Jaarb
roeurs
winkel
zegels
ei
GROEIDE IN HALVE EEUW
UIT TOT
INTERNATIONAAL BEFAAMD INSTITUUT
Geen
reden
tot
herdenken
maar
tot
vooruitzien
ang
leve...
de
Kinkel-
zegels
Weg met...
de
if-/- i Et «oaë»
Geheime
spaarpot
van de
huisvrouw...
A.TERDAG 26 MAART 1966
DE LETDSE COURANT
PAGINA 11
(Van een onzer verslaggevers
'RECHT Het werk is nooit af. In een halve eeuw
Js is de koninklijke Nederlandse jaarbeurs gegroeid
een behoedzaam op de arm gedragen zuigeling tot
man in de kracht van zijn leven, die internationaal
de groten en sterken onder zijn soortgenoten geldt.
Nog voortdurend wil deze gigantische instelling groeien,
gelijke tred houden met de groei van het Nederlandse
industriële potentieel, een steeds grotere, geconcen
treerde markt vormen voor Europa en andere wereld
delen. Ruimte voor honderdduizend artikelen en mensen
in gelijke aantallen die komen kijken en kopen.
'an een aantal simpele houten barak-
In de eerste jaren is hét uitgegroeid
reeks indrukwekkende hallen en
groei staat nog lang niet stil. Men
zich moeilijk een voorstelling ma-
"e omvang van zaken dié in de-
imten tot stand komen en van de
ilijke resultaten die de nasleep vor-
in een voorjaars- of najaarsbeurs
de vele vakbeurzen die er steeds
igkeren. Duizenden grote en kleine
ljven uit Nederland en enkele tien-
andere landen willen steeds weer
-ezig zijn, de kleinere vooral, om-
de jaarbeurs hen een unieke kans
zich aan een duizendkoppig
liek te presenteren.
et halve eeuwfeest is voor de jaar-
zelfs eerder een reden om vooruit
n dan om te herdenken: het re-
1-aantal beurzen in dit jubileum-
de uitbreidingsplannen vragen
-tdurend alle aandacht. De jubile-
latum valt in mei, maar het feest
wegens gebrek aan ruimte en tijd
in september gevierd worden. Het
jaar staat echter in het teken van
jubileum.
erugziend over een halve eeuw kan
niet anders dan bewondering heb-
voor de moed en de visie, waarmee
jloniers van de jaarbeurs de zaken
jakten. De eerste beurs van 1917 was
een groot succes geworden,
al in zakelijk opzicht, maar toen na
op daarvan de rust in Utrecht was
ggekeerd, waren misschien velen
iigd een afwachtende houding aan
emen. Het verlies van 52.000 gulden,
de jonge onderneming na deze eer-
beurs zelf geleden had, verhinder-
n niet toen reeds ernstig te denken
het oprichten van een vast expo-
gebouw en over een internationale
ilooiing van de jaarbeurs.
;elijk
i tweede jaarbeurs,., 25 februari
m met 8 maart 1918 stelden alleh
iet ongelijk, die het enthousiame
I de eersteling als voorbijgaand had-
beschouwd. Het aantal deelnemers
g toen reeds tot 1062 en om hen te
herbergen waren de houten ge
ven op Vredenburg en Janskerkhof
al lang niet meer voldoende. Ook op de
Maliebaan en in de tuinen van Tivoli ver
rezen houten beursdorpen, alles teza
men met 'n oppervlak van 16.000 m2.
Voor het eerst deed toen ook de gro
te industrie mee en daaraan is het wet
te danken, dat de omzetten in vergelij
king met de eerste beurs verdrievoudig
den: 30 miljoen.
Vijf of zes namen blijven onverbreke
lijk met de jaarbeurs verbonden. Het
zijn de namen van de pioniers, aan
wier visie en daadkracht het. te danken
is. dat de jaarbeurs zich reeds spoedig
de oprichting zo stevig verankerde
het Nederlandse economische leven
1 in moeilijke perioden stand hield.
We noemen ir. E. A. Hamburger als
de meest waarschijnlijke initiatiefnemer
voor de oprichting van de jaarbeurs
Hoewel hij zitting had in het eerste be
stuur, heeft hij zich verder niet actief
beziggehouden met de instelling. Deze
taak werd onmiddellijk na de oprichting
óVergenomen door de Utrechtse wethou
der voor bedrijven, mr. Dr. Wouter Adri-
aan van Zijst, een man met een ontzag
wekkende energie en overtuigings
kracht, die wel de ziel èn de motor
van de jaarbeurs in haar beginfaze is
genoemd.
gelukkige omstandigheid
van gelijk formaat het
n; Willem Graadt
Roggen. Ook r eretaris van de raad van beheer en toen
deze, sinds 1911 hoofdredacteur van hetdeze functie na het overlijden van Van
Utrechts Dagblad, stond aan de wieg Zijst niet langer met zijn hoofdredac-
Instituut, dat van het begin af I tears chap te combineren viel, zei hij de
ziel en vooral met zijn grote gaven van
het woord, voor de jaarbeurs in te zet
ten. Hij werd de reizende ambassadeur
van het instituut en vestigde zijn naam
overal ter wereld.
Na de dood van Van Zijst was
Utrechts burgemeester, dr. J. P. Foc-
kema Andreae als voorzitter van de
raad van beheer opgetreden en samen
met Graadt van Roggen kon hij worden
beschouwd als de consolidator van Van
Zijst's plannen. Belangrijke beslissin
gen, zoals de bouw van het eerste vas
te gebouw, het toelaten van buitenland
se deelnemers en het houden van twee
beurzen per jaar, werden in zijn bege
leidersperiode genomen. De consolidatie
was reeds grotendeels voltooid, toen dr.
Frederik Hendrik Fentener van Vlis-
singen in 1926 het voorzitterschap van
de jaarbeurs overnam.
In het verzet vond Fentener van
Vlissingen een geestverwant en mede
strijder in mr. Jacob Milius. Tien da
gen voor de Duitse inval werd deze tot
directeur van de jaarbeurs benoemd.
Het was voor hem een terugkeer, want
een kleine twintig jaar eerder, had Mi
lius toen werkzaam op de gemeente-
secretatie zich op verzoek van Van
Zijst belast met de administratie van de
beurs. Van 1925 tot 1940 was hij secre
taris van de Kamer van Koophandel in
Utrecht. Het enthousiasme voor de jaar
beurs, waarmee Van Zijst hem des
tijds had „besmet", kon zich pas na de
oorlóg ten volle ontplooien. De belang
rijke uitbouw van die na-ooriogse jaren
draagt Milius' stempel. In 1954 trok hij
zich wegens het bereiken van de pen
sioen-leeftijd terug.
In 1963 is hij overleden.
Een uitzonderlijke foto van het
Vredenburg tijdens de vijfde
jaarbeurs in 1921. Op de
achtergrond het eerste vaste
beursgebouw, dat zojuist is
opgericht. Paardewagens en hand
karren bepalen het straatbeeld.
De tramlijn op de voorgrond leidt
naar de voormalige schouwburg.
Vlak bij de ingang naar het
beursterrein de vermaarde pomp.
Het ziet er allemaal gemoedelijk-
bedrijvig uit. Op de hele foto één
geparkeerde automobiel.
(Van een onzer redacteuren)
twee grootste tegenstanders van de
kelzegels zijn tevens de twee groot
voorvechters: huisvrouw en winke-
Daarom zullen we tot in lengte van
in wel zegeltjes blijven plakken,
in en erover twisten aan de toon-
De winkelier wil ze kwijt vanwege
rompslomp, maar hij wil ze houden
wege de concurrentie en de omzet-
ïoging.
huisvrouw geeft af op „die troep" en re-
Intussen uit, hoeveel guldentjes ze in de
sleept. Veel meer dan een paar gulden
maand worden we er niet Wijzer van,
lve dan de zegelbureaus. Daarvan is er
nooit één failliet gegaan, integendeel,
hoort van steeds grotere gebouwen,
n ze zich vestigen, doolhoven van ze- I
Bankzegels, Animor, Kes-, Ring-, Con-
Contant-, Dreef-, Brug-, Zilver-, Profijt-,
ermunt-, Centra-, Vivo-, Z. en O.-, Actie-,
a-, Doka-, Laan-, Wijk-, Spar- en nog j
zegels, alles bijeen een kleine hon-
neeste huisvrouwen willen geen zegels,
ze zijn boos als ze deze niet krijgen,
in de betere buurten, waar gefortuneer-
ames winkelen, moet de winkelier op zijn
vive zijn. Daar gaan tal van verhalen
Een kruidenier vergiste zich eens in een
centen wisselgeld. Dat werd hem niet
ijk genomen. Wel dat hij een zegeltje te
gaf. Een zieke dame maakte graag ge-
van het aanbod van haar vriendin om
schappen voor haar te doen. Zij werd
toen de vriendin met zegels terugkwam,
ij niet spaarde. Zij accepteerde de bood-
jpen niet en strompelde met haar zieke
i zelf naar haar leverancier,
naaste omgeving hoorden we een
zeggen: „Ik kom van de maand 25
;n tekort, maar ik heb vijf gulden zegels
Deze vrouw behoort volgens de en-
:urs tot de 36 procent van de vrouwen,
luishoudelijk spaart, dat wil zeggen, die
op de paar centen voordeel, die men
op artikelen, waarbij zegels worden
rekt. Zij doen het niet voor hun plezier,
1 pikken graag het voorgeworpen graan-
-'V///
p m
iard".
Plakken en tellen tot je t
tje mee. Zij stappen makkelijker over het ze
geleuvel heen dan de 27 procent van de vrou
wen, die uit dwang spaart. Deze zouden het
liever niet doen. Maar als zij een zegel wei
geren, dan worden zij besprongen door het
gevoel, dat zij het gezin tekort doen. Hier
speculeert de zegelverstrekker op het schuld
gevoel.
Nog geen 20 procent van de zegelsparende
vrouwen doet dit bij wijze van hobby en on
geveer een even groot aantal doet in zegels
om er door stipte volharding op de hele lan
ge duur beter van te worden. Zij sparen voor
een aandeeltje of voor een bungalow of boot.
Bij tijd en wijle gaan deze mensen overstag.
In dagen van krapte grijpen zij een volge
plakte kaart en rennen ermee naar de win
kelier. Maar het meest bedotten die vrouwen
zichzelf, die sparen voor een geschenk en
dan tegen de tijd, dat ze dit moeten hebben,
gauw wat onnodige artikelen kopen om die
kaart snel vol te krijgen.
De bonafide winkelier zegt dit niet te willen.
Hij vergroot graag zijn omzet, maar hij geeft
aan verkopen de voorkeur boven omkopen.
We weten niet, of dit veel voorkomt. Het is
zo moeilijk na te gaan. Maar we hebben
vrouwen, aan wie we krachtens hun oplei
ding of werkzaamheden intelligentie niet kun
nen ontzeggen, horen beweren, dat je hier
voor eigenlijk aldoor op je hoede moet zijn.
Zou de duidelijk aangetoonde omzetverhoging
bij zegelverstrekkende winkeliers hier niet
voor een belangrijk deel in gezocht moeten
worden, temeer daar 95 procent van alle Ne
derlandse hulsvrouwen zegels spaart
Vraagt men aan de hulsvrouw, wat zij lie
ver heeft: lagere prijzen of zegels sparen,
dan ligt het voor de hand, dat zij antwoordt:
geef mij maar lagere prijzen. Maar deze
vraag mag men hen zo niet stellen. Schaft
men de zegel af. die minder dan een halve
cent kost, dan zullen de prijzen daardoor niet
zakken.
De 2 cent, die de winkelier door middel van
een zegel cadeau geeft op elke gulden aan
koop, verlagen djn brutowinst met een be-
drag dat hij wellicht op andere wijze besteed
zou hebben aan klantenbinding, hetzij druk
werk of meer service. De enorme bedragen, I
die goedlopende zegelbureaus incasseren, ko-
werkelijkheid bij bedrijven vandaan,
die de winkelier vroeger inschakelde om zijn
klanten te gerieven.
Een ons bekende winkelier bracht elke week
drukwerk rond met daarop de koopjes van
de week. Op deze wijze reageerde hij op ac
ties van grootwinkelbedrijven tot het vormen
van klantenclubs. Aan zegels deed hij toen
nog niet. De laatste twee jaar heeft hij de
koopjes vervangen door zegels. „Voor het
drukwerkgeld koop ik nu zegels", zegt hij.
„Het blijft mij om het even. Met dit verschil,
dat de mensen vandaag de dag harder lopen
voor zegels dan voor koopjes".
TEKEN VAN TIJD
Met dit teken van deze tijd is de winkelier
eigenb'jk wel ingenomen, want pijnlijker voor
hem dan welke zegeltjesactie ook is een prij
zenslag. Als er dan toch om de gunst van de
klant gedongen moet worden, dan het liefst
door middel van zegels. Als in de prijzenslag
op zekere dag zijn klanten wegblijven, weet
liij, dat zijn collega een straat verderop al
weer een cent omlaag ls gegaan. Gaat hij
nog een cent verder, dan keren de klanten
weer terug. Om zenuwziek van te worden.
Van de zegelspaarders weet hij vrijwel zeker,
dat ze op zijn zegeltjps af zullen blijven ko- j
In de een of andere vorm heeft het detail-
bedrijf altijd wel met zegels te maken gehad. I
De winkelier is er dus van jongst af mee ver- j
trouwd. maar de golfbeweging, waarmee de j
zegelactiviteit verloopt, zorgt er voor, dat hij J
er nooit aan went. Bij het publiek treden pe-
rioden van verzadiging op. Op zo'n moment
stopt een bedrijf of branche met de zegels.
Zien ze een concurrent later weer successen
boeken op dit terrein, dan komen ze terug met
zegels, spaarzegels of koopzegels, en vaak
met beide. Spaarzegels vinden de meeste af
trek. Insiders leiden hieruit af, dat op het
stuk van zegels'de vrouw om zeer subjectie
ve redenen inhaakt. Het zeer bewuste sparen
door middel van koopzegels ls bij haar veel
minder in trek.
Niemand weet precies waar het begin ligt
I O v/ïLJ: j 1 I St»HMPlMM*Ujr
GRATIS KOPEN
Word er maa
van de zegels, maar wel weet iedere bètrok-
kene, dat het simpele stukje zegelpapier ve
len al tientallen jaren lang opjut. De een ge
bruikt het om zich te verrijken ten koste van
andermans omzet, de ander ln verzet tegen
de activiteit van weer een ander. Grootwin
kelbedrijven, filialen, branchegenoten en zelf
standige winkeliers hebben in allerlei richtin
gen de handen ineengeslagen. Om de zelfstan
dige winkeliers aan zegels te helpen stichtten
particulieren zegelbureaus, bij wie de winke
lier zijn zegels kan betrekken.
GROTE WINSTEN
De winst komt dan ook bij deze zegelbureaus
terecht. Voor de winkelier was het vaak een
gok, of de zegelverkoper zijn verplichtingen
wel na zou komen jegens de zegelspaarders.
Van grote moeilijkheden hierover heeft men
nooit gehoord. Wel van het tegendeel, name
lijk dat heel wat zegelbureaus uitstekende za
ken deden. Dezen maken niet alleen een ze
kere winst op liet verkopen van de zegels aan
de winkeliers, maar putten bovendien ruime
revenuen uit de zoekgeraakte zegels, die zij
immers niet behoeven te vergoeden. Naar
'verluidt zou 2 tot 5 procent van de uitgereik
te zegels verloren gaan. Dit helpt een goed
lopend zegelbureau jaarlijks gemiddeld zeker
aan een halve, ton zonder dat het er Iets voor
hoeft te doen. Er zijn zegelbureaus, die al
niet meer met tonnen, maar met miljoenen
Dit is een van de redenen, waarom de mid
denstandsbonden de uitgifte van zegels in el-
gen hand hebben genomen. Sinds een jaar of
twee is op dit terrein actief de NV Bankzegel
annex een eigen beleggingsmaatschappij. Zon
der slag of stoot is dit niet gegaan en gaat
dit nog steeds niet. Veel zelfstandige winke
liers hebben zich bij contract voor een zeke
re periode aangesloten bij «en zegelbureau.
eens wijs uit.
Dit kan niet ongedaan worden gemaakt. Van
alle kanten is en wordt dit spel keihard ge
speeld. Zelfs als slechts tien procent Yan d0
bij de middenstandsbonden aangesloten zelf
standige detaillisten in zou haken op de Bank
zegelactie, dan zou de eigen beleggingsmaat
schappij vla miljoenen over het miljard heen
kunnen komen, een formidabel bedrag, waar
mee allerlei middenstandsacties gefinancierd
kunnen worden.
BLIND KOPEN
De bedoeling van de bankzegel is voorts om
al zal het nooit helemaal lukken zegel
bureaus overbodig te maken. Het aantal ver
schillende soorten zegels zou daardoor aan-
j zienlijk teruglopen, hetgeen het voor de zege
lende huisvrouw een stuk gemakkelijker zou
i maken. Zelfs de zelfstandige detaillist, die
gaat bankzegelen, zal dit doen tegen heug en
meug, omdat hij wars is van elk systeem, dat
in de richting gaat van cadeaus en kortingen.
Naar hun inzicht werken zegels prijsversluie
rend en bovendjen weerhouden zegels de huis
vrouw ervan om te gaan kopen bij die bedrij
ven die wezenlijk voordeliger zijn. Zegeltjes
kunnen de huisvrouw blind maken voor wat
er werkelijk te koop is.
In Amerika is men al zover, dat men by het
betreden van een winkelcentrum eerst door een
showroom moet, waar ligt uitgestald, wat men
zoal voor zijn zegels kan krijgen. Veel huis
vrouwen, die er beter aan zouden doen zo'n
oogstrelende boot of bungalow direct elders te
kopen, winkelen zich eerst arm aan onnutte
dingen om toch maar aan zo n cadeau te ko-
Een cadeau waarvoor men duur heeft
betaald.