Een kerstherinnering van ANTHONY VAN KAMPEN
KERSTNUMMER 1966
PAGINA 9
z* direct na de geboorte sterven. Ze zouden
Arnaoyuks baby even later buiten de Iglo zetten.
Dank zij de temperatuur zou ze binnen een minuut
bevroren en dood zijn. Ze zou geen pijn'lijden.
Ik keek om me heen. De bruine gezichten van de
mannen zagen er in het onrustig flakkerende schijn
sel van de olielamp onheilspellend en sinister uit.
Ze waren bezig de wet te voltrekken. Er was geen
enkele kans voor de baby, die met èoveel pijn en
moeite en met een plukje haar als een sneeuw
vlok ter wereld was gekomen om die wereld
ook meteen weer te verlaten.
Alles kwam op dat ogenblik in opstand In me. Ik
wérd woedend bij de gedachte dat dit leven,
nauwelijks begonnen, ook weer onmiddellijk zou
eindigen. En ook om nog een andere reden wer<*
ik razend: hoe had ik zelf In al die |aren niet naar
een kind verlangdl En Bodill Het was het meest
begeerde dat we ooit hadden kunnen krijgen, maar
we kregen het nietl Het was ons niet gegund. Het
had voor een belangrijk deel ons leven verwoest.
En hier werd een leven als een waardeloos vod,
een overbodigheid vernietigdl
Ik ging met de mannen praten; eerst met Atanek,
de vader, en daarna met de twee anderen die de
wet vertegenwoordigden, vooral met de oudste, de
leider van de.gemeenschap die Ayallik heette. Ik
spreek hun taal goed, maar wat ik ook zei, welke
argumenten ik ook gebruikte, hoe Ik dreigde met
de straf die ze van het gouvernement zouden
krijgen als dit uitkwam, hoe ik ze smeekte en aan
het verstand probeerde te brengen dat ze bezig
waren een misdaad te begaan, een moord In koele
bloede, het baatte niets. Ik sprak tot drie robotten.
De leider, Ayallik, knipperde gedurende al die tijd
niet éénmaal met z'n ogen, geloof Ik. Ik sprak ken
nelijk Latijn, wartaal voor hem. Hij begreep me niet,
dat was in elk geval zeker.
Ik was radeloos. Tussen de baby en haar dood
stond onontkoombaar de wet; geen macht ter
wereld was in staat haar te redden.
En toen kreeg ik een ingeving.
„Mag ik haar hebben?" vroeg ik Ayallik.
De twee mannen gromden en begonnen in snel
tempo met elkaar te praten. Het was duidelijk dat
ik ze voor een ernstig probleem stelde, waarbij de
wet opnieuw de kern van de zaak vormde. Maar ik
had in ieder geval al één medestander: Atanek, de
vader. Hij vond het een redelijk voorstel en liet
niets na de anderen van zijn zienswijze tê over
tuigen.
Het duurde een kwartier voor het besluit viel, dat
Ik In grote spanning afwachtte. Ja, ik mocht haar
hebben, echter onder voorwaarde, dat ze nooit
meer in de nederzetting terug zou keren. Die
belofte moest ik plechtig geven.
Nooit heb ik met meer overtuiging een belofte
afgelegd dan die dag in Ataneks iglo.
Maar toen het zover was, en het leven van de
baby veilig' gesteld leek, drong zich éen nieuwe
en totaal andere realiteit aan me op. Wat begon
Ikl Hoe moest ik de baby vervoeren, op een open
hondenslee en bij een temperatuur van meer dan
40 graden onder het vrlespuntl En dan, hoe moest
ze gevoed worden? Tenslotte: hoe zou. aannemen
de dat het allemaal zou lukken, Bodil op dit alles
reageren?
IK vroeg Arnaoyuk of ze dacht dat Snefnug,
Sneeuwvlok want zo noemde ik haar maar
in staat zou zijn een dergelijke zware tocht
te doorstaan. Ze zei me dat ze dat wel ge
loofde, als ik maar énel genoeg reed en de
baby warm hield. Ze wees op wat vellen en
vachten, waarin de twee andere vrouwen nors en
zwijgzaam de baby gingen överpakken. Arnaoyuk
keek toe. Er lag een glans van geluk over haar
gezicht. Ze wist dat haar kind niet zou sterven.
Ik ging het team inspannen en begaf me vervolgens
weer naar binnen om m'n kleine reisgenote te halen.
Ik bekeek haar nog eens goed, en één ding was in
elk geval zeker: het was een sterke, gezonde baby.
Natuurlijk wist ik, dat een normale baby de eerste
dag geen voedsel nodig heeft. Die heeft dan nog
voldoende aan datgene waarmee ze ter wereld is
gekomen. En zeker Eskimobaby's, die behoorlijk
gehard ter wereld plegen te komen.
Ik zag Arnaoyuk bezig met een poging Sneeuwvlok
te laten drinken, maar dat lukte niet erg, hoewel de
baby genoeg haar best deed. Het ging echter beter
met een beetje warm water dat de vrouwen haar
gaven en dat ze haastig naar binnen slurpte. Maar
ik was niet gerust op de lage temperaturen buiten.
Zou ze ertegen bestand zijn? Ik had er een zwaar
hoofd in. Sneeuwvlok had er gelukkig geen
idee van, welk avontuur haar In het tweede uur
van haar leven te wachten stondl
Ik nam snel afscheid en liep zo hard ik kon naar
de gereedstaande slee, waar de zoon van Atanek
de wacht bij hield. Ik was namelijk steeds bang dat
Ayallik op het laatste ogenblik nog op z'n besluit
terug zou komen.
HET team toonde zich hoogst verbaasd, dat
er zo kort na aankomst -al weer werd
vertrokken. Het was gelukkig In de paar
uur die ik in de Iglo had doorgebracht
goed gevoed door de zonen van Atanek
en maakte niet de indruk dat het vermoeid was.
Het was mijn geluk dat het eersteklas huskies
waren. De beste waarmee ik ooit In Groenland had
gereden. Daarbij, ik had ze op de heenweg niet
afgejakkerd.
De eerste uren gebeurde er niets bijzonders. Het
span hield zich kranig en met Sneeuwvlok In mijn
linkerarm tegen m'n borst gedrukt voelde ik me
op een vreemde manier heel gelukkig. Gelukkiger
dan in lange tijd het geval Was geweest. Ik mag
je echter niet verhelen, dat Ik me tegelijk toch ook
onzeker, ongerust voelde. Aldoor vroeg ik me af,
wat Bodil er wel van zou zeggen. Ik had er geen
flauw Idee van hoe ze de komst van een Eskimo
baby zou opnemen. Het meest waarschijnlijk leek
me dat ze Berthe, de kifvak, zou vragen of die een
Eskimovrouw bereid kon vinden het kind tegen een
bepaalde vergoeding tot zich te nemen. Dat zou
betekenen dat ik haar direct weer kwijt zou zijn.
Hoe vreemd het misschien ook lijkt, ik had me
door alles wat zich intussen om en met Sneeuwvlok
had afgespeeld, al een" beetjè aan haér' gehecht.
'--MorriAn ~od een' 'hèpaéïde manié'" bij' 'elkaar,'
en ik had hard voor haar leven moeten vechten,
met de wet als keiharde tegenstander. Tenslotte
was het dan óók nog een prachtige baby.
Af en toe voelde ik voorzichtig of ze warm bleef.
Dat was lang niet eenvoudig, omdat ik haar
natuurlijk niet aan de buitenlucht mocht blootstellen.
Ik liet dan eerst het team stoppen en voelde ver
volgens met mijn hand onder de vellen hoe het
met haar stond. Ze bleef warm. en dat was, Iedere
keer als ik haar doodsbang met m'n koude hand
aanraakte, een geweldige opluchting.
Het ging allemaal goed totdat we ongeveer halver
wege waren. Al die tijd bleef de sneeuw donker
blauw glanzen en stonden de sterren als
onnatuurlijk glanzende, fonkelende edelstenen aan
de hemel. Maar toen begon het blauw ineens te
vervagen en alle sterren losten zich In de
duisternis op.
Ik spoorde het team aan en moest, hoewel ik dat
zelden of nooit deed, de lange, uit walrusvel
gemaakte zweep gebruiken De leider van het team
keek me verwijtend en teleurgesteld aan en ik
schaamde me Hij begreep het niet Het ging echter
niet om hém, en niet om mij, maar om héér,
Sneeuwvlok. Die moest het, tot iedere prijs, halen.
Het begon te sneeuwen. Eerst viel er een soort
poeder, maar daarna kwam de wind. en mét de
wind kwamen de grote vlokken. Ik was bang dat
er een blizzard over ons zou komen, een van die
verschrikkelijke snèeuwstormen van Arctica en die
angst was allesbehalve ongegrond.
Een kwartier later konden we niet verder. Er was
geen meter zicht meer. We zaten midden In een
huilende, gierende wervelstorm, In een compacte
sneeuworkaan, die het onmogelijk maakte verder
te gaan. Ik gaf het op en deed wat ik In deze
omstandigheden moest doen: ik ging me Ingraven
in de sneeuw, en de huskies deden uit een
eeuwenoud instinct hetzelfde.
En zo lagen wij daar, de honden, Sneeuwvlok en ik.
Ik was doodsbang dat ze zou sterven van de kou
en hield haar zo dicht mogelijk onder m'n parka
tegen me aangedrukt. Daar was In elk geval nog
een beetje warmte. Het werd echter steeds kouder
en ik zocht wanhopig naar een aanvullende warmte
bron. Ineens wist ik het: de huskies natuurlljkl Ik
dwong de twee grootste naderbij te komen en
wrong me tussen hen in. Sneeuwvlok hield Ik zó,
dat ze het maximale profijt van ons drieën kreeg.
Het was een wat Ingewikkelde zaak, en de twee
huskies, die er niets van begrepen, gromden van
woede. Maar Sneeuwvlok kreeg in elk geval haar
driedubbele portie warmte.
Het duurde twee uur eer de blizzard voorbij geraasd
was. Zo snel als de sterren verdwenen, zo snel
lichtten ze daarna ook weer aan. De wind ging
liggen, en opnieuw stoven we voort óver die
woestijn van sneeuw die ons van ons doel scheidde.
Soms hoorde ik Sneeuwvlok zachtjes geluiden
geven; huilde ze of moedigde ze me, op die manier,
aan? Het leek er wel op! Wat mij betreft, Ik werd
steeds minder zeker van de afloop van dit avontuur.
Zouden we een kans hebben het te halen? Zou ze
nog In leven zijn als we aankwamen? Was het
mogelijk een Eskimobaby, al was die dan tegen
nóg zo veel bestand, zo lang aan deze temperatuur
bloot te stellen zonder dat ze bevroor?
Maar ze bleef warml
IK dacht, toen we de nederzetting naderden,
steeds aan Bodil. Ook om haar maakte Ik me
ongerust. Zij, die zelf geen kind had kunnen
krijgen, zou ze bereid zfjn het kind van een
Eskimovrouw onderdak te verlenen? Vroeger
zonder twijfel, daar was Ik zeker van. Maar nu
op het dieptepunt cvan onze verhouding Ik was
er allerminst zéker van.
Sermersuaq, de ijskap', lag bëdend in het Jicht van
een haast magisch aandoende maan, die een zicht
van kilometers mogelijk maakte. Ik lette extra op de
gevaarlijke plaatsen; soms gingen we rakelings
langs ravijnen van ijs, waarop de poten van de
huskies een geluid maakten dat aan dat van een
xylofoon deed denken. We passeerden grotten
en spelonken, waarin miljoenen, kristallen leken te
zweven We stormden over een eeuwig bevroren,
grimmige mensvijandige wereld die tegelijk een
fantastische, onbeschrijflijk grootse wereld was.
Driemaal hield ik een uur rust Ik moest hei team
sparen, wilde ik niet in moeilijkheden komen Nog
steeds was Sneeuwvlok warm, maar ik had de
indruk dat ze langzaam afkoelde Of was dat alleen
maar verbeelding? Ik wist het niet
Wat heb ik die uren gesmeekt, gevloekt, gebeden
om warmte voor Sneeuwvlokl Tenslotte werd het
een obsessie voor me Telkens dacht ik dat ze
koud was en dat het allemaal vergeefs was
geweest.
Ik had nauwelijks meer oog voor het landschap en
voor hetgeen zich daarboven afspeelde Arctica zag
er Indrukwekkender, machtiger uit dan ooit En
nooit eerder had ik zoveel sterren gezien als in
die uren. Maar dat alles drong niet tot me door.
Ik had m'n aandacht bij heel iets anders BIJ haari
Nog drie uur.
Nog twee.
En toen kwam het laatste uur. Ze was nóg warm,
maar desondanks nam m'n angst, dat het op het
laatste moment nog verkeerd zou gaan, toe. Ik
spoorde het team tot het uiterste aan en schaamde
me voor de leider, die er steeds minder van
begreep. Maar' het moest Voor haar: Voor
Sneeuwvlok.
Een half uur voor we Kanaq bereikten verkleurde
de wereld. Maar ditmaal niet door een aanstormen
de blizzard. Ditmaal was het aurora borealis, het
noorderlicht, dat daarvan de oorzaak was. Eerst
leek het alsof een toorts van bleek, koud vuur
boven ons werd ontstoken. Daarna stroomden
repen, banen blauw licht, roze licht violet licht en
geel licht uit de toorts die het centrum vormde.
Toen werden het vlammen. Het was een mysterie
van licht, van oud, onwerelds licht, eindeloos ver
boven de aarde, eindelijk diep In het heelal, dat
zich in de poolnacht manifesteerde en de aarde de
vreemdste, meest wonderbaarlijke kleur gaf die een
mens zich kan voorstellen. Alles verkleurde, ook
het team, dat zich als een waaier voor de slee
uitstrekte. Een rennende, hijgende, roodgekleurde
adem uitstotende troep huskies, die al jankten
omdat ze wisten dat het einde In zicht was. Hun
gele pelzen leken gulden vliezen.
Toen pas drong het tot me door, dat dit de mooiste,
meest glorieuze kerstverlichting was die Ik ooit in
Arctica had gezien. Alsof het zo moest zijnl Alsof
dé voorzienigheid of God het zo gepland,
georganiseerd had voor die avond, voor dit uurl
Zo haalden we, onder het laaiende, brandende
smeulende noorderlicht de nederzetting. Ik had er,
ondanks de blizzard, maar één uur langer over
gedaan dan over de heenreis.
Het team was aan het eind van z'n krachten. Een
paar huskies waggelden op hun poten toen we
voorbij het huls schoten. De leider keek me voor
het laatst verongelijkt aan en daar had hij alle
reden voor.
Alle huskies gingen wild te keer, maar niemand
kwam naar buiten. Ook Bodil niet
Ik ging met Sneeuwvlok in m'n armen naar binnen.
Ze leefde nog, want ze was warm.
In de kamer, naast het vuur, zat Bodil te lezen. Ze
keek op noch om, en geloof me, dat was het
zwaarste, moeilijkste moment van de hele reis.
Ik stond daar als een dwaas mst die bundel pelzen
waarin Sneeuwvlok zat In m'n armen, en wist niet
wat ik zeggen moest.
Maar ineens wist Ik het wel. „Hier, je kerstgeschenk,
Bodil", zei Ik.
Ze draalde zich langzaam om, en Ik schoof de
vellen een stukje weg, opdat ze kon zien wat zich
daarin bevond.
En toen gebeurde er iets heel onverwachts. Ze
keek eerst naar mij en daarna pas naar het hoopje
leven dat ik bij me had. En weet |e wat ze zei?
„Ben jij dat, Harald?"
Ze keek me daarbij aan of Ik een vreemdeling was,
iemand die ze voor de eerste maal zag.
„Ja", zei ik, „wie anders?"
„Waf ben |e veranderd, wat Is er met je gebeurd"?
vroeg ze.
Was ik veranderd? Later heeft ze me gezegd, dat
ze me bij het binnenkomen nauwelijks herkende.
En niet vanwege het Ijs, dat bezig was op mijn
gezicht te ontdooien. En evenmin vanwege de
baby. Maar omdat Ik anders keek en deed dan
daarvoor Dat ontgaat geen vrouw en zeker geen
vrouw als Bodil.
ENFIN, daarna gebeurde er van alles en
hel werd een nogal verwarde zaak Want
door de warmte in de kamer begon
Sneeuwvlok te huilen, en toen ik Bodil
met een paar woorden de situatie verklaard
had. begon die ook te hullen wal Ik haar
daarvoor nog nooit had zien doen en Ik, nee,
ik huilde niet, maar ik voelde me Ineens wél dood
moe. En ik was duizelig en alles om me heen begon
te draaien. Oók van de warmte natuurlijk.
„Heb je melk?" vroeg ik. Toen begon Bodil door
haar tranen heen te lachen en ze zei: „Jij bent
een veel beter vader dan echtgenoot, Harald".
Maar ze zei dat erg aardig, helemaal niet cynisch
zoals je misschien zou denken.
Er kwam warme melk en lauw water. En toen ik
vroeg of er ook voldoende melk was voor morgen
en overmorgen en de dag daarna, lachte ze op
nieuw en zei: „We hebben genoeg voor een Jaar".
Intussen slurpte Sneeuwvlok gulzig als een jonge
husky haar eerste melk in ons huis naar binnen.
En toen ze genoeg had viel ze In slaap. Ze lag
er tevreden bij. Wel, ze had daar ook wel reden
voor, na zo'n avontuurl
Pas toen drong het eigenlijk tot me door, dat Bodil
en Ik weer tegen elkaar spraken, heel gewoon,
alsof we nooit gezwegen hadden. Ze vond het
blijkbaar heel normaal en Ik vond dat ook.
Ik ging me verkleden en kwam daarna naast Bodil
bij het vuur zitten, die geen oog van de slapende
Sneeuwvlok afliet.
„Wat doen we met haar?" vroeg ik.
„Wat zóuden we met haar doenl" was haar ant
woord.
„Houden", zei Ik.
„Dacht |e soms dat ik het kostbaarste kerstge
schenk dat Ik ooit gekregen heb soms niet zou
houden?" vroeg ze.
Ik kan me niet meer herinneren wat ik daarop heb
gezegd. En wat Ik deed. Wel weet ik dat Bodil
me vroeg waarom ik de &aby toch aldoor Sneeuw
vlok noemde.
Ik wees op het witte plukje haar op het kopje
van ons kind. „Daarom".
„Nee" zei ze, dat Is geen naam voor een baby.
Ik weet een veel mooiere en ook een naam die
beter bij een avond als deze past Over een
paar uur Is het kerstmis, weet |e dat eigenlijk
wel? Laten we haar daarom Marlt noemen".
En dat werd haar naam. hoewel ik eerlijk moet
zeggen dat Ik nog va§k aan haar terugdenk als
aan Sneeuwvlok".
HIJ zweeg Het vuur was bijna uit en de
karaf zo goed als leeg.
Harald Rasmussen stond op en ik zag
dat hij naarb ed wilde gaan. Het was
trouwens hoog tijd.
Maar ik wilde nog graag één ding weten. „Is je
vrouw toen nog met die eerste boot vertrokken?"
„Nee", zei hij, „de passage' werd geannuleerd.'
Ze kon niet meer weg, vanwege Marit 'Daarbij,
je moet Eskimose 'baby's niet naar het continent
brengen. Dat bekomt ze vaak niet zo goed. Ze
horen hier"
„Bodil Is dus gebleven?"
„Ja, tot dit vooriaar Het heeft me trouwens ook
nog heel wat moeite gekost om ze weg te krijgen,
Bodil en Marit Ze wilden namelijk geen van beiden,
maar Ik heb doorgezet Het ging tenslotte maar
om een maand of vi|t zes Binnenkort komen ze
terug en ie mag best weten dat Ik de dagen tel.
Zoals Ik ie al zei. dit is geen land voor een
man alleen"
„Heeft ze geen helmwee meer?"
„Misschien wel. at en toe Maar ze laat het nooit
merken. Ze houdt trouwens veel te veel van Marlt
om helmwee te .hebben Vergeet niet dat we nu
een gezin hebben en dat Marit een druk kind Is"
Hij legde z'n pijp weg en liep naar de kamer waarin
z'n bed stond
„Nog één vraag", zei ik: „Waarom noemde ze
Sneeuwvlok eigenlijk Marlt? Is dat een bijzondere
naam?"
„Welnee" zei Harald Rasmussen, „helemaal niet.
't Is een oud Skandmavische variant op de naam
Maria, de moeder Gods Een heel mooie naam,
vindt |e ook niet? En zeker Sn ónze omstandig
heden. Welterusten en maak de karaf nog even
leeg. Er zit nog een heel klein bodempje In".