WAJANG EN WERKELIJKHEID KERSTNUMMER 1966 PAGINA 13 E EN ln 't vak ver grijsde Europese diplomaat legde zó veel overtui ging in- zijn stem, dat ik hem wel móest geloven. Bovendien had hij meer dan dertig jaar in Indo nesië gewoond. Een re den te meer dus om ge loof aan zijn oordeel te hechten. „Als je na ver loop van tijd gaat den ken dat je in dit land de toestand voldoende hebt leren begrijpen, om een rationele uitleg te kun nen geven, neem dan maar gerust aan dat je er in feite geen bliksem van begrijpt", zei hij. „Op 't moment dat je meent het te weten, weet je er in werkelijk heid helemaal niets van", voegde hij er mis troostig aan toe. Geen bemoedigend, maai- wel een eerlijk oordeel over de gang van zaken in een eilan denrijk ter grootte van Europa. Een natie ook, die zich eeuwig zal blijven opwinden als niet- Aziaten hun. panklare mening over het wel en wee van de intussen tot 110 miljoen zielen aangegroeide bevolking aan haar opdringen. Want een In donesiër vindt niets zo ver velend als de harde waarheid en dan nog-wel uitgesproken door een buitenlander. Dezelfde in Djakarta vergrijs de diplomaat meende een plau sibele verklaring te hebben ge vonden voor de bijna vanzelf sprekende aversie van de mo derne Indonesiër tegen alles wat door niet-Aziaten over Zoveel miljoenen anderen. Indonesië te berde wordt ge bracht. „Het is niet zo plezierig om steeds maar weer tegen het derde overhemdsknoopje van een blanke aan te moeten kijken", zei hij, terwijl hij zijn lange gestalte voorzichtig in een fauteuil liet zakken. HET hedendaagse Indonesië vol trots aangeduid als: van Sabang tot Merauke kampt met enorme problemen. Het heeft zes jaar lang onder de roes van president Soekar- no's geleide democratie en economie op de rand van de afgrond gebalanceerd. De schok van de mislukte com munistische staatsgreep heeft velen wreed uit de verdoving van de massa-indoctrinatie ge schud. Ondanks alle belemme ringen doet de nieuwe regering met terzijdeschuiving van Soekarno's vervlogen illusies eerlijke pogingen om het land er weer bovenop te hel pen. Die pogingen verkeren grotendeels nog in het eerste stadium: een omstandigheid die menige ongeduldige buiten lander in Indonesië vertwijfeld naar de haren doet grijpen. Toch past de voorzichtige politiek van het weer tot aan vaardbare proporties terugge brachte kabinet geheel en al in de oosterse opvattingen van geduld en wijsheid. De tactiek van het huidige regime valt te omschrijven als twee passen vooruit, één pas achteruit. Voor westerse begrippen een afmattende tactiek, maar tob dusverre de geijkte weg voor de 75 miljoen Javanen, die het wajangspel van elkaar bekam- pende schaduwen met de rijst lepel kregen ingegoten. In de afgelopen jaren is Soe- karno in de wajangspelen ver eenzelvigd met Gatot Katja, de uit de hemel dalende ridder: die redding heette te brengen in talrijke moeilijke situaties. Door het veelvuldig gebruik van zijn helikopter werd Soe- karno de personificatie van Gatot, een der helden uit de Mahabarata, de grondslag van de wajangverhalen. D.e inzet van het huidige „wa jangspel" is hoog: de wankele troon van president Soekarno. Actiefronten, massaorganisa ties, legerautoriteiten en par tijen steken elkaar ln subtili teit naar de kroon, maar voor de goede verstaander is in Indonesië een half woord meer dan voldoende. Men kent er een toestand waarin de pre sident aanbeden en verguisd wordt. De mohammedanen de grote middenmoot van de Indonesische bevolking gaan vooraan in de optocht van landgenoten die „Boeng Karno" zozeer „beminnen" dat ze vin den dat hij gecorrigeerd moet worden. DOOR alle chaos heen valt toch nog wel een draad te bespeuren. Terwijl het leger dat sedert maart van dit jaar de scepter zwaait de roerige studenten in toom houdt, wordt elke dag met veel omzichtig heid een millimeter onder de vergulde poten van Soekarno's troon afgevijld. Bijna onmerk baar, maar dat is juist de be doeling. Een Indonesische parlementa riër drukte het onlangs in simpele bewoordingen uit. „Je kunt", zei hij, „een grootvader die op zijn oude dag nog steeds meningen loopt te verkondigen die niet meer iri het huidige tijdsbestel passen, toch moeilijk de rest van zijn levensavond in het schuurtje achter het huis laten slijten. Wel kun je hem wat in de achterkamer houden. Vooral niet te veel op de voor grond. En als er iemand jarig is dan laat je opa maar een toespraak houden, want dat doet hij zo graag. Hij zegt dan wel een paar dingen naar de vrijheid leidde. Maar tevens de man, naar wie sedert de putsch van 1 oktober 1965 met geheel andere ogen wordt opgezien. Bevrijd van de ja renlange pro-communistische druk is men gaan leren besef fen dat president Soekarno op weg was de Republiek Indo nesië zonder slag of stoot uit te leveren aan Rood China. De schellen zijn van de ogen gevallen en de reactie is hard voor het staatshoofd dat zijn macht met de dag verder af ziet takelen. De militante stu- denten gaan voorop in de actie tegen Soekarno, die van de wip is gerold. Voor de ogen van de wereld heeft de 65-jarige leider defi nitief het onderspit gedolven. Hij wordt getolereerd zolang hij zich in het onvermijdelijke weet te schikken. Maar nie mand heeft enig idee wie hem op zou moeten volgen. Er is (nog) geen opvolger.. De pre sident moet de grondwet in ere houden, zo wordt gezegd. Na tuurlijk is dat een voorname eis hoewel nauwelijks in spirerend voor de „generatie 1966" die na 1945 geboren is. De politiek beter geschoolden echter menen dat het wél zo belangrijk is als de regering terdege rekening houdt met de noden van het volk. Zelfs de scherpste critici van ir. Soekarno betwisten hem niet de leidende rol, die hij in het voor- en naoorlogse verzet tegen de koloniale bewind voerders heeft gespeeld. Zijn proces, gevangenschap en ja- de een zich stoot de ander zich vermaakt, maar zijn leeftijd in aanmerking ge nomen, vergeef je hem dat graag." Deze houding bepaalt het ge drag van het merendeel van de bevolking tegenover de man die hen aan het eind van een lange strijd tegen een buiten lands koloniaal bestuur in 1945 renlange verbanning zyn niet vergeten. Evenmin vergeet men zijn al te duidelijke ge brek aan aandacht voor de lege maag van zijn verpauper de landgenoten. De laatste ze ven jaar heeft hij gemeend het gekozen parlement dat anders wilde, naar willekeur te ver vangen door benoemde leden, de ja-knikkers die hem sedert dien in alles zijn zin hebben gegeven. Dat daarbij zijn anti westerse slagzinnen de rijst op tafel moesten vervangen, is hem tenslotte opgebroken. Nu kijkt hij terug op de erfenis van een wanbeleid zoals zelden in de wereldgeschiedenis is op getekend. yEVEN jaren vol struis- vogelpolitiek hebben Indo nesië aan een aantal griezelige wereldrecords geholpen. Alles in dit land loopt in de astro nomische cijfers. Tot maart van dit jaar ging het prat op 't grootste kabinet ter wereld: 107 ministers met meer dan 110 portefeuilles. De huidige regering doet het met 29 ministers af. Indonesië gaat gebukt onder de grootste bui tenlandse schuldenlast: meer dan tien miljard gulden, onge veer gelijkelijk verdeeld tussen het communistische en het niet-communistische kamp. Het heeft de huid van de beer ver deeld vóór die goed en wel ge schoten was. Er zijn hoge wis sels getrokken op de toekomst, die zich vandaag de dag pre senteert. Ali en Isah uit deze kam pong, Hassan van gene kam pong. zijn vrouw Minah, de tritsen kinderen in de wrieme lende mierenhoop van Djakar ta en zo veel miljoenen anderen in de overbevolkte steden zijn het kind van de rekening. Zij hebben al van jongs af aan ook onder Nederlands bestuur geleerd te roeien met de beschikbare riemen. Maar één ding weten zij zeker: al ver diende vader nog zo weinig in de Nederlandse tijd, het gezin kon er behoorlijk van rond komen en af en toe nog wat sparen ook. Nu worden er famillesleraden verkocht, erfstukken, radio's en al die andere zuinig be waarde of langzaam bijeenge- spaarde eigendommen, om de hongerige magen gevuld te houden. De werkloosheid in de steden heeft ontstellende pro porties aangenomen. Hoe kan het ook anders met een indus trie die na het vertrek van de Nederlanders is teruggezakt tot 20 procent van de vroegere produktie Ook de geldontwaarding heeft in Ihdonesië een wereldrecord geslagen. Eegonnen op een koers van een roepia voor een gulden in 1945. was de roepia vorig jaar ontwaard tot tien duizend voor een gulden. Pre cies een jaar geleden hakte men 'drie nullen van de roepia af. maar na deze zinloze mani pulatie duurde het geen half jaar voordat de koers al weer was opgelopen tot dertig nieuwe roepia's voor een gul den. DE kerstsfeei is ver te zoe ken. Die is tegelijk met de Nederlanders voorgoed uit In donesië vertrokken. Ervoor in de plaats staat een plastic kerstboom opklapbaar en afwasbaar die sfeer moet bieden in de huizen van de nieuwe rijkaards, kooplieden die het met de belasting altijd zo fijn op een akkoordje wis ten te gooien. Tervtijl het nieuwe regime hun thans de duimschroeven flink aandraait, blijft er voor het gewone volk niets anders over dan met open mond naar de etalages te gapen. Een onderwijzer, die per maand 300 hele roepia's salaris krijgt, ziet met lede ogen dat dit maandsalaris precies toe reikend is voor een slordig in elkaar genaaid overhemd. Hij zou er ook tien stukjes huis houdzeep voor kunnen kopen, of veertig liter rijst. Het ont brekende moeten de ouders van de leerlingen dan maar bij passen in de vorm van (ver plichte) „vrijwillige bijdragen", want welk gezin kan van tien gulden per maand rondkomen in een land, waar de prijzen het niveau van die in Neder land evenaren en vaak al over schrijden In mijn herinnering zullen de Indonesiërs altijd blijven voort leven als de beste improvlseurs. Gedwongen door de omstandig heden kunnen ze voor alles en nog wat een tijdelijke oplos sing vinden. Vaak is 't een lap middel, maar dat brengt het „sementara" (tijdelijke) karak ter met zich mee. Wat dacht u van een referendaris, die 's ochtends zijn diensturen op het ministerie uitzit en 's mid dags kreteksigaretten in een kraampje op straat verkoopt en zo meer bijverdient dan vadertje staat hem als salaris kan bieden? Of van de vrouw van een oud-commissaris van politie, die een veelvoud van het karige pensioen van haar echtgenoot verdient door haar bemiddeling in de verhuur van woningen? Of de majoor van de zeemacht, die ondanks zijn grote gezin en het minieme salaris aardig uit de voeten komt met de verhuur (met chauffeur) van een dienst jeep aan particulieren Een betjakrijder klimt elke avond ln een lichtmast om de kamponghut van hemzelf en zijn naaste buren van (clan destiene) stroom te voorzien. Waardoor dan vaak de elektri sche stroom ln een gehele wijk enkele uren uitvalt. Maar wie daarop let is een echte kniesoor. En de tokohouder die kaarsen verkoopt heeft ook een groot Zo slaat heel Indonesië zich momenteel door de „keadaan istimewa", een uitzonderings toestand die helaas nog wel lang voort kan duren. Toege geven: de nieuwe regering van legerchef Soeharto en de uiterst bekwame en moedige minister van Buitenlandse Zaken Adam Malik zetten vaart achter de oplossing van de meest dringende problemen. OP het gevaar af nu op de lange tenen van 'n legioen zelfbewuste Indonesiërs te gaan staan zou men vooral het in zicht wensen dat het hierbij op de strenge wil van ieder afzonderlijk aankomt. Jarert- lang is dit volk geleid door een op eenzame hoogte rege rende potentaat, die van de daken van zijn Merdekapaleis heeft geschreeuwd dat de koek toch niet op kon. Berdlkari, op eigen benen staan, was de toverspreuk die als een patent geneesmiddel werd aangeprezen ln de hoog tijdagen van het pro-commu nistische regime. Het werden Op eigen benen staan. blote benen op blote voeten. Zeggen de verhoudingsge wijs erg weinige nuchter denkende Indonesiërs: „Op eigen benen staan? JHoe doe je dat als je geen grond onder de voeten voelt?" De slogan is dan ook samen met andere monstrueus klinkende afkor tingen ais „Nasakom", „Anti- Nekolim", „Manipol-Usdek" en „Lima Azimat Revolusi" op de grote hoop geveegd door het Indonesië van de „nieuwe Ik weet dat men in Nederland een vieze smaak in de mond krijgt bij het lezen van het woord „nieuwe orde". Toch neemt Indonesië dit begrip ernstig op als leven in een land waar rechtvaardigheid en sociale democratie de welvaart van het volk op een aanvaard baar plan moeten tillen. Het on der Nederlands regime bereikte plan is daarbij een zeer wel te hanteren maatstaf .De In donesiër slikt liever zijn tong in dan toe te geven dat dit land het zonder buitenlandse (lees: liefst Nederlandse) hulp niet af kan. Maar kijk hem in zijn hart en hij reikt u de vijf. over alle wereldzeeën en mis verstanden heen. Nog wordt het wajangspel met veel verve doorgespeeld. Maar de hoofdrolspelers van weleer zijn teruggedrongen in de rol van figurant. Er heerst mede lijden om de hardnekkigheid, waarmee de president met een ijver een betere zaak waardig, op blijft roeien tegen de harde stroom van een weer ontdekte realiteit. De vroegere leider van het volk is gedegradeerd tot een etalagepop van het Wriemelende mierenhoop iti Djakarta.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 19