Huurder zoekt recht
GEEN
BANIEREN
WEL
NIEUWE
WONING
WET
GOUWZEE
Geen toekomst
voor voedingspil
herleeft „expres'5
zonder subsidie
VRUDAG 3 JUNI 1966
DE LEEDSE COURANT
PAGINA 9
(Van een onzer redacteuren}
Bij de definitieve stichting van het landelijk verbond van huurdersverenigingen, zijn twee keiharde punten
uit het program aan de grote klok gehangen. Ten eerste de onmiddellijke instelling van een huurstop. Over verdere
verhoging van de huur valt niet te praten, hoe doorwrocht ook de argumentatie is, waarmee minister Bogaers de
komende huurverhogingen heeft ingelijst. Wat nog in het vat zit, kan men wat het verbond betreft rustig laten verzuren.
Ten tweede wil het verbond met het gewicht van thans ruim 11.000 leden gaan leunen tegen de wetgever, want er moet
een nieuwe woningwet komen. We zitten met ons allen minder te wachten op een „Proeve ener Grondwet" dan op een
nieuwe woningwet, omdat de huidige bij de ontwikkeling van de tijd achter is gebleven.
Het verdriet het landelijk
verbond dat de rechten van
de verhuurder in tal van
artikelen en uitweidingen-
onder-sub met toewijding
uit de doeken worden ge
daan, terwijl de huurder
zeer strak aan een serie
verplichtingen wordt gebon
den. Een heel klein voor
beeldje: de huurder dient
het gehuurde achter te la
ten in de staat, waarin hij
't aangetroffen heeft. Volgt
men dit artikel naar de let
ter,, dan moet de huurder
aan de verhuurder schade
vergoeding betalen, wan
neer hij geheel voor eigen
rekening verbetering in het
huis aanbrengt. Gelukkig
wordt deze soep niet zo heet
gegeten en beoordeelt de
kantonrechter blijkens juri
sprudentie een dergelijk ge-
val meer naar de geest dan
naar de letter. Dit neemt
echter niet weg, dat de ver-
huurder op grond van deze
woningwet met zijn klacht bij de kanton
rechter kan komen.
Juist omdat als gevolg van de naoor
logse woningtoestanden en huizente
korten het inwendige onderhoud van de
woning vrijwel geheel voor rekening is
gekomen van de huurder, omdat de
verhuurder op dit punt nogal eens ver
stek laat gaan, adviseert het verbond
om in al dit soort verwikkelingen niet
te betalen, maar het te laten aankomen
op een uitspraak van de kantonrechter.
Predikt het landelijk verbond dan de
opstand? Neen, het wil slechts opko
men voor goed recht. En heeft daar
voor een eigen jurist in vaste dienst ge
nomen. Deze hakt juridisch alsmaar met
hetzelfde bijltje en heeft al veel recht
kunnen krijgen, waar kromme interpreta
ties huurders voor nare verrassingen
plaatsten. Woningbouwverenigingen
en particuliere huiseigenaren, min of
meer gedwongen door te lage overheids
bijdragen voor woningonderhoud en pro-
(Van onze correspondent
MONNIKENDAM In de tuin van restaurant „Stuttenburgh"
te Monnikendam zwaait eigenaar D. Oosterbaan de schilderskwast
om een nieuwe voorjaarskleur te geven aan tonnetjes en andere re
kwisieten die met vrij ronddrentelende kippen, pauwen en eenden
het landelijk decor vormen van het om zijn visgerechten en antieke
interieur, met tachtig speeldozen, vermaarde eethuis aan de Gouwzee.
In het zomerse voorjaarsweer is de heer Oosterbaan dikwijls in de
tuin te vinden, vaker echter slentert hij, de hoed achteloos op het
achterhoofd, naar de overkant van de weg waar hij drie jaar geleden
begon met de omvorming van een muf stinkend puf- en nestbedrijf
in een museum, volledig gewijd aan het leven op en in de plaatsen
rond de Gouwzee. Voor de heer Oosterbaan hebben de Gouwzee, en
plaatsen als Monnikendam, Marken en Volendam hun gouden charme
behouden ook al is, vooral na de bouw van de Afsluitdijk, de laatste
tientallen jaren veel van wat het leven in het Gouwzeese gebied be
heerste, verdreven door meer moderne zaken. De heer Oosterbaan
mag die ontwikkeling betreuren, hij is genoeg man van deze tijd om
overtuigd te zijn van de onmogelijkheid om de vernieuwing buiten
de deur te houden. Hij combineerde zakelijke nuchterheid met z'n
diepe liefde voor het gebied, waar het geslacht Oosterbaan eeuwen
lang het dagelijks brood verdiende en schiep een levensecht brok
vergane tijd op de plaats waar puf en nest hun verwerking vonden.
De heer D. Oosterbaan bij de waterput, die nieuw werd opgetrokken op de waarschijnlijk eeuwenoude resten van
een put, die nog wonderlijk goed intact waren. Water, loopbrug, put, fonteinen en watervalletjes zijn de „eerste
begroeting" van het Gouwzeemuseum aan de bezoekers.
met de creatie van de heer Oosterbaan.
„Ik heb het museum geheel naar eigen
inzicht opgebouwd en ingericht. Natuur
lijk was er de mogelijkheid een subsidie
te verwerven, maar dat heb ik expres
niet gewild omdat ik volledig eigen baas
wilde zijn. Ik wil niets zeggen -ten na
dele van welk museum ook, maar ik houd
et van allerlei historische zaken keu
rig op te bergen achter vitrines en gro-
voorwerpen netjes opgedoft te zien
staan. Ik zeg altijd maar zo, als iets
lelijk was moet het lelijk blijven, daar
moet niet omwille van een museum een
nieuwere, mooiere schijn aan worden ge-
Vandaar dat de heer Oosterbaan geen
inmenging van bovenaf wilde riskeren
bij het aanvragen van een subsidie, van
daar dat hij dus volledig zijn eigen gang
ging. En met succes. Hij hééft het leven
op en om de Gouwzee in volledige wer
kelijkheid neergezet aan de overkant van
„Stuttenburgh", hij heeft voor het nage
slacht allerlei typische zaken bewaard
die misschien een vijftig jaar geleden
nog in vol gebruik waren, maar nu al
door het versnelde tempo van de tijd an
tiek zijn geworden.
Tante Dit
Hij vormde een miniatuurmeer met
een paar eenvoudige fonteinen, bouwde
een steiger in zakformaat met dukdalven
ook al van bescheiden afmetingen en
groepeerde rond dit rijk met allerlei vis
sen „gevulde" water 'n voor de jongere
generaties onbekend beeld dat niettemin
nog volop en vers leeft in de herinnering
van hen die nog niet eens de zestig zijn
gepasseerd. Hij richtte 'n vissershuisje in
„als ik dat zo bekijk zie ik m'n tan
te Dit nog zitten kousen stoppen" en
een wasboetje waar manlief, de visser,
een plaats had voor het onderhouden van
Er is een zeilmakerij, een visloodjes-
en kogel gieterij, een kuiperij, een zoute-
rij en inleggerij voor ansjovis en eer
klompenmakerswerkplaats waar de over
al rondslingerende houtkrullen de schijn
wekken alsof de baas even naar moeder
is om een „koppie".
Het bedrijfsleven van een vissersplaats
is dus in het Gouwzeemuseum van de
heer Oosterbaan volledig terug te vin
den, hij heeft ook een afdeling met de
overigens nog incomplete, collectie vo
gels uit het Gouwzeegebied en afdelingen
met curiosa als het laatste kaartje van
de veerdienst naar het eiland Marken,
het parkeerkaartje van de eerste auto
die over de nieuwe dijk naar Marken
ging „we hebben van 's morgens vijf
tot half elf op de parkeerwachter zitten
wachten" een botterkompas, Marker-
bruidsklompen en de Enkhuizer Almanak
van 1827.
en is „schipper naast
God". Dat toont de heer Oosterbaan over
duidelijk. Hij heeft een hele verzameling
schilderijen met Bijbelse voorstellingen,
allerlei afbeeldingen van ,,'t alziend oog"
en de engelbewaarder, maar ook een col
lectie spreuken als „Zoo iemand de we
reld lief heeft, de liefde Gods is niet in
hem" en „De hoop is onzen wandelstaf
in het Gouwzeemuseum,
vanaf de wieg tot aan het graf'. Kaar
ten en foto's naar onderwerp gerang
schikt geven een beeld van belangrijke
gebeurtenissen van vroeger tijden als de
watersnoodramp van 1916 en de Slag om
de Zuiderzee. Natuurlijk presenteert het
Gouwzee-museum ook de klederdrachten
en wie dan nog meer wil zien van hoe
de mensen in Marken. Monnikendam en
Volendam leefden, behoeft slechts op een
knopje te drukken om enkele tientallen
kleurendia's voorgetoverd te krijgen.
Vissen en kippen
Er zjjn uren zoek te brengen in het
Gouwzeemuseum waar graag wordt uit
gelegd wat precies het doel was van de
spieringflodderslee en de botkloppersslee
en waar ook de y!
fiterend van de woningnood, treffen
soms zeer drastische maatregelen om 't
rendement op een hoger niveau te bren
gen. Huurders kunnen terecht de vraag
stellen, in hoeverre daardoor juist hun
belangen in gevaar worden gebracht.
Een stereotype argument in de opvat
ting van de verhuurder is vandaag de
dag: „U kunt de woning krijgen, als
u hemzelf wat opknapt. Voor u hon
derd anderen".
Vol genot
Het landelijk verbond acht deze op
vatting in strijd met art. 1588 van het
Burgerlijk Wetboek, dat stelt, dat de
verhuurder de plicht heeft het te ver
huren onroerend goed In behoorlijke
staat van onderhoud af te leveren, op
dat de huurder daarvan het volle ge
not zal hebben. En kan men spreken
van het volle genot van een woning,
wanneer daarin zoiets vanzelfsprekends
I als een douche ontbreekt? Kan men
spreken van het volle woongenot, wan
neer een huiskamer zodanig krappe
afmetingen heeft, dat kinderen aan enig
simpel hulsspel niet toekomen.
Breekt de bewoner een tussenmuur-
tje weg om leefruimte te scheppen, dan
loopt hij de kans aansprakelijk te wor
den gesteld voor een tweehonderd gul-
den schadevergoeding. Het verwijderen
1 van een verouderde, hinderlijke hang
kast in de keuken kwam op zestig gul
den te staan. Het verhangen van een
deur op vijfentwintig gulden. In al de
ze gevallen bleek het ree1 tsinzicht van
de kantonrechter edelijker dan de eis
van de verhuurder. In enkele vonnissen
werd zelfs nadrukkelijk -esteld, dat de
veranderingen inderdaad verbeteringen
betroffen en dat de huurder eigenlijk de
verhuurder aan zich had verplicht. Hier
wil het landelijk verbond met de nieuwe
woningwet naar toe.
Het landelijk verbond is niet gesticht
voor het voeren van schermutselingen
als hierboven genoemd. Dit beschouwt
het slechts als achterhoedegevechten.
Het wil in de voorste linies treden om
en woningwet vernieuwd te krijgen en
mede daardoor invloed op de nieuw
bouw. Het wil penetreren in wetgeven
de en regelende instanties. Het wil niet
dat woningbouw nog langer een eenzij
dige zaak is, die door economische wet
ten wordt bepaald. Daarvoor is de wo
ning tezeer een behoefte-goed. Het wil
de woningbouw niet nationaliseren,
maar democratiseren.
In het program worden de moeilijkhe
den niet uit de weg gegaan; men ste
vent er rechtstreeks op af. De woning
nood moet opgelost worden door woning
wetwoningen tegen betaalbare huren.
Nieuwbouw moet leefbaar zijn.
Daarvoor is nodig beheersing van de
prijzen van grond en bouwmaterialen;
daarvoor is ook nodig een rem op spe
culatieve bouw, die talrijke, leegstaan
de luxe flats oplevert. Het wil de bouw
van bejaardencentra om de doorstroming
te stimuleren en het wil ook de paria's
onder de huurders beschermen, de al
leenstaanden en de studenten. Het wil
er speciale woongelegenheden voor la
ten bouwen. Het verbond wenst ook de
verkrotting tegen te gaan door een strin
gente wettelijke plicht tot onderhoud.
Het huurdersbelang moet tenslotte een
volksbeweging worden, gestimuleerd
door overal op te richten adviesbureaus.
Geen banieren
Het bestuur van het landelijk ver
bond heeft onlangs met vertederde blik
ken aangezien, hoe vooral jonge men
sen In Amsterdam demonst. erden te
gen kamer- en woningnood. Het acht de
tijd om achter 'n banier te lopen voor
bij. Het verbond wil geen opzien gedu
rende een paar uur, het zoekt naar blij
vende Invloed, naar definitieve erken
ning van het recht van de huurder. Daar
voor zal de huurder do wrok van itch
af moeten schudden en uit zijn leunstoel
omhoog moeten komen. De oudste hnnr-
dersvereniging, de Rotterdamse, bestaat
pas vijftien jaar. De twaalf, die nadien
overal in den lande zijn opgericht, gaan
't nu in het landelijk verbond samen
doen. Zjj willen geen vinger ln de pap,
zij willen de pap zelf opscheppen.
Daartussendoor houdt het verbond
zich bezig met het kleine werk, dat
groot is in zijn gerief, zoals geen slaap
kamer zonder wasgelegenheid, berg
ruimte en stallingsgelegenheid voor au
to's, geschikte wasdroging, in flats cen
traal kanaal voor huisvuil, liften groot
genoeg voor kinderwagens en leveran
cierskarretjes en niet te vergeten dou-
Zeker vijftien jaar lang hebben de
huurdersverenigingen een sluimerend
bestaan geleid. Zij fungeerden als klach
tenbureautjes, bezocht door ontstelde
huurders en even zo gemakkelijk weer
vergeten door geholpen huurders. Het
beeld van de leemte ln de verhouding
tussen verh irder en huurder, de ga
pende afgrond tussen huisjes-hebben en
woongenot, vertoonden zich ln een steeds
griezeliger perspectief. Dit niemands
land tussen rechten en plichten wil het
verbond bewoonbaar maken, gesterkt
door bemoedigende rechterlijke uitspra
ken en gestiir ileerd door een program,
dat de huurder als een f-elijkwaardige
naast de verhuurder plaatst.
UTRECHT (ANP) De verwachte
pil van voedingsstoffen (middelen) in ge
concentreerde vorm, zal niet worden ge
realiseerd. Dit is een van de voorspel-
lboot „Gouwzee", de j ijngen die de directeur van het voorlich-
toogslce „de Ijsvogel"
voor het rondrijden van
een oude Monnikendao
een plaats vonden.
met verwarming
toeristen en
mer brandspuit
Er is meer te zien dan beschreven kan
worden en altijd, overal en in alles heeft
de heer Oosterbaan 't hechte leven van
vroeger tijden zoveel mogelijk trachten
uit te beelden. Hij heeft 'n volkomen na
tuurlijke situatie trachten te scheppen en
't lag geheel in die lijn dat hij een grote
volière bouwde waar de vogels en kippen
leven als in de natuur en waar iedere
museumbezoeker rustig door kan wande-
Wie tenslotte denkt uitgekeken te zijn
op al dat moois stapt binnen in het grote
museumrestaurant waar vis natuurlijk de
specialiteit is en waar iedereen vrij in
„de keuken" kan kijken, oftewel achter
de schermen waar de vis wordt schoon-
en klaargemaakt en de paling gerookt. „Ik
heb voor niemand iets te verbergen,
iedereen mag zien hoe wij onze vis be
handelen", zegt de heer Oosterbaan als
we nog wat napraten aan de grote bar
waar een ereplaats is ingeruimd voor „het
juk van ome Jan die destijds als vis-
venter |)egon".
tingsbureau voor de voeding, prof. dr.
C. den Hartog, doet in een bijdrage
aan „Gezondheidszorg", het maandblad
van liet Groene Kruis. De redactie heeft
hem de gelegenheid gegeven te mijme
ren over de voeding in het jaar 2000.
Het toekomstbeeld, dat prof. Den Har
tog bij dit koffiedlkkjjken voor zich zag,
Is aan de ene kant hoopvol, maar de ge
compliceerdheid van de vraagstukken
zal naar zijn oordeel nog groter waak
zaamheid bij regerings- en andere au
toriteiten noodzakelijk maken dan thuns,
aangezien de kansen tot ontsporing eer
der zullen toe- dan afnemen.
Prof. Den Hartog ziet in het jaar 2000
een zittende mens, die handels over
haalt en knoppen indrukt. Het vraag
stuk van het calorieën-evenwicht tussen
hetgeen de volwAssenene behoeft en het
geen hij gebruikt, zal daardoor nog be
langrijker zijn dan nu de degeneratie-
ve ziekten (hartziekten, gewrichtsziek
ten).
Vermoedelijk zal men dan inzien, dat
een vrije tijdsbesteding die lichamelij
ke inspanning inhoudt, de enige oplos
sing is. Dit vereist van de overheid
maatregelen die voorzien in het beschik
baar zijn van sportleiders sportvelden,
gymnastiekzalen en andere gelegenhe
den. die inspanning mogelijk maken.
De voeding zal in 2000 kwalitatief be
ter zijn samengesteld en er zal door
de huisvrouw zelf weinig voedsel wor
den bereid. De industrie zal met een zo
danige variatie aan reeds voorbereide
voedingsmiddelen komen, dat eenvoudig
opwarmen ln elektro-magnetische ovens,
de plaats van de eigen voedselberei
ding zal hebben ingenomen.
Zelfs complete maaltijden in „pre
cooked vorm" zijn er over 35 jaar op
de markt. Alleen bij feestelijkheden zal
de huisvrouw nog wel ems een ouder
wets, doch smakelijk menu maken, zo
voorspelt prof. Den Hartog. Dat zal
dan een waar feest zijn, want door de
normalisatie van de levensmiddelenin
dustrie, zal een grote eentonigheid van
smaak ontstaan. In de delicatessenwln-
kels bijvoorbeeld zullen de eigengemaak
te koekjes grote aftrek vinden.
Aangezien bij de mens „lekker eten"
blijft prevaleren, zal de voedingspil geen
kans krijgen, want deze pil is niet lek
ker te maken, geeft geen maagvulling
en is evenmin een streling voor de tong.
aldus prof. Den Hartog.
KUNSTVOEDING
Een volledige oplossing van het pro
bleem over het verband tussen de voe
ding en tandbederf, ziet prof Den Har
tog in het jaar 2000 nog niet, maar over
het voorkomen van tandbederf zal dan
voldoende bekend zijn. Uit welbegre
pen eigenbelangen zullen de snoepfabri
kanten dan ook snoep in de handel bren
gen, dat niet. of belangrijk minder carlo-
geen is, dan thans. Algemene fluoride-
ring van het drinkwater zal een feit z(jn.
Men zal beschikken over enorme kennis
ten aanzien van kankerverwekkende el-
genschappen van natuurlijke en onna
tuurlijke voedingsmiddelen. Er komen
kunstvoedingen voor baby's en bejaar
den, de chemische industrie zal nog
meer bij de voedselsamenstelling wor
den betrokken en bewegingen als terug
naar de natuur, zullen geen kans meer
hebben, gezien de onmogelijkheid deze
stap terug te zetten, zo voorspelt prof.
Den Hartog.