoon dat de angst verdwijnt. Dat
zou een vooruitgang zijn voor ons en voor de rege
ring die we zoveel mogelijk in de hand proberen te
werken. Kijk. in Nederland zijn ongeveer driehonderd
Chinese restaurants. Van één zaak leven gemiddeld
twintig personen. Van het gehele Chinese-restaurantbe-
drijf in Nederland leven zo minstens vijf- tot zesduizend
mensen. Als alles niet goed geregeld wordt, zou er ab
soluut werkloosheid kunnen komen. Dat zou zeer moei
lijk, worden, ook voor de Nederlandse regering, omdat
ongeveer vijftig procent van het personeel Nederland*
is. Ik hoop daarom echt dat de regering al haar steun
aan de Chinese Bond wil geven. De Chinese mensen
moeten zich hier thuis kunnen voelen, goede sociale
voorzieningen hebben en niet bang hoeven te zijn.
Onze bond moet kunnen bepalen hoeveel Chinese
mensen Nederland binnen mogen, omdat wij
kunnen weten hoeveel van hen werk kunnen
vinden in de Chinese keukens".
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG. Wie heeft er vorig jaar tussen het gras-
maaien of het schoffelen door niet een keer staan
dagdromen in zijn voor- of achtertuintje? Met dat tikkel
tje spijt in het hart omdat zijn tuintje geen preiveldje
was en niet in Serooskerke lag? Lichtte er in veler braaf
en ordelievend gemoed niet een vonkje goed, een
bescheiden en beschaafd, maar toch een vonkje op
van de goudkoorts, de kwaal die nog niet zo heel lang
geleden zoveel legendarische pioniers in Amerika's Wilde
Westen onder de leden hadden, toen landbouwer P
Christiaanse zijn muntenvondst wereldkundig maakte?
Goud. 1030 gouden munten had
de man in zijn preiveldje zo
maar voor het oprapen. Dat
prikkelt de fantasie. Het doet
een mens wat. In deze „wel-
vaartstijd" flonkert het gele
metaal in de edele vormen van
gouden munten, gouden pen
ningen, dito armbanden, hor
logebandjes en andere sierse-
len vele kooplustigen vriende
lijk en aanlokkelijk tegemoet.
De juweliers merken het. eik-
jaar stijgt, zeker rond de feest
dagen de vraag naar' sieraden
en veel hiervan is goud. vaak
ook zijn het gouden munten
Nu is voor 99 procent van de
mensheid dit fascinerende bo-
demprodukt moeilijker bereik
baar dan met een middagje
spitten in een preiveldje. Dat
overkwam een gelukkige. De
rest moet domweg betalen,
duur betalen.
Het ligt voor de hand: niet
de verwoede verzamelaar koopt
gouden munten bij voorkeur
rond feestdagen. Hij zoekt rus
tiger tijden. Maar wel de man
die het hart van een vrouw
wil veroveren. Nu gebeurt er
iets verdrietigs telkens wan
neer een man zo n gouden
munt geketend en wel. om de
welgevormde hals van zijn
aanbedene hangt. Trouwens
obk wanneer twee gouden
muntjes de prozaïsche functie
van manchetknopen krijgen
toebedeeld
Op hetzelfde moment dat een
gouden munt als sieraad ge
bruikt gaat worden, begint bet
muntstuk aan waarde te ver
liezen. Althans voor de verza
melaar en die bepaalt oitein-
«telijk de prijs. Het schuren
langs de kleding maakt de
berltenaar vaag en de munten
worden vlak. Het maakt geen
vei schil of de munten in een
randje gemonteerd worden of
met een oogje. De overblijven
de. niet tot sieraad „vervallen"
munten worden op deze ma
nier zeldzamer en derhalve
duurder.
Dit lot viel in ons land vooral
het gouden vijfje ten deel. In
1959 was de marktprijs hier
van ongeveer f. 35,- Nu acht
jaar later betaalt men er zeker
f. 145.- voor
Als ware kenners speuren
schrijver Robert Wittgen en
samensteller, respectievelijk
bewerker voor Nederland P. A.
Gouweleeuw de goudmarkt al
in het onlangs verschenen
boekje ..Goud' De gouden
munt krijgt de meeste aan
dacht, Meer zelfs: de gouden
munt wordt in het boekje be
zorgd en bijna liefdevol ge
volgd op zijn reis van hand
tot hand. Iedereen kent ze wel.
minstens van horen zeggen: de
gouden tientjes. de gouden
vijfje* de gouden rijers en
verder van huis: Duitse mark
stukken, Deense kronen. Fran
se Louis d'Or, Russische roe
bels, Egyptische piasters, Ser
visch# dinar* Mexloaans» pe
sos enz. enz. De schrijvers van
dit boekje hebben wel beseft,
dat pi aten over gouden mun
ten zonder hun geschiedenis,
het verleden dus, erbij te halen
nog zinlozer is dan spreken
met een buitenlander zondei
zijn taal te kennen. Gouden
munten zijn zelf pure historie
geworden. Immers, het doel
waarvoor ze indertijd "n halve.
geleden gemaakt ofwel gesla
gen zijn is verleden tijd. Toen
waren ze „wettig betaalmid
del". kocht men er zijn lakense
pak en zijn huis mee, kwistiger
pereonen bedeelden er hun
personeel mee en koningen
hun legers.
Museumstukken
Nu we ons papiergeld hebben
en in plaats van de gouden
standaard de papieren stan
daard zijn gouden munten
museumstukken geworden. Zé
zijn afgedankt, maar de prijs
ervan is gestegen. De meeste
zijn reeds lang veel duurder
van ze oorspronkelijk (nomi
naal) waard waren. Ze zijn
handelswaar, koopwaar of be
leggingsfondsen geworden. Een
willekeurige greep uit de zeer
uitgebreide documentatie die
liet boekje „Goud" geeft over
•s werelds gouden-muntenschat
laat de lotgevallen zien van
bijvoorbeeld ons eigen gouden
tientje De eerste gouden tien
tjes. die werkelijk in omloop
kwamen (de schrijvers beper
ken zich hoofdzakelijk tot de
laatste anderhalve eeuw) zijn
die met de beeltenaar van Wil
lem. koning der Nederlanden,
groothertog van Luxemburg.
lil 1819 werden er 107.41S stuks
van geslagen, aldus noteerl
men in die dagen bij de Rijks
munt te Utrecht. Deze tientjes
werden tot 1840 geslagen. In
1826 en 1827 verschenen de
eerste gouden vijfjes, eveneens
versierd met Willems aan
schijn. AI deze munten, uelfs
die waarvan er meer dan drie
miljoen veerden aangemunt,
7-tJn zeldzaam geworden- In
1848 komt de „dubbele Willem"
in 't nieuws. Het 1» een f. W.--
•hik met de beeiW—a*
Een fraaie, gouden ring.
Muur bewerkt en gedragen
en dus als geldbelegging van
dalende waarde.
Willem II. Uiterst zeldzaam.
Kr zyn destijds slechts enkele
proefstukken van geslagen,
alleen ie gebruiken voor han
delsdoeleinden. vandaar ook de
naam ..negotiepenning".
Ook de „halve Willem'" be
staat, evenals de „enkele Wil
lem". resp. een gouden vijfje
en een gouden tientje, beide
ook geslagen in 1848. De waar
de van deze stukken is heel
moeilijk te bepalen, juist om
dat er zo bijzonder weinig
r-xemplaren van bestaan. Om
toch een beeld te krijgen van
wat 't toenmalige „slijk dei-
aarde" vandaag op veilingen
doet: een in 1842 geslagen gou
den tientje met de beeltenaar
van Willem II (ln totaal zijn
er toen 860 stuks van geslagen'
bracht op een veiling vorig jaar
f 2 875 op- Daar komen dan
nog ongeveer 12%% veiling-
kosten bij. eveneens te betalen
door de koper.
Vijftig jaar later verschijnen
de eerste gouden tientjes van
koningin Wllhelmina. met
loshangend baar. In 1892: 61
•toto f—lagen, hoogst mH-
zaam. In 1895: 149 exempla
ren geslagen, iets minder zeld
zaam. En in 1897: ruim 450 000
exemplaren geslagen Niet
zeldzaam, vermeldt het boekje
keurig. Maar. wordt eiaan toe
gevoegd. ondanks het feit dat
ze niet zeldzaam zijn. hebben
deze tientjes een flinke prij-
zenstijging ondergaan. Prijzen
van f- 150.- en f. 160 - beho
ren vandaag niet tot de uit
zonderingen.
Loshangend haar
Waarom zo duur en toch niet
zeldzaam? De reden is waar
schijnlijk de aantrekkelijkheid
van Wilhelmlna's loshangend
haar op bovengenoemde gou
den tientjes en trouwens ook
op het gouden vijfje van 1912.
waarvan er rond een miljoen
werden aangemunt. De mooie
afbeelding op deze munten is
er oorzaak van geworden, dat
ze vaak gebruikt zijn als sie
raad en dit heeft de markt
(die slechts onbeschadigde
munten wil) aanzienlijk dun
ner gemaakt. Ook het gouden
vijfje uit 1912 brengt nu
f 150.- op. De populariteit van
dit gouden vijfje heeft het tot
liaanse) namaak gemaakt Wie
hiervan niet. het slachtoffer
wil worden, moet eenmaal een
echt gouden vijfje goed hebben
bpkeken. zeggen K. Wittgen en
P A Gouweleeuw, ln 't boekje
„Goud", Ze maken de zaak
rond het gouden vijfje van
1912 nog ingewikkelder door te
vermelden dat de laatste tijd
op de markt opnieuw gouden
viifjps naslag zijn ver
schenen. die zeker door de leek
nog moeilijker van de oor
spronkelijke te onderscheiden
zijn De gouden munt is een
begerenswaardig object, zij het
niet zo zeer voor de verzame
ling als wel voor het juwelen
kistje.
Degene die gouden sieraden
wil kopen die tevens een goede
geldbelegging zfln, zal naar de
antiquair moeten, zo raden de
schrtivers aan. Bij eventuele
verkoop rullen namelijk de
antiquarische sieraden hun
waarde blijven behouden, ter
wijl In het andere geval hand
werk zowel als machinewerk
dezelfde prijs opbrengen als
oud goud. Het verlies op hand -
werk, Aai sieraden nu eenmaal
nog duurder maakt, is uiter
aard groter.
Fascinerende wereld
Een ander wetenswaardig-
heidje. Sinds enkele jaren is
het. mode om aan gouden arm
banden gouden munten of pen
ningen te hangen. Wie meent,
dat met deze (op zich vaak
zeldzame en kostbare) exem
plaren de armband als zodanig
in waarde zal stijgen, komt
bedrogen uit. Ook hier hetzelf-
Wie sieraden wil kopen als
geldbelegging moet naar de
antiquair. Ze .blijven hun
waarde behouden.
d# verhaal: op de munten ko
men door het dragen krasjes
en slijtageplekken en de waar
de daalt met, elk krasje.
Niet alleen de gouden munt
en het gouden sieraad komen
in het boekje van het team
Wittgen^Gouweieeuw ter spra-
k* Dis hele fascineren de we
reld die voor het grootste deel
schuil gaat achter zwaar be
waakte kluisdeuren en met
alarmschellen beveiligde Juwe
liersetalages. deze al eeuwen
lang bestaande verleiding voor
de misdaad, maar ook deze
broodnodige steunpilaar voor
altijd nog een stevige brok
economie, wordt door hen be
hoedzaam afgetast en zakelijk
en vakkundig geëtaleerd.
„Goud"-uitg. Broekman en D#
Meris A dam.