SSk. KERKHOF
schrik van landschapsschoon
Maak geen
MUSEUM
van het platteland
GORDIJN VAN GROEN
ROND GEBLUTST ROEST
Welpen volgen 50 jaar
lang de oude wolf
pCraDAQ 84 MEI 1966
DE LEÜDSB COURANT
fi*-r
i onzer verslaggevers)
LEIDEN De huisjes, de
boompjes en de beestjes vor
men méér dan alleen maar een
decor voor de jakkeraars over
Deze verstoringen dienen zich intus
sen steeds veelvuldiger aan, vooral in
de nabijheid van de grote steden, waar
verkeersaanduidingen en richtingbor
den toch al het concentratievermogen
onder druk zetten. Het zijn de autokerk
hoven, de opslagplaatsen van kneusjes
en total losses, leeggeplukte karkassen
bij handelaars in gebruikte onderdelen,
roestende en geblutste autolijven, over
de kop geslagen blindgangers. Als dit
staal-als-crêpepapier eens kon spreken
Maar dit hoeft niet eens, want in zijn
geluidloze stomheid spreekt het een lu
gubere taal. Wie er gevoelig voor is,
voelt zich de schrik op het lijf vallen.
Deze kerkhoven gunnen ons geen rust
meer, want juist ben je over de eerste
echrik heen, of daar komt de tweede al
weer in het oog. Bij dozijnen zijn ze ont
staan, zomaar op het groene veld on-
i der de open hemel, meestal zonder eni
ge beschutting. Gemeentelijke en pro
vinciale overheden, bekommerd om land
schapsschoon, dreigden of vermaan
den, hier en daar werden ook boetes uit
gedeeld, maar afdoende heeft dit niet ge
holpen, ook al omdat het aantal karkas
sen sneller groeit dan het jonge groen
van beginnende aanplant, die er om
heen werd gezet.
Niet zozeer met het oog op de ver
keersveiligheid alswel met de bedoeling
het landschapsschoon zolang mogelijk
de rijkswegen. Dit vaste pa
troon in de groene Hollandse
dreven heeft een functie. Het
geeft rust aan de ogen en laat
ons door zijn vertrouwde beeld
in gelijkmatige stemming ach
ter het stuur. Elke verstoring
van dit beeld maakt het verkeer
nog onveiliger dan het al is.
intact te houden wil de Stichting Recrea
tie tegen dit verschijnsel de strijd aan
binden. In overleg met rijk, provincie
en gemeente wil zij komen tot een be
tere camouflage van de ontsierende slo
perijen en autokerkhoven. Met betrek
kelijk eenvoudige
voorzieningen in de
eerste plaats door
passende beplan
tingen, zo meent
zij, kunnen de op
slagplaatsen van
oude voertuigen aan
het oog onttrokken
worden. Juist om
dat deze wanstal
tige autogedroch-
ben bij voorkeur
.langs de grote we
gen gesitueerd zijn,
noemt de Stichting
camouflage -n dwin
gende eis. De
Stichting wil niet
met dwangmaat
regelen werken.
Dat zet weinig
zoden aan de dijk.
De minimumeisen,
die men zou kun
nen voorschrijven,
Grondbelasting
discri m i n erend
UTRECHT Alleen een welvarende
boerenstand is de waarborg voor een
goed verzorgd natuurlandschap. Men kan
van het platteland geen museum maken.
Dit rel de voorzitter van de vereniging
„Het grondbezit", B. A. Ph. baron van
Harlnxma thoe Slooten in Utrecht, waar
zijn vereniging vergaderde.
HU zei dit naar aanleiding van het
ontwerp-natuurbeschermingswet. Er
heerst nog altgd grote verwarring over
de begrippen recreatie en natuurbe
scherming. De financiële onrendabiliteit
van de recreatie en de daarvoor nodige
voorzieningen zullen zeker niet mogen
worden afgewenteld op de eigenaren van
natuurgebieden. De overheid is er echter
hard mee bezig, aldus baron Van Ha-
rinxma thoe Slooten.
Door het zeer lage rendement, de suc
cessiebelasting en de onmogelijkheid
nieuwe gebouwen te financieren worden
veel verpachters gedwongen hun eigen
dommen te verkopen aan de pachter, die
dan op zeer zware lasten komt. Bij de
huidige strakke pachtprijsbeheersing zal
de pacht als instituut steeds meer af
brokkelen.
Men wordt ook voortdurend gecon
fronteerd met de schamele bedrqfsuit-
komsten in de landbouw en met het
streven het niet florissante landelijke
bezit uit te hollen. Dit deed baron Van
Harinxma thoe Slooten opmerken, dat
„deskundigheid het laatste is waar pro
gressieven last van hebben".
Hy besteedde tenslotte aandacht aan
de grondbelasting. D»e vindt hij discri-i
minerend en geheel uit de tQd.
kunnen via juridische interpretaties des
noods tot in de Hoge Raad leiden, zon
der dat het doel er Intussen mee gediend
is. Daarom liever goedschiks wat kwaad
schiks zoveel wrevel en weerstand zal
wekken.
Inventarisatie
De Stichting zit echter met de moei
lijkheid, dat zij niet precies weet waar
de autokerkhoven precies liggen. Er ko
men er telkens nieuwe bij. Zij is van plan
de hulp in te roepen van de Wegenwacht
en tot een inventarisatie te komen. Geen
eenvoudige zaak, want de Wegenwacht
kan het ook allemaal niet bijhouden. In
afwachting van die inventarisatie
zijn we alvast op zoek gegaan in Zuid-
Holland. We hebben er zeker een dozijn
gevonden. Vooral in Rotterdam wemelt
het ervan, vooral langs de weg Rotter-
dam-Gouda en Rotterdam-Delft. Niet al
leen de automobilisten kunnen hierover
meepraten, maar ook de treinreizigers,
want plaatselijk beslaan de kerkhoven
langgerekte stroken grond, die tussen
rijksweg en spoorbaan zijn gelegen. Wij
vonden ze ook in Leidschendam, Zoeter-
meer en Voorschoten, met en zonder
beplanting, hele of half afgewerkte
schuttingen, nog onaangetaste en door
de wind neergeslagen rietmuren.
De heer Streur uit Leidschendam, die
sinds kort uit een weiland vol jonge
kneuzen onderdelen verkoopt, zou graag
als eerste bij de Stichting in aanmerking
willen komen voor wat adviezen en me
dewerking. Toen hij pas begon, kreeg
hij al een boete, omdat de rieten muur
en de heg er later kwamen dan de
auto's. Hij jegt: „Ik kon het allemaal
niet in een vlucht en een vloek in or
de krijgen. Als iemand autokerkhoven
een lelijk gezicht vindt, dan ik wel. Na
die bekeuring heb ik ijlings een muur
van rietmatten opgesteld en er heggen
en boompjes geplaatst, allemaal jong
spul. Dat heeft tijd nodig om op te ko
men. Zo vlug werkt de tijd nu ook weer
niet. Maar na die bon heb ik mijn ad
vocaat een brief naar de Ged. Staten
laten schrijven voor een vergunning vooi
het bouwen van een muur om mijn be
drijf. Ik heb er nooit meer iets van ge
hoord. Misschien kan de Stichting iets
voor mij doen".
De heer Streur hoopt bovendien op
medewerking van de gemeente of
'n conglomeraat van gemeenten om een
pers aan te schaffen, waarmee de va
straten uit de stad gehaalde afdanker
tjes rijp gemaakt kunnen worden voor
de smelterij. Een dergelijk apparaat is
zeer kostbaar en laat zich uit het schroot
moeilijk financieren. Maar aan gezien
een schone stad de overheid ook wel
De heg van Streur uit Leidschendam
groeit niet sneller dan de natuur wil.
wat waard moet zijn, wordt er van die
zijde medewerking verwacht.
In Rotterdam gaat het wat vlotter.
Daar krijgen de slopers en handelaren
in tweedehands-onderdelen goede mede-
erking van de politie. De heer Fister,
die met zijn bedrijf in Overschie zit, is
althans tevreden over. Zijn opslag
plaats is door een volwassen heg van
de rijksweg gescheiden. Die heg was er
eerder dan zijn bedrijf. „Ik heb die plaats
achter de heg zelf uitgekozen", vertelt
hij. Een ambtenaar van de provincie
d onlangs tegen hem: „U hebt 't wel
handig bekeken door achter die heg te
gaan zitten. Maar die heg staat op on
ze grond en als wij die heg weg halen,
kunnen we u nog aanpakken ook".
De heer Fister vond dit niet spor
tief van hem: en heeft geantwoord:
„Dan plaats ik een heg op mijn eigen
terrein". Hij is ook van plan dit te
doen, als het zover mocht komen. Maar
misschien kan de Stichting Recreatie
het hierover eens opnemen met de pro
vincie: niet ten voordele van de heer
Fister, maar in het algemeen belang,
dat eist dat die heg daar blijft staan,
ook al is die van de provincie, uiteindelijk
ïze eigen provincie.
De meeste bedrijven, die wij zagen,
aren voorzien van een of andere af
scherming, maar de natuur is sterker
dan de leer, dat wil zeggen het aantal
karkassen groeit snel. Zij treden hier en
daar buiten de omheining, omdat er
daar binnen geen plaats meer voor is.
Men zou dit overmacht kunnen noemen.
Vanaparte negering van landschaps
schoon zouden we alleen willen spreken
bij de woonwagenbewoners, die hier en
daar met hun sloperij zyn neergestre
ken zonder zich ergens om te bekomme
ren. Speciaal in Zoetermeer viel ons dit
op.
Vrijetijdsbesteding
De recreatieve waarden van de auto
kerkhoven moet overigens niet onder
schat worden. Zij blijken hobby-domei
nen te zijn voor de sleutelaars. Bij een
dergelijk bedrijf in Rotterdam vervoe
gen zich dagelijks, maar vooral op za
terdag, vele hobby-isten, die er komen
uitzoeken wat van hun gading is. Er
gaat zelfs het verhaal van een Haagse
ambtenaar, die uit liefhebberij een oude
Citroen berijdt. Mijnheer kan het doen
en laat zich in zijn oude glorie door een
chauffeur naar deze sloperij rijden. Daar
stuurt hij met een paar gulden voor 'n
lunch zijn chauffeur voor enkele uren
weg. waarna hij zelf ter plaatse aan 't
sleutelen gaat en versleten onderdelen
vervangt door ter plaatse gezocht en ge
vonden tweedehands materiaal. De
twee broers, die deze zaak leiden, staan
heel de dag met raad en daad terzijde.
Vanuit de lucht schijnt een autokerk
hof bovendien er ook niet zo gruwelijk
uit te zien. Herhaaldelijk vervoegen bij
de sloperijen, zich vliegers van Ypen-
burg en Zestienhoven, die vertellen van
uit de lucht zulk een goede Indruk te
hebben gekregen van het bedrijf, dat zij
denken er wel iets van hun gading bij
te zullen vinden. Vliegers zijn blijkbaar
minder angstig om brokken te zien
dan automobilisten, die terwille van hun
veiligheid en het landschapsschoon er
heggen omheen willen zetten.
Chaotisch autokerkhof nabij Zoetermeer
(Van een onzer verslaggevers)
Tienduizenden knaapjes tussen de acht
en elf jaar gaan op 11 juni hun grote
feest vieren, een „flesta troplcana", waar-
:voor de benodigde muziek ook op de
grammofoonplaat Is geleverd door Tbom
Keiling. Op 11 juni zal er overal in het
land feest zijn, omdat de welpentak een
halve eeuw bestaat. Al vijftig jaar lang
zijn de groen-getruide jongetjes een be
kend en vaak uitbundig speels verschijn
sel in stad en dorp. Honderdduizenden
Nederlandse mannen van nu zijn in hun
jeugd voor langere of kortere tijd welp
geweest. Zij maakten deel uit van een
horde, zij volgden de oude wolf en ge-
hoorzaamden de spelwet van de denkbeel
dige. maar in de jeugdige fantasie zo
reële jungle.
Vijftig jaar welpen: hier in ons land
en overal elders. De verre jeugdige voor
ouders van deze knaapjes hebben het
aan zichzelf te danken. De stichting van
de welpentak is nooit uitgesproken de be
doeling geweest, de toeloop van duizen
den jochies zelf is de oorzaak.
Eig ïlijk is het een merkwaardige ge
schiedenis, zoals er in het ontstaan en de
spontaan snelle groei van de padvinders-
beweging veel merkwaardigs valt te ont
dekken. Het was in 1907 dat generaal
Robert Baden Powell met 24 Jongens naai
Brownsea Island trok. zy waren de eerste
verkenners en op het eiland werd het
eerste van de ontelbare daaropvolgende
verkennerskampen gehouden.
Het spel dat Baden Powell voor de
Britse jeugd had ontwikkeld en dat hy
oorspronkelijk aanbood aan de reeds be
staande Boys Brigade had hy bestemd
voor jongens van 12 tot 18 jaar. Het spel
noemde hy scouting, het verkennen en
zeer bescheiden sprak hy van „een goede
suggestie voor een plezierige vryetydsbe-
Deze goede suggestie dwong de ruim
vyftigjarige generaal tot het opzetten van
een passende organisatie en al spoedig
nam hg op verzoek van koning George V
ontslag uit het leger om zich aan de jeugd
beweging te kunnen wyden. In nauwelgks
enkele jaren tyd waren er in Engeland
reeds 160.000 verkenners en wat Baden
Powell minder juist vond, was dat er zo
veel jongere knaapjes lid werden van de
troepen.
D'zette hem ar het denken en bracht
hem in contact met de vermaarde schrij
ver van de jungleboeken, Rudyard Kip
ling. Hij vroeg de schrijver of hij gebruik
mocht maken van diens verhalen over
Mowgli, het mensenjong dat in het oer
woud verzeild raakt en wordt opgevoed in
de wolvenhorde. Het wijze hoofd van de
horde, Akela, neemt Mowgli op in de stam,
Baloe, de voorzichtige beer leert hem de
wet van de jungle en Bagheera, de panter
leert hem jagen.
Baden Powell meende in dit gegeven
een uitgebreid spel voor beneden-12-jari-
gen te zien en Kipling was het met hem
eens. In december 1916 verscheen het
welpenhandboek en veertien dagen later
presenteerden honderden kersverse offi
ciële welpen zich in Londen in een groots
spel aan het publiek. Baden Powell had
reeds met onderwyzers en pedagogen het
nieuwe spel doorgelicht en het was later
dc beroemde Maria Montessorl die ge
tuigde: „B.-P. en Kipling hebben een pc-
dadogische voltreffer gelanceerd die het
lang zal uithouden".
De volwassenen
„Wolf-cubbing" heeft het lang uitge
houden en ontelbaar vélen hebben er ple
zier aan beleefd. Hoe is de toekomst? Het
spel als zodanig zal geheel of gedeelteiyk
gewijzigd de jongere jeugd blijven trekken
Aanpassing aan de tijds- en situatie
omstandigheden is evident. De Ameri
kaanse welpen spelen het spel beslist an
ders dan het in een Nederlands polder
dorp gebeurt, het verschil tussen omstan
digheden in Thailand en op Groenland
zal eveneens duideiyk zyn.
Dè grote vraag voor de toekomst is ol
er, evenals in het verleden, volwassenen
bereid zyn om met veel begrip, een open
hart, een goed inzicht, toewijding en vin
dingrijkheid dit spel voor veel jongens
mogelgk te biyven maken. Van die bereid
heid zal het steeds afhangen.
Voor de 25.000 Nederlandse welpen zyn
dit geen zorgen: op 11 juni gaan ze met
hun vriendjes feest vieren met een onge-
loofiyke dosis fantasie htm leeftijd eigen,
even luidruchtig, springend en buitelend
als altijd. Heerlijk jong en verfrissend
enthousiast. Je ziet ze het halve eeuwfeest
niet aan
KIPLINGS
JUNGLEBOEKEN
INSPIREERDEN
BADEN POWELL
Welpen: jonge loten aan de fors
gegroeide boom, die Baden Powell
eens plantte.