LEUVEN bereidt zich voor
op de OKTOBERREVOLUTIE
Vlamingen
eisen een eigen
katholieke
universiteit
Stropen als bedrijf in Duitse jachtgebieden
Belastingvrij
40.000Mark
Bisschoppelijk
mandement J
deed emmer j
overlopen
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 7,
ndruk zouden
LEUVEN Wanneer in Leuven op 10
oktober a.s. het nieuwe studiejaar wordt
geopend, zal het conflict tussen Vlamin
gen en episcopaat ongetwijfeld een
nieuw hoogtepunt bereiken. Tijdens de
vakanties heeft het vuur onder de as ge
smeuld zonder echter zijn hitte te ver
liezen. Studentenleiders zijn vroegtijdig
naar de universiteitsstad teruggekeerd om
de komende gebeurtenissen voor te be-
Onmiddellijk na deze verklaring is het
Leuvense oproer losgebarsten. De
Vlaamse professoren kwamen in verga
dering bijeen en weigerden en bloc, de
bisschoppelijke beslissing te
den. De studenten lieten hun
voor wat zij waren en trokken de straat
op. Daarbij voerden zij spandoeken
mee, die er niet om logen: „Walen bui
ten" en „Kardinaal Suenens aan de
paal" waren wel de meest sprekende
leuzen. Met name de laatste toonde dui
delijk, wie de studenten als hun voor
naamste tegenstander beschouwden.
Tijdens een recent bezoek aan Leuven
is ons opnieuw gebleken, hoe moeilijk
het voor ons Nederlanders is de Vlaam
se problematiek te begrijpen. Het is
zo'n verwarde zaak, dat wij er geen
weg in kunnen vinden. Ook zijn wij
Iedere keer opnieuw geneigd ons af te
vragen, of de Vlamingen geen erg lan
ge tenen hebben en of hun verzet tegen
bepaalde beslissingen wel helemaal re
delijk is. Hebben de bisschoppen niet er-
gelijk met hun keuze i
reiden. Kranten en tijdschriften houden de
strijdgeest op peil. En er kan niet de
minste twijfel aan bestaan, dat er straks
zoiets als een oktoberrevolutie zal uit
breken. De feiten, die tot deze situatie
aanleiding hebben gegeven, zijn genoeg
zaam bekend. Op 13 mei van dit jaar
gaven de bisschoppen een verklaring uit,
waarin zij zich uitspraken tegen splitsing
van de Leuvense Alma Mater in een
heid van de katholieke
moet die nu aanleiding worden tot de
uitbarsting van c n binnenkerkelijk op
roer, waarbij de wrijvingen tussen Ne
derlands episcopaat en kudde slechts
kinderspel zijn? Welke grove fouten
hebben die bisschoppen dan wel ge
maakt? Allemaal vragen, die de belang
stellende Nederlander op de lippen bran
den. En waarop wij tijdens ons bezoek
in Leuven een verhelderend antwoord
hebben gehad.
Achter bij de tijd
De voornaamste fout, die de bis
schoppen wordt verweten, is dat zij in
hun mandement van 13 mei blijk heb
ben gegeven, totaal niet te begrijpen
wat er onder de Belgen, in het bijzon
der onder de Vlamingen leeft. Het volk
heeft zich al lang neergelegd bij het
feit, dat België bestaat uit twee culture
le gemeenschappen, die niet in één na-
band zijn onder te brengen
i die i
i fe
deratie. Voor de universiteit van Leu
ven vraagt het dan ook consequent, dat
deze zal worden opgesplitst in twee
zelfstandige delen, één voor Vlaanderen
en één voor Wallonië.
„De Belgische maatschappij is twee
ledig", zegt M. van de Kerckhove in
een dagbladartikel. „Morgen moeten de
Instellingen aangepast worden, ook de
ene katholieke universiteit. Dit betekent
dat de wet twee universiteiten moet er
kennen. Deze ontwikkelingslijn is on
stuitbaar". Natuurlijk zullen beide in
stituten samen een eenheid moeten vor
men, zegt een andere publicist: „Maar
dan een eenheid die aangepast is aan
onze historisch gegroeide situatie: de
is hopeloos voorbijgestreefd".
Ondanks al deze feiten stellen de bis
schoppen zich in hun mandement op het
strak unitaristisch standpunt. „Wij wil
len het behoud van de institutionele en
functionele eenheid van de Alma Ma
ter", zeggen zij, „alsmede haar funda
mentele geografische eenheid, dat is
haar eenheid te Leuven zelf". En daar
mee geven zij blijk hopeloos bij de ont
wikkeling van de feiten en van het den
ken te zijn achtergebleven. Volgens
sommigen hebben zij met hun verkla
ring de klok enige decennia achteruitge
zet maar 't weekblad „De Nieuwe" denkt
daar anders over: „Ze hebben helemaal
geen klok teruggezet, ze waren al lang
r bij de tijd".
Het
'erwonderlijke van hee:
deze kortsluiting is wel, dat de bis
schoppen van alle kanten met hun neus
op de werkelijkheid zijn gedrukt. Zij
wisten precies hoe de kaarten lagen:
het is hun in alle toonaarden gezegd
door adviescommissies, door privé-per-
sonen, door wijze mannen en door arti
kelen in de pers. Maar ze schijnen de
portee van de verkregen informaties
niet begrepen te hebben.
Verwachtingen
De tweede fout, die de bisschoppen
wordt verweten, is dat zij ln de m
den, die aan 13 mei voorafgingen,
wachtingen hebben gewekt, die door
het mandement de bodem zijn ingesla
gen. Wij hadden hierover een gesprek
met prof. Van Hee, voorzitter van de
Vereniging van Vlaamse Professoren en
deken van de rechtsfaculteit. Hij vertelt,
(Van onze correspondent Jan Bouwer)
KEULEN „Rch-Mord GMBH"
van de „vennoten" op grote schaal en
natuurlijk IHegaal, grote hoeveelheden
wild hebben gedood, geslacht en ver
kocht. Chef van de „firma" was de 25-
jarlge Wolfgang Best uit Gummcrsbach
bij Keulen, van beroep slager en kroeg
baas. In zijn kroeg serveerde hij deli
cieuze „Rehriicken.
De Keulse Staatsanwalt dr. Kolping,
die in het proces tegen de leden van de
„Reh-Mord GMBH" als openbare aan
klager zal optreden, schat dat de bende
tussen november 1965 en april van dit
jaar toen zij onschadelijk kon wor
den gemaakt rond 600 reeën heeft ge
dood en geslacht. Het wordt het eerste
grote wilddievenproces sinds de oorlog.
„Reh-Mord GMBH" was volgens
dr. Kolping „een rollend abattoir
voor reeën". Best en zijn medeplichti
gen begaven zich met een bestelwagen-
tje naar de wildgebieden in het Bergi-
den van „Reh-Mord GMBH"
elkaar, bracht aanvankelijk de politie
ïenhang zag tussen d<
Met lampen
Met autolampen werd het wild ve:
blind, dat daarna gemakkelijk kon woi
den doodgeschoten. Als de „jagers
meenden dat niemand de schoten had ge
lioord werd 't wild ter plaatse geslach
IJsgekoeld werd 't mee naar huis ge
of liever per nacht hadden Best
zijn medeplichtigen een omzet van ten
minste vier dieren. De zaak liep goed,
denking koesterde. Staatsanwalt dr.
ping gelooft, dat „Reh-Mord GMBH"
ongeveer 40.000 Mark belastingvrij aan
de wilddieverij heeft verdiend. Wat Best
tenslotte ten val bracht was de omstan
digheid, dat hij ver boven zijn stand
Geregeld
delic
niet op zo'n perfecte wijze georgani
seerde vorm als bij het „Reh-Mord
GMBH" het geval was, geregeld wordt
gepleegd. Het parket in Keulen krijgt
per jaar ongeveer 120 gevallen te behan
delen. De dadters komen uit alle lagen
der bevolking. Onder hen bevinden zich
gepassioneerde jagers die wel een jacht
vergunning maar geen jachtgebied be
zitten. Sedert de komst van meer dan
een miljoen gastarbeiders naar West-
Duitsland bevinden zich ook vele bui
tenlanders onder de wilddieven. Als ze
worden betrapt beroepen zij zich mees
tal en vaak terecht op het feit
dat zij niet wisten, dat 't verboden is op
Motorisering
Een derde groep van daders zijn be
zitters van wapens, die er niet meer
tevreden mee zijn in een - schiettent
te schieten, maar die erop uittrekken
om wild te doden.
De vierde groep vormt de daders van
het kaliber der leden van de „Reh-Mord
GMBH". Beroepswilddieven. Hun
seizoen" begint vlak voor Kerstmis.
In Noordrijnland-Westfalen zijn rond
7.500 jachtgebieden. Daarin leven cir
ca 100.000 reeën. De motorisering
heeft het de wilddieven zeer gemakke
lijk gemaakt om ver van huis te opere
ren. Ongeveer de helft van de wilddie
ven maakt van de auto gebruik. De die
ren worden verblind, doodgeschoten en
ln kwestie van seconden in de bagage
ruimte van de auto „verstouwd". De da
ders zijn weg voor de politie kan ko-
hoe er sinds de verklaring van de bis
schoppen d.d. 13 december van het vo
rig jaar een klimaat van onzekerheid
was ontstaan, nu eens neigend naar het
zwartste pessimisme dan weer over
slaand In een rooskleurig optimisme.
„In januari 1966", aldus onze zegs
man, „ben ik bij de bisschop van Brug
ge, mgr. De Smedt, geroepen om over
de toekomst van de universiteit te ko
men praten. Deze verzekerde mij, dat
de bisschoppen in beginsel hun stand
punt hadden bepaald. De zelfstandig
heid van de beide universiteiten was
een realiteit, die zonder meer moest
worden erkend. Elk van beide moest
haar eigen middelen en haar eigen
tor hr'
raad
samenwerking te verzekeren. De
deling van het budget zou aan het be
gin van het aanstaande academisch
jaar worden doorgevoerd, de overplaat
sing van de Franstalige afdeling
mgr. De Smedt. Hij voegde er nog aan
toe, dat ik dit aan de mensen kon zeg
gen, niet alleen privé maar ook in het
openbaar. Dit heb ik gedaan op een
persconferentie. Toen een van de aanwe
zigen opmerkte, dat mgr. De Smedt dit
wel gezegd kon hebben maar dat je een
bisschop nooit kon vertrouwen, ant
woordde ik als volgt: „Als deze toezeg
gingen niet worden gehonoreerd, dan
zal ik moeten verklaren, dat ik door een
bisschop bedrogen ben. Er schiet ons in
dat geval weinig anders over dan in ver
zet te gaan en ik geef u de verzekering
dat ik grat-g de leiding van het verzet
op me zal nemen". De verklaring van
mgr. De Smedt is door het Belgisch
episcopaat nimmer gedementeerd.
Daarom bleven de Vlamingen op een
gunstige ontwikkeling hopen. Totdat hun
het mandement van 13 mei als een ijs
koude waterstraal in het gezicht werd
Autoritair
Wat de verontwaardiging over
deze
gang van zaken nog ve
rhevigde, was de
harde toon, waarin het
mandement
was
gesteld. De bisschoppe
die nooit
voor
een echte dialoog had
en opengest
aan,
verklaarden zonder n
eer: „Onze
be
slissing staat definitief
vast en kan
niet
meer in vraag word
m gesteld".
Zij
noemden hun uitspraa
een „verorde-
ning, waar het gaat o
n leden van
het
academisch, wetenscha
ppelijk en admi-
nistratief personeel".
Studenten,
die
zich er niet mee konden verenigen
de-
den het beste met naar
een andere
uni-
versiteit te verhuizen.
De bisschoppen hadden tussen 13 de
cember en 13 mei de zaak uit de hand
laten lopen, ze hadden alle mogelijke
stemmen gehoord en wisten niet meer
wat te kiezen. Him mandement vertoont
duidelijk de sporen van deze onzeker-
Vlaamse en een Waalse universiteit en
tegen overplaatsing van de laatste naar
Wallonië. Letterlijk zeiden zij: „De idee
van twee katholieke universiteiten in ons
land, zelfs al mocht dit financieel en poli
tiek te verwezenlijken zijn, wordt door ons
afgewezen". Elk verzet tegen deze beslis
sing werd aan professoren en studenten
verboden. Wie zich er niet mee kon ver
enigen, deed het beste op te stappen en
daarmee uit.
I I IÉ» IA
held. Waarschijnlijk hebben zij gedacht
door het aanslaan van een zeer harde
toon, deze onzekerheid aan het gezicht
te kunnen onttrekken. Maar het resul
taat was precies 'averechts. Het stu
dentenblad Ons Leven reageerde op on
gekend felle wijze: „De kille, eigenge
reide machtswellust en de botte zelfge
noegzaamheid van dit verfoeilijk docu
ment zijn de duidelijke vingerafdrukken
van de daders. Hun schuld heet bewust
machtsmisbruik en daarom heeft de
ganse Vlaamse gemeenschap hen uitge-
Twee gezichten
Hiermee komen we aan een van de
meest fundamentele bezwaren, die al
lerwegen tegen het mandement worden
ingebracht. De bisschoppen hebben door
hun uitspraak een macht op het we
reldlijke terrein aan zich getrokken, die
de bevoegdheid van kerkelijke bediena
ren verre te buiten gaat. Hun optreden
past allerminst in het beeld, dat men
zich van de postconciliaire Kerk heeft
gevormd. Allerminst ook in het image,
dat de Belgische bisschoppen zich door
hun houding op het concilie hebben ver
worven. Het studentenblad Ons Leven
verwijt hun, dat zij Leuven blijven be
schouwen als „een universiteit, die wil
lekeurig is overgeleverd aan het auto
cratisch gezag van het episcopaat, die
tegenover haar eigen gemeenschap
geen enkele verantwoording heeft af te
leggen en alleen onderworpen is aan
een toevallig gezag, dat autocratische
dictaten meent te mogen uitvaardigen".
Nu kan men daar tegenoverstellen,
dat de bisschoppen statutair de inrich
tende macht van de Leuvense universi
teit vormen en dus wel een beslissing
moesten nemen. De Vlamingen zijn het
met deze redenering niet eens. Zij vin
den, dat de bisschoppen, gedachtig de
besluiten van het concilie, hun macht
hadden moeten overdragen aan een be
kwame lekenraad. Het weekblad De
gelovige heeft het concilie beter begre
pen dan zijn bisschoppen.
Het zich rechtstreeks inlaten met een
zaak, die zuiver politieke aspecten heeft,
wordt de bisschoppen des te meer kwa
lijk genomen, waar zij de zijde hebben
gekozen van het establishment, dat wil
zeggen van de machten, die d> status
quó willen handhaven. Daartoe worden
in België gerekend: degenen die de na
tionale eenheid van België blijven ver
dedigen en daarmee in feite kiezen voor
een overheersing van de Franse cultuur
(de unitariërs), de Brusselse conserva
tieve kringen (de zogenaamde salons)
en de financiële grootmachten (de hau
te finance). Hun ideaal is het Belgique-
de-papa. In hun hart hebben zij de taal
grens nic*: aanvaard, integendeel, zij
stellen alles in het werk om Leuven,
dat benoorden de taalgrens ligt, binnen
de Franse invloedssfeer te trekken. Zij
worden er sterk van verdacht, 't twee
talige (maar in feite overwegend
Franse) district Brussel te willen uit
breiden tot een grote driehoek, die be
grensd wordt door lijnen die Brussel,
Leuven en Wavre verbinden. Aan deze
verdenking werd nieuwe stof gegeven,
toen prof. Woitrin vorig jaar ln een
interview verklaarde, dat zijns inziens
de universiteit met haar dependances
over twintig jaar in het district van
Groot-Brussel zou komen te liggen. Een
dergelijke ontwikkeling schuwen de Vla
mingen als de pest. In hun ogen hebben
de bisschoppen met hun mandement de
zijde gekozen van de machten, die zij
als hun aartsvijanden beschouwen.
Maat is vol
„Wij hebben ln hun optreden,", aldus
verzekert ons een studentenmoderator,
„een confirmatie gezien van een oude
praktijk: telkens als de Vlaamse eisen
op tafel komen, wordt het geloof mis
bruikt om ze van de tafel te vegen".
En daar hebben de Vlamingen schoon
genoeg van. Als het nieuwe studiejaar
geopend wordt, zuUen ze dit de bis
schoppen op niet mis te verstane wijze
aan het verstand proberen te brengen.
„De bisschoppen denken waarschijnlijk,
dat de storm wel zal overgaan", zegt
het studentenblad Ons Leven. „Wij kun-
hun verzekeren, dat de berekening
deze keer niet zal uitkomen".
Alfred van de Weijer,