Leidse studenten krijgen in 1968 de beschikking over eigen sporthal y Leidsche Schouwburgvereniging vierde eeuwfeest met Ibsens „Hedda Cahier" ZUID-HOLLAND-IN-E VOLUTIE een zware taak voor Provinciale Staten ZATERDAG 19 MAARX-.1966 DE LEIDSE COURANT SPORTBEOEFENING EEN NOODZAKELIJK ASPECT VAN DE VORMING VAN STUDENT y ...y/ A JÜÉ C.-" !..WJWlVKrJliTelIT CEIOCM (van onze redactrice) Achter het Legermuseum, bij de universitaire sportvel den aan het Piet Paaltjens Pad zal de Leidse universi taire gemeenschap binnen afzienbare tijd de beschikking krijgen over een sporthal, die door zijn ruime afmetin gen, zijn vele mogelijkheden voor allerlei takken van sport een uitkomst zal zijn voor de circa 3000 Leidse studenten, die thans als lid van de Leidse Universitaire Sport Vereniging „sporten" in 16 wijd en zijd door Leiden verspreide accommodaties. Hoewel de sporthal al jaren de grote wens was van al degenen, die bij de studenten-sportbeoefening zijn geïnteresseerd, leek het erop, dat de verwezenlijking van de plannen voor een eigen, moderne sport accommodatie telkens moest wijken voor dringender zaken, die van directer" belang waren voor het Hoger Onderwijs. Uitstel tengevolge van beperkte investeringsmogelijkheden der Leidse universiteit en weigering van de bouw van een goedkopere semi-permanente hal ten spijt, zijn de plannen voor een sporthal thans zover gevorderd, dat men verwacht deze begin 1967 te kunnën gaan bouwen, zodat deze hal van bij 40 m. voor het collegejaar 1968-1969 in gebruik kan worden ge nomen. Hiermee is een eind gekomen aan de stiefmoederlijke behande ling die de universitaire sportbeoefening in Leiden tot nu toe heeft gekregen. Moderne, ruime sportaccommodatie achter het Legermuseum Sportbeoefening door studenten was vóór de Tweede Wereldoorlog een aangelegenheid, die voornamelijk binnen de studentenvereniging moge lijk was. Het Leidsch Studenten Corps met name kende het in maart 1830 opgerichte Leidsch studenten scherm- en gymnastiekgezelschap „Arena", waar de sportieve student niet alleen lange tijd uitsluitend op aangewezen was, maar dat hij bo vendien door zijn financiële bijdragen zelf in stand moest houden. namelijk een leerinstituut was, waar men alleen kwam om te studeren, plaats voor de mening, dat ook de universiteit haar verantwoordelijkheid had jegens de vorming van de student en zijn gees telijk en lichamelijk welzyn, geduren de het aantal jaren dat een jongen of meisje stond ingeschreven bij de uni versiteit. Voorzieningen als studenten huisvesting, mensa-maaltijden en ver zekeringen deden toen hun intrede en gelijkheden a studenten werd aandacht geschonken, in het besef dat een geregelde lichamelijke oefening als compensatie tegenover de W\ soms zware geestelijke inspanning het studeren, een grote creatieve waarde bezit. De nota Rutgers van het ministe rie van Onderwijs en Wetenschappen vermeldt dan thans ook dat „De licha melijke oefening een noodzakelijk aspect van de vorming van de student is". Leidse Univer. Sport Ver. 3000 leden Een stap in de goede richting waf in Leiden in 't begin van de vijftiger jaren de oprichting van de „Leidse Universitaire Sport Vereniging", civitaal lichaam, dat toegankelijk voor iedere student is, ongeacht of hij lid is van een gezelligheidsvereni ging, Iedere student wordt dus op deze manier in staat gesteld sport te beoefenen. er hy zich tegen de betaling slechts 5,50 een algemene lid maatschapskaart van de L.U.S.V. aan schaft dan kan hij onder leiding van gediplomeerde en gespecialiseerde sport leraren een keur van sporten beoefenen, zoals athletiek, badminton, basketball, boksen, conditietraining, jiu jitsu, judo, ritmische gymnastiek, roei- en skigym- nastiek, schermen, softball, tafeltennis, tennis, turnen, voetbal, volleybal, terpolo, rugby en zwemmen. Dankzij de subsidie van de curatoren enerzijds de contributie van de studenten ander zijds is het voor de 3000 leden var L.U.S.V. mogelijk om soms met geringe toeslag op de contributie zoals bij roeien die sport te beoefenen, die him voorkeur heeft. Organisatie sportdagen en wedstrijden Hoofdsportleider van de Rijksuniver siteit te Leiden is de heer K. J. Nuis, die ervan overtuigd is dat veel meer studenten lid zouden zijn van de L.U.S.V., wanneer hy aan de weg zou timmeren met „zijn" vereniging. Hij kan zich dat echter niet permi- teren, omdat het aantal beschikbare De Leidsche Schouwburgvereniging estaat honderd jaar. Dit feit was (na- uurlijk) aanleiding tot een feestelijke erdenking en daarvoor had men de Nederlandse Comedie" uitgenodigd de opvoering van een werk van ienrik Ibsen, „Hedda Gabler", die dan ok gisteren in de schouwburg acte de irésence gaf. Helaas moet worden gezegd dat de onelisten, ondankts een incidenteel oortreffelijke vertolking van de hoofd- iguur door Ellen Vogel, gisteravond 'een al te beste beurt hebben gemaakt, let spel verliep bij tijd en wijde zeer en statisch en lang niet altijd wa de acteurs overtuigend in dit werk )e voorzitter van de jubilerende schouw- mrgvereniging, prof. dr. Kuenen wordt ;elukgewenst door kolonel Wessels, umlaut van de Koksschool. van de grote Zweedse auteur. Hoewel zeker niet behorend tot het sterkste werk van Ibsen, een spel voorts waar in de probleemstelling wel wordt aange duid doch op onbevredigende wijze, de conclusie aan de toeschouwer wordt overgelaten, heeft het nog genoeg kwa liteiten om ook thans nog te worden opgevoerd, zij het dan dat het gespeeld moet worden in de ,,toneel"stijl van thans. Wij konden ons niet aan de in druk onttrekken dat men mét het stuk ook de rethoriek van de jaren rond de eeuwwisseling wilde demonstreren, iets waaraan ook Ellen Vogel niet geheel aan ontkwam. Daardoor werd het ge heel wat overtrokken, de figuur van de tragische Hedda Gabler te gechargeerd om te overtuigen van de levensechtheid daarvan, voor zover men die dan deze uitgesproken Ibsenfiguur kan toedich- Geen enkele speler ontkwam aan de malaise. Henk Richters niet als de wat zielige en infantiele geleerde Jurgen Tesman, Mimi Boesnach niet als tante Juju en ook niet Julien Schoenaerts als Eilert Lövborg, de aan lager wal ge raakte student en minnaar van mevr. Elvsted, gechargeerd gespeeld door Femke Boersma. Alex van Rooyen als rechter Brack kon ons in zijn gesprekken met Hedda Gabler hier en daar nog wel boeien, maar Ellen Vogel en hij konden toch niet voorkomen dat het spel weinig boeiend over het voetlicht kwam. De aanwezigen waren echter in feest stemming en dus was het appjaus aan het einde ovationeel; voor de actrices waren er prachtige bloemen. De avond werd ingeleid door prof. dr. D. J. Kuenen voorzitter van de Leidse Schouwburgvereniging met een speech, volkomen normale zaak. „Op de lagere- en middel bare school is gymnastiek en/of spor> beoefening verplicht. Op de universiteit niet meer. Dat betekent echter niet, dat je er dan ook maar helemaal niets meer aan moet doen, want het is in feite net zo nodig", vindt deze hoofdsportleider. De taak van de L.U.S.V. is, zoals wordt vermeld: „In het algemeen de uitvoe rende werkzaamheden o.a. in samen werking met de hoofdsportleider orga niseren van sportdagen, wedstrijden, het samenstellen van het programma en de opstelling van de vertegenwoordigende teams en het tot ontwikkeling brengen van de lichamelijke oefening en sport aan de Leidse universiteit. Als bestuur van de L.U.S.V. functioneert de „Universitaire Sportraad", waarin alle gelederen van de universiteit (cura toren, studentenvereniging, senaat, we tenschappelijke staf, de stichting „Pro Civitate", de ongeorganiseerde studen ten en de heer Nuis als adviseur) zijn vertegenwoordigd en die een overkoepe lend orgaan vormt, die de financiële verantwoordelijkheid jegens de univer sitaire sport draagt en tevens toezicht houdt op het tot ontwikkeling brengen van de lichamelijke oefening en sport aan de Leidse universiteit. Te ver fietsen voor een uurtje sporten De universitaire sportbeoefening in het algemeen en die binnen de LUSV in het bjjzonder werd in Leiden be- nioeiiykt door het feit dat hier wei nig geschikte accommodatie was, dat de studenten tever moesten fietsen voor een uurtje sporten en dat er nauwelijks gelegenheid was tot uit breiding van de sportactiviteiten. Hieraan zal een einde komen door de lang verwachte sporthal. Leiden Is wat dat betreft echter wat achter op andere universiteitsteden, zoals Delft, die in 1958 voor de TH al een sporthal kreeg, een initiatief dat door Tilburg, Groningen, Nymegen, Eindhoven en Amsterdam Is gevolgd. Staalskelet niet vullingen van betonblokken j^Joewel De sporthal, waarvan men door bovenstaande tekening een in druk kan krijgen, is een ontwerp van het bekende Utrechtse archi tectenbureau Rietveld, Van Dil len en Van Trieht. Zoals reeds vermeld, is voor de sporthal een terrein beschikbaar gesteld gelegen langs de „Dreef", grenzend aan het Legermuseum. Door de entree aan de zuidzijde te projecteren is het mogelijk het gebouw te benaderen zowel langs de bestaande weg naar het Leger museum als langs een nieuw te maken weg. Voor de ingang van de sporthal is een pleintje ont worpen, waar men zich kan ver zamelen bij sportdagen en derge lijke Er is parkeergelegenheid en tevens een fietsenstalling, die aan het gebouw is verbonden. De constructie van de sporthal bestaat vnl. uit een staalskelet met vullingen van betonblokken in lichte en donkere tint. In de grote hal is uitsluitend kunst licht toegepast. De indeling van de hal ziet er in grote trekken als volgt uit: Er is een grote gemeenschappe lijke hal voor sportbeoefenaars en ca. 300 toeschouwers. Langs de zuidgevel bevinden zich de kantoorruimten; de ruimte voor de portier bevindt zich in de hal, van waaruit ook de kleedruimten worden betreden. Op de begane grond is een sport hal, een scherm- en judozaal en een EHBO-ruimte. Op de 1ste verdieping zfjn twee gymnastiekzalen, een tafeltennis- zaal en een kantine, met een gla zen wand, zodat het publiek daar de verrichtingen in de hal bene den kan zien. Aan de kantine grenst een buitenterras. In de kelder bevindt zich ruimte voor installaties, magazijn voor herstelwerkzaamheden aan sport- materialen en een roeibak. is dat toch niet de drijfvéer geweest tot de huidige plaatsbepaling van de sporthal. Het is wel zeker dat de uni. versitaire sportvelden bij het Piet Paal tjens Pad het „veld" zullen moeten gaan ruimen voor de uitbreiding van het Academisch Ziekenhuis. Wat de veld- sporten betreft zullen de Leidse studen ten in de toekomst aangewezen zijn op andere velden. Hun sporthal krygen zij echter op een centrale plaats, hetgeen van belting is spoorstudenten en interacademiale sportontmoetingen. Wellicht zal het voor de Leidse burgerij ook mogelijk zijn om van deze sporthal té gaan profiteren Pater J. H. Hoeberichts te Voorschoten zilveren priesterfeest Op 23 maart zal liet 25 jaar geleden dags in de parochiekerken in de wyde 1 omtrek, zoals Alphen a.d. Rt)n, Wasse naar en Voorschoten. Rector zijn van een seminarie is geen gemakkelijke opgave. In Voorschoten zijn vier klasen: 1 voorbereidende en 3 klassen gymnasium, in totaal zijn er 65 leerlingen, die de beschikking hebben over 8 docenten. Op de vraag of een seminarie in deze tijd nog wel noodzake lijk is. volgt een zeer beslist antwoord: Het is de meest geëigende opleiding voor de toekomstige priester, al was het alleen al vanwege de studiebegeleiding, die voor veel jongens noodzakelijk is. Op een seminarie kan meer aandacht besteed worden aan de liturgische vor ming van de jongen. In tegenstelling tot vroeger worden de leerlingen van "Berensteyn" niet meer losgerukt uit het gezinsverband. Natuurlijk leren zfl op eigen benen te staan, maar de ouder» kunnen de jongens eventueel Iedere zon dag bezoeken en met verjaardagen van de ouders mogen de leerlingen ook naar huis. Het Montfortaans seminarie in Voorschoten is heel erg open. De leer lingen kunnen deelnemen aan het ver enigingsleven in Voorschoten, zoals de verkennersbeweging, de voetbalvereni ging en zij kunnen zonder begeleiding" door het dorp fietsen of wandelen. Be rensteyn is heel modern! De "ontvangst-, zaal" wordt tweemaal per week ge bruikt voor balletonderricht aan Voor schotenaren, dit om maar een voorbeeld te noemen. Verder is er een jaarlijks openluchtspel, waar de "buurt" ook toe uitgenodigd wordt. Kortom de leerlin gen van Berensteyn zijn niet opgesloten, de klassen zijn klein en daar heerst een soort familieband. zijn. dat pater J. H. Hoeberichts SMM, overste en rector van "Huize Beren steyn" te Voorschoten de H. Priester wijding ontving uit handen van mgr. Diepen. Overste Hoeberichts (52) volgde de gymnasiale opleiding in Sehimmert (L) en voltooide zijn studie In Oirschot (N. Br.). De oorlogsomstandigheden verhinder den dat de jonge priester zijn ideaal: de missie, kon bereiken. Er was geen keus en pater Hoeberichts werd leraar aan het seminarie in Sehimmert. Tien jaar werden in Limburg doorgebracht en daarna overgeplaatst naar Voorschoten. De eerste vier jaar aan het Haagse Schouw, waar tydelyk het kleinsemina rie werd ondergebracht speciaal voor de jongens uit de beide Hollanden. Komt men een pater Montfortaan tegen, dan was dit tien tegen een een "zuiderling", een pater met een zachte "O". Thans zyn er echter ook Montfortanen zonder de zachte "G" en dat zijn veelal leerlin gen afkomstig van het kleinseminarie te Voorschoten. Sedert 1955 is het semi narie in Voorschoten gevestigd in huize "Berensteyn". Vijftien jaar leven in Voorschoten, deelnemen aan het dorpsleven, rennen over voetbalvelden, scheidsrechter spe len bij jeugdwedstrijden, lesgeven aan Ulo-scholen en Huishoudscholen, lezin gen houden voor Voorschotense veren- nigingen, gastheer spelen voor weer an dere Voorschotense verenigingen, dat al les heeft van de overste een Voorscho tenaar gemaakt, die echter zijn Lin> burgse gemoedelijkheid bewaard heeft. Dat alles maakt ook, dat het zilveren priesterfeest niet ongemerkt voorbij zal gaan. Sedert augustus 1964 is pater Hoe berichts overste van de kloostergemeen schap en rector van het seminarie. Daar naast is hy pater-econoom gebleven en doceert op het seminarie Engels. Na tuurlijk is de overste tevreden, zo te vreden dat de zilveren priester niet di rect zijn speciale hobby kan noemen, want zijn werk is zijn hobby en dan vooral het zielzorgelijk deel daarvan. De kloostergemeenschap assisteert zon- Overste Hoeberichts gelooft in zijn seminarie, hoewel er wel veranderingen in studiemogelijkheden zullen komen. Er zijn nu reeds leerlingen, die het onder wijs volgen aan de r.k. Ulo te Voor schoten. Het zilveren priesterfeest wordt zater dag 26 maart officieel gevierd. Om 9.30- Is er een plechtige Concelebratie en be langstellenden kunnen pater Hoebe richts de hand drukken van 15.30 tot 17.30 uur. die niet gespeend was van droge hu- Na de voorstelling verenigder vele gasten zich in de Grote Pers var De Lakenhal bij een stijlvolle, maar niel minder geanimeerde receptie, waai vele prominenten uit het bestuurlijke er universitaire leven van Leiden hun ge lukwensen kwamen aanbieden. Wpr. ZOETERWOUDE Eerste kievitsei aan burgemeester aangeboden De heer Th. v.d. Berg, tuinder aan de Vlietweg, is al vanaf z'n kinderjaren verwoed zoeker van kievitseieren, waarbij het uiteraard om de primeur gaat. In de afgelopen 10 dagen trok hij regelmatig de weilanden in Gistermiddag omstreeks 5 uur werd n naarstig speuren beloond, toen hij in de Westeindsepolder het eerste Zoe- terwoudse kievitsei van 1966 vond. Kort hierna maakte hij z'n opwach ting bij burgemeester Detmers, het eerste ei werd aangeboden, welk gebaar zeer gewaardeerd werd. RAADSAGENDA De Zoeterwoudse gemeenteraad komt donderdag 24 maart om 20.00 bijeen in het gemeentehuis. De agenda vermeld o.m.: Voorstel tot verhoging van de wedde van de wethoudersDe verhuur van gras land in de Barrepolder, Roomburger polder en Grotepolder; Vaststelling van de voorschotten op de exploitatiever goeding bijzondere kleuterscholen; Wij ziging begroting; Voortzetting behan deling begroting 1966. SCHEEPSBERICHTEN GROTE VAART Acteon: 17 te Rabaul; Aegls: 15 van New Orleans naar Curacao; Alamak: 18 370 mijl w. Beyrouth naar Beyrouth; Alchiba: 18 van Khorramsh naar Ku wait; Calamares 17 te Tela; Mainlloyd: 18 van Lyttelton naar Napier; Oranje Nassau: 17 470 mijl n. Azoren naar Southampton; Vitrea: 17 650 mijl w.z. Fay al naar Rotterdam. KLEINE VAART PROVINCIAAL BESTUURDER S. MENKEN OVER BOEIEND WERK WOENSDAG a.s. trekken Neder lands stemplichtigen, politiek mon dig of onmondig, naar de bureaus om er de leden van de verschil lende Provinciale Staten, de be stuurders der provincies, te kie zen. Wanneer men zijn stembriefje in de daartoe bestemde bus depo neert bij verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten Gene raal of voor de gemeenteraad doet men dit over het algemeen in het besef iets gewichtigs te hebben gedaan; men voelt zich een klein beetje mede-bestuurder van een grote gemeenschap. Deze gevoelens koestert men min der bij het kiezen van de Provin ciale Staten. Deze plicht spreekt MirwsHw p. 18 Guernsey naar Bordeaux, 'minder tot onze bevolking. Maar bij nader inzicht zijn functie en taken van de Provinciale Staten belangrijk genoeg om meer be langstelling van het kiezersvolk te krijgeh. Iemand die al jarenlang met het pro vinciale bijltje hakt en de Staten kent als zijn broekzak is de heer S. Menken, wethouder van Sociale Zaken van Lei den, lid der Provinciale Staten en ook ditmaal KVP-kandidaat voor de verkie zingen van volgende week. De heer Menken heeft voor ons nog eens globaal de taken van de Provinciale Staten uiteengezet. De statenleden kan men het best vergelijken met de raads leden in het gemeentebestuur. De „wet houders" van de provincie zijn Gedepu teerde Staten, die door de leden van de Provinciale Staten worden gekozen. Een voornaam privilege van de Provinciale Staten is, dat door hen de Eerste Kamer der Staten Generaal wordt gekozen. BEROEP Gedeputeerde Staten nemen in het provinciaal bestel een voorname plaats in. Zij stellen o.m. streekplannen vast, houden toezicht op de gemeentebesturen, hebben met de Staten de zorg voor on derwijs, gezondheid, verkeer, maat schappelijk werk. By G.S. kan men ook in vele gevallen in beroep gaan. De heer Menken noemde enkele situaties, waar in vrij veelvuldig op G.S. een beroep wordt gedaan: autoverhuurbedrijven kloppen vaak aan, inzake de algemene bijstandswet weet men het college te vinden en in onderwyskwesties hebben G.S. al bijzonder veel ervaring, want het komt nogal eens voor, dat school- besturen menen by de gemeente niet aan hun trekken te zijn gekomen. De Staten hebben dus goeddeels een toeziende functie. Maar ook als gewone bestuurders zyn aan deze Staten veel taken opgedragen. Vooral in deze dicht, bevolkte provincie Zuid-Holland zijn deze taken verre van gering: men vindt er de grootste agglomeraties, kostbare gebieden als bollenstreek en Westland, bedreigde land- en tuinbouwgebieden, het stichten van nieuwe Industriële ker nen en dan is er nog de recreatie, die in dit vaak benarde gebied een wys be leid vraagt. ZORGENKINDEREN De nieuwe Staten krijgen in de naaste toekomst volgens de heer Menken bij zondere aandacht aan drie zorgenkin deren te besteden: Op de eerste plaats is er het ver- keersvraagstuk met de wegenbouw, een zaak die in nauw overleg met het Rijk en de gemeentebesturen aangepakt moet worden; de ontwikkeling van de massa-recre atie heeft twee aspecten: het kust gebied wordt overstroomd door „la dingen" buitenlanders^ maar ook voor de eigen bevolking moeten voorzieningen worden getroffen. De heer Menken wees erop. dat deze recreatie offers zal vragen; mis schien zal dit uitlopen op een kleiner aantal kostbare weilanden; tenslotte Is er de algemene planolo gie, die zal moeten nagaan welke delen van de provincie al dan niet in de agglomeratleve vorm tot ont wikkeling moeten worden gebracht Voorwaar een complex belangwekkende en ingrypende zaken, die aan het nieuwe provinciaal bestuur zeer grote eisen stellen. Statenlid Menken hoopt, dat men straks de 16 leden in de KVP-frac. tie de Staten tellen 82 leden zal kunnen handhaven. In deze samenstel- Ung zijn de KVP'ers ruim in de gelegen heid zitting te hebben in alle vaste com missies die Prov. Staten en Gedeputeer den moeten adviseren. De heer Menken is het belangrijke i boeiende werk van de provinciale bestuurders met hart en ziel toegedaan. Hy hoopt zich er in de komende periode weer ten volle aan te kunnen geven, het welzijn van zijn mede-provin ciebestuurders in een gebied, dat mid den in een niet te stuiten, welhaast gigantische evolutie zit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 3