ROMANS EN VERHALEN SINTERKLAASGESCHENK VOOR „MENSEN DIE ALLES AL HEBBEN"? Geef een kunst boek Pluim op vele jeugdboeken INFORMATIE VOOR IEDEREEN VRIJDAG 2 DECEMBER 1966 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 Nog even en het is weer Sinter klaas. We weten dat er nóg heel veel mensen zijn die zich suf prakkizeren over wat het goede geschenk zal zijn. Dat wordt elk jaar moeilijker omdat er ge lukkig elk jaar weer meer mensen zijn die „alles al hebben". Natuurlijk blijven er het pseudo- antieke spinnewiel, de wijnhevel dia nooit gebruikt zal worden of de barometer in een nóg meer bizarre uitvoering. Maar wij heb ben een betere tipgeef een kunst boek. Beeldende kunst is in tegenwoordig. De vele tienduizende bezoekers van de belangrijke tentoonstellingen, die er dit jaar waren, bewijzen het. En kunstboe ken zijn er te kust en te keur. Voor men sen, die „geen tijd hebben om te le zen" zijn er prachtige platenboeken met aan kijkgenot. En talrijk zijn de min of meer kostbare boeken, die dank zij in ternationale samenwerking met een on gekende rijkdom aan illustraties ver sierd zijn en die daarnaast een verant woorde tekst bieden. Kunst van Europa Onder de laatste categorie valt Kunst van Europa, de rijke Elsevierreeks, die volgde op Kunst der Wereld. Er is pas een nieuw deel in uitgekomen: ..Klassiek Griekenland", door K. Schefold op bij zonder nauwgezette wijze behandeld. Het beschrijft de grote periode van de Helleense kunst. Interessant daarbij is, dat de Griekse schilderkunst van die tijd op voet van gelijkheid wordt behandeld met bouw- en beeldhouwkunst. Door deze opzet zal ook de kenner van het be handelde tijdvak in dit boek ta( van on gekende aspecten aantreffen. Ten hoog ste interessant zijn de niet eerder gepu bliceerde ideeën, die uiterst gefundeerd lijken, over een gewijzigde opstelling van de befaamde Atheense tempelfrie zen. Hier zal zelfs de vakman met grote interesse kennis van nemen. De uitvoe ring is zo voortreffelijk als we van deze reeksen gewend zijn. Bouwkunst der Eeuwen Oók internationaal van opzet is een prachtige nieuwe reeks „Bouwkunst der Eeuwen", die voor Nederland wordt uit gegeven door J. M. Meulenhoff te Am sterdam. Er komen 24 delen, waarvan er thans drie verschenen zijn: Maya, Egypte, De Barok. Ze zijn schitterend geïllustreerd met tal< van detailfoto's, maar we zouden deze delen toch bepaald niet onder de categorie „kijkboeken"" willen rangschikken. Daarvoor is de tekst te gedegen en te veelomvattend. Interessant is dat telkens een verbin ding wordt gelegd tussen de behandelde periode en de bouwkunst van nu. Pedro Ramirez Vazquez kon dat uiteraard ge makkelijk doen in zijn inleiding op Hen ri Stierlins „Maya" omdat de moderne Mexicaanse architectuur graag en. bij zonder bekwaam teruggrijpt naar die boeiende kunst. Maar de grote ar chitect Marcel Breuer toont in zijn voor woord op Jean Louis de Cenivals „Egyp te" aan dat ook de kunst uit de tijd de farao's nog inspirerend werkt op de bouwkunst van nu. En Hans Scharoun onderkent in zijn voorwoord van Pierre Charpentrats „Barok—Italië en Midden De mens blijft nieuwsgierig naar de mens in verleden en heden Juist door dit aantonen van actuele eeuwigheidswaarden in de stijlen van weleer lijken de delen van „Bouwkunst der Eeuwen" ons een ideaal-geschenk voor architecten en bouwkundigen. Maar ook voor de leke-kunstlievenden, die de voornaamste der kunsten er door an dere ogen mee kunnen leren zien. Van renai van een van Europa's voornaamste cul turen op de hoogte willen stellen. Om te eindigen een pocket tussen-de- kunst-en-crime; geen standbeeld voor Han van Meegeren. Het boekje is van Marie Louise F. C. Doudart de la Grèce. Zij schreef twintig jaar geleden al een boejt over deze meestervervalser en ver haalt in deze uitgave de omstandighe den waaronder dat boek ontstond. Inte- Faqade van de kleine tempel van Abu Simbél; illustratie uit Egypte (Bouwkunst der eeuwen). ressant als document, vooral om de rt me excerpten van requisitoir en plc dooi, zoals die destijds in de rechtzaak Han van Meegeren zijn uitgesproken. (Uitg. Ned. Keurboekerij N.V., Amster- Hoe dikwijls men het nabije einde van de roman al heeft voorspeld, hij wordt nog altijd gelezen en dus geschreven en nog altijd lezen de mensen verhalen en blijven de schrijvers ze vertellen. Volgens Simenon doen ze dat om de angst van hun medemensen en van henzelf te bedaren. Wellicht komt het ook omdat de mens in het algemeen althans nieuwsgierig is naar de mens en dat het leven dat z ij of hij leidt aan die nieuwsgierigheid niet geheel voldoet. Daarom lezen sommigen ook graag romans die echt gebeurd Meer dan onderhoudend is Michael Fa- rell, wiens Het lot van Anderen bij W. van Hoeve te Den Haag verscheen. Het werd door sommigen zelfs als een meesterwerk beschouwd. Het is het verhaal van een Ierse jongen, die aan de Paasopstand deelneemt, zijn geloof verliest en als hij op het punt staat te vluchten wordt gevangen genomen, een boeiend en ontroerend verhaal, dat ons meer dan aan grote moderne romans aan die van de negentiende eeuw her- Dat doet De Reuzendwergen Gisela Eisner, dat bij J. M. Meulenhoff te Amsterdam uitkwam, bepaald In de avonturen van de kleine Lothar Dingelding laat ze zien hoe de volwas senen zijn, ze gebruikt alle trucs van de laatste tijd om de situatie van de verschrikkelijke wereld te tonen waarin de kleine Lothar zich bevindt. Al gaat het over een kind, het is geen boek voor kinderen. Met al de gekunsteldheden die op het ogenblik in zijn slaagt Gisela Eisner er niet in deze tragiek geheel te realise ren, waar te maken, veel minder al thans dan Shirley Ann Grau in De Wachters van het huis, dat bij Else vier te Amsterdam verscheen en de geschiedenis verhaalt van een in Amerika, die na de dood van eerste vrouw in het geheim met eer gerin trouwde. Shirley Ann Grau tracht niet in het minste de lezer te overbluf fen, ze laat alleen zien hoe dit huwe lijk, als het eenmaal ontdekt wordt, verontwaardiging wekt en hoe het fat soen van de man, die deed wat hij hoorde te doen, op zijn kleinkind ge wroken wordt. Hier ziet men het wer kelijke Amerika en het grootste pro- Dagboek van een kamermeisje De Wachters van het Hiis, indrukwek kend als het is, heeft ook iets ouder wets en dat is uiteraard het geval met een geheel ander soort boek. dat voor het eerst in 1900 verscheen. Het werd de best-seller van dat jaar. Toen was het Dagboek van een kamermeisje nog onthullend, sindsdien hebben we wel een en ander meer op het gebied van onthullingen meegemaakt. Ostave Mir- beau heeft het kamermeisje, de fami lies waar ze dient en die ze veracht in al hun vulgariteit weergegeven, maal lezers met kennis van het menselijk bestaan en voor die werd het geschre ven zullen de echtheid in deze fantasie, die bij de Arbeiderspers te Amster dam verscheen, zeker weten te onder scheiden. Verhalen kunnen soms prach tiger en imponerender zijn dan grote romans, de verhalen van Isaak Babel bijvoorbeeld van wie bij Moussault te Amsterdam reeds de derde druk ver zijn, historische romans. In de Forum Boekerij van Ad. M. C. Stok te Den Haag kunnen ze dan terecht bij Heerser zonder Kroon van Edgar Maass, die de romantische geschiedenis vertelt van koningin Caro line Mathilde van Denemarken en haar lijfarts dokter Struensee, een geschiedenis, die om haar romantiek tot drama's aanleiding heeft gegeven en het door dit boek van Maass ook tot een film bracht. Maass legt het er nu en dan een beetje dik op, maar hij is onder houdend. scheen. Hij is een meester in de kunst van de vertelling evenals Stig Dagger- man wiens bundel Natte Sneeuw bij de Bezige Bij te Amsterdam uitkwam Bernlef vertaalde hem. Men ervaart er tragisch de menselijke eenzaamheid, de angst, het schuldbesef en de hoop op verzoening en uitkomst in toch zeer verschillende vertellingen van een ver rassende oorspronkelijkheid. Meesters in de ironie Een geheel eigen toon hebben door gaans de verhalen van joodse auteurs, meestal meester in de ironie, de hu- door en, door die humor en die ironie in de tragiek. In de Zuidafrikaanse ver halen van Nadine Gordiner: De Zachte Stem van de Slang, verschenen bij Con tact te Amsterdam en in de Jiddisje verhalen; De Spinoza van Warschau door Isaac Bashevis Singer, bij Polak en van Gennep te Amsterdam uitgeko men, treft men die mengeling van de ironie en het navrante of macabere, die zelfspot en die weemoed. Zij eisen evenals de verhalen van Isaac Babel en Stig Dagerman volwassen lezers. ce tot heden categorie: Fem Rijksen-den Breeje. Het is een kunstgeschiedenis voor jonge mensen. De wereld en óók een uitgave van eulenhoff, en .Miller nog onlangs vai ofschoon geheel op zichzelf staande steeds gecompliceerder bedoeld als vervolg op twee vroeger bij de Kon. van Gorcum en Comp. te Assen verschenen delen „De rode draad". Het is een fraaie uitgave, waarbij het de schrijfster kennelijk meer te doen is ge weest om de gang van de kunstgeschie denis te schrijven dan die kunstgeschie denis zelf. In het begin zijn* er nogal la cunes, maar de rode draad wordt wel duidelijk getrokken en de manier waar op die logischerwijze naar de kunst van vandaag voert, benevens de manier waarop die kunst van vandaag wordt be handeld. is bepaald even voortreffelijk als de zeer royale wijze waarop het rijk- gehlustreerde werk is uitgevoerd. Maar informatie is er. o' dan misschien ooit te krijgt lei gebied. Op historisch gebied verschc nen nog kort geleden werken die iedereen geschreven zijn en toch be paald niet de degelijkheid verwaarlozen. Van de schrijfster van het befaarr boek „De Kanonnen van Augustus, B bara W. Tuchman, verscheen in de A bo Reeks te Utrecht nu een vertali leven zoals Arthur Vlaamse historie, lang geleden opge- aststelde worden I schreven door Marcus van Vaernewijck Het wordt en. wat beknopt, opnieuw gepresenteerd ijs te worden. door Heideland te Hasselt: Van de be- overvloediger i 'Bi Ook in pockets U wilt wel een kunstboek geven, maar vindt een paar tientjes teveel? In de pocket-categorie kunt u ook voortreffe lijk terecht. Ga maar eens neuzen bij de uitgaven van Het Spectrum, Elsevier, Meulenhoff en de Zwarte Beertjes. Of bij de Palladiumreeks van W. de Haan te Hilversum, waarin „Kunstschatten van Spanje" verscheen. Auteur: dr. Anne Berendsen, dus: prettig-leesbare en goed verantwoorde tekst. Met de vele illustra- fijn bezit voor Spanje-vakantie- reizigers alle anderen, die zich iets aparts. jaren 1890-1914" De Trotse To :ijd beschrijft der illusies die ïonnen van Augustus zijn e Barbara W. Tuchman laat er ten van zien. ook de wrede, naast de sentimentele. Het is tig verhaal geworden tegelijk hi: even boeiend als informatief. Een werk dat terecht al een grote faam verwierf evenals „De kanonnen van Augustus" en „De Trotse Toren is de Koningin, Maria van Hongarije, Landvoogdes der Nëderlanden van dr Jane de Jongh, waarvan bij Querido te Amsterdam reeds de vierde herziene druk verscheen. Voor de liefhebbers de historie in Nederland bepaald doorHeidelland t roerlijke tijden voornamelijk in Gent De katholiek, mer van hart en spitser van geest dan de meesten van zijn tijdgenoten het; katholiek hetzij protestant. Hij vond de vervolging om den gelove wat namelijk een bedenkelijke zaak. Voor lezers van de bijbel zijn de deeltjes Zo als gezegd is over. steeds weer interes sant. Er verschenen bij W. de Haan te Hilversum weer enkele nieuwe over Job, over de psalmen en nu ook over het Nieuwe Testament: over Het komen van de Messias. 'N bijzondere reeks informatieve boe ken, met een betrekkelijke korte, maar uitstekende tekst vindt men in „Drei- klang", waar men tekst, beeld en klank bijeen vindt, de boeken zijn namelijk rijk geïlustreerd en er wordt, voor de gezongen of gespeelde muziek, een klei ne langspeelplaat bijgevoegd. Er is een voortreffelijk deeltje over Spaanse dans, een deeltje over\de etsen van het leven van Jezus van .Rembrandt met muziek van Heinrich Schütz, een deeltje over de liederen der Hongaarse Poestza en een deeltje over de zang der Indianen én der cowboys. Ze verschenen bij het Urs Graf-Verslag te Freiburg in Breisgau. Ze zijn bijzonder geschikt als geschenkboek. Voor natuur liefhebbers gaf Elsevier te Amsterdam Zeevissengids uit met niet minder dan achthonderd kleurenillustraties en systematische tekst. De oorspronke lijke titel is Havfisk og Fiskeri I Nord- vesteuropa, Zeevis en Visserij in Noord- 'est Europa. Bent J. Muus is de auteur, C. Niesthoven en Fr. de Graaf ver taalden het. Vooral nu de sportvis- serij op zee toeneemt en het visserijbe drijf steeds meer wetenschappelijk be- beoefend gaat worden is een boek als dit, degelijk, zakelijk. goed geïllus treerd, een waardevolle publikatie en, eventueel, een waardevol geschenk. Mies Bouwman boort bron aan voor klokje van zeven uur De tijd van surprises en schenken, van vol verwachting kloppende kinderharten, het sfeervol avondje is ook de tijd waarin vele tienduizenden kin derboeken over de toonbank zullen gaan. Wie kan er door de bomen het bos vol cadeaus nog zien? Voor wie op de ver langlijstjes de simpele aankon diging „een boek" ziet staan, wordt hier een vrij willekeurige greep gedaan uit de nieuwste titels, in de hoop aspirant- Sinterklazen enigszins wegwijs te maken in de doolhof van kinderboeken. Moeders mooiste Dat ene verhaaltje vóór h"l slapen gaan, grimmig struikel blok voor honderdduizenden goedwillende ouders, die karig bedeeld zijn met fantasie en daarenboven rond het klokje van zeven uur zelf aanvechting krijgen om naar bed te gaan. is voor quizmiss Mies Bouwman uitgangspunt geweest voor een speurtocht naar schrijvende moeders, die het verplicht vonr- leesnummer op de rand van het kinderbed zouden kunnen over nemen. ..Kinderen", zegt ze. ..vinden van alle verhalen ln de wereld er altijd ééD het mooist. Dat mooiste verhaal hoeft niet goed te zijn. dat mooiste verhaal kan volgens ons ouderen zelfs stomvervelend zijn. Voor een kind doet dat er allemaal niet toe. Het vindt of hoort er iets in wat het in geen ander verhaal vindt of hoort en daarom is dat het mooiste ver» „Eerst verslikte het vossejong zich nog een paar keer, maar toen begon het helemaal alleen te lebberen". (Uit Heintje en Roodstaart). haal dat er bestaat en moet het s verteld' Uit haar eigen jeugd herinnert ze zich nog slechts één verhaal over een kabouter met pukkels op zijn neus. die dom was maar knap wou lijken. „Som? als moeder geen inspiratie had. probeerde ze er een avond rood kapje of kleinduimpje doorheen te vlechten, maar onverbiddelijk riepen dan mijn zusjes en ik: „Pukkelneus. wij willen Pukkel- neus". Nu, zoveel jaar later, zit ik iedere avond aan de bedjes van mijn kinderen met hetzplf- de probleem. Ze willen geen sprookjes van Grimm. geen wonderlijke avonturen van Keesje Goudzoeker, zelfs geen latere versie van kabouter Puk kelneus. Ze willen alleen en uitsluitend mijn zeer vrije en moderne versie van de prinses op de erwt. Ik kan het zelf niet meer horen .ik kan er niet meer om lachen, ik geneer me zelfs als lk het weer vertel, maar zij zijn één en al oor, gillen van de pret en gaan daarna tevre den slapen. Nu zijn er onder de duizenden moeders van Nederland enkele tientallen, die niet alleen kin derverhalen vertellen, maar ze ook schrijven. Ze kennen ons probleem dat ook het hunne Is En zij hebben op mijn verzoek in eigen werk gezocht, naar (lat verhaal waarmee ze bij hun eigen of andermans kinderen het meeste succes hadden" Het, resultaat: een indrukwek kende turf. die als motto „Moe ders mooiste" meekreeg Een moderne kinderbijbel, waarvan de evangelies geschreven zijn door bekende en onbekende moeders. Men treft er bekende namen aan- Lea Smulders, Mfep Diekmann. Annie Schmidt. Harriet Freezer. Letty Koster man. Mies Bouhuys, Annet van Battum en Mischa de Vreede. Men treft er eveneens onbeken de sterren aan: C W Meyer- Bossema, Anneke Bloemen. Gerda van Cleemput. Eugenie In collectieve eensgezindheid hebben zij een verzameling kin derverhalen bijeengesprokkeld, waaruit leegge fantas eerde va- ders en moeders nog jaren kun nen putten. De kwaliteit van de bijdragen verschilt weliswaar de persoonlijke voorkeur spreekt hier een hartig woordje mee maar elk verhaal haalt ruim schoots een voldoende. Zelfs de versie van de prinses op de erwt. die samenstelster Mies Bouwman aan dit monument heeft bijgedragen („Moeders mooiste", uitgeverij De Fontein, Utrecht! Reintje en roodstaart Niet alleen ln ons land. ook ln Frankrijk bekroont men kinder boeken. „Reintje en roodstaart" van May d'AlenQon is zon uit verkoren verhaal, dat drie jaar nadat het de Prix Jeunesse neeft behaald ook voor de Nederlanse Jeugd een „vpen boek" is geworden, dank zij de in het eerste hoofdstuk hier en daar wat stroeve, maar overi gens voortreffelijke vertaling van T. Bakker Het is een ple zierig. romantisch verhaal over de twaalf jaar oude. roodgekuif- de Reint je. die weeskind is en het bovendien met zijn pleeg ouders een boerenechtpaar niet al te best heeft getroffen. Dat neemt niet weg dat. menig stadskind jaloers zal zijn op Reintje, die wonderlijke avon turen beleefd in en vooral rond de boerderij: het beukenbos, het wildé zwijnenbos. het komdal met. het vossenhol en de hut van Platzak de zwerver en de jeneverbessenberg met aan de voet daarvan het even gezellige als rommelige huis van kunst schilder Wapperbaard. Wie over te weinig fantasie beschikt om er zich met behulp»van de tekst alleen een voorstelling van te maken, vindt in het boek een grote plattegrond van het avon» turenrijk van Reintje. een van de zeer vele en fijne tekeningen van Rolf en Margret Rettich, Reintje ls dikke vrienden met atïe dieren, maar vooral met Roodstaart, het vossejong. ook al een weeskind, dat te jong zijn moeder verliest, maar door de goede zorgen van Reintje aan het eind van het verhaal nog vrolijk door het bos dartelt. Hoe het zover komt vertelt May d'Alen$on in zinnen, die regel matig pretlichtjes te voorschijn toveren in de ogen van Jeugdige lezertjes. Bi in die van oudere, die nog tijd kunnen vinden om plezier te beleven in heb voor lezen van hun spruiten. („Rein tje en Roodstaart", uitgeverij Leopold, Den Haag). De Indianen jongen en zijn paardje Tekeningen van Margret Ret tich vinden we terug in „De In. dianenjongen en zijn paardje", een minder poëtisch-romantisch maar meer direct en ook span nender „klaver 4 boek" van de Duitse schrijver K. Recheis Zoals uit de titel blijkt brengt het de lezertjes ook al in con - tact met de dierenwereud. dit maal met een glanzend witte pony. Op de eerste pagina ont dekt Witoe .de Indianen jongen het paardje aan de rand van een bos, maar pas op de laat ste bladzijde kan hij er definitie I bezit van nemen. Wat daai allemaal aan vooraf gaat ls dr moeite van het lezen waan! (..De Indlanenjongen en zijn paardje", uitgeverij Ploegsma. Amsterdam) Jantje en zijn vrienden Niemand minder dan Johan Fabricius neemt het. geholpen door tekenaar Wim Bijmoer, op voor Jantje, die in de zomer eenzaam achterblijft, als al zyn vrienden met vakantie gaan; Pietje van de slager mei zijn ouders in hun bestelwagen no- tabene helemaal naar Spanje Langs meer wonderlijke dan logische wegen belandt Jantje tenslotte nog veel verder: ln Afrika. Koko. een Artisaap. en Sebastiaan. een zwervende hond. helpen Jantje op weg en ver-gezellen hem. Na deze Inzet kan de reis niet. stormachtig rp- noeg zijn en gpen schipbreuk te verschrikkelijk Er is altijd wel een goede, ouwe zeeschildpad, die de drenkelingen naar een onbewoond eiland brengt, waar hen niet alleen 'n zpprovereschat wacht, maar gelukkig ook pro fessor F.'oenraad. die op het be slissende moment met zijn bal lon als een reddende engel uit de hemel daalt. Eindelijk in Afrika aangekomen lijkt het een eindeloos avontuur te worden, maar tenslotte keert Jantje toch gewoon met een vliegtuig terug om zijn vriendjes met reisver halen te overtroeven. („De avon turen van Jantje en zijn vrien den Koko en Sebastiaan, uit geverij Leopold. Den Haag). De dingen maken muziek Carl Hollander heeft leuke en tevens goede tekeningen ge- maakt bij een kleine veertig versjes van Henk Kooyman. waar geen kind moeite mee zal hebben en die voor het meren deel goed geslaagd zijn. Wie Batman en zijn t.v.-trawanten de rug heeft toegekeerd, zal wel licht wat dromerig willen lezen (of horen voorlezen) van „De golven ,de golven ze rijden, ze rollen als water, dat over het water komt hollen!" („De dingen maken muziek", Marleent je en de kabouters Een Vlaamse arts, M. Cocne uit Antwerpen .die de behoeite heeft om meer te schrijven dan recepten alleen, heeft ln uit stekend Nederlands een lekker lang sprookje verteld. HIJ doet dat volgens het geijkte recept: Marleentje gaat slapen, kabou ter Schaterlach zit plots op haar kussen en weldra ls Mar leentje net zo klein getoverd als Schaterlach en kunnen de sprookjesavonturen pas goed beginnen. Het is echter een recept, waar kleuters zelden ge noeg van kunnen krijgen. Dat geldt ook voor de Illustraties van Tiny van Asselt. („Mar leentje en de kabouters", ultge- gevery J. H. Kok. Kampen).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 7