OKTOBERFEEST 1966
DE LEIDSE COURANT
hendigheid en durf allemaal op, in en boven het
water kunt presteren. Het was soms waarlijk een
„verheffend" schouwspel.
De optocht was dit jaar werkelijk iets aparts.
Ergens „tussen Keulen en Parijs" stapten trots de
wereldkampioenen van het uitblinkende corps
Kunst en Genoegen langs de dichte rijen van
toeschouwers, die hun bewondering en waarde
ring lieten blijken.
Menig landeigen trekje kwam in de stoet uit
stekend tot zijn recht, zoals de Luxemburgse
boerenwagen met de wijnranken (even verderop
langs de route werden de nog zuidelijker bananen
aan de man gebracht), maar het hoogtepunt werd
toch wel gevormd door de Waalse dansers, die
hun wonderlijke hoofdtooi nu en dan veilig op
borgen in een volgauto; maar ja, ook een pauw
laat zijn veren wel eens neer.
Wie zwierf er na de optocht niet nog even over
het (wat waren die prijzen gepeperd) lunapark?
Vaak altijd prijs, al was het maar een uitschietend
toetertje, een kammetje of een plastic armbandje.
Maar als het lot je plotseling bedeelt met een
knots van een pluchen olifant, dan weet je niet
hoe gauw je thuis moet komen. Zo vierde Leiden
weer zijn ontzet. En in de Lakenhal stond opnieuw
de hutspot waaromheen alles en iedereen draait.
£EN PAGINA VOL FACETTEN van een groots
feest. Enkele momentopnamen ter onderstre
ping van de eigen sfeer, waarin Leiden zich dom
pelt als de stad en haar inwoners hèt jaarlijks
gebeuren vieren. De taptoe zaterdagavond was,
zoals steeds, een gezellige stoet langs een gezellig
publiek met herkenningen over en weer aan de
lopende band. Nog steeds is het niet geheel dui
delijk, of burgemeester Van der Willigen volkomen
opgaat in de haring. De haring echter wel totaal
in hèm. Dit magistraal gebaar opent na de re
veille de dag, welk voorbeeld door duizenden
telkenjare wordt gevolgd.
Na de Koraalmuziek kon men op enkele plaatsen
in de stad weer honderden glundere kinderkopjes
zien kijken naar de verrichtingen van Jan Klaas-
sen en de zijnen. En: als je een vader hebt die je
op zijn sterke nek laat zitten is het plezier hele
maal compleet.
Voor de wat ouderen wist Joost zijn Draai wel
te vinden achter de draaitafel en als begeleidend
verschijnsel deden zich hier en daar bij de parade
rokerige en opgewonden tonelen voor, die voor
een enkeling op het bureau uitliepen. Het ware
wel te wensen, dat dergelijk vertier buiten de
traditie wordt gehouden.
Véle honderden ervoeren wat je met veel W