Wij hebben geen
theologie van
de revolutie
BERICHT
VOOR
GERRIE
CHRISTENEN SCHITTEREN MEESTAL DOOR AFWEZIGHEID
UNIEK
FEEST
GEMEENSCHAP
KERSTNUMMER 1968
PAGINA 5
„Toen de herders het kindje gezien hadden, gingen zij heen
om overal bekend te maken dat de zoon des mensen geboren was'
N een tijdperk mwrf.rh.til v»n de gelovigen.
i die trouw bleef un christen.
van revolutie pro-
j) beren we te leven
zonder een theo
logie van de revolutie te
bezitten. De ontwikke
ling van zulk een theolo
gie behoorde het eerste
punt van de theologische
agenda te zijn". Aldus den, wat gebeurd
de Amerikaanse theo-
die trouw bleef aan chrlsten-
dom en Kerk, een constructief
element geworden In de nieuwe
maatschappij, die op de revo
lutionaire grondslag werd op
getrokken. Zfl werden 'n voor
beeld voor clerus en hiërar
chie. die de revolutie niet ge
accepteerd hadden. Langs deze
weg is de hele clerus en de
hele hiërarchie ertoe gebracht,
hun lot met dat van het volk
te verbinden en te aanvaar-
Bisschop Helder Camara van Recife (Brazilië) verkondigt zijn progressieve ideeën met een groot redenaarstalent, dat
ook op het Vaticaans concilie indruk heeft gemaakt.
christenbroeders uit het Wes
ten zouden uit deze feiten een
les voor zichzelf moeten trek
ken".
De toespraak van Borovol werd
met gemengde gevoelens ont
vangen. Sommigen vonden,
dat hij, hoe theologisch hij
zich ook voordeed, in feite
niet veel meer was dan een
staaltje van communistische
propaganda. Anderen zetten
een vraagteken achter de
voorstelling van zaken, zoals
Borovoi die gegeven had. Heeft
de orthodoxe Kerk zich wer
kelijk bij de revolutie aange
sloten? In ieder geval niet op
het moment dat zfl uitbrak.
Pas later, toen uit de revo
lutie een nieuwe maatschappij
was gegroeid en deze zich de
finitief gevestigd had. heeft
de Kerk zich bij het onvermij
delijke neergelegd. Maar kan
men dat nog een deelnemen
aan de revolutie noemen? Of
is het eenvoudig een doortrek
ken van de lijn, die de Kerk
ook onder vorige regimes had
aangehouden: zich aanpassen
bij de gevestigde orde? Vra
gen, die zeker gesteld mogen
worden. Maar dan toch met
de bescheidenheid van dege
nen, die zelf nooit een revolu
tie hebben meegemaakt.
Tijdens de debatten over de
theologie van de revolutie
kwam ook de situatie In Zuld-
Amerlka aan de orde. Ver
tegenwoordigers van dit con
tinent hadden ongetwijfeld
recht van spreken, misschien
nog meer dan Borovoi, omdat
zij niet hoefden terug te val
len op een revolutie van 1917,
maar konden vertellen van
hun dagelijkse ervaring. Zuid-
Amerika verkeert nog altijd
in een revolutionaire situatie.
En het is voor de christenen
daar een levensvraag, hoe ze
zich in deze situatie moeten
Harvey Cox vertelt van de
moeilijkheden, die de christe
nen ondervonden tijdens en
vlak na de opstand van Fidel
Castro in Cuba. Aanvankelijk
waren er nogal wat christe
nen op zijn hand, maar dat
heeft slechts kort geduurd en
al gauw kwam de hele zaak
in handen van communisten.
„De christenen", aldus Cox,
„bevonden zich in een revo
lutie zonder een theologie van
de revolutie te bezitten. Ver
bijsterd en verlamd door een
opgave, die zich nooit eerder
had voorgedaan, verdwenen
zij, de een na de ander en
werden door anderen vervan
gen. Sommigen gingen naar
hun woonplaats terug en hiel
den zich stil; anderen vlucht
ten ten einde raad naar Noord-
Amerika. Meestal werden hun
plaatsen ingenomen door com
munisten, die aanvankelijk
sterk gekant waren tegen
Castro's beweging, maar nu
hun kans schoon zagen, deze
ten eigen bate aan te wen
den. Wederom waren de chris
tenen niet ln staat op verant
woorde wijze deel te nemen
aan de snelle sociale verande
ring, omdat de theologische
basis ontbrak, om dit alles te
begrijpen of te waarderen. De
Cubaanse toestand geldt he
den ten dage op bijna gelijke
wijze voor heel Latijns Ame-
Ook bij deze uiteenzetting zou
men vraagtekens kunnen
plaatsen, met name bij de laat
ste zinsnede Uit verschillen
de landen van LatiJns-Amerika
bereiken ons berichten, die er
op wijzen, dat christenen en
hun leiders volop deelnemen
aan revolutionaire acties, ja,
dat zij op meerdere plaatsen
de communisten achter zich
hebben gelaten. De protestant
se theoloog Shaull, die op de
conferentie het woord voerde,
heeft dit voor Chili duidelijk
aangetoond: daar zijn de
christen-democraten gangma
kers van een revolutionaire
beweging, die op het punt
van hervormingen even radi
caal is als het communisme.
In Columbia werd zij aange
voerd door Camillo Torres, een
priestersocioloog uit een voor
aanstaande familie, die revo
lutie preekte op evangelische
basis. Zijn beweging heeft snel
de aandacht getrokken van 't
gehele land en grote bQval ge
vonden onder anderen bij jonge
geestelijken van katholieke
en protestantse huize. Zoals
bekend werd hij door de bis
schop uit zijn ambt ontzet,
door een ultrarechtse groepe
ring ontvoerd en doodgescho
ten. Maar zijn naam leeft
voort en misschien zal hij als
martelaar nog grotere invloed
kunnen uitoefenen dan als
levende leider.
In Brazilië heeft de laatste
tijd bisschop Helder Camara
van Recife nogal van zich
laten horen. Samen met zes
tien collega-bisschoppen gaf
h\j op 14 juli van dit jaar een
manifest uit, waarin de Kerk
zich solidair verklaart „met de
arbeiders, vooral met hen, die
honger hebben, verdrukt wor
den en het slachtoffer zijn van
onrechtvaardigheid". Het ma
nifest sluit met een verwijzing
naar de woorden van Chris
tus: „Richt u op en hef uw
hoofd omhoog, want uw verlos
sing la nabij". Dit bischoppe-
lijk schrijven werd de aanlei
ding tot een hevig conflict tus
sen Helder Camara en het
militaire regime, dat glorieus
door Helmer Camara werd
gewonnen.
Als we de toestand in Latyns-
Amerika overzien, mogen we
concluderen, dat het aandeel
der christenen in de revolu
tionaire beweging groeiende Is.
Wat hun echter tot nu toe
ontbreekt en in zoverre
heeft Cox misschien toch ge
lijk is een degelijke theolo
gie van de revolutie. Woord
voerder Shaull scheen dit niet
zo rampzalig te vinden. Hij
stelde, dat de christenen als
eersten geroepen zijn, om over
al ter wereld in opstand te ko
men tegen onrecht en tegen
onderdrukking van mensen
groepen. Pas in de revolutio
naire actie zullen zij ontdek
ken, wat dit precies inhoudt.
Hij pleitte op de conferentie
in Genève voor een nieuwe
revolutionaire strategie, die 't
bestaande systeem nu 'ns hier
dan weer daar onder druk zet
naar het voorbeeld van de mi
litaire guerrilla-oorlog. „Het
voornaamste is, dat er be
gonnen wordt", meende hy;
„met bespiegelingen kan men
het beste maar wachten"
De voorstellen van Shaull wek
ten nogal wat weerstand in
conferentiekringen. Ze deden
te veel denken aan Vietnam en
aan de politiek van Mao-tse-
Toeng in Zuidoost-Azië. Bo
vendien achtte men ^n revo
lutionaire strategie zonder de
basis van een revolutionaire
loog Harvey Cox in
zijn onlangs verschenen
boek „De Stad van de
Mens". En hij wijst daar
mee op een lacune in
het christelijke denken,
die zich al meermalen
op pijnlijke wijze ge
wroken heeft.
Het to dan ook geen wonder,
dat de dit jaar gehouden con
ferentie „Kerk en Samenle
ving" van de Wereldraad van
Kerken zich met de theologie
van de revolutie heeft bezig
gehouden. Een van de meest
op de voorgrond tredende spre
ker» over dit onderwerp was
to Russiech-orthodoxe afge-
raardlgde Vltaly Borovoi, die
tie waarnemer ook het Vati-
oaans concilie had meege
maakt. H(J wierp de theoretici
die vóór hem het woord had
den gevoerd, voor de voeten,
dat zfl over revolutie praat
ten zonder zelf ooit een revo
lutie te hebben meegemaakt
en riep de conferentie op, ge
bruik te maken van de erva
ringen, die de Russlsch-ortho-
doxe Kerk met de revolutie had
opgedaan. „Onze Kerk, aldus
Borovol, heeft in hiërarchie
en clerus alle fazen van hou
ding tegenover de revolutie en
haar gevolgen meegemaakt:
vanaf verwerping en oppositie
tot directe tegenactie. Het ging
hierbij niet om een theoreti
sche verwerping of om een
passieve weerstand: het was
Ti wrede open strijd. De Kerk
heeft er miljoenen gelovigen
door verloren. Reeds geruime
tijd voor maar ook nog tij
dens de revolutie heeft een
groot deel de revolutionaire
Intelligentsia van arbeiders en
Jeugdigen de Kerk verlaten en
met het christendom gebro-
ken. Maar de revolutie ging
voortzonder Kerk. Tege
lijkertijd echter ls de grote
AU Zuidamerikanen een demonstratie houden, gaat het er heet aan toe. Z ij hebben ongetwijfeld meer revolutionair bloed in de aderen dan wij, die
het met ons „Neerlands bloedmoeten doen.
theologie te gevaarlijk. Al
leen uit de zogenaamde derde
wereld kreeg Shaull veel ap
plaus. Daar dreigde men zelfs
met China ln zee te gaan, als
de Verenigde Staten en de
Sovjet-Unie onder een hoedje
zouden blijven spelen.
Intussen blijft de vraag be
staan naar een theologie van
de revolutie. Laten we meteen
zeggen, dat deze nog gevon
den moet worden. Tot nog toe
heeft de theologie haar aan
dacht gelicht op de orde ln de
wereld en deze afgeschilderd
als het werk van Gods Geest,
die overal harmonie en even
wicht komt brengen. In naam
van deze theologie hebben de
christenen eeuwenlang de ge
vestigde orde verdedigd en
zich afzijdig gehouden van al
les, wat op een revolutie leek.
Nu echter het statische we
reldbeeld begint te wijken voor,
een meer dynamische visie,
ontstaat het geschikte klimaat
om een theologie van de ver
andering, ook van de snelle,
alles omverwerpende veran
dering en dus van de revolutie
te ontwerpen.
Aanzetpunten voor deze theo
logie zijn niet moeilijk te vin
den. Ze liggen vervat ln de
woorden, waarmee Christus
zijn loopbaan als prediker be
gon: „De tijd is aangebroken
en het Koninkrijk Gods ls na
bij. Keer U om een geloof ln
de blijde boodschap". Zij
plaatsen de mens op leder
ogenblik van zijn bestaan voor
de kloof die er ligt tussen het
koninklijk Gods, dat op door
breken staat en de realiteit,
die deze doorbraak verhindert.
Als hij da oproep, die erbij
vervat ligt, verstaat, zal hij
met Paulus gaan uitroepen:
„Ik vergeet, wat achter me
ligt; lk zie reikhalzend uit
naar wat voor me ligt; lk houd
het doel ln het oog". Hier ligt
het materiaal voor een theo
logische visie op onze plicht,
de bestaande realiteit te ver
anderen, ja, als het moet re
volutionair omver te werpen.
Dat deze theologie tot nog toe
niet uit de verf ls gekomen,
moet waarschijnlijk aan twee
factoren worden toegeschre
ven. Ten eerste, dat het ko
ninkrijk Gods in de traditio
nele theologie te geestelijk, te
buitenwerelds ls gedacht: men
realiseerde zioh niet voldoen
de, dat het zich moest verwer
kelijken ln aardse gerechtig
heid en ln aardse liefde Bo
vendien werd het koninkrijk
Gods te veel gezocht in de per
soonlijke, individuele sfeer:
het stond gelijk met „heilig
worden". Borovol heeft in z'n
boven geciteerde rede ons in
ziens terecht gezegd, dat de
evangelische oproep tot totale
en radicale ommekeer (meta-
noia) in de traditionele theo
logie eenzijdig is uitgewerkt
voor het persoonlijke leven
„Vreemd is echter", zo stelt hy
..dat de christenen, zodra de
sociale verandering in het ge
ding komt, uitwegen beginnen
te zoeken, hun verantwoorde
lijkheid soms openiyk ontvluch
ten en gaan vechten voor de
verdediging van het sociale
kwaad, enkel en alleen omdat
dit reeds eeuwen bestaat en
langzamerhand een aureool
van eerbiedwaardigheid heeft
gekregen".
Volgens Borovol is de evan
gelische oproep tot ommekeer
tegeiyk een oproep tot revo
lutie. „Zo is het christendom
van nature revolutionair; en
het nieuwe leven, dat de chris-
telijke sociale ethiek van ons
eist, is meer radicaal nieuw,
meer revolutionair en meer
origineel, dan het nieuwe van
alle andere systemen of Ideo
logieën".
LS tienjarige Gerrle b|J het naar bed gaan haar bril en haar gehoor
apparaat aflegt, Is «d eenzamer dan een astronaut tijdens zdn ruimtewandeling.
De glazen In Gerries bril hebben een sterkte van plus 18 en plus 15. Het gehoor
apparaat heeft een versterkingsfactor die zo enorm ls, dat een normaal oor het
verschrikkelijke geluldsvolume niet zou kunnen verdragen. Via de loepglazen In
Gerries bril en vla de transistors onderhoudt het meisje uiterst gebrekkige ver
bindingen met de wereld. Worden de verbindingen verbroken, dan is zd doofbllnd.
Als Gerrle de bril opzet en als zij haar gehoorapparaat inschakelt, worden
er ln de donkergryze mist voor haar ogen, schaduwen zichtbaar en onderscheidt
zij geluiden als een soort cadans. Als ritmen.
Gerrle werd zes Jaar geleden naar het instituut voor doven te Sint-
Michielsgestel gebracht. Specialisten gingen zich met haar bezighouden. Zt]
wilden proberen om via de allerlaatste resten van het gehoor- en het gezichts
zintuig, voorstellingen, beelden, in het brein van'Gerrie te brengen en om haar
„taal" ta geven.
Toen Gerrle kwam had zy geen voorstelling van de wereld. De dichte mist
voor haar ogen en de absolute stilt* ln haar oren maakten dat onmogelijk. Zy
kon slechts pijn, warmte en koude, aangename streling en onaangename aan
raking, geuren en smaken ervaren. Een kind, dat op vierjarige leeftijd niet
veel meer van haar omgeving begreep dan een pasgeborene. Gerrle van Bok
hoven, één van Gerries onderwyzereasen ln „Gestel" zegt: „Ik sle haar nog
voor me zoals te toen was. Een ziek, hulpeloos vogeltje".
Na Jaren van Inspannend werk, na miljoenen pogingen om door de dichte
mist rondom Gerrle heen te dringen, tot déAr waar het licht van haar geest
gloort, heeft Gerrle nu begrepen dat er bulten haarzelf een wereldje bestaat, dat
niet bevolkt wordt door schimmen, doch door mensen met wie Je ln contact kunt
komen. Zij heeft „taal" gekregen. Emotie» werden tot woorden en woorden
tot begrippen.
De leider van de afdeling voor doofbllnd* kinderen tn Slnt-MIohlelsgestel,
Jan van Dijk (29), zegt: „Gerrle heeft praktisch prlvé-onderwijs gehad van
acht tien hooggekwalificeerd* deskundigen. En dat zee jaar lang, ononder
broken. Wij hebben goed* hoop, dat Gerrle dit Jaar, rond Kerstmis, sal weten
dat Christus geboren ls
Gerries geest ls even normaal als die van een kind dat over al zijn zintuigen
kan beschikken. Er ligt alleen een zware bolster omheen, die haar heeft
belet om langs natuurlijk* weg taal en beeldvoorstelllngen te verwerven. Zij
was een kind dat kón denken, maar geen woorden bezat om gedachten te
maken. Haar geest was helder genoeg om als projectiescherm te dienen voor
beelden. Maar door de grijze mist voor haar ogen konden beelden van de werke
lijkheid om baar heen niet tot haar doordringen. Woordloos en beeldloo» werd
Gerrie. Misschien moet lk haar vergelijken met een cocon waarin een vlinder
met toegevouwen vleugels wacht op een natuurwonder dat het sein is voor zQn
geboorte. De vlinder, dat to Gerries geest. Maar op natuurwonderen hoefde
zy niet te rekenen. Gerrle is gewekt door toedoen van mensen. Een eeuw ge
leden zou zij haar leven hebben gesleten als een onzinnige. Als die eeuw haar
althans het leven zou hebben gegund.
Met Kerstmis 1966 zal Genie la haar stilt* en Ir haar duisternis Iets ver
nemen over de geboorte van Jezus. Zes Jaar lang is er op haar Ingewerkt,
hebben degenen die haar uit de duisternis en de stilte willen redden, een trom
melvuur van eenvoudig* Informatie, vla tastzin, vla de geringe gezi oh ter eaten
en vla de theoretische gehoortesten, op haar losgelaten. Misschien zal het
eindresultaat zyn, dat Gerrle werkelijk begrijpt en doorvoelt dat ze niet alleen
is ln haar stilte en haar duisternis. Misschien. Want het werk met doofbllnd*
kinderen ls pioniersarbeid. Er zijn er twintig ln Slnt-Mlchlelsgestel.
Het ls een schokkende boodschap. De geest van Gerrle was zes jaren geleden
ongerept als de oerzee. Voorzover het héér betrof stond de ontwikkelings
geschiedenis van de mens stil. Gerrle was een uitdaging aan de genade. Als
er geen mensen zouden sljn gekomen, die sloh gingen Inspannen om Gerrle
begrip bij te brengen van de meest elementaire dingen over God en Schepping
die de menselijk* hersens generatie* hebben verworven, dan wist zy nu nog even
weinig van des* dingen af als de eerst* mens. De openbaring zou eenvoudigweg
halt hebben moeten houden voor t obstakel van twee falende zintuigen i gezicht
en gehoor.
Jan van Dijk «egt: „Als het Kerstmis ls, dan laten wij onze doofbllnd* kin
deren een magnesiumfakkeltje vasthouden. Dat zyn van die vonkenspattend»
dingen, ze noemen ie wel: „Sterretjes". Wij hopen, dat de kinderen ln hun
schemering die voorbyflitsende vonken zien. Dat zy de bltterscherpe geur
en het prikkelen van vonken, dl* op Je hand doven, als Iets unieks beleven.
Iets dat maar één keer per Jaar gebeurt. Dat unieke zal voor hen daardoor
misschien Identiek worden met „feeeteiyk". Hun geest zal de verwondering
leren ervaren.
abstraotles zoals „uniek", „feest", „gemeenschap" door een doofbllnd
kind ervaren kunnen worden, dan ls dat een enorme winst.
„Thuis" ls ook zo'n abstractie. Wie aanvoelt wat „thuis" betekent, kan
misschien ook tot het besef van de abstractie „vaderhuis" en de abstractie
„hemel" worden gebracht.
Veertien dagen voor de doofbllnd* kinderen met vakanti* naar huls gaan,
krygen zy een aardappel waarin veertien lucifers geprikt syn. Elk* ochtend
mogen zy één lucifer uit de aardappel trekken. Als de laatst* lucifer verwyderd
ls, komt het uur van vertrek. Na de eerste periode van „toeleven naar Iets
byzonders", weten de kinderen zelf al, dat by het verdwynen van het laatste
stokje, vader en moeder zullen komen om ze te halen, zy zitten dan al klaar
met het koffertje op schoot."
Jan van Dyk zegt: „wy hadden hier een kind, dat het begrip „moeder" alleen
maar kon Identificeren met het rode schort, dat die moeder altyd droeg. Dat
rode schort was het enige dat dit kind met zyn laatste gezlchtsresten van zyn
moeder kon waarnemen. Om aan dit kind het verschil tussen vader, moeder,
broertjes en zusjes duideiyk te maken, hebben wy het rode schort hier laten
komen. Toen dit kind na een lange poos met behulp van poppetjes een gezin
moest uitbeelden, vond haar tastzin de vader- en moederfiguren, die ze samen
ln één bed legde. De kinderen kwamen op een andere plaats te liggen. Dit kind
begreep, „zag" voor het eerst wat een gezin is."
Gerrle ls nu tien jaar. De mensen, die moeizaam een weg naar haar geest
banen, hebben frappante resultaten bereikt. Gerrie bezit een kleine woordenschat
en vorig Jaar heeft ze haar eerste communie kunnen doen.
Dit Jaar zal ze het bericht uit de wereld der horenden en zienden ontvangen,
dat Jezus geboren ls.
„Is uw katholiek-zyn een voorwaarde voor u om dit werk te kunnen doen
zoals het gedaan wordt?" vraag ik Jan van Dyk.
Resoluut antwoordt hy: „Nee. Maar wel: christen zyn. Alles wat hier gebeurt,
dat is toch chrlsteiyke realiteit? In een volstrekt onchristelijke maatschappij
zou dit werk nooit begonnen zyn. Wie louter op het praktisch nut afgaat,
zou zulke zwaar gehandicapte kinderen niet in leven laten. B(j sommige primi
tieve stammen ln Afrika, las ik laatst, worden zwaar gehandicapte kinderen
na de geboorte door de grootmoeders gedood. Een soort iraditle van een heidense
samenleving, die ingericht is op het recht van de sterkste
Chrlsteiyke gemeenschappen doen dat anders, zy zeggen niet: wy zullen
deze kinderen uit hun ïyden verlossen, maar: laat ons alles doen om hen vAn
hun ïyden te verlossen, door ze te leren het te aanvaarden en ermee te leven.
Dat Is een pure akt van liefde.
Vraag aan de directeur van 't Instituut voor doven, pater Jan van Eyndhoven:
„Kweekt u hier geen geconditioneerde mensen? Leert een dove en ln nog sterker
mate: een doofbllnde, de twyfel kennen waarin de huidige gelovige moet leven
en waaruit een nieuwe zekerheid kan groeien
Hy antwoordt met stelligheid: „wy zien herhaaldeiyk bewyzen, dat onae
oudere en oud-leerlingen een waarachtig chrlsteiyke levenshouding hebben
aangenomen, die bovendien helemaal van deze tyd is. Het zou betrekkeiyk
eenvoudig zijn om de dove mens, die aan ons wordt toevertrouwd en die wy
helemaal vormen, op te kweken tot een soort laboratoriumchristen. Maar wy
voelen zelfs niet de verleiding daartoe. Opvoeden tot vryheid moet het doel zyn.
Pas dan ls de dove waarachtig ln staat om volledig mens te zyn.
Wy hebben prachtige roepingen onder onze leerlingen. Echte, beproefde
roepingen en géén imitaties die de doven hebben ontleend aan dit Internaat,
waarin (het moet gezegd) het chrlsteiyke voorbeeld eten en drinken is.
Het zou verleldeiyk kunnen zyn om van dat chrlsteiyke voorbeeld, voorzover
zich dat ln een vorm (de vorm van rellgleua-wordenuitdrukt, alleen het
uiteriyke kenmerk over te nemen.
Maar nee, onse doven weten heel vaak Juist de Inhoud van het chrlsten-zyn
te vatten.
Dat betekent dat de boodschap die wy willen uitdragen, overkomt."
TOM KOOPMAN