ook VOOR JOU ^jtdeWteatjd In de Krantentuin EEN JAAR KLAS MET IN VIJFDE PIET HEIN ONS KNUTSELHOEKJE IN V00RH0UTS TELL-STAR: TO BEAT OR NOT TO BEAT PAGINA 6 DE LEIDSE COURANT ZATERDAG 38 NOVEMBER 1966 Ziezo, nu kon het vissen eindelek be ginnen. Vader deed wormen (pieren) aan de haakjes, vertelde hoe ze konden zien wanneer ze beet hadden en wanneer het juiste moment van ophalen gekomen „En denkt erom, dat je zo weinig mogelijk beweging en leven mag maken, want vissen zien, horen en voelen mins tens zo scherp als jullie zelf. Iedere keer dat je ze door eigen schuld verjaagt, duurt het een poosje voor ze weer dur ven terugkomen. Je moet zelfs zachtjes Inleggen". Toen de jongens dat zo gedaan had den, maakte vader zich zelf vlsklaar. Even later riep Hein heel zachtjes: „Pa, ik geloof dat ik beet heb". „Mooi zo. houd je hengel rustig en haal pas op als je dobbertje onderduikt". Nog geen 10 tellen later maakte Heins hengel een machtige zwaai en een mooie voorn kwam even boven water en viel toen weer in de sloot terug. Een kreet van teleurstelling weerklonk. „Ja Hein, dat is je eigen schuld, je haalde veel te wild op en dan trek je zo'n klein haakje, dat misschien nog niet al te best vast zit, weer uit de bek van de vis; maar een volgende keer be ter; aldoende leert men". Papa hielp 'n nieuwe worm aan 't haakje rijgen en hoopvol liet Hein z'n sim weer in het water dalen. 't Was net of een vis op dat moment had liggen wachten, want weer kreeg Hein beet en een moment later schoot z'n dobber naar de diepte. Nu gaf hij eerst een klein rukje en toen hij voelde dat de „bijter" vast zat. haalde hij rustig een mooie baars op. Nu was het een kreet van triomf die onwillekeurig weer klonk. Maar het gezicht van Piet ver- vertoonde geen blij medeleven. Hij was jaloers op zijn evenoude broer. Daar hij meende dat vis graag onder het kroos school, legde hij eens in naast een klein bedje van dat dichte groen, ten minste dat leek zo. Opeens maakte zich iets los uit 't groene besje en Piets dob ber schoot naar de diepte. Hij haalde op en .een grote kikker spartelde aan 't haakje! Piet wist niet, hoe hij kij ken moest, maar toen vader en Hein dubbel sloegen van 't lachen, deed hij toch ook maar mee. Toen de vreemde „vis" bevrijd en weer t£ „wajer was gelaten, ging de visserij verder en met veel succes», 't Leek wel of ze in de sloot tussen een hele school terecht waren gekomen. De ene voorn en bliek na de andere lieten zich blijk baar gewillig vangen, alsof 't voor hen een leuke sport was. Voeg daarbij de baars van Hein en een mooie brasem door vader gevangen en je zult be grijpen, dat er flink leven niet in de brouwerij maar in de grote em mer was ontstaan. „Jongens, even pauzeren voor een appeltje en een beetje snoep!" Daar hadden ze natuurlijk oren naar. Nog even in 't heerlijk malse gras liggen, terwijl vader een pijpje rookte, en dan maar weer aan de slag. Toen Piet een mooi klein vorentje ving, besloot vader te proberen, of hij daarmee mis schien een snoek kon verschalken. Hij schoof wat verderop, waar vrij veel kroos lag met mooie open plekjes er tussen, die tot inleggen uitnodigden. Maar 't bleef voorlopig rustig rond 't kalm heen en weer zwemmende aasje. De jongens, die af en toe nog wel een succesje boekten, besloten de arme papa eens te plagen. „Pa, als u er soms een kanjer aan krijgt, die u veel last veroorzaakt, roep ons dan en we komen met 't net om te helpen hem eruit te slepen." Doch nauwelijks had vader de spotters met z'n wijsvinger bedreigd, of er ont stond een heftige beweging in het wa ter en met een vaart verdween de dobber onder het kroos, 'n Paar minu ten bleef de sim stil liggen, toen sneed ze plots door 't groen en dat was voor papa 't teken, dat de snoek vast zat. Hij wenkte nu de jongens, die al ge merkt hadden, dat er echt iets aan de hand was. Toen ze genaderd waren, had vader de snoek reeds tot vlak aan de kant getrokken; voorzichtig mocht Hein toen het net onder het grote beest brengen en 't ophalen. Jongen, jongen, wat 'n feest. „Hoeveel zou ie wel we gen?, vroeg Piet. „Misschien wel tien „Ho, ho, zei vader, 't zal meevallen, als hij de helft weegt, maar in ieder geval is 't een prachtdier, dat niet eens in de emmer kan. Wacht Piet, ginds is de sloot maar heel smal, zo dat je er makkelijk over kunt sprin gen. Hier is mijn zakmes en snijdt daarmee van de wilgenstruik aan de overkant' een stevig takje af. Dat ha len we door zijn bek en dragen hem „En nu. jongens, naar huis, ik denk dat moeder de boterhammen al klaar heeft. Ik draag de emmer, die 't zwaar ste is, en jullie om beurten de hen gels of de snoek. Maar pas op, dat deze niet langs je broek spartelt, want dan komt die vol slijm te zitten." Wat hadden ze een bekijks onder weg en wat werden de jonge vissers thuis bewonderd! CORRESPONDENTIE Treesje Wessendorp, Leiden MIJN LEVENTJE Ik ben geboren 24 december 1957 in Leiden. Mijn broers en zussen waren erg blij met mij. Mijn moeder zegt, dat ik een schattige baby was en erg zoet. Toen ik 1 jaar was mocht ik mee naar oma in Gouda. We gingen met de trein. Later, toen ik een jaar tje ouder was, ging ik bloempjes pluk ken bij andere mensen. Eens gooide ik een vaas kapot; mijn moeder was niet thuis. Ik wil slim, ik ruimde de boel op en verstopte me. Toen mijn moeder terug kwam zocht ze me overal. Met mijn vierde jaar ging ik naar de kleu- Ik zag bij juffrouw v. d. Fluit en ook bij mijn vriendin Suzan. Ik zat hele maal vooraan en ging dikwijls teke- Suzan is mijn vriendin; ik ga vaak bij haar eten en zij ook bij mij. Toen -ik naar de eerste klas ging, vond ik het niks leuk. Ik ging nog dikwijls naar juffrouw v. d. Fluit. Nu vind ik het wel erg fijn op school. Ik mag wel eens afwassen een afdrogen. Ik zit nu in de derde klas bij juf frouw De Leeuw. Er zijn in de klas parkieten en gewone vogels. Allemaal de groeten van Treesje Wessendorp. Ook Elsje Buil, Leiden, vertelt Iets MIJN LEVENTJE Ik heet Elsje Buil, ik woon in Lei den, waar ik ook geboren ben, en dat was op zaterdag 30 augustus 1958, des morgens om kwart voor tien. Over mijn eerste jaren kan ik niet zoveel vertellen, daar weet ik niets meer van. Mama heeft wel verteld, dat ik pas laat leerde lopen. Op een foto heb ik ook wel gezien, dat ik een klein dikkerdje was. Toen ik vier jaar werd, ging ik naar de kleuterschool. Dat was erg leuk. We konden er fijn spelen. Als het mooi weer was, gingen we wel eens wan delen of een enkel keertje naar de speeltuin. Op de speelplaats hadden we ook speelgoed, zoals een glijbaan, een wip, een skelter en een klimhek. Daar kon je zo fijn op kopje-duike len. Ik heb ook nog een poosje een bril gedragen. De eerste dag, dat ik hem op had, regende het erg. Ik moest hem van mijn moeder in miin zak doen en toen ik op school kwam, was ik hem kwijt. De juffrouw ging toen mee zoeken. We vonden hem in een plas. Toen ik zes jaar werd, ging ik naar de eerste klas. In dat jaar heb ik ook mijn eerste communie gedaan. Dat jaar ben ik ook in Nunspeet op vakantie Die kleine mobile (zo noe men ze zo'n ding) ziet voor 'n venster er bijzonder leuk uit. Het is gemaakt van 2 x zes tandenstokers of andere dunne stokjes, die, zoals fig. A aangeeft, op een rond kartonplaatje worden opgeplakt. Als de lijm goed droog is, neemt men 'n knotje wol. waar van men 't ene eind aan de kartonschijf kleeft, met de rest 'vormt men 'n spin- neweb. Men wikkelt de draad om de ene tanden stoker (zie fig. B), spant hem strak niet te sterk en slaat hem om 't vol gende stokje en wikkelt dan maar door tot nog rt 1 cm van de stokjes vrij zijn (C). Knip de draad dan door, vadem hem in 'n naald en trek hem dan voorzichtig onder de om wikkeling van een tanden- Bevestig nu een uit naai garen gemaakte ophanger aan het spinneweb. Maak daarna een twee de spinneweb, maar in anderekleur. "Bevestig beide met kleefband, zodat ze voor de schijf hangen. „Oh, wat mooi!" roept hij bij 't aanschouwen van zo iets schoons. „Hoe komt het, dat de zon zo rood is, als zij onder gaat en ook wan neer zij 's morgens op komt?" „Ja, dat is niet zo eenvoudig om 't aan 'n kleine jongen te ver klaren", antwoordde z'n vader. „Maar ik zal 't toch proberen. Het kleurverschil ligt daar aan: het licht van de zon komt in stralen naar de aarde, die op haar beurt ook licht stralen terugzendt, die men atmosfeer noemt, waar de zonnestralen niet steeds even mak kelijk doorheen drin gen. Als de zon nu over dag hoog aan de hemel staat, is de weg van haar stralen korter dan wanneer de zon dichter bij de horizon staat. En die langere weg nu door de atmosfeer bewerkt (veroorzaakt) dat de kleur van haar stralen verandert en rood geweest. Het was daar erg fijn, met veel bossen. Dit jaar ben ik dikwijle naar het zwembad geweest en heb daar heerlijk gezwommen. Ik heb van mijn moeder een rwemabonnemeot gekregen. Mijn vriendinnetje kon al zwemmen en zij heeft het mij geleerd, daarom kan ik nu al een beetje zwemmen. Ik ben pas jarig geweest en heb veel gekregen, drie leesboeken, stel ten, een toverlei en kleertjes voor mijn pop. Daar kan ik nu ook weer mee spelen. Vier meisjes zijn er op mijn verjaardag geweest. We hebben leuke spelletjes gedaan en film gedraaid. Nu is mijn verhaaltje uit, want wat er in mijn verder leventje komt, weet ik nog niet. Cobie Bavelaar, Leiden DE HERFSTVAKANTIE Je kunt buiten al zien, dat het herfst is, want de bladeren vallen van de bomen. De straten liggen vol afge vallen, bruine, rode en gouden blade ren, daar kun je zo fijn met je schoe nen doorschiffelen. Er is een meisje uit Spanje bij ons geweest. Ze blijft 4 dagen bij ons slapen. Vrijdag was mijn neefje jarig, toen heeft het Spaanse meisje ook het feest meegevierd, 's Morgens hebben we gezellig gegeten en heeft Meriedes een gedichtje in mijn album geschre ven. Dat vind ik erg leuk; ook haar naam vind ik leuk. Ze heeft ook Spaans tegen ons gepraat, maar ik kon er niets van verstaan. We zijn ook een dag naar mijn tante geweest. We hebben daar een film gezien van de vakantie. Het was allemaal heel fijn. i Hults, Leiden Mijn herfstvakantie was heel leuk. Maandag begon ik 's morgens met fiet sen en buiten spelen, 's Middags ben ik met een meisje uit onze straat, van 14 jaar, de stad in geweest en hebben daar leuke dingen gekocht. Dinsdags ben ik weer 's morgens buiten geweest en heb leuke spelletjes gedaan, 's Middags ben ik met mijn moeder en zusje naar een tante en oom geweest, die in hun bruidsdagen waren van hun zilveren huwelijksfeest. 's Woensdags ben ik weer buiten gaan spelen met een heleboel kinde ren. We hebben vader en moedertje gespeeld en veel andere spelletjes. Des middags ben ik met datzelfde meisje uit de straat, weer naar de stad ge weest; daar kwam ik mijn moeder en zusje tegen. We hebben toen een trui en een overgooier voor mij gekocht. Nu eindig ik, want de herfstvakantie is weer voorbij. Cocky Ernst MIJN HERFSTVAKANTIE We hebben een paar dagen vrij ge had van school. Ik heb die dagen fijn buiten gespeeld, maar het was wel koud. Ik heb fijn gevoetbald met een paar jongens uit de buurt.'ik ben ook naar de speeltuin geweest, 's Avonds speelde ik met mijn borer: „Mens er ger je niet". Ik mocht 's avonds later naar bed, omdat ik toch niet naar school hoéfde. Ik heb een fijne vakantie ge- DE HERFST Aan een beeldhouwer werd gevraagd, hoe hij zijn beelden maakt. „Dat is heel eenvou dig", antwoordde hij. „Men neemt een groot blok marmer en kapt er al het overvloedige van af en dan ontstaat tenslotte 't gewenste beeld. Doen jullie zo maar met alle vakken van fig. C. maar knip ze liever niet af. maak ze zwart. Als je 't goed doet, houd je ten laat ste 'n wit paard over." Om de opgave wat moeilijker te maken heeft de tekenaar het beeld op z'n kop gezet. BE A TKRITIEK OP PAPIER De redactie van "TELL-STAR", orgaan van de beide afdelin gen van de Rooms-Katholieke Jeugdvereniging "Contact", zendt ons de laatste tijd trouw een van de eens per veertien dagen verschijnende exemplaren. In het nummer, dat op 5 no vember jongstleden van de persen kwam, viel ons oog op een schrijven, dat student koninklijk conservatorium J. Uytten- bogeart naar de redactie richtte naar aanleiding van een arti keltje van, naar zijn zeggen, „twee ongetwijfeld jonge beat- fans"- Deze „fans", Joop Hoek en Kees Hekker, schreven dit onder de titel „Das gelbe U-Boot" in "TELL-STAR" van 22 oktober 1966. Bijgaand enkele passages, die een overweging (of reactie van jullie kant!) waard zijn JONGE BEATFANS: „Als men bfl de popstations de achterkant van „Yellow Submarine" mooier had ge vonden en deze („Eleanor Rlgby") op de draaitafels had gelegd, dan had deze een hit geworden (en Iedereen er achter aan gelopen). YTTENBOGEART (student vi ool en dwarsfluit)! „Het Is Inder daad zo, dat de zogeheten pop stations, met name „Radio Vero nica", het pnbllek een mening op dringen, die het helemaal niet heb ben wü of eigenlek niet ver- [ONGE BEATFANS: „Wat zouden Jullie verder denken van „Dans je de hele nacht met mij" van Karin Kent? Een of andere disc Jockey van het een of ander popstation vond hem blijkbaar „hip", draalde hem plat en zei eens: het gros liep er achter aan. Dit is zoiets in de stijl van „Beat-Jugend"." U YTTENBOGEART: „De leiders van „Veronica" profiteren van de steeds meer In zwang komende mas sageest; een „denken", dat alle per soonlijk initiatief taboe verklaart. Het ongeluk van de meeste tieners is, dat ze doodeenvoudig en stom weg maar slikken, wat hun vla luid sprekers voorgeschoteld wordt". JONGE BEATFANS: „Nu doet het gerucht de ronde, dat de ver schillende disc-jockey's hiervoor be taald worden. Wfl voor ons geloven dit niet, want dit grenst erg aan om koperij. Indien er een lezer of lezeres is, die hier zekerheid over heeft, zou den wfl dit graag v LONG PLAYER VAN FERRE GRIGNARD R De bladeren vallen neer. De bomen worden kaal. Alle bladeren liggen op de straten. De straten zien rood, geel en bruin. We lopen te hollen. Het be gint te regenen. Alle kinderen gaan naar binnen; ik ga ook. Toen het weer droog was, ging ik weer naar buiten en ging toen met mijn broertjes ver stoppertje spelen. Na een uurtje gin gen we eten. Na het eten gingen we Indiaantje spelen. Mijn twee broertjes mochten oplopen. Ik telde tot 100, maar opeens deden ze het niet meer en toen deed ik ook niet meer. Mijn moeder klopte op de ramen dat we moesten eten. Na het eten keken we naar de televisie en toen naar bed. KNIKKERSPELLETJES Het knikkerseizoen begint ineens weer. Dat is het begin en plotseling brengen alle jongens knikkers mee. Voor onze school lag een heel brede stoep, waar we naar hartelust konden knikkeren. Wij pikten bijna altijd op stuiters. De jongens legden hun stui ters op en wie hem raakte mocht hem houden. Wij speelden altijd met of zonder terugpik. Met terugpik wil zeg gen, dat de jongen, die de stuiter ge wonnen had, hem opnieuw moest op leggen. De jongen, die de stuiter ver loren had, kon hem dus weer terug winnen. Kuiltjesknikkeren. Maak drie kleine kuiltjes. Trek een lijn op een afstand van 2 of 3 meter. Alle spelers moeten achter die lijn gaan staan en om beur ten mogen zij proberen hun knikkers in de kuiltjes te mikken. Wie het eerst in alle drie kuiltjes een knikker heeft gemikt, wint het spel en mag alle knik kers, die gegooid zijn, houden. Ringstuiter. Trek b.v. met krijt een cirkel op de grond van 30 cm. door snee. Alle spelers leggen 1 of 2 stui ters in de cirkel. Op een afstand van 3 of 4 meter van de cirkel trek je een streep. Vanaf deze streep mikken de spelers om beurten met een flinke stuiter op de cirkel. Wie een stuiter buiten de cirkel weet te schieten, mag die houden en nog eens mikken. De eerste keer mikje met je stuiter van af de streep, de volgende keer vanaf de plaats waar je stuiter de vorige keer is blijven liggen. Ziezo, dit is het weer. Knikkeren jullie maar fijn. De meisjes kunnen het ook gerust doen. Dag allemaal. Volgende week verder. Wie nog een Sinterklaas-verhaaltje maakt, moet het zeker deze week nog opsturen. Een elpee heeft hy volgezongen, de Belgische protestzanger Ferre Grig- liard, die op het ogenblik in Veronica's top veertig hoog genoteerd staat met het Engelse volksliedje „What shall we do with a drunken sailor?". Z\jn eerste single. „Ring, ring, I've got to sing", kwam pas na maanden in de top veertig, nadat hij in VARA's „Fan club" was opgetreden. Uit Aaantwerpeii Hij werd een jaar geleden ontdekt in „De Muze", een artiestencafé in Antwerpen, waar „D'n Fer" vaak pleegt te bivakkeren. Naar school gaan trok hem niet zó; wèl bezocht hij de kunstacademie in de Belgische havenstad. Na een jaar militaire dienst kreeg hij van zijn superieuren te horen, dat hij ongeschikt voor het soldatenvak was. Naar de States Ferre Grignard vertrok toen naar de Verenigde Staten. Hy was er vaak te vinden in de negerwijken van de grote steden, maar moest toch weer elders zijn heil zoeken, want hy werd het land uitgezet. Reden: hij had geen cent op zak en. lang haar. Terug Terug in zijn geboortestad formeer de Ferre in zijn stamkroeg een eigen groep, die vooral op skifile gebaseerde blues vertolkte. Emilius „Fingertips" de Somer, Toet Smits en onze land genoot Johan Koopmans traden met „D'n Fer" met suces op in Hamburgs „Star Club" en in Parijs' Olympia- theater. Grignard, tégen oorlog, poli tie en administratie, is - met zijn lange haren en ziekenfondsbril - op weg een „begrip" in de Benelux te worden. ZOETERWOUDE BEATDORP NAAST THE BARBAROSSA Group, die het in Italië aardig schijnt te rooien en The Shoes, die in eigen land een gooi naar de top doen, heeft Zoe- terwoude nóg een beatgroep, die het lekker doet. Althans, zo schrijft Leid- se Annelies Kraan, die onze aandacht er op vestigt, dat The Lightfeet Spi ders niet bepaald te verwaarlozen zijn. Goed, Annelies. jouw favorieten ko men mettertijd mét foto en personalia in jouw rubriek! VIJFENTWINTIG UUR BEAT .nee, niet achter elkaar, maar wel uitgesmeerd over gisteren, vandaag en morgen in Scheveningens „Casino". Medewerkenden aan dit spektakel van Jaques Senf zijn onder anderen: Armand. The Golden Earrings, The Shoes. Q 65. The Tee-Set, Les Cru- hes en The Zombies. Enfin, zo'n vijftig groepen komen er! En dan wordt op 28 december in dezelfde loka liteit de zogenaamde Osaekar uitge reikt aan hem(n) die het afgelopen jaar zch het meest heeft verdienstelijk gemaakt voor de tienerbuslness. MOTIONS WEER NAAR PARIJS OP 3, 4, 5 en 6 december kun je ze weer in Parys aantreffen, de Haagse Motions. Ze gaan er optreden voor de ORTF (televisie én radio) en in het befaamde Olympia, een theater, waar grote keien als Mireille Mathieu (binnenkort op de Nederlandse tee vee), Charles Aznavour. Edith Piaf, Sacha Distel en ga nog maar een poosje door triomfen hebben gevierd. ren, u heeft ook schroeiend gelijk als n oppert, dat de dlsc-jockeys misschien omgekocht zijn. Dit moet en kan niet anders. Conclusie: het publiek vindt alleen mooi wat door de heren platenfabrikanten als mooi gegeven wordt en ln wiens ondracht de „hitstations" als weer zinwekkend en zielig tussenpersoon gebruikt worden". voc efn paar passages OOK VOOR JOU concludeert uit het bovenstaande, dat de jongeren niet over één kam gescheerd mogen en moeten worden. Er zijn er, gelukkig, (en dat blijkt uit het bovenstaande) die zich geen knollen voor citroenen laten verkopen. Daarom nog een paar passages, waarmee velen het wellicht niet voor honderd procent eens zullen zijn. En dan kun je altijd je gal spuien in deze rubriek! Uyttenbogeart: Over hitlijsten: „Ie mand heeft eens heel iets treffends gezegd: „Hitlijsten zijn de commer ciële verlanglijstjes van de platenfa brikanten". En: „De hitlijsten zijn een poel van de resultaten, opgedaan tij dens verdovingsséances". En even voor deze laatste zinsnede: "Is het de he ren bekend, dat de meeste liedjes ge schreven worden onder het befaamde LSD of een of ander verdovend mid del???". WIJ CONCLUDEREN: ze vatten ln Voorhout de hltkoelen wel héél goed bij de hoorns. En wat die laatste opmerkingen betreft van student Uyttenbogeart die zijn natuurlijk helemaal voor ZIJN rekening JAZZ IN ROOMBURGKANTINE Jazz Society Folk Beat 14 houdt vanavond om acht uur weer een bij eenkomst ln de Room- hurgkantine! Er zal dan een kwintet optreden, bestaande uit: Roh Rodenburg, drums; Goudswaard, piano; Eric Bakker, trompet; Jac ques Kingma, bas; Cees Jongerius, vibrafoon. Na afloop: jamsession! IN het in nieuw jasje gestoken maandblaë „Jes" lazen we, dat Folk Beat 14 onlangs het tweehondertste lid heeft ingeschreven: Irma Ver hagen uit Voorhout. „Toch zijn we er nog niet", aldus voorzitter Eric F. R. Faber. „Het gaat er nu om de jazz club te continueren en op de ingeslagen weg voort te gaan, zodat we aan het eind van dit seizoen het driehondertste lid geboekt hebben". F'oto: Folk Beat 14. Voorzitter Eric R. Faber en seer. P.B.O. Rob d.- Tombe: op naar een pre sentje voor driehonderd-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 6