STUDENTENSPORT
rond 1600
mm.
Uitbreiding van Veiling „Flora" te Rijnsburg
Overheid vaardigde voorschriften uit
over spel van de Leidse studenten
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1966
DE LE1D8E COURANT
j
isSSi 7 7
kX
L Studenten beoefenen de watersport.
Roeien in het Rapenburg rond 1000.
(Gravure uit J. Orlers: „Beschryvingho
der Stadt Leyden")
KAATSEN EN KOLVEN, SCHERMEN
EN PAARDRIJDEN, WATERSPORT
J)E BEHOEFTE AAN SPEL EN VERMAAK, vooral aan spor
tieve vermaken, bestond er onder de academieburgers sinds
de oprichting van onze hogescholen even goed als thans, maar
de gelegenheid daartoe ontbrak nog maar al te veel. Ook was er
weinig keus en verscheidenheid: de kaats of balsport in haar
grote verscheidenheid van hand- en stokballen (kolven, maliën
of paille-maille), kaatsen, zoals nu nog de Friezen doen, verder
dansen, schermen, paardrijden en watersport, dat was het voor
naamste. En deze takken van sport ontwikkelden zich dan nog
slechts geleidelijk én vaak maar langzaam aan de vaderlandse
hogescholen. Want er was altijd een niet onbelangrijke groep
- soms zelfs een meerderheid - onder de curatoren, docenten,
studenten, plaatselijke overheid en publiek, die afwijzend stond
tegenover de sportbeoefening der studenten, vooral als het theo
loganten gold.
Vandaar ook dat dit hoofdstuk onzer vaderlandse cultuurgeschie
denis: ontwikkeling der sportbeoefening onder onze jeugd en
speciaal onder de studenten, nog altijd wat mager en schraal
uitvalt en vooral fragmentarisch is.
Weinig historische
bronnen
Men leest in de diverse geschiedenis
sen en bronnenuitgaven betreffende
onze inrichtingen van hoger onderwijs
lelke bestaande universiteit en ook de
vroeger bestaande hogescholen, zelfs
verschillende athenaea en illustre .scho
len zonder jus promovendi kregen in
deze en de vorige eeuw reeds haar ge
schiedenis in gedrukte vorm), dan ook
wel van allerlei dronkemanstonelen,
studentenoproeren, waarbij wel eens
doden vielen te betreuren te Leiden
al in 1594 - doch weinig over de wijze,
waarop de student de weg vond naar
de sport en welke steun de overheid
daarbij verleende.
Ook niet in de speciale werken over
het leven van de student in en buiten
de academie, zoals er van de voornaam
ste universiteiten reeds zijn verschenen
en waarvan men een zeer geslaagde
samenvatting kan vinden in het alom
bekende werk van dr. A. C. J. de Vrank-
rijker: ..Vier eeuwen Nederlandsch stu
dentenleven". Voorburg (z.j. 1938).
We veroorloven ons daaruit over te
nemen de aanhef van het hoofdstuk.
„Sport, vermaak en feest", blz. 172, dat
aldus luidt: „Over het algemeen is door
stedelijke regeeringen weinig gedaan
om de academiejeugd ontspanning te
verschaffen. Wanneer wij herbergen en
bierhuizen niet meerekenen, was er ten
tijde van de stichting der universiteiten
nagenoeg geen gelegenheid tot vertre
ding en vandaar hier eri daar een po
ging om althans iets te doen. niei
zoozeer uit psychologische overwegin
gen als wel om studiosi met gevulden
buidel aan concurreerende steden t-r
ontfutselen. Te Utrecht zorgde de
Vroedschap reeds in 1637 voor een ma
liebaan, waar verschillende spelen be.
oef end konden worden, speciaal het ma-
liënspel of paille-maille. Dit werd ge
speeld met een langen taaien stok mei
fluweelen handvat en onderaan een ge
bogen verbreeding met ijzer beslagen
Met deze malie sloeg de speler de bal
voort en het ging er om hem met zoo
min mogelijk slagen van het begin der
baan tot aan het einde te brengeu. Dit
spel heeft zich ontwikkeld tot het ons
bekende golf en het reeds in de Gouden
Eeuw bekende kolven was vrijwel het
zelfde Te Franeker treffen we
reeds in 1632 een kaatsbaan aan, waar
veel studenten kwamen".
Ziedaar alles wat betreft de ontwik
keling der sportbeoefening door de stu
denten in het verleden, toen de eerste
Nederlandse hogescholen werden opge
richt. Het was mij dan ook een voldoe
ning bij het verzamelen van gegevens
betreffende de geschiedenis van het ge
vangeniswezen, i.e. die van de Leidse
's-Gravensteen en het tuchthuis aldaar,
in de Gerechtsdagboeken enkele reques-
len en beschikkingen te vinden, welke
behoren tot de oudste gedenkstukken
betreffende de sportbeoefening door de
Leidse studenten in de jaren 1601-1612.
Immers het feit, dat het zoeken naar
nieuwe wegen tot vermaak en ontspan
ning reeds in 1601 van de studenten zelf
uitging en dat zij daarbij de medewer
king van de plaatselijke overheid in
riepen en ook dadelijk verkregen, is
te curieus, om het hier onvermeld te
Verder, dat de kaatssport of wel het
..Balslaan" toen het oudste en voor
naamste vermaak was. dat de studen
ten tot hun ontspanning aangrepen. Of
eigenlijk heette het spel in zijn oudste
vorm. zoals het trouwens ook in de
marge van het Gerechtsdagboek wordt
aangeduid, „spelen mitte balon", waar
voor toen reeds een geschikt sportveld
buiten de Rijnsburgerpoort aangelegd
of beschikbaar gesteld zou worden. Zo
lang dat nog niet klaar was of vrijge
geven werd. wensten de achttien stu-
Verzoecken reverentlicken de Studenten
int generael. ten eynde myne Edele
denten, van wie het verzoek aan het
Leidse gerecht uitging, de beschikking
te krijgen over het binnenplein van het
Prinsenlogement of Prinsenhof.
De term balon of ballon was in de
17de eeuw nog vrij algemeen. Het
„Woordenboek der Nederlandse Taal"
(dl. II, eerste stuk. 1898) verklaart het
in die zin thans geheel verouderde
woord dan ook als gevormd van balie
onder invloed van het Italiaanse pal-
lone als „een grote, lederen bal. gevuld
met lucht en in gebruik bij het kaats
spel". Maar bij hel huidige kaatsspel
hetzij het Friese, hetzij het Belgische
jeu de pelote en het Franse jeu de boule,
gebruikt men juist kleine, harde, niet
met lucht gevulde balletjes. Bij het „spe.
len mitte balon". zoals de Leidse stu
denten bij de aanvang der 17de eeuw
deden, heeft men dus te denken aan een
soort hand- of voetbalspel met een
grote bal, gevuld met lucht, die men
elkander toewierp, zoals ook Hooft in
een zijner brieven opmerkte: „Een bal
lon daer de armen der geleerden
luiden mée kaetsen". Huygens gebruik
te ook bal naast balon:
„Klaes kaetst sijn selven rijck
Met Ball en met Balon".
En C. de Bruyn vertelde in zyn „Reizen
door de vermaardste deelen van Klein
Asia" (Delft 1698), dat „het spel van
de Balon (te Livorno) geweldig ln
swang gaat in de vastenavond tijd", zo
dat het toen ook buiten onze grenzen
druk werd beoefend. Overigens vindt
men het In de 17de eeuw dikwijls over
drachtelijk gebruikt bij Vondel, Poirters,
De Brune. Vooral diens „Bankket-werk
van goede gedagten (Middelburg 1660)
bewijst, dat destijds het „spelen mitte
balon" al vrij algemeen was. anders kon
hij moeilijk begrepen zijn geworden, b.v.
met de volgende beeldspraak: „De konst
van "t vijfde wezen, uyt de fijnste ydel-
heyd. nae d'herssens op-te-jagen, is nu
Neerland eygen geworden. Dien balon,
met wind ghevuld, ziet men nu allesins
langhst de straten springen en tot bin
nen in de huysen botten". Ook bij an
dere schrijvers en dichters was „balon"
toen vrij algemeen synoniem, letterlijk
en figuurlijk, met speelbal: „ballon van
de Fortuyn" waarvoor wij thans speel,
bal zouden lezen of gebruiken.
Aard der vermaken
Alleen over de aard van de toen ge
speelde balonvermaken weten we niets
naders te zeggen. Hoogstwaarschijnlijk
was het gewoon handbalspel, waarmede
zich de Leidse studenten vermaakten.
Immers zij moesten blijkens het eerste
hier afgedrukte stuk de verzekering en
waarborg geven, dat ze met hun balspel
geen schade zouden veroorzaken door in
de belendende percelen van hun kaats
baan de „balon" door de ruiten te gooi
en. Met „paille-maille" of golven was
daartoe veel minder kans en daarvoor
werden ook kleinere ballen gebruikt.
Bovendien wordt in de stukken verder
nog gewaagd van een kaatsbaan, die
te Leiden ten behoeve van de studenten
al geëxploiteerd werd in 1603, dus onge
veer dertig jaar voordat de Franeker
kaatsbaan voor de studenten aldaar in
gebruik was.
Wat de stukken zelf betreft, die hier
nu volgen als uittreksels uit twee Leidse
Gerechtsdagboeken, zij bewijzen duide
lijk. dat de Leidse overheid zich zeer ge
ïnteresseerd toonde bij de spel- en sport
beoefening door de studenten. Ook par
ticulieren deden dit, zij het dan dat
zij er rechtstreeks belang bij hadden.
Toch is de geste van een eenvoudige
„schoen- en balon-maecker" als Jan van
Schuylenburch te waarderen, die zich
persoonlijk garant stelde voor de ver
goeding van eventueel door het balspel
der studenten aan te richten schade.
Zijn beroep of nering, ballenmaker en
schoenmaker, bracht tevens mede, dat
hij gaarne zal gezien hebben dat met
de door hem vervaardigde ballen ook
werd gespeeld en dal behalve de stu
denten ook ander publiek er zich mee
zou diverteren.
schrijver, die twee jaar later, in 1603
een kaatsbaan exploiteerde, welke haar
overleden man haar had nagelaten, be
wijs dat deze misschien ook vóór die
tijd reeds als „speelperk" werd ge
bruikt. Doordat zij of haar perceel door
aanbouw in het Noorden der stad dreig
de te worden ingebouwd, moest zij voor
haar baan de nodige maatregelen nemen
in de vorm van overdekking met hard
dak en verhoging van de zijmuren, een
en ander ook met het oog op brand-
Negen jaar later, in 1612, moesten de
Leidse studenten echter toch weer vra
gen om een eigen speelterrein „zoo van-
de ballons als tot het balspelen", waar
uit ook zou kunnen worden afgeleid
het spelen met grote en met kleine bal
len. Wederom toonde de plaatselijke
overheid zich dadelijk bereid uit te zien
naar een voor deze sportbeoefening ge
schikt terrein.
Verzoek van achttien
heeren sullen auctoriseren ende toela
ten. dat zijluijden altesamen ofte die
het believen sal, sullen mogen hem
exerceren met de balon in het Princen-
logement 1ende dat ter tljt ende wij
len toe de plaetse buyten de Reijns-
burgerpoorte. henluyden by mijne Edele
heeren eertydts vergunt, om tgene voor-
seyt is te mogen doen, sal sijn bequaem
ofte totzulcken tijt, alst mijne E. heeren
believen zal. Belovende, zover enich
inconvenient door tvoors. vallen vande
balon soude mogen redunderen. des sij
supplianten verhoopen neen. dat siJluy-
den in sulcken gevalle tselye inconve
nient zullen verbeteren ende dat tot
contentement vande geïnteresseerden.
Twelck doende voirscreven ende was
geteyekent Petrus Cornely, Jacobus
PeckiUB, Martinus Pelanlus. Hleronimus
van Vffde, Adrianus Wllhelmi. Jacobus
vander Meersche, Henricus Bhale Be-
ruffus, Augustus Zetterlus nimicus. Phl-
hppus Cluver, Theodorus Aleny, A. P.
vander Honne. Martinus Menander, Jo
annes Wendt, Magnus Ernestus Dehn-
hof. Melchior Schuchtmanys, Hendricus
Swartewolt, Abrahamus Suchodolsky,
Joannes Georgy d'Milande.
Opte marge stong geapostuleert 2
Die vande Gerechte der stadt Leyden
hebben de supplianten geconsenteerl
ende consenteren hem mltsdesen tpleyn
int Sprincenlogement te mogen ge-
bruyeken om hem aldaer mitte balon
texerceren tot Meije eerstcomende toe
ende langer niet, mits dat zij gehouden i
werden te repareren alle de schaden,
die zij zullen comen te doen, zo in plaet-
sen, daken, straten ende anders. Daer
vooren hem Jan van Schuylenburch,
schoen- ende balon maecker, op huyden
comparende in vergaderinge van die
vande Gerechte, hem borge gestelt heell
ende belooft, indien de auppleanten de
schade b|j hem gedaen, niet en verbe
teren, de zelve tzijnen costen te doen
repareren ende restaureren onder ver
bant van alle zijne goeden.
Aldus gedaen opt Raedhuys der stadt
Leyden opden XXIIen Marty anna XVc
ende een 1601).
Ililllllllll
des jaers XVIc drie 1003». Onder-
stont, mij jegenwoordich ende was ge
teyekent J. van Hout 5).
Sportveld in 1612
III. De gemene studenten inde Univer.
siteyt alhier.
Op'te requesten, daer bij de zelve ver
zochten ten eijnde dat de E. heeren zou
den gelieven te ordonneren voor haer
mitten aldereersten een bequame plaetse
ofte velt. dienende tot exercitie, zoo
vande ballons als tot het balspelen.
scont geappostilleert:
Die vande gerechte der stadt Leyden
disponerende opt jegenwoirdige ver-
zouck, hebben goel gevonden, dat men
mitte eerste gelegentheyt ten dienste
vande supplianten ende om haerluyde»
te mogen exerceren, aal zoucken een
bequame plaetse, om bij henluyden te
mogen werden gebruyet als naer be-
hooren.
Aluds enz. 12 april 1612 (w.g.)
J Swanenburch 6
A. HALLEMA
1) In 1600 werd het Prinsenhof overi
gens bewoond door Justlnus van Nassau,
zoon van prins Willem van Oranje. Vgl
Dr P. J. Blok, Geschiedenis ener Hol
landse stad, III, blz 16 vlg.
2) Lees: geaspostilleerd.
3) Gerechtsdagboek E. fol. 220 221 Ge
meente-archief Lelden, Over Jan van
Hout, Leldens bekende secretaris-dichter
in die tyd en z|jn verschillende functies
en verdiensten zie behalve bij Blok
Dr. J. Prinsen, De Nederlandsche Re-
naissance-Dichter Jan van Hout, en Dr.
J. C. H. de Pater, Jan van Hout (1542-
1609), een levensbeeld uit de 16de eeuw,
1946.
4) Zie onder 2).
5) Gerechtsdagboek E. fol. 318, G. A.
Leiden.
6) Gerechtsdagboek G., fol. 301vo. G. A.
Leiden. Over Joost van Swanenburch
als van Houts opvolger in het secreta.
rlsambt vlg. Blok. t.a.p. blz. 99 en 117.
Hij was ln functie van 1610-1620.
Minister Biesheuvel opent 15 september
nieuwbouw en daliliatentoonstelling
Op donderdag 15 september a.s. des nam. 3 uur ral door de minister
van landbouw en visserij, mr. B. Biesheuvel, de officiële opening
van de nieuwbouw en uitbreiding van Bloemenveiling „Flora" te
Rijnsburg worden verricht.
Tevens zal de minister, aansluitend hierop een bezoek brengen
aan de Nationale Dahliatentoonstelling die t.g.v. deze opening in
één der zalen van de veiling zal worden gehouden.
Op deze tentoonstelling, waarvan het arrangement en de algehele
leiding in handen is van de bekende bloemsierkunstenaar Cock Veld
huis uit Hillegom, zal het publiek t.m. zaterdag 17 september letter
lijk talloze soorten Dahlia's bewonderen, bijeengebracht door vak
lieden en amateurs.
Rpll tlPV ortUitkip weer in de tuinen en parken ais ren
uitgesproken versieringselement Ook
e dahlia een
koe'huizen
ran Nederland
Het mag als een gelukkig toeval
woitien beschouwd, dat juist de dahlia,
die in de beginperiode van Flora's be
staan zo'n belangrijke rol heeft ge
speeld. ais .«prijst ing zal dicnep voor
één der noogtepunten in de ontwik
keling van de veiling.
„Er zijn weinig gewassen die dooi
hun uiteenlopende groeiwijze, verschil
lende bloemvorm en uitgebreid kleur
gebied zo zeer gezocht zijn als decora
tief beplantingsmatcriaa; van de tuin
en als versieringsobject van het interi
eur als de dahlia. Bij miljoenen zien wc
haar overal. Nu, eens rond de huizen
als een vrolijk ongezocht accent, dan
Het ruime en lichte restaurant
Kaatsbaan
mij eude
3).
Geen ballen door
andermans ruiten
Overdekte Caetsbaen.
Geeft ootmoedellcken te kennen Catrijn
Dircx dochter, wedue van Cornelia An-
thonisz glaesschrijver. ln sijn leven als
eygenersse (eigenaar) van heure hui)-
singe ende caetsbaen. staende int Noort-
eijnde binnen dezer stede, uwer Edelen
onderdanige dienaresse, hoe dat heure
vooras, caetsbaen boven es oopen ende
het voors. Noorteijnde dagelicx wert
versiert met opbouwlnge van hoege1
schoone huysen. zij suppleante gaerne
soude verhoeden het inneslaan van I
heure gebuyren glaesen. Doch dat dsel- J
ve deur den irinewoonder van een baen
ende om zijn profijt in geen onnutte
costen en geraecke. den selven baen
gaerne soude overdecken. om alle tselve
te verhoeden. Ende alsoe zij tselve nlei
gaerne en soude doen zonder buyten
icennisse van uwer Edelen, soo es zij
mppliante veroorsuect haer te keeren
ot uwer Edelen (ent versouct met óot-
nuet. dat uwer Edelen believe haer sup-
•liante te konsenteren heur vooras, baen
e overdecken ten eynde haer gebuyren
an tinneslaen heurder glaesen zijn ge-
rijt.
Dit doende etc.
Opte marge stong geapostuleert 4I
ezlen bij die vande Gerechte den inne-
ouden vanden jegenwoirdige requeste,
•.ebben, voor sooveel In hem es. de I
hoondersse toegelaten ende bewllllcht. j
aelen toe ende bewilligen mits desen te
uogen overdecken, mits de selve ront-
iomme timmerende van steenen. ende
deckende met hardt dack, sonder hae-
ren baen ter zijde tc mogen aluyten mlt
deelen ende. Indien sij deselve mit eenige
loodtsen ter zijden wilt aff spannen,
mits deselve mede maeckende van
in de bloemsierkunst i
gaarne geziene bloem."
(jrb. 1966 N.D.V.)
Koelhuis
He; aantal te exposeren bloemen zal
in de tienduizenden lopv.ii. Al met al
een waardige en feestelijke omlijsting
van de nieuwbouw van ..Flora" waai
aan ruim 2 jaar werd gewerkt en die
dh». omvat- een aamoerkanual van 125
meter lengle cn 3(1 meter breedte, een
hypermoderne restauratie met accom
modatie voor 250 persoren, kantoren,
bestuurskamer, de benodigde repre
sentatieve vertrekken en niet te ver
geten een nieuw koelhuis met een ku
bieke inhoud van 3000 meier. De totale
koelhuis capaciteit komt hiermede op
8000 meter, waardoor het koelhui*
Rijnsburg zich tot één der grootsten
en modernstcn in den lande mag re-
TRISUNE EN KLOK
Ook een nieuwe tribune, plaatsbie
dend aan 400 kooplieden, zal in ge
bruik worden genomen. De heide af-
müntoestellen - kortweg „de klok"
genoemd - die op deze tribune wer
den aangebracht, welke verbolgens een
zeer revolutionair systeem en zullen
volledig worden gekoppeld aan de me
chanische boekhouding. Hierdoor re
gistreert de koopman door een druk
op de knop onmiddellijk zijn kopers
nummer en de prijs die hij voor de
betreffende partij bloemen heeft afge
mijnd. De verdere gegevens worden
door de veilingmeester in de pons
kaart d.m.v. eenvoudige handelingen
aangebracht.
De gehele bouw van veilinghallen,
koelhuis, kantoren enz. alsmede de in
richting van deze gebouwen én de
nieuwe tribune in de ruimste zin van
he; wbord kostte ruim 3 millioen
gulden. De architect was het bureau
Kraan, van Nieuwkoop en Hühner te
Oegstgeest, aannemer de firma J. v.
Rhijn en Zn. te Katwijk a. d. Rijn.
Fcn kijkje op een deel van de admini
stratieve aldcling met rechts de loket
ten voor bankzaken.
Aldus gedaan opten VII i
Augusty