Eeuu/enoud handu/erkersambacht nog in ere teZoeteru/oude rd,Jl Klompenmaker Vreeswijk maakt klompen uit wilgebomen KIEZEN OF DELEN thans de beste en meest uitgebreide krant REACTIES OP KOOPAVOND IN LEIDEN ZATERDAG 26 FEBRUARI 1966 DE LEIDSE COURANT PAGINA 5 Modellen ontworpen in het huis Dior BOUSSAC GAF KLEURRIJK STAALTJE VAN (STOFFEN) MODE 1966 (van onze redactrice) E«n groot lente- en zomerfeest was gisteren de show van de Franse ont werper Boussac in de stadsgehoorzaal. Voor een podium, dat men een schat van fleurige lentebloemen was ver sierd, toonden zes mannequins met veel vaart en elan de stoffenmode 1966, die voor Leiden alleen bij de fa. Gronheid te koop is. Zij droegen gedurende deze opmerkelijke show creaties ontworpen en gemaakt in 't schoenen te krijgen waren had de klom penmaker het bijzonder druk. Toch maakte hij geen misbruik van de gele genheid door hogere prijzen te vragen. Hij werkte alleen iets harder. Hij her innert zich nog, dat er eens iemand bij hem kwam, die 200.voor een paar klompen bood. „Geef mij maar 'n stukje T spek, dan ben ik dik tevreden", was het antwoord. A Van vader op zoon JOH. VREESWIJK is tevreden in zijn W vak. Hij kijkt eens naar zijn handen A die in vroeger jaren zo'n 1500 paar klompen per jaar hadden gemaakt en zegt: „Eens stond ik op een tentoonstel ling in Oegstgeest, waaraan werd deel genomen door handwerkers uit allerlei kringen. Pottenbakkers en glasblazers stonden daar en demonstreerden hun werkwijze. Die tentoonstelling drukte in haar naam uit, wat het kenmerk is van de handwerkers: „In de palm onzer han den". Op zulke momenten voel je, hoe rijk je bent met je handen, die in staat zijn om scheppend te werken". De gave van het klompenmaken komt echter niet aangewaaid. Het zou mis schien wat teveel gezegd zijn dat ieder een het kan leren, maar het is in ieder geval een vak dat door lange oefening geleerd kan worden. Op zijn tiende jaar hielp hij reeds zijn vader, die in Oude water ook het vak van klompenmaker uitoefende naast het beroep van mole naar. Vroeger werd dat vaker gedaan in die combinatie. Na een leertijd van acht jaar heeft men het vak onder de knie, en kan men zelf aan de slag gaan. Je kent dan het klappen van de zweep, en vestigt je ergens en begint gewoon. In deze streek kende ieder dorp zo zijn eigen klompenmaker. Nu vind je er bo ven de grote rivieren bijna geen een IN HET WIJDE LAND ten zuidoosten van Leiden, waar talrijke wete ringen het groen van het polderlandschap doorsnijden, leidt een weg langs de Stompwijkervaart naar de oneindigheid van de landelijke rust. 's Zomers zal het hier ongetwijfeld drukker zijn, als vakantiegangers, die de stad ontvluchten en de polder intrekken om een hengeltje uit te werpen, het spaarzame verkeer van bakker en postbode komen ver levendigen. Nu echter het vlakke land in een winters kleed gehuld gaat is het hier stil, onwerkelijk stil. In de laagte, aan de voet van de dijk, waarover de Stompwijkerweg van Zoeterwoude naar Stompwijk loopt, staat het huisje van Joh. Vreeswijk, die een beroep uitoefent, dat in Nederland zeldzaam is geworden: dat van klompenmaker. De weinigen die het eeuwenoude ambacht nog uitoefenen, zijn op één hand te tellen. Voor het grootste gedeelte zijn de oude handklompen makers overgegaan op het machinaal vervaardigen van dit vaderland se produkt, een ander gedeelte, het grootste, is met de zaak gestopt. Joh. Vreeswijk heeft zich door de ontwikkeling ten ongunste van zijn vak niet laten verontrusten, en vertrouwend op de vaste klantenkring bleef hij zijn klompen met de hand maken. Je moet er slag van hebben OP DEZE WINTERSE DAG treffen we hem in huis, waar hij een ge zellig praatje maakt met een klant. Of we iets van zijn werk mochten zien? Na tuurlijk, maar eerst iets drinken. Zelf bedient hij zijn gasten. Na het gastvrij onthaal gaat hij ons voor over een stenen tuinpad naar de werkplaats, die naast de woning ligt, tussen rommelschuurtjes en stallen, waaruit de lucht en de geluiden van varkens komen. Het gebouwtje is niet veel groter dan een autogarage. In een hoek liggen de wilgenblokken, die Joh. Vreeswijk op maat heeft gezaagd en gehakt. Meestal betrekt hfj het hout bij de boeren in de omgeving. H(j koopt dan hele bomen, die in schijven worden gezaagd, die iets dikker zijn dan een klomp lang is. De ronde schijven worden vervolgens al naar gelang de dikte van de boomstam, in vier of zes stukken geslagen met een In een andere hoek staat een grote kist met houtschilfers. In het midden een groot hakblok, in de vorm van een stevige boomstronk. Het is koud in het schuurtje. Onwillekeurig denkt men, dat hier gewerkt moet worden om het warm te krijgen. Het is mij altijd gelukt. Soms komen er timmerlieden in mijn werkplaats, die het niet willen geloven. Dan zeg ik: meet maar na. Het klopt altijd op de milli- Nu de uitwendige klomp is afgewerkt en de sierlijke lijnen van het model ge kregen heeft dit kan een Delftse punt, een Haarlemmermeerder trip of een Bossche klomp zijn moet hij wor den uitgehold. Het is echt nodig dat je het „in je vingers" hebt bij het hanteren van de lepelboren, want een paar millimeter te ver en de klomp heeft een zwakke plek in de kap. Met haken en kapmesjes wordt de vorm bijgewerkt, de zool krijgt zijn'juiste afmetingen en met het hiel mes legt de klompenmaker de laatste hand aan het inwendige van zijn pro dukt. „Een steunzool kunnen ze er gra tis bij krijgen" zegt liij. „Ik hou er re kening mee met het kappen. Of ik voor iedere klompendrager wel de juiste maat bereik? Van zeker 4000 mensen in de omgeving weet ik de maat uit mijn i hoofd. Een klant uit de verre omgeving hoeft maar een kaartje te schrijven zon der de maat er bij te schrijven, en hij zal een paar klompen krijgen die hem currentenpo8itie ten opzichte van de klompenfabrieken dank ik vooral aan het feit, dat ik mensen met moeilijke maten (52 wordt niet machinaal ge maakt) en afwijkende voeten klompen kan bezorgen. M(jn klantenkring blijft ook vrijwel constant. Het hout dat de heer Vreeswijk ge bruikt is niet hetzelfde als het mate riaal van de fabrieken. Hij houdt het bij wilgenhout, zij gebruiken populieren hout. Wilgenhout is beter dan populie renhout. Het eerste is hard en massief het laatste poreus en zachter. De levens duur van een Zoeterwoudse klomp is vrijwel identiek met die van de schoen zolen: na acht weken is men aan nieuwe toe. „Vroeger werden de klompen nooit geverfd. Tegenwoordig is dit wel het geval met het Bossche type. De blanke klompen werden in de klompentijd - heb de tijd nog gekend dat de jongens van de burgemeester op mijn klompen naar school gingen met schelpzand geschuurd tot ze blonken. Iemand met ongeschuurde klompen op zondag stond direct al slecht aangeschreven", aldus memoreerde de Zoeterwoudse klompen maker de tijd van de gesloten gemeen schap, waarin iedereen alles van elkaar Vroeger, ja, vroeger was alles anders, de tijd heeft ook voor mij veel verande ringen met zich meegebracht, zegt hij. Terwijl hij aandachtig langs de binnen kant van een zojuist uitgeholde klomp strijkt, vervolgt hij: „Zoals veel hande laren vroeger deden, ging ik zelf de boer op om de bestellingen op te nemen. Te gelijkertijd bracht ik dan de klompen rond. "s Avonds na 7 uur gebeurde dat. Eerst vlug een boterham eten, dan op de fiets de streek in, met de klompen achterop. Toentertijd maakte ik dage lijks wel zo'n 10 tot 15 paar per dag. Als ik dan om negen uur thuis kwam had ik voor de volgende dag weer een stuk of twintig paar in mijn boekje „Geef mij maar een stukje spek" IJ WRIJFT ZICH eens over het voorhoofd. „Ik begrijp het soms niet", zegt hij. „Nu hoef ik in veel ge vallen het hout niet meer te kopen, ik breng ze niet meer rond en toch ren deert het niet meer". Door de kleine stoffige ruitjes in de werkplaats kun je net over de dijk heen kijken in het polderland. Daar werken de boeren op de klompen van Joh. Vrees wijk. „Eigenlijk hebben de laarzen ons de das omgedaan", zegt hij. Ondanks het feit, dat klompen veel gezonder zijn worden steeds meer laarzen gedragen. In het waterland is dit ook wel te be grijpen. In de drassige grond zak je gauw weg en je klompen staan zo vol water. Veel tuinders en ook marktkoop lui schaffen graag klompen aan, omdat ze warmer en luchtiger zijn dan laarzen. Stille Omgang vanuit Leiden gehouden in de nacht van 19 op maart Het genootschap van de „Stille Om gang" afd. Lelden bericht dat de Stille Omgang vanuit Leiden dit jaar wordt gehouden in de nacht van 19 op 20 maart a.s. Zaterdagavond 19 maart zal er lof zyn in de Hartebrugkerk om half elf; de bussen vertrekken om 23.15 van de Mare. Men wordt verzocht de regle menten en huskaarten af te halen vanaf zondag 13 maart a.s. tot uiterlijk don derdag 17 maart op de volgende adres sen: Romanuszaal Mare, achter de Har- tebrug), R.K. Meisjesschool, Lusthof laan 2, parochiezaal Petruskerk, R.K. school Boshuizerlaan naast St. Antho- niuskerk, 's morgens van half 10 tot Uit de Oude Leydsche Courant den 27 February 1825. Heden overleed in den ouder dom van ruim tachtig jaren, na voorzien te zijn van de Sacre- menten der H. Kerk, den Wei- Eerwaarden Heer Jodocus Fran- ciscus van Vooren, Roomsch-Ca- tholijk Priester van de Orde der Carmeliten en Missionaris in de Kerk op het Utrechtsche Veer binnen deze Stad. M. R. ANDRIESSEN C. KLAVERWIJDEN Executeuren. huis Dior en wij waren dan ook ver rast over de elegante modellen, die soms geraffineerd van lijn, de grote verscheidenheid en vele mogelijkheden van de Boussacstoffen toonden. Ieder genre, elke kleur, vele stijlen en kleurcombinaties, met grote en kleine dessins waren er te zien in deze Boussac-collectie, die was ont worpen voor de elegante, maar prak tische vrouw, die met deze stoffen alle kanten uitkan. Oosters georiënteerd Deze show van Boussac was sterk Oosters georiënteerd. Dat kwam tot uiting in de vaak felle kleuren, maar nog meer in de modellen, die wer den geshowd en die zo bijzonder waren, zo echt „mode" in optima forma, dat men zich maar node kon neerleggen bij de wetenschap dat de fa. Gronheid wel de stoffen, maar niet de modellen verkoopt. De show begon met strand- en sportkleding, die voor een groot deel bestond uit elegante ensembles, dui delijk onderworpen aan Chinese in vloeden. De strandpakjes hadden zeer In de tijd dat het gebouw van De Leidse Courant werd gesticht, bestond de rechtsregel: Kiezen of Delen. Bij een boedelscheiding of andere verde ling, mocht de oudste van de twee rechthebbenden de boedel in gelijke delen verdelen. De jongste mocht dan kiezen. Daarmede stond een eerlijke verdeling reeds by voorbaat vast. In deze tijd zal men ook eerlijk verdelen en vanzelf het beste kiezen. Uit de regionale dagbladen kiest men dan ook DE LEIDSE COURANT omdat deze van Leiden en verre omstreken is. Maakt familie, vrienden en kennissen hierop attent en breng een nieuwe abonnee aan. Voor iedere nieuwe abonnee, die U aanbrengt, ontvangt U ons JUBILEUM SCHRIJFBLOK met afbeelding van ons gebouw uit de Gouden Eeuw en het unieke Leidse Courant-speldje. Zend onderstaande bon in: Ondergetekende: datum: geeft als abonnee van De Leidse Courant op: plaats: Betaling zal geschieden per: week maand kwartaal x Doorhalen wat niet wordt verlangd. Deze advertentie na invulling opzenden aan: BUREAU DE LEIDSE COURANT, afd. Abonnementen, Papengracht 32, Leiden. laag uitgesneden ruggen, een schuin weggesneden schouderlijn met een sluiting om de hals en klokkende rok ken tot op het dijbeen, waaronder vaak een wat bloter strandpak zat met een Bermuda-broek. Ook werden er lange rechte runie- ken op een pantalon getoond, hetzij van dezelfde stof. hetzij van een uni- kwaliteit, maar in de hoofdkleuren van het dessin. Combinatie van twee stoffen Er was op deze show niet alleen een grote verscheidenheid van stoffen en dessins, maar ook in de soorten stoffen. Opmerkelijk was de combinatie van twee verschillende soorten stoffen, met hetzelfde dessin, een handigheidje, dat wij nog niet eerder hebben gezien en die voorkwam in de combinatie piqué-voile, bouclé-linnen weefsel of grof linnen met voile. Deze laatste stof is samengesteld met 20 pet katoen en 80 pet synthetisch, hetgeen hem bijzonder plooihoudend en kreukher- stellend maakt. Opvallend in deze show was, dat de rokken niet alleen erg kort. maar ook erg ruim waren, vaak aangerimpeld, met ongeperste zomen, zodat de rok een ballonachtig effect kreeg. Heel vaak werden er klokkende modellen getoond, rokken die al bij de buste wijder werden. Felle kleuren, sombere, meer ge klede kleuren en mooie pasteltinten, waarin Boussacs palet schier onuit puttelijk lijkt te zijn, werden aan het verrukte publiek getoond. De variatie in de geshowde model len en stoffen was zo groot, dat het een onmogelijke zaak is te trachten er een indruk van te geven. Voor de zomermode, van strandpak tot avond jurk heeft Boussac stoffen ontworpen, die uniek zijn in kleur en compositie. Terecht heeft hij zijn ontwerpen dan ook componistennamen gegeven. Stof fen vanaf 5.95 tot bijna 14.- wer den op deze voor Leiden zeer bijzon dere show getoond. H'; Klopt op de millimeter JOH. VREESWIJK neemt een vorm loze tronk van de stapel en met tref zekere slagen brengt hij de vage klom- penvorm in het hout. In al de jaren van de loopbaan (nu 58 jaar) heeft hij nooit in zijn duim gehakt. Bij de toeschouwer wekt het tegelijk angst en bewondering. Er is vakmanschap voor nodig om geen centimeter te ver te slaan. Het staal van het korte bijltje dringt keer op keer met vinnige houwen in het harde hout. De brokstukken vliegen je om de oren. Na het eerste vormgeven van het mas sieve blok hout komt het fijnere werk. De klomp wordt onder het blokmes ge zet, dat iets weg heeft van een mes. dat kaashandelaren gebruiken om een ron de kaas in stukken te snijden. Aan één kant is het blokmes vastgehaakt in een oog. zodat het maar aan één uiteinde vastgehouden behoeft te worden. Met de vrije hand houdt de klompenmaker de klomp in de gewenste stand. Het vlijmscherpe mes drukt in het hout, dat in een ongelooflijk snel tempo 'n klomp geworden is, zij het dan, dat hij nog moet worden uitgehold. Met een glimlach zet Joh. Vreeswijk het resultaat voor ons neer. „De kwestie is pu" zegt hij, „het tweede exemplaar precies dezelfde afmetingen te geven van binnen en van buiten als het eerste. „VAN 4000 MENSEN HEB IK DE MAAT IN MIJN HOOFD" als gegoten zitten. Dat leer je op den duur vanzelf. Toch gebruik ik ook wel de maatlat. Een houten lat, die ik zelf gemaakt heb. Meestal echter is het een kwestie van er kijk op hebben. Routine en ervaring doe je ongemerkt op, je leeft in je vak alsof je er mee ver groeid bent". Op de fiets de boer op TOEN JOH. VREESWIJK kort gele den zo langs zijn neus weg de op merking maakte dat hij er mee zou gaan ophouden, lokte dat bij velen teleurstel stelling uit. Sommigen schreven hem, of hij, voordat hij er mee zou stoppen, nog enkele tientallen paren voor hen wilde kappen. 't Handklompenmakersvak maakt op het ogenblik een moeilijke tijd door. De mechanisatie van de bedrijven heeft een grote rol gespeeld in de vermindering van het aantal handwerkers. „Zelf vond ik 't indertijd te gewaagd om machinaal te gaan werken. Ik heb het in de om geving kunnen zien hoeveel collega's die omgeschakeld hadden, in de schulden raakten en op de fles gingen. Mjjn con- De klompen kosten 7.per paar. Drie van zijn zoons zijn in het vak opgegroeid, maar voelen er niets voor om het bedrijfje van hun va der voort te zetten. Ik blijf het nog doen, maar min of meer als tijdverdrijf. Ik heb nu eenmaal plezier in mijn vak. En het aardige is, dat je bijna de enige bent, die het nog doet. Er zijn veel schilders, bakkers en tuinders, maar klompema kers zijn in Nederland op één hand te tellen. Er komen vaak toeristen in mijn werk plaats. In een nauwkeurig bijgehouden register staan de handtekeningen van bezoekers. In de indrukwekkende lijst, die sinds 1960 is gegroeid, staan Turken, Portugezen, Canadezen, Zwitsers en No ren. Een onderwijzer uit Ethiopië oogst te in zijn land bewondering met 'n paar klompen van de heer Vreeswijk. Bijzon dere vriendschapsbanden onderhoudt hij nog steeds met de president van de Na tionale Bank van Texas. Regelmatig stuurt deze hem interessante zaken uit prairieland. Soms komen er hele klassen van scholen, die allen klompen mee naar hus willen nemen. Als ze van te voren maar even bericht sturen is dat niet eens moeilijk. Tijdens de oorlog, toen nergens meer DAGTAAK WEL GENOEG Een paar reacties op de koopavond in Leiden hebben onze krant al be reikt. De presidente van de R.K. Vrou wenbeweging, mevr. C. Uphoff-Visser, ging op een bijeenkomst van haar ver eniging na, hoeveel leden voor een koopavond, en hoeveel er tegen wa ren. „Van de 200 personen, die ik kon bereiken, waren er 125 voor en 75 tegen" schrijft zij ons en deelt mee, dat de ondervraagden zowel dames als heren waren, die allen boven de zeventien jaar waren. „De tegenstanders vonden de dag taak genoeg en zeiden dat men over dag maar moest kopen. De voorstan ders van de koopavond hadden als argument, dat men dan gezellig samen kon winkelen, en dat men op de za terdag niet goed geholpen kon wor den. i.v.m. de drukte. Anderen hadden geen bezwaar tegen een koopavond als zij maar een compensatie kregen voor de uren, die zij meer zouden moeten ongeveer Werken", aldus schrijft mevr. Uphoff- 'S AVONDS NAAR DE KAPPER Een hele uitvoerige brief stuurde mevr. Heetwinkel ons. Zij ziet, on danks het feit dat zij een moeder is van vier kinderen en geen hulp heeft, geen enkel voordeel van een koop avond. „Je kunt 's avonds moeilijk kleur bepalen" schrijft ze. „Verkoop sters horen met Sinterklaas vaak: ik kom morgen bij daglicht nog wel even kijken." Voorts vreest mevr. Heetwin kel vandalisme van de jongelui, die zonder cent op zak het „duurste goed gaan aanpassen". Bovendien vindt ze, dat een moeder met plichtsgevoel de kinderen niet alleen kan laten, om met haar man de stad in te gaan, dus moet men, of een dure oppas nemen, of alleen de stad ingaan. Mevr. Heetwinkel is er dus op tegen, ook al omdat zij het bezwaar lijk vindt voor het personeel, en denkt, dat de winkelier niet meer verdient, want er „heeft gewoon een verschui ving van de koopuren plaats". Het zijn alleen de verwenden, die voor zoiets zijn en het „enig" vinden, is de me ning van mevr. Heetwinkel, die echter wel schrijft: „Maar wat zouden de kapsters zeggen, als zij eens 'n avond open bleven om het winkelpersoneel en de huisvrouwen de gelegenheid te geven 'savonds naar de kapper te gaan? Dit lijkt mevr. Heetwinkel 'n nood zakelijker voorziening, omdat het win kelpersoneel niet meer op maandag morgen naar de kapper kan en de huisvrouwen overdag moeilijk weg kunnen i.v.m. hun kinderen. „Zater dags kan een vrouw haar man niet met de kindeïen en de huishoudelijke beslommeringen laten zitten", meent deze briefschrijfster, die het winkel personeel alleen maar de raad kan geven zich te organiseren. WEL KOOPAVOND, MAAR ZATERDAGS MIDDAGS DICHT De presidente van het Katholiek Vrouwengilde, mevr. H. J. Lindenhof- Hop schrijft, dat zij 50 van haar leden naar hun mening over een koopavond in Leiden heeft gevraagd; hiervan had behoefte aan een koopavond, het merendeel vond vooral de vrijdag avond het geschikst", schrijft mevr. Lindenhof. Als voordelen kwamen uit de bus, dat men op een koopavond rustig kan winkelen, terwijl de man op de kin deren past. De nadelen waren voor enkele „middenstanddames" zodanig, dat zij geen koopavond wilden hebben, vooral met oog op het personeel. „Er gingen stemmen op in die kringen", deelt mevr. Lindenhof mee, „dat men wel voor een koopavond was, als de winkels dan op zaterdagmiddag zou den sluit. Het grootste deel van de dames was tevreden met de huidige situatie." MEER VRIJHEID „We gaan er weer eens zo gezellig voor zitten om te keuvelen over een koop-avond, om de goe-gemeente te laten zien, waarin 'n klein land groot kan zijn. Wat hebben we 't toch goed, dat we kunnen klessebessen over zulke wereldomvattende kwesties bij 'n ge meubileerd kopje leut en onze tee-vee. Kunnen die Leidse (en ook andere) winkeliers 't nu maar niet opbrengen om dit ieder voor zichzelf uit te ma ken. Wie open wil blijven, blijve open, wie wil sluiten, sluite. Zo doen ze dat in zovele landen, 't Zal mij 'n zorg zijn of m'n buur man open is, als ik dicht wil gaan of omgekeerd. Nu kunnen de vaste klan ten ook wel in de gesloten tijd terecht, maar dan moet je het wachtwoord kennen of de weg achterom of nog andere geheime tekens. We moeten ons bevrijden van dat enge, dat be nauwende, dat beloeren en beloenzen, dat ge-bemoeial met anderen, dat ge controleerd en gereglementeer, dat ge- pieter-peuter en dat plaatsen van hek- kies en hokkies. Komaan, wat meer vrijheid, wat meer blijheid. Gun 'n ander z'n vrijheid, wil die open zijn, laat hem begaan, wil die sluiten, dat is dan zijn zaak. Ik ben U dankbaar als dit vrijheidsgeluid door U wordt geplaatst", schrijft de heer A. v. Veen NIET DUIDELIJK De K.B.P.H., de Katholieke Bond van personeel in de handel, afd. Lei den, schrijft: Met belangstelling heb ben wij kennis genomen van uw ar tikel, genaamd: „Straks toch 'n koop avond in Leiden". Het is ons niet dui delijk waar juist op zeer opvallende wijze, meent iets los te moeten slaan, wat in „1952" al eens door b. en w. en gemeenteraad verworpen is gewor den. In 1952 had het overgrote deel van de bevolking GEEN VRIJE ZA TERDAG; NU WEL. En bestaat, on danks de vrije zaterdag, er nu wel behoefte aan een koopavond? Ons is het niet duidelijk waarom men nu opeens een koopavond wil, terwijl toch man en vrouw zaterdags kunnen ko pen. Of de vrouw kan kopen, terwijl de man op de kinderen past. Ruim twintig jaar na de tweede we reldoorlog krijgt men ineens behoefte aan meerdere koopgelegenheid, on danks de vrije zaterdag en de grote drang die er allerwege bestaat om de werktijden te bekorten. Natuurlijk vinden de huisvrouwen het leuk dat hun echtgenoten de vrije zaterdag heb ben, een vrije zaterdag die èn winke lier èn het winkelpersoneel moeten missen. Blijkbaar willen deze huis vrouwen de gezelligheid nog verho gen en verlengen door bovendien, ten koste van winkelier en personeel, ook nog vrijdagavond tot 9 uur te winke len. Het woord „gezelligheid" werd ook in uw artikel meerdere malen ge noemd, maar moet deze gezelligheid ten koste gaan van een deel van onze medeburgers en -burgeressen, die de zo zeer begeerde vrije zaterdag moe ten missen? In Sint-Nikolaas- en Kerstmistijd hebben wij reeds kunnen ervaren, dat tussen 6 tot 7 uur, half acht 's avonds er in de winkels weinig te doen valt. Gelooft men dan nog, dat uit de om liggende dorpen de mensen op 'n hol letje met auto, autobus, bromfiets etc. even vlug naar de stad zullen komen om even VLUG (maar DAT is toch de bedoeling niet) inkopen te doen op vrijdagavond (koopavond)? Overigens, in de omliggende dorpen en ook in onze Leidse buitenwijken, zijn er pracht van winkels en winkelcentra, zodat men zeker niet in overgrote meerderheid naar de „binnen"stad zal komen hollen op vrijdagavond, om haastig nog enige boodschappen te doen. Dat doet inen wel op de vrije zaterdag. Is de koopavond op vrijdag van belang voor de werkende vrouw? Ook dit betwijfelen wij. Ook de mees te werkende vrouwen hebben de vrije zaterdag, behalve natuurlijk zij die in het winkelbedrijf werkzaam zijn. Heeft men wel eens gedacht aan de mensen die in het winkelbedrijf werk zaam zijn, wanneer die hun inkopen moeten doen? Noch op de vrijdag avond, noch op de zaterdag, maar wanneer dan?, als er momenteel door diverse branches wordt aangestuurd om op maandag de gehele dag te slui ten. Zal dan het hele leger van con sumenten zijn inkopen gaan doen in Den Haag en zal dan de maandag in Leiden een dode dag zijn? Bovendien zijn wij bang. dat de am bitie om in het winkelbedrijf te gaan werken, bij het instellen van 'n koop avond, nóg minder zal gaan worden. De bonden, die de belangen van hun leden in het winkelbedrijf behartigen, verzetten zich en zullen zich blijven verzetten tegen het instellen van een koopavond, die zij onnodig en onjuist vinden, en wij veronderstellen dat ook de vele niet-georganiseerden ook geen hoera zullen roepen bij het instellen van een koopavond. K.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 5