niet
Doden
cnralfon
jprcKcn
SAM VERDONK
Documentaire
over
40 onopgeloste
moorden
Politie-
verslag-
gever
- hanteert
vraag-
tekens
verkoopt eilandjes bij de vleet
- w
ZATERDAG 29 OKTOBER 19M
DE T.ETD6E COURANT
AMSTERDAM Toen de Amsterdamse
politieverslaggever Bram Brakel eens met
een wat oudere rechercheur over het
onderwerp gerechtelijke dwalingen sprak,
a- zei die: „Geloof me, wanneer in Neder-
m land, om welke reden dan ook, da dood-
Mi straf weer zou worden ingevoerd, zou ik
ontslag nemen bij de recherche niet,
omdat ik een principieel tegenstander van
de doodstraf ben, maar omdat ik er na
vele jaren speurwerk achtergekomen ben,
hoe gebrekkig ons werk in feite is". De
journalist haalt deze uitspraak aan in zijn
zojuist verschenen boek „Doden spreken
niet" en komt dan onmiddellijk tot zaken.
a" „Werd de 24-jarige instrumentmaker M.
H. K. op 12 maart 1949 door de Rotter
damse rechtbank en daarna op 10 febru
ari door het gerechtshof in Den ffaag on-
ie; schuldig veroordeeld?" vraagt hij zich af.
„Was hij niet de moordenaar van Keesje
Vermeulen?" De conclusie, waartoe hij
komt, leverde hem, zoals bekend, prompt
een kort geding op, aangespannen door
wt de kappersbediende J. L., die momen
teel In de gevangenis te Breda een straf
van 15 jaar uitzit wegens moord op de
kleine Marcel Nivard. Het is deze man,
len die volgens Brakel in 1949 ook Keesje
Vermeulen om het leven bracht en de pre- verloor het geding, en het boek mocht
sident van de Haagse rechtbank gaf hem compleet met het gewraakte hoofdstuk
toestemming, dit vermoeden onverbloemd „Een Gerechtelijke Dwaling?" verschij-
uit te spreken, want de kappersbediende nen.
in de Eilandspolder moet j« bij Sam
Verdonk zijn.
„Ik kan zondags rekenen op tientallen
mensen, die elkaar staan te verdrin
gen om ln mijn sportboot (maximum
snelheid 70 kilometer per uur) door de
polder te toeren. Op zoek naar een ge
schikt plekje.
De inwoners van Graft en De Rijp
leggen Sam Verdonk geen strobreed in
de weg in zijn pogingen grond aan bui
tenstaanders te verkopen. Waarom zou-
.Ieder mens heeft vijanden en vrien
den, maar hier gaat alles gemoedelijk.
Wanneer ik van een oude veehouder een
stuk grond kan kopen doe ik het. Moet
u eens luisteren. De mensen hier zijn
straatarm. Vooral de veehouders, die bij
allerlei instellingen grote schulden heb
ben gemaakt. Ze kunnen het niet beta
len. Het land brengt niet genoeg op en
de veestapel, 6 of 7 koetjes, is ook niet
rendabel. Die mensen zijn blij als ik het
erf opwandel. ,,Sam, kom binnen", zeg
gen ze. Een half uur later zijn ze twee-,
jrie of vierduizend gul "en rijker. De vo.
gende dag zijn de schulden betaald.
Snapt u?" vraagt Sam Verdonk.
KAPITAALKRACHTIG
Het „eilandenmes" snijdt op deze manier
aan twee kanten. De veehouders kunnen
de schulden betalen, Sam Verdonk ver
dient er wat aan door de eilandjes met
winst te verkopen.
„Ja, als u het zo hoemen wilt, ik voel
me een sociaal hervormer".
Saui Verdonk adverteert met zijn eiland
jes „Grond te koop v a. 1 gulden per
m2". F.en belachelijk lage prijs. Voor
concludeerde zelfmoord en bleef dat
doen, ook nadat een ooggetuige later
kwam verklaren, Schallenberg de be
wuste nacht bij de vijver te hebben zien
praten met vier mannen, waaronder
de in België ter dood veroordeelde spion
Sweerts, op dat moment secretaris van
een geheimzinnige Haagse heer (Brakel
noemt hem X), die op vijftig meter af
stand van de vijver woonde en aan wie
,,de poet van Muncke" eveneens ter
verkoop zou zijn aangeboden.
Simpele moorden
de vermoorde Japan
paar informatieve vragen stellen. De be
diende was echter niet thuis. Hij Was in
de kapsalon. Later bleek, dat zijn vader
hem daar had opgebeld en gewaarschuwd.
Waarvoor? En wat heeft de bediende na
die waarschuwing gedaan? Het vreemde
Is, dat hij die avond eerst om half tien
thuis kwam inplaats van om half zeven,
zoals hij gewoonlijk deed- Had hij het
lijk van Keesje aanvankelijk in de kelder
van de kapsalon verborgen en heeft hij
het, door de waarschuwing van zijn vader
bang geworden, toen het stil en donker
was geworden, in het water gegooid? Wat
was de reden van zijn late thuiskomst?
Vragenvragen.vragen
In deze stijl gaat het 't hele boekje
door en geen wonder ..Doden spreken
niet" is een journalistieke documentaire
over 40 onopgeloste Nederlandse moord
zaken. Er zijn hele recente bij. Kameda
bij voorbeeld, maar ook hele oude. Zo
schrijft Brakel in het hoofdstuk ..Vreemde
Na-oorlogse Zaken", het volgende:
„In de eerste na oorlogse jaren be
stond er in Utrecht een garagebedrijf,
waar een aantal voorwaardelijk vrijgela
ten NSB'ers waren ondergebracht en waar
ook enkele jongelui werkten, die er abso
luut geen geheim van maakten, dat zij
met een paar simpele handgrepen in staat
waren, een heel echt lijkend auto-onge
luk te arrangeren. Grootspraak van no
zems? Op 15 augustus 1945 slaat op de
dijk bij Gorinchem een militaiie jeep
over de kop Pater L. A Bleys. de bestuur
der. wordt zwaargewond naar een zieken
huis gebracht Daar sterft, hij enkele uren
later. Wie was pater Bleys? In het Lim
burgse veiv.et was ..Lodewijk" een groot
man, fel bestrijder van de onderdrukker.
„Lodewijk" organiseerde overvallen, leid
de aanslagen en stond bekend als een
trouw helper van allen, die door de bezet
ter werden opgejaagd. En „Lodewijk" was
de schuilnaam van pater Bleys. Het onge
luk op de dijk bii Gorinchem was be
vreemdend. Uit het onderzoek bleek, dat
van de jeep van pater Bleys een voor
wiel was losgelopen. Toen men het wiel
eens goed bekeek, bemerkte men. dat de
boutgaten waren ingescheurd. Slijtage of
opzet? Het viel moeilijk meer na te gaan-
Tot op d* dag van vandaag doet het
verhaal de ronde, dat zowel de jeep van
pater Bleys als de wagen van de verzets
man en toneelschrijver Eduard Veterman,
die eveneens op verdachte wijze veronge
lukte, ln behandeling ziju geweest bij het
vreemde autobedrijf in Utrecht".
Daarmee is de kous niet af, want:
„In 1949 speelt het bewuste autobedrijf
opnieuw een rol. Daar werkt dan name
lijk als procuratiehouder een man, die
het toezicht heeft op de gedragingen
n een kleine Utrechtse koopman, een
-politiek delinquent. In de zomer van
dat jaar bezoekt de koopman zijn toe
zichthouder en vertelt hem, dat een re
latie hem een grote partij zwarte effec-
n te koop heeft aangeboden. Voor de
kleine koopman was de partij te duur.
aarom tipt hij zijn toezichthouder".
Het blijkt om „de poet van Muncke"
gaan, een vermogen van een half mil
joen aan effecten en juwelen, door de
nazistische Duitse inkoper dr.
Muncke in Utrecht achtergelaten, toen
n 1944 naar Italië vluchtte om zich
te sluiten bij de partizanen. De
procuratiehouder van het verdachte
utobedrijf in Utrecht gaf op zijn beurt
de tip ook weer door aan ene Frits
Schallenberg, eveneens van Duitse af
komst, die tijdens de oorlog in Utrecht
(hoewel bij de Feldgendarmerie) be
langrijk verzetswerk had gedaan en die
op dat ogenblik in Den Haag enige ten-
inen exploiteerde. Van Schallenberg
bekend, dat hij zich met tal van
duistere zaakjes inliet. Deze man nu
controleert de aangeboden effecten op
hun echtheid en maakt dan met de
Utrechtse koopman de afspraak, dat hij
de „poet" zal overnemen en wel op zo
neutraal mogelijk terrein: de pauselijke
legatie. Hij waarschuwt echter tevens
de rijksrecherche. De opzet is duidelijk.
Voordat het Utrechtse opkopertje'en zijn
relaties de legatie betreden zullen ze ge
vat worden. De „poet van Muncke"
komt dan terecht waar hij behoort... bij
het Beheersinstituut. Voor Schallenberg
,,zit er ook wel wat aan vast" zijn
eigen woorden tegen zijn vrouw. Om
kort te gaan: aan de vooravond van de
transactie maakt hij een nachtwande
ling. Hij komt twee meisjes tegen van
de tennisclub. „Zo laat nog aan de boe
mel?" roept hij opgewekt. Het zijn de
laatste woorden, die de wereld van hem
hoort, want de volgende morgen ont
dekt een agent ln een ondiepe vijver
30 centimeter water tegenover de
Groothertoginnelaan zijn lijk. De politie
boek ook simpele moorden alleen de
klemmende vraag: „Wie heeft het nou
gedaan?" blijft onveranderlijk open. De
zaak Corry Theeuwes bijvoorbeeld, die
speelde tussen Breda en Tilburg: in het
nijvere Gilze-Rijen. In de avond van de
22ste maart 1955 stapte de 24-Jarige,
knappe kinderverzorgster op de trein
om naar Tilburg te gaan. naar een
feestje met vriendinnen. De volgende
morgen vonden spelende kinderen haar
afschuwelijk verminkte liehaam half
verscholen onder een stapel takkenbos-
vense Kanaaldijk, niet ver van Tilburg.
Haar mantel droeg ze nog over de
arm, haar schoentjes stonden keurig
naast elkaar onder de dijk. Er waren
sporen van een bromfiets. Wat gebeurd
was. leek wel duidelijk: het meisje was
zonder enige argwaan met iemand ach
ter op de brommer meegegaan: de ma-
nakale- aanvaller moet haar volkomen
der geval het verhaal van een getuige,
die Corry in Tilburg had gezien ruim
een uur voordat het bewuste feestje
zou beginnen. Het zou kunnen, dat ze
zo vroeg was, omdat ze nog een ande
re afspraak had. Maar wie die vriend
dan wel geweest kan zijn, heeft de poli
tie ondanks haar uiterst intensieve on
derzoek (met name op de vliegbasis
Gilze-Rijen, want er is even sprake ge
weest van een militair van de lucht
macht) nooit kunnen ontdekken.
Geografisch hoger en dertig jaar te
rug in de tijd (1935: de kop van Noord-
Holland) is het raadsel gesitueerd, dat
begon met een kus. Brakel schetst het
folkloristische tafereel van de rijke
melkboer. Steenkamp, die op 11 novem
ber - Sint-Maarten naar plaatselijk
gebruik geld uitdeelt aan verklede, zin
gende kinderen. Van opzij volgt het meis
je Maria, de knappe dochter van de
overburen, het toneeltje. Als de kinde
ren centjes-tellend wegtrekken, komt ze
uit het halfduister en staat oog in oog
met de melkboer. In een plotselinge op
welling slaat ze haar armen om zijn hals
en drukt een kus op zijn lippen. Dan
glipt ze weg.
Steenkamp kon de kus niet vergeten
Er groeide tussen hem en het meisje
een verhouding. In 1938, ruim twee jaar
later, lijdt hij in de buurt van Koedijk in
het Noordhollandse Kanaal. Hijzelf kan
vrijwel onmiddellijk uit de auto sprin
gen, zijn vrouw en de baby worden
met veel moeite gered, maar de drie an
dere kinderen verdrinken reddeloos. Ne
gen maanden later komt de politie hem
halen, verdacht van moord op z'n 3 kin
deren en van poging tot moord op echt
genote en jongste
Randstad ontdekt polder
GRAFT Ten noorden en ten zuiden van de verschillende dorpjes
Graft en De Rijp ligt de Eilandspolder, doorsneden met tientallen slootjes.
Het is een recreatiegebied bij uitstek, een paradijs voor de vissers en
mensen die in het weekeinde de randstad Holland willen ontvluchten.
Honderden kleine en grote eilanden vormen tezamen deze polder, die
langzaam maar zeker in bezit wordt genomen door koopkrachtige lieden.
Na de vijfdaagse werkweek snellen zij met de auto naar Graft en gaan
dan.t\v£e d^»en lang bivakketen .op hun „eiland".
„Sinds april heb Ik 81 eilandjes ver
kocht. En er zijn er nog een paar hon
derd. maar die zijn voor het merendeel
in het bezit van de veehouders hier in
de omtrek. Weet je wie ook veel eilan
den in eigendom hebben? Gestichten en
instellingen. Jongen, daar kom je niet
tussen, maar donderdag kocht ik nog
eilanden ter waarde van 25.000 gulden."
Sam Verdonk. een 46-jarige robuuste en
praatgrage inwoner van Graft, is ex-
tuinder. sinds 1963 kan hij vanwege een
hartaanval zijn krachten niet meer wij
den aan de tuinbouw. Sam Verdonk
is nu de gevierde man in Graft. De
koopkrachtige Amsterdammers. Hage
naars en Brabanders weten hem te
vinden, want om èen eiland te kopen
was namelijk inmiddels naar Schagen
verhuist, en een verhouding begonnen
met de plaatselijk journalist Kraaypoel.
Tegen deze had ze verteld, dat Steen
kamp er met haar eens over gehad had,
zijn hele gezin te verdrinken om aan de
uitzichtloosheid van hun liefde een eind
te maken. Kraaypoel stapte, niet in het
minst geleid door een verterende ja
loezie meteen naar dé politie en zo be
landde de melkboer voor de rechter in
Alkmaar. Hij ontkende vertelde, dat
hij te water was geraakt omdat hij moest
uitwijken voor een hondje. De officier
van justitie eiste levenslang, maar de
rechtbank concludeerde tot vrijspraak.
Geen onopgeloste moord dus, hoogstens
een beklemmend vraagteken achter een
fataal ongeluk
„Doden spreken niet", heet het boekje
van Brakel. Levenden ook niet altijd, zo
schone Maria moge uit dit laatste geval blijken.
da Groothertoginnelaan te Den Haag, waarin het stoffelijk
werd gevonden.
verschot van Schallenberg
Belachelijke
prijs: f 1— per
vierkante meter
Sam Verdonk echter een normale pry*,
waarmee hij «iel kapitaalkrachtig Is ge-
„Ik krijg dat land goedkoop in mijn be
zit. Het kleinste eilandje in de polder
is 1800 m'2 groot. De mensen kunnen het
voor 1900 in bezit krijgen, waarbij in
begrepen 500,- voor baggerwerkzaam-
Volgens het kadaster is het kleinste ei
landje maar 700 m2. Een tegenstrijdig
heid die Sam Verdonk snel oplost. „De
eilanden in onze polder zijn alle ont
staan door het wisselend getij ln vroe
ger eeuwen, tijdens de open verbinding
met zee. Door de jaren heen vormde zich
rond het eiland een sllblaag, waarop
riet is gegroeid. Het kadaster heeft mis
schien jaren geleden, weet ik veel. de
eilanden opgemeten. Maar de stukjes
grond zijn wéér groter geworden door de
slibaanvoer."
ALS BIJEN OP DE HONING
En u blijft de grond voor 1 per m2
verkopen'1 „Natuurlijk, dat is juist het
aantrekkelijke. De mensen komen als
bijen op de honing af, want wèèr in
Nederland Is grond te koop voor die
prijs, grond voor recreatie waar de ste
delingen him zorgen vergeten, niet wor
den geplaagd, door uitlaatgassen en muf
heid. Het is toch zo gezond in Grajt".
Sam Verdonk kent de polder door en
door, is in De Rijp. toen hij tuinder
zijn zeventiende jaar, toen hij tuinder
werd, door de talrijke vaarten en sloot
jes.
„Een vreemdeling zou in de polder ver
dwalen," zegt Sam Verdonk. Hij hangt
zichzelf een lauwerkrans om de schou
ders door te zeggen: „Hier in de polder
heb je echt een gids nodig. Alléén kom
je er niet uit. Het is precies een doolhof,
zoals in Valkenburg in de grotten.
Laatst ging ik met een miljonair uit
Amsterdam 's avonds de polder in. Die
man wilde zo graag in donker op het
water varen. Goed. zegt Sam, stap maar
in".
De Amsterdammer toonde zich verbaasd
hoe Sam in de polder de weg terug naar
zijn aanlegsteiger kon vinden. „Wat wil
je. ik ben hier geboren en getogen".
OOK ROEIBOTEN
De eilandenverkoop in Graft gaat nog
steeds door. maar binnenkort wil Sam
Verdonk er een punt achter zetten. „Ik
heb nog 16 bunder '.and, maar dat ver
koop ik niet. Misschien ga ik er wel een
botenhuis bouwen, want al die mensen
die eilanden hebben gekocht kunnen
slechts met een roeiboot hun domein be-
Sam Verdonk koopt en verkoopt ook
roeiboten, „Mijn compagnon, Wim van
't Hof (44) uit West-Graftdijk is momen
teel in Roemenië om een nieuwe bestel
ling te doen. Het zijn Roemeense roei
boten waarvan wjj de alleenverkoop ln
Nederland bezitten." De gemeenten
Graft en De Rijp („net de burgemeester
heb ik nog geen kennis gemaakt. Ik weet
niet hoe die man heet") veranderen
langzaam van een rustig dorp tot een
oord waar de stadsmensen, vooral in het
weekeinde de toon aangeven.
„Ik ben niet bang voor ontsiering van
het landschap. De mensen mogen er
geen huisjes neerzetten, alleen maar ten
ten. Nou, is dat zo erg? Er moet hier
nieuw leven worden li geblazen. En ik
heb de eilandjes voor het grypen. Waar
om zou ik het üus niet doen? Laat my
er ook wat aan verdienen. Hier in dit
huls zijn "2 mensen die van mijn activi
teiten moeten leven.
Toen ik jong was zag ik de ellende
van de armoede al aankomen. Er
moets iets aan gedaan worden hield
ik mezelf voor. En ik héb er iets
aan gedaan."
Er is meer
En dan kuuil het. „Er Is nog meer",
schrijft Brakel „Dertien jaar later, in
februari 1961. verdween er in Rotterdam
opnieuw een jongetje: de achtjarige Mar
cel Nivard. Na veertien dagen werd zijn
lijkje gevonden in het water van een
sloot. Het ventje bleek gewurgd. In ver
band met deze moord werd een toen 29-
Jarige kappersbediende gearresteerd. Wie
was deze man? Wel. in 1948 het jaar.
waarin Keesje Vermeulen werd vermoord,
woonde hg slechts twee huizen van het
jongetje verwijderd Hij kende Keesje
goed. Het jochie kwam vaak bij hem-
Samen timmerden ze aan een duivenhok.
De man was ook ln 1948 al kappersbe
diende
In de zaak tegen
Instrumentmaker
K. is om te begin-
nen het wettige,
overtuigende be
wijs nooit geleverd,
meent Brakel. Ze
ker, de man beken
de aanvankelijk,
maar zei later dit
slechts gedaan te
hebben onder de
druk van enkele
genadeloze ver
hoordagen Wat
bleef er daarnaast
nog over? Brakel:
„Alleen de zak.
waarin het lijk van
Keesje Vermeulen
Is aangetroffen. Dia
zak is het onder
werp geweest van
een uitgebreid teeh-
nisch-microscopisch
onderzoek. Er wer
den zeer duidelijke
sporen ln gevon
den van mica, lak
en glasstoffen, die
inderdaad in de
werkplaats van de
instrumentmaker
werden gebruikt.
Bovendien bleek uit
diezelfde werkplaats
na de moord een
zak te zijn verdwe
nen". Op dit be
scheiden materiaal
stoelde in feite de
gehele bewijsvoe
ring van het Open
baar Ministerie,
constateert Brakel.
om te vervolgen:
„In de werkplaats
van de instrument
maker was behalve
mica, lak en glas
ook nog ruim
schoots kwik en
glaswol voorhan
den. Die stoffen
werden op het la
boratorium aan
vankelijk niet ge
vonden. Eerst bij het tweede onderzoek
werden op de zak geringe kwikspoortjes
en kleine glasvezeltjes ontdekt. Maar hoe
en wanneer waren die stoffen op of aan
de zak gekomen? De zak had tijdens een
herkenningsproef tussen een stapel andere
zakken gelegen. Was hij bij die gelegen
heid „besmet"? Ook bleek, dat er mica
schilfertjes lagen langs de Spangense
Kade. waar het lijk van Keesje op het
droge was gehaald. Bovencuen: welke
spoortjes hadden zich aan het jute ge
hecht gedurende de tijd. dat het lijkje
in de Schie had gelegen? Dit alles in aan
merking genomen kan toch in alle rede
lijkheid wel gesteld worden, dat het fei
tenmateriaal. dat tegen de instrumentma
ker werd aangevoerd, voldoende ruimte
laat voor twijfel En dat is dan heel vrien
delijk uitgedrukt".