ZEILEN OP ZEE ruig en avontui Studie van zeilen op zee ECHTE LIEFHEBBER HOUDT NIET VAN BINNENWATER Snelheid van 40 tot 50 km. per uur Typische sport voor mannen Vrouwen hebben het te gauw koud' DE LEIDSE COURANT (Von eon otioor vorolagg&vers „Ruig, avontuurlijk, hard en aanaationeal. Als ja eenmaal op zee hebt gezeild, ben Je verloren. Dan wil Ja van ja levan niet meer op de binnenwateren zeilen". Zo praat een enthousiast liefhebber van zeezeilen over zijn sport. „Het zit 'm in het tarten van de wind en de golven, in 't gevarenelement bij het landen door de branding en de rust. Je moet op een zomerse dag je boot wel eerst over de bruingebakken buiken rollen om bij zee te komen, maar ben je eenmaal de branding door, dan is het heerlijk rustig. Je hebt niets dan water om je heen en als je twee kilometer uit de kust bent en de badgasten nog maar kleine poppetjes zijn, dan ben je één met de natuur, dan zeil je naar Zandvoort of naar Scheveningen. Je proeft het zout tussen je lippen en het buiswater druipt uit je haren. En de rust is je bondgenoot". Een vertrouwd Hollands beeld is een strakblauwe lucht met tussen het groen van de polders en de bomen de contrasterende witte zeilen van ranke zeilboten. Het is altijd weer plezierig om er naar te kijken. Een minder vertrouwd beeld is de zeilboot op zee. vooral voor de kust van Scheveningen. Een al alledaags ge worden verschijning is de zeilboot in zee voor de kust van Katwijk en Noordwijk, waar sinds enkete jaren het zeezeilen enthousiast word! beoefend. In Den Haag wordt thans onderzocht in hoeverre net mogelijk is voor Scheveningen het zeilen op zee te beoefenen en of er var particuliere zijde hiervoor belangstelling be staat Om iets meer over het zeilen op zee te weten te komen had een onzer ver slaggevers een gesprek met de heer A. Kok, secretaris van de Zeezeilvereniging Noordwijk. Deze bijna dichterlijke beschrijving van de genoegens van het zeilen op zee kan alleen maar afkomstig zijn van een intens genieter. Dat is de heer K. A. Kok, secretaris van de Zeezeilvereniging Noordwijk dan ook. Het is al vele jaren geleden dat hij op de steeds drukker wordende plassen, meren en binnenwa teren van Nederland zeilde. Bijtijds heeft hij de ontwikkeling in de zeilsport gezien. De plassen werden steeds druk ker. Op een zomerse dag krioelt het op de plassen van de zeilers en de .echte liefhebber kan niet meer uit de voeten. Telkens moet hij gijpen of overstag gaan om niet in aanvaring te komen met een andere zeilboot. Bovendien zijn er nog vele amateurs, die met hun boot soms onbegrijpelijke manoeuvres ma ken, die lijnrecht ingaan tegen het bin- nenaanvaringsreglement. Vandaar dat het niet verwonderlijk is dat de binnenwateren de echte zeillief- hebber benauwen, dat hij zich niet meer echt kan uitleven en dat hij daarom naar andere wateren zoekt. De bezwa ren van het zeilen op binnenwateren zijn op zee niet aanwezig, want daar is ruim te genoeg en daar zijn1:nog1 maar.enkele tientallen boten, die met een ruige bran ding en een fikse wind soms met een snellieid van veertig tot vijftig kilome ter per uur op het strand landen. 1IISICO Het grootste en ook wel aantrekke lijke verschil tussen het zeilen op bin nenwateren en op zee zit 'in in 't ver schil van het stilstaande binnenwater en het stromende zeewater. Dat stromen de water zet de zeezeiler voor proble men, omdat hij rekening moeten houden met het getij. Dat stelt ook de nodige eisen aan de bekwaamheid van de zei- Ier en 't is zelfs zo dat een geroutineer de „binnen"-zeiler beslist niet zonder een cursus de zee op kan, omdat hij dan niet alleen zijn boot aan grote risico's bloot stelt, maar ook zijn leven. Vooral het zeilen In de branding vereist de no- met de golven van de Noordzee en de grillige stromingen. Katwijk en Noordwijk hebben samen ongeveer driehonderd leden met een vloot van ruim tachtig schepen. Aan vankelijk konden de zeezeilvereniging Noordwijk en Skuytevaer uit Katwijk 't niet zo best met elkaar vinden. Deze controverse haalde echter de wind uit de zeilen van beide verenigingen en thans is alles koek en ei en vaart men één koers. De thuishaven voor de schepen van de leden van deze verenigingen Is het mul le strand van Katwijk en Noordwijk. 't Lijkt wellicht riskant om de zeilboten daar zo maar te laten staan. Dat valt allemaal erg mee. In de eerste plaats is er op zomerse dagen altijd iemand, die een (zeemans)oogje in het zeil houdt, terwijl de jongere leden van de vereni gingen 's avonds een wandeling over de boulevard maken en behalve op de meisjes ook een blik op hun kostbare bezittingen werpen. Wee degene, die het waagt met zijn vingers aan de boot te komen. Het is een vreemd gezicht.om op het strand zeilboten te vinden. Het zijn bo- ten van de meest uiteenlopende types, jp i zoals een Finjol, Jolvariant, Vaurien, Fireball, Renjol, Vrijbuiter en Catama ran. Eén ding hebben al deze boten ge- rust en water dige kunde. Het zeilen op zee is beslist niet gevaarlijk, mits de regels in acht worden genomen. Waarom ga je op zee zeilen? Omdat het sensationeel is, omdat je je erin kan uitleven, omdat het dé sport voor jonge lui is, zeggen mensen, die aan deze sport „verslingerd" zijn. zoals ze het zelf zeggen. Het is misschien ook een spel van individualisten, die de eenzaam heid liefhebben en die willen vechten meen: ze hebben een los zwaard. Dat is nodig omdat het schip als het landt zo ver mogelijk het strand op moet schui ven. In principe is iedere goede zeilboot- met een 'los zwaard geschikt om op zee te zeilen. Het meest geschikt zijn ech ter de platte boten, die als het ware over de golven schuiven. Een uitstekend voor beeld hiervan is de uit Engeland af komstige Fireball. Het is een lang en slank schip met een gewicht van hon derd kilo en dat een snelheid van 35 kilometer per uur kan bereiken. SNELHEID Dat Is een snelheid, zeggen de zeezei- lers, die je met een zwaarder schip op de binnenwateren nooit bereikt. De Fi reball heeft één nadeel: het is een ver moeiend schip, omdat Je onder meer een trapeze moet werkn. Maar de echte liefhebber Iaat zich hierdoor niet uit het veld slaan. „Je komt gekraakt thuis", zeggen ze, „maar is er iets mooiers?" Het gevarenelement van het zeilen op zee zal in Den Haag terdege worden onderzocht voordat tueel zegt dat het zeilen vanaf het strand van Scheveningen mogelijk is. „Vanaf de kant lijkt 't allemaal %rg gevaarlijk", aldus de heer Kok, dat is gezichtsbedrog. Iedere zeezeiler zal direct toegeven dat de boot op zee kan omslaan. Hij zal zelfs toegeven dat dit regelmatig gebeurt. „Maar", zal hij zeggen, „als je in de branding om slaat drijf je met de (gehavende) boot naar het strand". Ook gebeurt het wel eens dat de boot achter de branding om slaat. „Dan is er niets aan de hand", menen de zeezeilers. „Op 'n middag la ten we soms wel eens tien tot veertien maal een boot expres'omslaan en dan moeten de cursisten maar proberen de boot weer overeind te krijgen. Een zei ler gaat dan op 't zwaard staan en door zijn géwicht zal dé böót'weér zijr^nor- male-houding De moeilijkste en gevaarlijkse ogen blikken van het zeezeilen is het door de branding gaan en het terugkeren strand. Doch niet alleen is dit gevaar lijk voor de bemanning. Ook en mis schien zelfs vooral voor de badgasten die niets vermoedend in het zeewater poedelen. Want als een zeilboot met 'n snelheid van veertig kilometer komt aanstuiven en hij raakte een bader dan kan deze ernstige verwondingen oplopen. Een stuk zee vrijhouden als landingsplaats de boten is niet mogelijk omdat dit pro testen zou opleveren Bovendien is hefn voor ge^zejler moeilijk om precies te schatten waar hij met zijn boot op het strand uitkomt. Dit gevaar was er de oorzaak van dat de gemeentebesturen van Katwijk en Noordwijk aanvankelijk wat huive rig tegenover het zeezeilen stonden. Maar met goede wil en begrip van bei de kanten kan dit gevaar tot een mini- i-orden beperkt, zodat er wat dit betreft voor de Haagse zeezeilliefheb- bers ook wel een oplossing gevonden zal kunnen worden. (Van onze correspondent) EINDHOVEN „We zijn voor afschaffing van het eindexamen, dat is volkome uit de tijd. En dan de docering van de vakken. Er worden veel te veel overbodii zaken op school geleerd". Vice-voorzitter Paul Spoelsrg. 19 jaar, praat of zijn Boni Middelbare Scholier tientallen jaren, zo niet eeuwen te laat in het leven is geroepet De eerste Nederlandse „vakbond" voor middelbare scholieren bestaat echter pas sind augustus van het vorig jaar en telt nu zo'n 700 leden. „Veel te weinig", vindt Pan) „als je nagaat dat èr in Nederland wel 200.000 middelbare scholieren rondlopen Maar ja, we beginnen natuurlijk pas, hè. Hij laat een kranteknipsel i november 1965 zien. „Dr. J. C. Dee] ring: Wetenschap is geen gebotteld-i kennis. Vergrijsde leraren docerei veel overbodige zaken". „Dr. Deerinal is oud-rector van het Libanon Lyceun j in Rotterdam en oud-onderwijsspeci de PvdA. Hij is nu gepensio hij komt waarschijnlijlB iraad" zegt Paul. ..Ja. rii«£ stalling van de boten op het strand landen met een snelheid van vijftig kilometer (Van een onzer verslaggevers) „Een geroutineerde zeiler op de binnen wateren kan niet zo maar op zee gaan zeilen. Hij zal eerst de zee moeten leren kennen en de geheel nieuwe benadering van liet zeilen". Dit zegt de seeretaris van de zeezeilvereniging Noordwijk, de heer A. Kok. Vandaar ook dat vooral de jeugdige zeilers eerst een cursus moeten volgen, gevolgd door een examen. Zij krijgen dan een „peetvader" toegewezen, bij wie ze de lessen op zee in de praktijk kunnen brengen. De cursus omvat onder meer de mechanica van het zeilen: krachten, die op de wind werken bij hel zeilen bij de wind, met halve wind, ruime wind en voor de wind, schijnbare en werkelijke wind, werking van het roer. loef- en lijgerei, etc Het zeezeilen in theorie: optuigen van het schip op het strand, het in zee brengen van het schip en wegvaren bij verschillende windrichtingen, het voor de wind gaan en gijpen, windkrachtstraal, het eigenlijke zeezeilen, golfplaneren, getijstro men, koersen, het uit zee komen bij verschillende windrichtingen, muien en banken, branding, sturen met de zeilen, stabiliteit in de branding, kleding, het reglement van orde van de zeilvereniging, on gelukken en averij, slepen. Vaar- en wedstrijdre gels: bepalingen ter voorkoming van aanvaring op zee. wedstrijdregelementen en nog veel meer. De ze cursus duurt ongeveer vijf maanden, waarbij om de veertien dagen les wordt gegeven. Het zeezeilen is een typische sport voor mannen, hoewel de laatste tijd ook steeds ir toe overgaan. „Ze krijgen het echter veel te gauw koud", aldus de heer Kok. „Ze zitten maar te ril len en zijn voor deze ruige en harde sport eigen lijk niet gebouwd". In 1964 was de zee slechts twee weken onbezeil- baar. Gedurende ruim een maand was de zee on gevaarlijk. Aldus blijkt uit een onderzoek, dat de zeilvereniging Noordwijk heeft ingesteld naar de bezeilbaarheid van de Noordzee ter hoogte van Noordwijk. De bezeilbaarheid van de zee kan het best wor den uitgedrukt in de blauwe vlag, die wordt gehe sen wanneer zelfs de kleinste scheepjes, bemand met volslagen amateurs, zee kunnen kiezen. Er waren ir. 1964 38 dagen, waarop de zee ongevaar lijk was Op 43 dagen was het opletten geblazen. Op 26 dagen moest dubbel opgelet worden. Uit het onderzoek kwam voorts vast te staan, dat de meeste booteigenaren tijdens de weekeinden en de vakanti.- gebruik van hun schip maakten, waar door het rendement van het schip bijzonder laag was. Maximaal kan er gedurende ongeveer twintig weekeinden worden gevaren als de zee zich goed Het rendement van de Noordwijkse zeilvloot als ge heel was bijzonder laag omdat nooit meer dan de helft van de vloot tegelijk op zee was. Daar ze ventig procent van de wind uit zee kwam, verg de het zeekiezen vaak veel strandruimte. Het zeezeilen biedt naast de genoegens voor de zeilers ook voordelen voor de strandbrigades van (1e politie en de reddingbrigades op het strand. Re gelmatig Is het in de afgelopen jaren voorgekomen dat een zeiler een drenkeling heeft kunnen red den. Het waren voornamelijk Duitsers, die een groot eind uit de kust waren afgedreven. Per jaar heeft men zeker twee tot drie mensenlevens kun nen redden. bij de adviesraad", zegt Paul. „Ja, di«J adviesraad. Die bestaat uit stuk voo- stuk specialisten. Er zitten natuurlij)! 2a ook mensen in vanwege hun naam. he'. cachet,, weet u. Dat moet .je ook heb- d0 ben. Godfried Bomans bijvoorbeeld i een paar professoren. Die beslissen feite in alle zaken. En dat is ma goed ook. Wijzelf kunnen dat niet. Wil zorgen alleen dat de organisatie draait» beslissingen neemt de raad". Maar waarom toch nog maar 700 1 Tegen „Ja. We zijn dus bezig met een actii Dat staat in onze richtlijnen. Hier lef maar: „Ter verwezenlijking van d-! doelstellingen, organiseert de BMS ee: landelijke ledenwinactie om de planne:; stem te geven. Wanneer we 50.000 le den achter ons weten zal men meer be grip voor ons standpunt tonen, dan wan neer we er maar 100 zouden hebben De koele zakelijke Nederlander wil na melijk hai-de cijfers en het zegt hen niets als we vertellen, dat wij ook nc reeds de mening van de middelbart scholier vertolken". En dat is begrijpe- i lijk. j Maar we sloten hij velen op misver j standen. Vooral bij directeuren en ree an scholen. Wij proberen nanif 'i:k contact te krijgen via de directein Dat moet je wel doen om liet allemaal I '"aal te maken. Als zo'n directeur er» "een kwaad in ziet, komt .er een con tactpersoon op die school. Dat is ge-B woon een der leerlingen die bereid ifl voor de BMS vrije tijd op te offerenU 's zo'n directeur tégen de bond is, li Maar riet alleen directeuren en rec toren, ook leerlingen zelf verenigd in schoolraden wijzen de bond af. „Dal snap ik niet. ze zullen wel onder druk van de leraren hebben gehandeld", meent Paul. Kwajongens „Och", meent Paul Spoelstra, „w( worden nog te zeer beschouwd als eer stel kwajongens, dat het onderwijs wi ondermijnen Maar dat is helemaal niet zo. We willen het onderwijs juist meet inhoud geven. Heel veel bedrijven voe len dat aan. We hebben een hele lijs' van instellingen en bedrijven, die te al len tijde bereid zijn mee te werken Wat reductie op boeken enzovoort be treft. Reducties op concertuitvoeringen Dat is toch een loffelijk streven? Bo vendien, iedere werknemer is georga niseerd in een vakbond. Waarom kan de middelbare scholier ook niet e«n soort vakbond hebben?" In h

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 8