Kerstmis zonder kinderen
PAGINA 10
KERSTNUMMER 1966
De overlevenden uit de verdwenen huizen
en de geëvacueerden uit de beschadigde
woningen zijn ondergebracht in grote nieuwe
caravans.
EN vrouwtje in plechtig zwart, een teer
figuurtje, dat zich schrap zet tegen de
gure vlagen van regen en wind.
De dorpelingen, die haar op straat
egenkomen. groeten haar schuchter:
..Good morning. Dorothy". ..Hello,
Dorothy". ..How are you. Dorothy",
stoot zich eraan, dat mevrouw Benion
ijgend knikt, dat haar gezichtstrekken
verbeten zijn. haar ogen hard. David, haai" man.
die onderwijzei' was op de van de aardbodem weg
gevaagde Pantglasschool, is immers met al zijn
leerlingen ten onder gegaan. Toen hij onder de
verstikkende modderstroom in zn klas gevonden
werd. had hij vijf kinderen in zn armen geklemd:
jongetjes van zeven jaar. die hij nog had willen
redden.
In de wat droefgeestige ..pub" van het niet meer
in gebruik zijnde Aberfan Hotel zit John Collins
over een pint. Rhymney gebogen. Hij staart naar
het televisiescherm, maar hij ziet niets van de
beelden, die in het bevende, blauwe licht bewegen.
Zonder dat hier een aanleiding voor is, komt er
plotseling een vloedgolf van woorden over z'n
lippen. Hij wenst niet onderbroken te worden;
hij luistert niet eens.
Sinds die rampzalige 21ste oktober, toen van af
valberg nummer 7 een miljoen ton kolengruis als
een lawine naar beneden raasde, is mijnbeambte
Collins niet meer op z'n werk verschenen. Hij
heeft er behoefte aan steeds opnieuw te vertellen
van het leed, dat Aberfan, met name hem, ge
troffen heeft. In luttele seconden raakte hij alles
kwijt wat hij bezat en in liefde koesterde
„Ik was gelukkig, mijn vriend. Ik had een vrouw,
twee kinderen en een
eigen huis. Was het maar
een natuurramp, een gods
gericht geweest. Het is
onverdraaglijk vast te
moeten stellen, dat de
dood van 116 kinderen en
28 volwassenen te wijten
is aan de achteloosheid
de plaats des onheils een druk beklante „pub"
drijft, kijkt niet meer om naar z'n teddyberen.
Hij heeft er ook zo veel: grote, zwarte, witte, gele,
kleine en heel kleine.
„Alles gekregen, een kruiwagen vol", zegt z'n
vader, die de reddingsploegen met vaten bier
heeft bedeeld. „Geen kind in het dorp is over
geslagen. Voor het kerstfeest zijn er weer treinen
en bouwdozen uitgedeeld. Peperduur-goed allemaal.
En het aardigste van alles was dat kaartje,
waarop een groet van prinses Margaret geschreven
Er wonen mensen in Aberfan, die hier heel anders
over denken. Er moeten er zelfs enkelen zijn, die
de teddyberen, de treinen en de bouwdozen ge
weigerd hebben. De bewogen oproep in deze. die
de zuster van koningin Elizabeth II van Engeland
aan het Britse volk richtte, wordt door hen op
z'n hoogst als geste van het eerste uur gewaar
deerd. Het moet voor de getroffenen tenminste
pijnlijk zijn. zo redeneren ze, dat er kinderspeel
goed naar hun dorp werd gestuurd, waar juist
een deel van de kinderen hün kinderen!
werd uitgeroeid.
Voorlopig kan Aberfan zijn speelgoed niet aan
Niet minder dan 50.000 zendingen, die uit alle
delen van Groot-Brittannië kwamen, werden in
een pakhuis in Cardiff opgeslagen. De Britse
posterijen schatten de portokosten, die zij voor
hun rekening pamen, op 125.000 gulden.
Na een halve dag weet de bezoeker al dat die
paar duizend inwoners van het rampdorp tot een
bepaald slag mensen behoren. Iedereen kent
iedereen. De kout is er goedmoedig, zo lang er
althans niet geroddeld wordt.
snel. Men zoekt bovendien naar zondebokken."
„De waarheid is dat niemand in het dorp, ook
Vivian Thomas niet, een werkelijke bedreiging zag
in die berg mijnafval. Men was het er alleen
over eens dat de stortplaats vol was en dat er
op korte termijn naar een nieuwe moest worden
uitgekeken."
„Het is volgens u dus zo", stel ik. „dat er ten
onrechte verwijten klinken"
Lewis aarzelt even. ,,Zo wil ik het niet zeggen.
Maar de mensen, die thans met de vinger naar
bepaalde personen wijzen, zijn dezelfde, die hun
kinderen naar de Pantglasschool hebben gestuurd.
Als ze er al jaren van overtuigd waren dat hier
ernstige gevaren aan kleefden, dan hadden ze wel
iets anders gedaan. In ieder geval hadden ze
hemel en aarde moeten bewegen om nummer
zeven buiten werking te laten stellen."
„Het feit blijft niettemin bestaan dat wij, dorpe
lingen, geen deskundigen zijn, als het erop aan
komt een „tip" op de risico's te beoordelen. Daar
bestaan specialisten voor. Het droevige is echter
dat noch de Nationale Kolenraad, noch de ge
meente Merthyr Tydfil, waartoe Aberfan behoort,
een onderzoek heeft'laten instellen, terwijl de
negatieve aanwijzingen, die men had. dit alleszins
rechtvaardigd en.
Over de schuld van de Nationale Kolenraad, die
bij de nationalisatie van de mijnen ook de
particuliere schacht van Aberfan overnam, wordt
zwaar gedelibereerd en gespeculeerd. Volgens de
dorpelingen moeten de verantwoordelijke per
sonen in dit logge apparaat worden gezocht. Het
tribunaal is echter nog met liet onderzoek bezig,
wat betekent dat de zaak sub judice is.
Het heeft heel veel moeizame bespreklogen
overredingskracht gekost de twee verenigingen t*
fuseren. Er wordt thans regelmatig vergaderd,
waarbij de opkomst - zes- tot zevenhonderd
mensen overweldigend is.
Het schisma, dat geslagen werd, is. voor 't oog
van de buitenwereld althans, geheeld. Maar als
men het oor in Aberfan te luisteren legt, blijken
de meningen over de uiteindelijke bestemming
van het fonds totaal verschillend te zijn.
„Het is bijna ergerlijk", verzucht accountant Lewis
„Ik kom er steeds meer achter dat veel geld
geluk brengt. Achter de schermen wordt beraad
slaagd en getwist. Men vindt het eigenlijk im
moreel voor het verlies van een kind de hand
op te houden. Vandaar dat er naar allerlei drog
redenen wordt gezocht om zonder gewetensbezwaar
geld te kunnen vangen".
Een scala van beweegredenen komt in gesprekken
„Het fonds is gesticht voor de getroffenen" zegt
er een. „Dit betekent dat alleen degenen kunnen
profiteren, die om mensenlevens treuren of hun
bezittingen zijn kwijtgeraakt."
„Het gaat om gevarengeld voor heel Aberfan",
beweert een ander. „De bergen mijnafval bedreigen
elk huis in het dorp."
„De getroffenen dienen natuurlijk in de eerste
plaats te worden gecompenseerd", brengt een derde
naar voren, „maar de gemeenschap als geheel
mag zeker niet worden vergeten".
Uit de mond van slechts één dorpeling hoor lk
het geluld, dat het fonds voor rampen elders in
de wereld moet worden gebruikt „Hier is al daS
geld niet nodig', verklaart, hij. „Het zou e»
prachtig gebaar zijn ge
weest als de bewoners v
De fatale „tips", die het beeld in de zwarte
vallei beheersen.
Drie kwajongens, spelend
op straat. Drie getuigen,
naar wie de deftige leden
van het trubinaal, dat in
het nabijgelegen stadje
Merthyr Tydfil is opgezet,
welwillend hebben geluis
terd.
Howard Rees (14): ,,Ik
kon vluchten. Toen ik die
stenen met de snelheid van
neden zag komen, heb ik de benen genomen.
Er werden telefoonpalen, bomen en mensen mee
gesleurd."
Thomas Davies (13): „Ik wist niet wat er ge
beurde. Het leek wel of er een straaljager op het
dorp neerstortte."
Gareth Groves (13): „Na die hel van angstaan
jagende geluiden viel er een absolute stilte. Ik
hoorde niets meer, nog geen vogel."
De kerstdagen zijn somber in Aberfan. Het mijn
werkersplaatsje is totaal ontwricht. Een kwart
van de gezinneq, is in diepe rouw gedompeld. Van
de kinderen tussen 7 en 11 jaar leeft niemand
meer. Ja toch. één! Het is een meisje, dat die
morgen ziek was. Als enige van een hele school
klas. als enige van een halve schoolgaande gene
ratie zelfs, is zij overgebleven.
Ik dwaal wat door het dorp. dat nooit door de
toeristische toverstaf zal worden aangeraakt De
Mackintosh Street, de Wingfield Street, de Bridge
Street, de Aberfan Road gewone namen, lelijke
straten.
Elk uur is er een busverbinding naar het station
van het aangrenzende plaatsje Merthyr Vale. Daar
stopt de trein, die naar Cardiff gaat. Het nauwe
dal volgt de stroom van de rivier de Taff. die
donker is van het kolengruis.
In Moy Street, aan de buitenkant van Aberfan.
die reusachtige, inktkleurige vlek. Daar verdwenen
17 huizen en een lagere school door het instorten
van een kunstwerk. De zes tot zeven meter dikke
laag brij is in de loop der maanden door bulldozers
weggewerkt. Waar eens klaslokalen waren en
woningen stonden, liggen nog slechts besmeurde
stenen. Aan de randen enkele ruines, waarin zich
verpletterde stoelen en tafels, en flarden van
gordijnen bevinden De zwaar beschadigde, niet
meer in gebruik zijnde middelbare school moet
nog worden gesloopt.
Ook zonder die duidelijke littekens van de ramp
is de omgeving troosteloos en deprimerend. Op
het kale leisteengebergte kan geen grassprietje
groeien. Daarboven de „tips", de kratervormige
stortplaatsen van mijnafval, die al sinds de vorige
gebruik zijn.
Langs de fatale nummer zeven, die zon 800 meter-
het uitspansel reikt, is een steeds breder
uitwaaierende bedding te zien Zij doet denken
aan de weg van vernietiging, die de lava na een
vulkanische uitbarsting volgt.
Het is Glamorgan, het is Wales op z'n zwartst
De regen, die op 't punt staat natte sneeuw te
worden, striemt in het gelaat. Diep weggedoken
in de kraag van hun jas lopen maniren en vrouwen
voorbij. Petten, hoofddoeken, met ijzer beslagen
laarzen, waarvan de neuzen krom staan.
De herinnering aan de bittere armoede, die. tot
de tweede wereldoorlog toe, in het llnks-socia-
listische en anti-Angelsaksische land van Griffith
Jones geleden werd. dringt, zich door al deze
omstandigheden onweerstaanbaar op
De mijnen hebben ons brood gegeven, vreemde
ling". brengt de enige accountant van Aberfan.
Gwilvan Lewis, naar voren, „maar ze hebben ons
ook ons bloed ontnomen. Er zijn jaren geweest
dat de gebrekkige schachten in Wales de tol van
meer dan duizend kompels voor zich opeisten
Maar dit hier dit is verschrikkelijk. Er zijri
geen woorden voor. Onze kinderen! Wat zijn
kinderen!"
De dertien maanden oude Stanley Crowe, het
enige kind van het jonge echtpaar, dat tegenover
In dit opzicht is Aberfan- niet slechter of beter
dan welk ander geïsoleerd üggend plaatsje in de
wereld ook. Een kleine, overzichtelijke gemeen
schap heeft zijn voor-en nadelen. Men deelt in
eikaars voorspoed of rampspoed: het gedrags
patroon wordt nog grotendeels door het verleden
beheerst.
Een bijzondere moeilijkheid voor het zo zwaar
geteisterde dorp is het veelvuldig voorkomen van
dezelfde achternamen. Het is. als in verschillende
plaatsen in Nederland, een euvel van Wales. De
Evans', de Jones', de Williams' en de Davies' zijn
rijkelijk gezaaid.
Er wordt dan ook met bijnamen geschermd. Het
beroep van de betrokkenen wordt in de roepnaam
verwerkt. Voor de vreemdeling, die het moeilijke
„Welsh" slechts ten dele volgen kan, is dit een
extra-complicatie.
Over één ding zijn de meningen in Aberfan
onverdeeld. Het tribunaal, dat in opdracht van
de regering de gefaald hebbende instanties en de
eventueel schuldige personen moet aanwijzen, zal
„de waarheid en niets dan de waarheid" moeten
achterhalen.
Er heerst vertrouwen in de leden van de commissie
van onderzoek, die voor hun speurwerk niet minder
dan zes weken hebben uitgetrokken, en die in
tot-aal meer dan tweehonderd getuigen zullen
De voorzitter. Lord Justice Edmund Davies, die
de beruchte zaak van de posttrelnrovers heeft
behandeld, komt trouwens uit Wales. De bij
zitters Vernon Lawrence, een hoge provinciale
bestuursambtenaar, en Harold Harding, die als
ingenieur en geoloog de plannen voor de Kanaal
tunnel heeft uitgewerkt, zijn specialisten van naam.
De gemoederen zijn heftig in beweging gebracht
door de felle aanval, die de in de buurt van
Aberfan geboren Selwyn Jones in zijn functie
van Lord Chief Justice op „de instanties" heeft
gedaan. Deze in Londen zetelende procureur-
generaal, die het Openbaar Ministerie vertegen
woordigt. doch een half politiek ambt bekleedt,
heeft er geen twijfel over laten bestaan dat de
ramp niet als een donderslag bij heldere heme1
is gekomen.
In de zwarte vallei heeft de ene waarschuwing
na de andere geklonken. In 1944. in 1956. in 1958
en in 1963 zijn er grote en kleine verschuivingen
geweest, zij "t steeds van andere „tips". Daar is
de genotuleerde profetie van het Inmiddels over
leden raadslid mevrouw Gwynncth Williams, die
al in 1964 zpi: „Als de berg mijnafval in beweging
komt, kan de school worden bedreigd". En heeft
het gepensioneerde schoolhoofd W j Williams
niet vlak voor z'n dood gezegd dat de nummer
zeven de klaslokalen nog eens zou bedelven?
„Er is niets ondernomen om het dreigende ge
vaar af te wenden", aldus accountant Lewis. „Men
is slechts in de pen geklommen om elkaar lange
bureaucratische brieven te schrijven. En nu moet
men opnieuw uitkijken.''
„Als er een overheidslichaam als de Nationale
Kolenraad wordt geblameerd, of desnoods de ge
meente Merthyr Tydfil, dan komen de zaken niet
zo scherp te liggen. Maar als gezegd wordt dat de
chef materieel van de mijn. m'n vriend Vivian
Thomas, de avond voor de ramp heeft verklaard
dat hij over een paar dagen wel eens naar de
toen al werkende nummer zeven zou komen
kijken, dan wordt er een gevaarlijk persoonlijk
tintje aan gegeven."
„U weet hoe mensen zijn, die door een plotselinge
calamiteit getroffen worden Men vergeet niet
Terwijl vertegenwoordigers van de buitenlandse
pers nog wel te woord worden gestaan, wordt het
contact met de binnenlandse publiciteitsmedia zo
veel mogelijk gemeden. Een enkele uitspraak,
waarin beschuldigingen worden geuit, is voor de
betrokkene reeds voldoende om zich wegens het
In Groot-Brittannië gevreesde „contempt of court"
(minachting, belediging van het hof) voor de
rechter te moeten verantwoorden.
Bovendien is er het milieu: het dorp, waar men
deel van uitmaakt. Wat men weet of denkt, kan
slechts in de beperkte kring van vertrouwden te
berde worden gebracht. Er zijn aridere meningen:
toespelingen, die worden gemaakt, kunnen hele
groepen in vuur en vlam zetten.
Een brandhaard, die nog sluimert, maar die
weinig nodig heeft om tot een nieuwe ramp te
worden aangeblazen, is het hulpfonds, dat voor
Aberfan werd gesticht. Uit Wales, uit Engeland,
uit Schotland en uit Noord-Ierland om nog
maar niet te spreken van het buitenland is
een stroom van geld naar het dorp gevloeid. Het
bedrag is al opgelopen tot 15 miljoen gulden,
terwijl er nog grote sommen móeten binnenkomen.
Hoe moet dit fonds, waar dagelijks meer dan
2000 gulden rente bijkomt, worden besteed?
Moeten er personen of instellingen van profiteren?
„Hoe hartverwarmend het medeleven met ons ook
is geweest", zegt een dorpeling, die onbekend wenst
te blijven, „er zitten afschuwelijke aspecten aan
dit kapitaal. Zuiver gevoelsmatig geredeneerd, is
het verlies van onze kinderen nooit met geld te
compenseren. Zakelijk bekeken is er nauwelijks
behoefte aan. omdat er geen kostwinners zijn om
gekomen."
„Maar er zijn toch volwassenen gedood?" vraag
ik. „En is er niet veel schade?"
„De volwassenen, die op die rampmorgen levend
werden begraven", luidt het antwoord, „zijn voor
namelijk vrouwen, die in him huis bezig waren
Het belangrijkste punt is echter en ik wil echt
niet op de bevindingen van het tribunaal voor
uit lopen dat de schade aan woningen en ge
bouwen niet uit het fonds behoeft te worden
betaald. De schuldige instanties krijgen dit op
hun dak."
„Als de Nationale Kolenraad er ongeschonden
afkomt wat ik niet voor mogelijk houd dan
wordt, zeker voor het schoolgebouw, de overheid
ingeschakeld Het gros der weggevaagde huizen
was verzekerd bij particuliere maatschappijen."
„In 't ongunstigste geval zal het fonds een veer
moeten laten van ongeveer een miljoen gulden.
Maar dan blijft er nog altijd 14 miljoen gulden
De beheerders van het fonds hebben een weinig
benijdenswaardige taak. De burgemeester van
Merthyr Tvdfil. Stanley Davies, is voorzitter van
liet inderhaast opgerichte comité; de predikant
Kenneth Hayes, die een van zijn kinderen bij de
ramp verloor, fungeert als spreekbuis van de ge
troffenen. Belden zijn zo gesloten als een pot.
als de bestemming van de gelden ter sprake komt
Ze hebben hun les geleerd, er zijn al moeilijk
heden genoeg geweest
Niet lang na de ramp werden
verenigingen opgericht, die tei
belangen van de dorpelingen t
ging beide organisaties om de verdeling
steeds maar groeiende kapitaal. De ene bestond
uit ouders, die een of meer kinderen verloren
hadden; de andere uit mannen en vrouwen, die
niet getroffen waren, doch die op andere gronden
rechten wilden doen gelden.
•r in Aberfan twee
i doel hadden ..dp
behartigen". Het
Een mijnwerker, die twe*
kinderen verloren heeft
vertolkt de gevoelens i
veel getroffenen, als hij
stelt: „Ik wil deze ramp
zo snel mogelijk vergeten.
Ik wil er ook niet i
aan herinnerd worden.
Voor m'n andere kinderen
m'n vrouw en mezelf
het goed zijn als ik in de
gelegenheid werd gesteld
elders een nieuw bestaan
op te bouwen. Dat kan
echter alleen als het fonds zo eerlijk mogelijk
wordt verdeeld."
Accountant Lewis: „U zei daarnet dat er met het
geld een kinderhospitaal zou kunnen worden ge
bouwd ter blijvende nagedachtenis aan deze ver
schrikkelijke ramp. Maar als dat gebeurt, blijft
er altijd nog heel wat over. Zo'n groot complex
kan dat ook weer niet zijn. De vallei is smal, het
dorp geheel volgebouwd. De besteding van
aan een project anders dan in Aberfan zou
complete opstand onder de dorpelingen teweeg
kunnen brengen, misschien zelfs wel moord."
Ligt het knelpunt van het fonds, dat, zonder dat
dit was voorzien, tot een fortuin is aangegroeid,
indea-daad in de bepaling van het reglement,
waarin wordt gezegd dat geen penny buiten
Aberfan mag worden besteed? De dorpelingen
beweren het. de beheerders zwijgen. De enige uit
kering, die de laatsten tot nog toe hebben durven
doen, is de overmaking van een bedrag van r
gulden aan de nabestaanden van alle slachtoffers,
zomede aan de oudere van alle leerlingen, die de
ramp, die hun school trof, overleefden.
Er zijn over deze uitbetalingen niet al te veel
moeilijkheden geweest.
Accountant Lewis: „Hoe dan ook. dat geld zal
een bestemming moeten krijgen. Het is 't minste,
dat we voor de gulle gevers kunnen doen. Een
fonds, dat niet wordt gebruikt, kan na verloop
van tijd door de Engelse schatkist worden opge
ëist. We hebben daar een goed voorbeeld van."
„Niet ven* hier vandaan, in Cilfynyd, kwamen in
het begin van deze eeuw vierhonderd mijnwerkei's
om. Voor de nabestaanden werd een fonds ge
sticht. dat een saldo van 200.000 gulden had. toen
de laatste vrouw, die voor een uitkering in s
merking kwam. stierf. Het geld is tenslotte afge
vloeid naar het ministerie van Financiën
In diepe rouw. maar tegelijkertijd gewikkeld
een pijnlijke problematiek, die in de eens
hechte gemeenschap van Aberfan ruzies en zelfs
scheuren veroorzaakt heeft, viert het rampdorp
z'n kerstfeest.
De blijdschap van weleer ontbreekt. In vele huis
kamers hangt een ijzige stilte.
De herinneringen aan die rampdag van twee
maanden geleden zijn nog lang niet uitgewist. Het
is zelfs de vraag of ze ooit verdwijnen zullen.
De mijn aan de ene kant van de vallei: het
mijnafval op die noodlottige „tips" aan de andere
kant. Twee stomme, maar eeuwige getuigen van,
zo niet direct betrokkenen bij het drama.
De vrouw van de garagehouder is een zenuw-
instorting nabij. Geredde leerlingen van de lagere
school lijden aan nachtmerries en andere psy
chische storingen.
De mijnbeambte John Collins, die z'n hele gezin
verloor, zwerft eenzaam door de straten.
De onderwijzer Bill Evans, die net zo zwaar ge
troffen werd, zit moedeloos achter het pot
kacheltje van z'n schoonvader.
Niet ver van het station Merthyr Vale staan op
een welland tientallen caravans. Ze zijn het voor
lopig onderkomen van al degenen, wier huis ver
woest of beschadigd werd.
In dat caravankamp is een „opvoedingscentrum''
gevestigd, waar oudere of kinderen met problemen
door deskundigen worden opgevangen.
De schok is voor velen te groot geweest. De in
specteur van het lager onderwijs. John Beale. zal
nog maanden nodig hebben om de geredde leer
lingen over him schoolvrees heen te helpen
LINK VAN BRUGGEN