Eeuu/enoud
handu/erkersambacht
nog in ere teZoeteru/oude
rd,Jl
Klompenmaker Vreeswijk
maakt klompen uit wilgebomen
KIEZEN OF DELEN
thans de beste en meest uitgebreide krant
REACTIES OP KOOPAVOND IN LEIDEN
ZATERDAG 26 FEBRUARI 1966
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 5
Modellen ontworpen in het huis Dior
BOUSSAC GAF KLEURRIJK STAALTJE
VAN (STOFFEN) MODE 1966
(van onze redactrice)
E«n groot lente- en zomerfeest was
gisteren de show van de Franse ont
werper Boussac in de stadsgehoorzaal.
Voor een podium, dat men een schat
van fleurige lentebloemen was ver
sierd, toonden zes mannequins met
veel vaart en elan de stoffenmode
1966, die voor Leiden alleen bij de
fa. Gronheid te koop is. Zij droegen
gedurende deze opmerkelijke show
creaties ontworpen en gemaakt in 't
schoenen te krijgen waren had de klom
penmaker het bijzonder druk. Toch
maakte hij geen misbruik van de gele
genheid door hogere prijzen te vragen.
Hij werkte alleen iets harder. Hij her
innert zich nog, dat er eens iemand bij
hem kwam, die 200.voor een paar
klompen bood. „Geef mij maar 'n stukje T
spek, dan ben ik dik tevreden", was het
antwoord. A
Van vader op zoon
JOH. VREESWIJK is tevreden in zijn W
vak. Hij kijkt eens naar zijn handen A
die in vroeger jaren zo'n 1500 paar
klompen per jaar hadden gemaakt en
zegt: „Eens stond ik op een tentoonstel
ling in Oegstgeest, waaraan werd deel
genomen door handwerkers uit allerlei
kringen. Pottenbakkers en glasblazers
stonden daar en demonstreerden hun
werkwijze. Die tentoonstelling drukte in
haar naam uit, wat het kenmerk is van
de handwerkers: „In de palm onzer han
den". Op zulke momenten voel je, hoe
rijk je bent met je handen, die in staat
zijn om scheppend te werken".
De gave van het klompenmaken komt
echter niet aangewaaid. Het zou mis
schien wat teveel gezegd zijn dat ieder
een het kan leren, maar het is in ieder
geval een vak dat door lange oefening
geleerd kan worden. Op zijn tiende jaar
hielp hij reeds zijn vader, die in Oude
water ook het vak van klompenmaker
uitoefende naast het beroep van mole
naar. Vroeger werd dat vaker gedaan
in die combinatie. Na een leertijd van
acht jaar heeft men het vak onder de
knie, en kan men zelf aan de slag gaan.
Je kent dan het klappen van de zweep,
en vestigt je ergens en begint gewoon. In
deze streek kende ieder dorp zo zijn
eigen klompenmaker. Nu vind je er bo
ven de grote rivieren bijna geen een
IN HET WIJDE LAND ten zuidoosten van Leiden, waar talrijke wete
ringen het groen van het polderlandschap doorsnijden, leidt een weg
langs de Stompwijkervaart naar de oneindigheid van de landelijke rust.
's Zomers zal het hier ongetwijfeld drukker zijn, als vakantiegangers,
die de stad ontvluchten en de polder intrekken om een hengeltje uit te
werpen, het spaarzame verkeer van bakker en postbode komen ver
levendigen. Nu echter het vlakke land in een winters kleed gehuld
gaat is het hier stil, onwerkelijk stil. In de laagte, aan de voet van de
dijk, waarover de Stompwijkerweg van Zoeterwoude naar Stompwijk
loopt, staat het huisje van Joh. Vreeswijk, die een beroep uitoefent,
dat in Nederland zeldzaam is geworden: dat van klompenmaker. De
weinigen die het eeuwenoude ambacht nog uitoefenen, zijn op één
hand te tellen. Voor het grootste gedeelte zijn de oude handklompen
makers overgegaan op het machinaal vervaardigen van dit vaderland
se produkt, een ander gedeelte, het grootste, is met de zaak gestopt.
Joh. Vreeswijk heeft zich door de ontwikkeling ten ongunste van zijn
vak niet laten verontrusten, en vertrouwend op de vaste klantenkring
bleef hij zijn klompen met de hand maken.
Je moet er slag
van hebben
OP DEZE WINTERSE DAG treffen
we hem in huis, waar hij een ge
zellig praatje maakt met een klant. Of
we iets van zijn werk mochten zien? Na
tuurlijk, maar eerst iets drinken. Zelf
bedient hij zijn gasten.
Na het gastvrij onthaal gaat hij ons
voor over een stenen tuinpad naar de
werkplaats, die naast de woning ligt,
tussen rommelschuurtjes en stallen,
waaruit de lucht en de geluiden van
varkens komen.
Het gebouwtje is niet veel groter dan
een autogarage. In een hoek liggen de
wilgenblokken, die Joh. Vreeswijk op
maat heeft gezaagd en gehakt. Meestal
betrekt hfj het hout bij de boeren in
de omgeving. H(j koopt dan hele bomen,
die in schijven worden gezaagd, die iets
dikker zijn dan een klomp lang is. De
ronde schijven worden vervolgens al
naar gelang de dikte van de boomstam,
in vier of zes stukken geslagen met een
In een andere hoek staat een grote
kist met houtschilfers. In het midden
een groot hakblok, in de vorm van een
stevige boomstronk. Het is koud in het
schuurtje. Onwillekeurig denkt men, dat
hier gewerkt moet worden om het warm
te krijgen.
Het is mij altijd gelukt. Soms komen er
timmerlieden in mijn werkplaats, die het
niet willen geloven. Dan zeg ik: meet
maar na. Het klopt altijd op de milli-
Nu de uitwendige klomp is afgewerkt
en de sierlijke lijnen van het model ge
kregen heeft dit kan een Delftse
punt, een Haarlemmermeerder trip of
een Bossche klomp zijn moet hij wor
den uitgehold.
Het is echt nodig dat je het „in je
vingers" hebt bij het hanteren van de
lepelboren, want een paar millimeter te
ver en de klomp heeft een zwakke plek
in de kap. Met haken en kapmesjes
wordt de vorm bijgewerkt, de zool krijgt
zijn'juiste afmetingen en met het hiel
mes legt de klompenmaker de laatste
hand aan het inwendige van zijn pro
dukt. „Een steunzool kunnen ze er gra
tis bij krijgen" zegt liij. „Ik hou er re
kening mee met het kappen. Of ik voor
iedere klompendrager wel de juiste maat
bereik? Van zeker 4000 mensen in de
omgeving weet ik de maat uit mijn i
hoofd. Een klant uit de verre omgeving
hoeft maar een kaartje te schrijven zon
der de maat er bij te schrijven, en hij
zal een paar klompen krijgen die hem
currentenpo8itie ten opzichte van de
klompenfabrieken dank ik vooral aan
het feit, dat ik mensen met moeilijke
maten (52 wordt niet machinaal ge
maakt) en afwijkende voeten klompen
kan bezorgen. M(jn klantenkring blijft
ook vrijwel constant.
Het hout dat de heer Vreeswijk ge
bruikt is niet hetzelfde als het mate
riaal van de fabrieken. Hij houdt het bij
wilgenhout, zij gebruiken populieren
hout. Wilgenhout is beter dan populie
renhout. Het eerste is hard en massief
het laatste poreus en zachter. De levens
duur van een Zoeterwoudse klomp is
vrijwel identiek met die van de schoen
zolen: na acht weken is men aan nieuwe
toe.
„Vroeger werden de klompen nooit
geverfd. Tegenwoordig is dit wel het
geval met het Bossche type. De blanke
klompen werden in de klompentijd -
heb de tijd nog gekend dat de jongens
van de burgemeester op mijn klompen
naar school gingen met schelpzand
geschuurd tot ze blonken. Iemand met
ongeschuurde klompen op zondag stond
direct al slecht aangeschreven", aldus
memoreerde de Zoeterwoudse klompen
maker de tijd van de gesloten gemeen
schap, waarin iedereen alles van elkaar
Vroeger, ja, vroeger was alles anders,
de tijd heeft ook voor mij veel verande
ringen met zich meegebracht, zegt hij.
Terwijl hij aandachtig langs de binnen
kant van een zojuist uitgeholde klomp
strijkt, vervolgt hij: „Zoals veel hande
laren vroeger deden, ging ik zelf de boer
op om de bestellingen op te nemen. Te
gelijkertijd bracht ik dan de klompen
rond. "s Avonds na 7 uur gebeurde dat.
Eerst vlug een boterham eten, dan op
de fiets de streek in, met de klompen
achterop. Toentertijd maakte ik dage
lijks wel zo'n 10 tot 15 paar per dag.
Als ik dan om negen uur thuis kwam
had ik voor de volgende dag weer een
stuk of twintig paar in mijn boekje
„Geef mij maar
een stukje spek"
IJ WRIJFT ZICH eens over het
voorhoofd. „Ik begrijp het soms
niet", zegt hij. „Nu hoef ik in veel ge
vallen het hout niet meer te kopen, ik
breng ze niet meer rond en toch ren
deert het niet meer".
Door de kleine stoffige ruitjes in de
werkplaats kun je net over de dijk heen
kijken in het polderland. Daar werken
de boeren op de klompen van Joh. Vrees
wijk. „Eigenlijk hebben de laarzen ons
de das omgedaan", zegt hij. Ondanks het
feit, dat klompen veel gezonder zijn
worden steeds meer laarzen gedragen.
In het waterland is dit ook wel te be
grijpen. In de drassige grond zak je
gauw weg en je klompen staan zo vol
water. Veel tuinders en ook marktkoop
lui schaffen graag klompen aan, omdat
ze warmer en luchtiger zijn dan laarzen.
Stille Omgang
vanuit Leiden
gehouden in de nacht van 19 op maart
Het genootschap van de „Stille Om
gang" afd. Lelden bericht dat de Stille
Omgang vanuit Leiden dit jaar wordt
gehouden in de nacht van 19 op 20
maart a.s. Zaterdagavond 19 maart zal
er lof zyn in de Hartebrugkerk om half
elf; de bussen vertrekken om 23.15 van
de Mare. Men wordt verzocht de regle
menten en huskaarten af te halen vanaf
zondag 13 maart a.s. tot uiterlijk don
derdag 17 maart op de volgende adres
sen: Romanuszaal Mare, achter de Har-
tebrug), R.K. Meisjesschool, Lusthof
laan 2, parochiezaal Petruskerk, R.K.
school Boshuizerlaan naast St. Antho-
niuskerk, 's morgens van half 10 tot
Uit de Oude
Leydsche Courant
den 27 February 1825.
Heden overleed in den ouder
dom van ruim tachtig jaren, na
voorzien te zijn van de Sacre-
menten der H. Kerk, den Wei-
Eerwaarden Heer Jodocus Fran-
ciscus van Vooren, Roomsch-Ca-
tholijk Priester van de Orde der
Carmeliten en Missionaris in de
Kerk op het Utrechtsche Veer
binnen deze Stad.
M. R. ANDRIESSEN
C. KLAVERWIJDEN
Executeuren.
huis Dior en wij waren dan ook ver
rast over de elegante modellen, die
soms geraffineerd van lijn, de grote
verscheidenheid en vele mogelijkheden
van de Boussacstoffen toonden.
Ieder genre, elke kleur, vele stijlen
en kleurcombinaties, met grote en
kleine dessins waren er te zien in
deze Boussac-collectie, die was ont
worpen voor de elegante, maar prak
tische vrouw, die met deze stoffen
alle kanten uitkan.
Oosters georiënteerd
Deze show van Boussac was sterk
Oosters georiënteerd. Dat kwam tot
uiting in de vaak felle kleuren, maar
nog meer in de modellen, die wer
den geshowd en die zo bijzonder
waren, zo echt „mode" in optima
forma, dat men zich maar node kon
neerleggen bij de wetenschap dat
de fa. Gronheid wel de stoffen,
maar niet de modellen verkoopt.
De show begon met strand- en
sportkleding, die voor een groot deel
bestond uit elegante ensembles, dui
delijk onderworpen aan Chinese in
vloeden. De strandpakjes hadden zeer
In de tijd dat het gebouw van De Leidse Courant werd gesticht, bestond
de rechtsregel: Kiezen of Delen. Bij een boedelscheiding of andere verde
ling, mocht de oudste van de twee rechthebbenden de boedel in gelijke
delen verdelen. De jongste mocht dan kiezen. Daarmede stond een eerlijke
verdeling reeds by voorbaat vast. In deze tijd zal men ook eerlijk verdelen
en vanzelf het beste kiezen.
Uit de regionale dagbladen kiest men dan ook DE LEIDSE COURANT
omdat deze
van Leiden en verre omstreken is.
Maakt familie, vrienden en kennissen hierop attent en breng een nieuwe
abonnee aan. Voor iedere nieuwe abonnee, die U aanbrengt, ontvangt U ons
JUBILEUM SCHRIJFBLOK
met afbeelding van ons gebouw uit de Gouden Eeuw
en het unieke Leidse Courant-speldje.
Zend onderstaande bon in:
Ondergetekende:
datum:
geeft als abonnee van De Leidse Courant op:
plaats:
Betaling zal geschieden per: week
maand
kwartaal
x Doorhalen wat niet wordt verlangd.
Deze advertentie na invulling opzenden aan: BUREAU DE LEIDSE
COURANT, afd. Abonnementen, Papengracht 32, Leiden.
laag uitgesneden ruggen, een schuin
weggesneden schouderlijn met een
sluiting om de hals en klokkende rok
ken tot op het dijbeen, waaronder
vaak een wat bloter strandpak zat
met een Bermuda-broek.
Ook werden er lange rechte runie-
ken op een pantalon getoond, hetzij
van dezelfde stof. hetzij van een uni-
kwaliteit, maar in de hoofdkleuren
van het dessin.
Combinatie van
twee stoffen
Er was op deze show niet alleen een
grote verscheidenheid van stoffen en
dessins, maar ook in de soorten stoffen.
Opmerkelijk was de combinatie van
twee verschillende soorten stoffen,
met hetzelfde dessin, een handigheidje,
dat wij nog niet eerder hebben gezien
en die voorkwam in de combinatie
piqué-voile, bouclé-linnen weefsel of
grof linnen met voile. Deze laatste
stof is samengesteld met 20 pet katoen
en 80 pet synthetisch, hetgeen hem
bijzonder plooihoudend en kreukher-
stellend maakt.
Opvallend in deze show was, dat de
rokken niet alleen erg kort. maar ook
erg ruim waren, vaak aangerimpeld,
met ongeperste zomen, zodat de rok
een ballonachtig effect kreeg. Heel
vaak werden er klokkende modellen
getoond, rokken die al bij de buste
wijder werden.
Felle kleuren, sombere, meer ge
klede kleuren en mooie pasteltinten,
waarin Boussacs palet schier onuit
puttelijk lijkt te zijn, werden aan het
verrukte publiek getoond.
De variatie in de geshowde model
len en stoffen was zo groot, dat het
een onmogelijke zaak is te trachten er
een indruk van te geven. Voor de
zomermode, van strandpak tot avond
jurk heeft Boussac stoffen ontworpen,
die uniek zijn in kleur en compositie.
Terecht heeft hij zijn ontwerpen dan
ook componistennamen gegeven. Stof
fen vanaf 5.95 tot bijna 14.- wer
den op deze voor Leiden zeer bijzon
dere show getoond.
H';
Klopt op de
millimeter
JOH. VREESWIJK neemt een vorm
loze tronk van de stapel en met tref
zekere slagen brengt hij de vage klom-
penvorm in het hout. In al de jaren van
de loopbaan (nu 58 jaar) heeft hij nooit
in zijn duim gehakt. Bij de toeschouwer
wekt het tegelijk angst en bewondering.
Er is vakmanschap voor nodig om geen
centimeter te ver te slaan. Het staal
van het korte bijltje dringt keer op keer
met vinnige houwen in het harde hout.
De brokstukken vliegen je om de oren.
Na het eerste vormgeven van het mas
sieve blok hout komt het fijnere werk.
De klomp wordt onder het blokmes ge
zet, dat iets weg heeft van een mes. dat
kaashandelaren gebruiken om een ron
de kaas in stukken te snijden. Aan één
kant is het blokmes vastgehaakt in een
oog. zodat het maar aan één uiteinde
vastgehouden behoeft te worden. Met
de vrije hand houdt de klompenmaker
de klomp in de gewenste stand. Het
vlijmscherpe mes drukt in het hout, dat
in een ongelooflijk snel tempo 'n klomp
geworden is, zij het dan, dat hij nog moet
worden uitgehold.
Met een glimlach zet Joh. Vreeswijk
het resultaat voor ons neer. „De kwestie
is pu" zegt hij, „het tweede exemplaar
precies dezelfde afmetingen te geven
van binnen en van buiten als het eerste.
„VAN 4000 MENSEN HEB IK
DE MAAT IN MIJN HOOFD"
als gegoten zitten. Dat leer je op den
duur vanzelf. Toch gebruik ik ook wel
de maatlat. Een houten lat, die ik zelf
gemaakt heb. Meestal echter is het een
kwestie van er kijk op hebben. Routine
en ervaring doe je ongemerkt op, je
leeft in je vak alsof je er mee ver
groeid bent".
Op de fiets
de boer op
TOEN JOH. VREESWIJK kort gele
den zo langs zijn neus weg de op
merking maakte dat hij er mee zou gaan
ophouden, lokte dat bij velen teleurstel
stelling uit. Sommigen schreven hem,
of hij, voordat hij er mee zou stoppen,
nog enkele tientallen paren voor hen
wilde kappen.
't Handklompenmakersvak maakt op
het ogenblik een moeilijke tijd door. De
mechanisatie van de bedrijven heeft een
grote rol gespeeld in de vermindering
van het aantal handwerkers. „Zelf vond
ik 't indertijd te gewaagd om machinaal
te gaan werken. Ik heb het in de om
geving kunnen zien hoeveel collega's die
omgeschakeld hadden, in de schulden
raakten en op de fles gingen. Mjjn con-
De klompen kosten
7.per paar. Drie van zijn zoons zijn
in het vak opgegroeid, maar voelen er
niets voor om het bedrijfje van hun va
der voort te zetten. Ik blijf het nog doen,
maar min of meer als tijdverdrijf. Ik
heb nu eenmaal plezier in mijn vak. En
het aardige is, dat je bijna de enige bent,
die het nog doet. Er zijn veel schilders,
bakkers en tuinders, maar klompema
kers zijn in Nederland op één hand te
tellen.
Er komen vaak toeristen in mijn werk
plaats. In een nauwkeurig bijgehouden
register staan de handtekeningen van
bezoekers. In de indrukwekkende lijst,
die sinds 1960 is gegroeid, staan Turken,
Portugezen, Canadezen, Zwitsers en No
ren. Een onderwijzer uit Ethiopië oogst
te in zijn land bewondering met 'n paar
klompen van de heer Vreeswijk. Bijzon
dere vriendschapsbanden onderhoudt hij
nog steeds met de president van de Na
tionale Bank van Texas. Regelmatig
stuurt deze hem interessante zaken uit
prairieland. Soms komen er hele klassen
van scholen, die allen klompen mee naar
hus willen nemen. Als ze van te voren
maar even bericht sturen is dat niet eens
moeilijk.
Tijdens de oorlog, toen nergens meer
DAGTAAK WEL
GENOEG
Een paar reacties op de koopavond
in Leiden hebben onze krant al be
reikt. De presidente van de R.K. Vrou
wenbeweging, mevr. C. Uphoff-Visser,
ging op een bijeenkomst van haar ver
eniging na, hoeveel leden voor een
koopavond, en hoeveel er tegen wa
ren. „Van de 200 personen, die ik kon
bereiken, waren er 125 voor en 75
tegen" schrijft zij ons en deelt mee,
dat de ondervraagden zowel dames
als heren waren, die allen boven de
zeventien jaar waren.
„De tegenstanders vonden de dag
taak genoeg en zeiden dat men over
dag maar moest kopen. De voorstan
ders van de koopavond hadden als
argument, dat men dan gezellig samen
kon winkelen, en dat men op de za
terdag niet goed geholpen kon wor
den. i.v.m. de drukte. Anderen hadden
geen bezwaar tegen een koopavond als
zij maar een compensatie kregen voor
de uren, die zij meer zouden moeten
ongeveer Werken", aldus schrijft mevr. Uphoff-
'S AVONDS NAAR DE
KAPPER
Een hele uitvoerige brief stuurde
mevr. Heetwinkel ons. Zij ziet, on
danks het feit dat zij een moeder is
van vier kinderen en geen hulp heeft,
geen enkel voordeel van een koop
avond. „Je kunt 's avonds moeilijk
kleur bepalen" schrijft ze. „Verkoop
sters horen met Sinterklaas vaak: ik
kom morgen bij daglicht nog wel even
kijken." Voorts vreest mevr. Heetwin
kel vandalisme van de jongelui, die
zonder cent op zak het „duurste goed
gaan aanpassen".
Bovendien vindt ze, dat een moeder
met plichtsgevoel de kinderen niet
alleen kan laten, om met haar man de
stad in te gaan, dus moet men, of een
dure oppas nemen, of alleen de stad
ingaan. Mevr. Heetwinkel is er dus
op tegen, ook al omdat zij het bezwaar
lijk vindt voor het personeel, en denkt,
dat de winkelier niet meer verdient,
want er „heeft gewoon een verschui
ving van de koopuren plaats". Het zijn
alleen de verwenden, die voor zoiets
zijn en het „enig" vinden, is de me
ning van mevr. Heetwinkel, die echter
wel schrijft: „Maar wat zouden de
kapsters zeggen, als zij eens 'n avond
open bleven om het winkelpersoneel
en de huisvrouwen de gelegenheid te
geven 'savonds naar de kapper te
gaan?
Dit lijkt mevr. Heetwinkel 'n nood
zakelijker voorziening, omdat het win
kelpersoneel niet meer op maandag
morgen naar de kapper kan en de
huisvrouwen overdag moeilijk weg
kunnen i.v.m. hun kinderen. „Zater
dags kan een vrouw haar man niet
met de kindeïen en de huishoudelijke
beslommeringen laten zitten", meent
deze briefschrijfster, die het winkel
personeel alleen maar de raad kan
geven zich te organiseren.
WEL KOOPAVOND,
MAAR ZATERDAGS
MIDDAGS DICHT
De presidente van het Katholiek
Vrouwengilde, mevr. H. J. Lindenhof-
Hop schrijft, dat zij 50 van haar leden
naar hun mening over een koopavond
in Leiden heeft gevraagd; hiervan
had behoefte aan een koopavond, het
merendeel vond vooral de vrijdag
avond het geschikst", schrijft mevr.
Lindenhof.
Als voordelen kwamen uit de bus,
dat men op een koopavond rustig kan
winkelen, terwijl de man op de kin
deren past. De nadelen waren voor
enkele „middenstanddames" zodanig,
dat zij geen koopavond wilden hebben,
vooral met oog op het personeel. „Er
gingen stemmen op in die kringen",
deelt mevr. Lindenhof mee, „dat men
wel voor een koopavond was, als de
winkels dan op zaterdagmiddag zou
den sluit. Het grootste deel van de
dames was tevreden met de huidige
situatie."
MEER VRIJHEID
„We gaan er weer eens zo gezellig
voor zitten om te keuvelen over een
koop-avond, om de goe-gemeente te
laten zien, waarin 'n klein land groot
kan zijn. Wat hebben we 't toch goed,
dat we kunnen klessebessen over zulke
wereldomvattende kwesties bij 'n ge
meubileerd kopje leut en onze tee-vee.
Kunnen die Leidse (en ook andere)
winkeliers 't nu maar niet opbrengen
om dit ieder voor zichzelf uit te ma
ken. Wie open wil blijven, blijve open,
wie wil sluiten, sluite.
Zo doen ze dat in zovele landen,
't Zal mij 'n zorg zijn of m'n buur
man open is, als ik dicht wil gaan of
omgekeerd. Nu kunnen de vaste klan
ten ook wel in de gesloten tijd terecht,
maar dan moet je het wachtwoord
kennen of de weg achterom of nog
andere geheime tekens. We moeten
ons bevrijden van dat enge, dat be
nauwende, dat beloeren en beloenzen,
dat ge-bemoeial met anderen, dat ge
controleerd en gereglementeer, dat ge-
pieter-peuter en dat plaatsen van hek-
kies en hokkies. Komaan, wat meer
vrijheid, wat meer blijheid. Gun 'n
ander z'n vrijheid, wil die open zijn,
laat hem begaan, wil die sluiten, dat
is dan zijn zaak. Ik ben U dankbaar
als dit vrijheidsgeluid door U wordt
geplaatst", schrijft de heer A. v. Veen
NIET DUIDELIJK
De K.B.P.H., de Katholieke Bond
van personeel in de handel, afd. Lei
den, schrijft: Met belangstelling heb
ben wij kennis genomen van uw ar
tikel, genaamd: „Straks toch 'n koop
avond in Leiden". Het is ons niet dui
delijk waar juist op zeer opvallende
wijze, meent iets los te moeten slaan,
wat in „1952" al eens door b. en w.
en gemeenteraad verworpen is gewor
den. In 1952 had het overgrote deel
van de bevolking GEEN VRIJE ZA
TERDAG; NU WEL. En bestaat, on
danks de vrije zaterdag, er nu wel
behoefte aan een koopavond? Ons is
het niet duidelijk waarom men nu
opeens een koopavond wil, terwijl toch
man en vrouw zaterdags kunnen ko
pen. Of de vrouw kan kopen, terwijl
de man op de kinderen past.
Ruim twintig jaar na de tweede we
reldoorlog krijgt men ineens behoefte
aan meerdere koopgelegenheid, on
danks de vrije zaterdag en de grote
drang die er allerwege bestaat om de
werktijden te bekorten. Natuurlijk
vinden de huisvrouwen het leuk dat
hun echtgenoten de vrije zaterdag heb
ben, een vrije zaterdag die èn winke
lier èn het winkelpersoneel moeten
missen. Blijkbaar willen deze huis
vrouwen de gezelligheid nog verho
gen en verlengen door bovendien, ten
koste van winkelier en personeel, ook
nog vrijdagavond tot 9 uur te winke
len. Het woord „gezelligheid" werd
ook in uw artikel meerdere malen ge
noemd, maar moet deze gezelligheid
ten koste gaan van een deel van onze
medeburgers en -burgeressen, die de
zo zeer begeerde vrije zaterdag moe
ten missen?
In Sint-Nikolaas- en Kerstmistijd
hebben wij reeds kunnen ervaren, dat
tussen 6 tot 7 uur, half acht 's avonds
er in de winkels weinig te doen valt.
Gelooft men dan nog, dat uit de om
liggende dorpen de mensen op 'n hol
letje met auto, autobus, bromfiets etc.
even vlug naar de stad zullen komen
om even VLUG (maar DAT is toch
de bedoeling niet) inkopen te doen op
vrijdagavond (koopavond)? Overigens,
in de omliggende dorpen en ook in
onze Leidse buitenwijken, zijn er
pracht van winkels en winkelcentra,
zodat men zeker niet in overgrote
meerderheid naar de „binnen"stad zal
komen hollen op vrijdagavond, om
haastig nog enige boodschappen te
doen. Dat doet inen wel op de vrije
zaterdag. Is de koopavond op vrijdag
van belang voor de werkende vrouw?
Ook dit betwijfelen wij. Ook de mees
te werkende vrouwen hebben de vrije
zaterdag, behalve natuurlijk zij die in
het winkelbedrijf werkzaam zijn.
Heeft men wel eens gedacht aan de
mensen die in het winkelbedrijf werk
zaam zijn, wanneer die hun inkopen
moeten doen? Noch op de vrijdag
avond, noch op de zaterdag, maar
wanneer dan?, als er momenteel door
diverse branches wordt aangestuurd
om op maandag de gehele dag te slui
ten. Zal dan het hele leger van con
sumenten zijn inkopen gaan doen in
Den Haag en zal dan de maandag in
Leiden een dode dag zijn?
Bovendien zijn wij bang. dat de am
bitie om in het winkelbedrijf te gaan
werken, bij het instellen van 'n koop
avond, nóg minder zal gaan worden.
De bonden, die de belangen van hun
leden in het winkelbedrijf behartigen,
verzetten zich en zullen zich blijven
verzetten tegen het instellen van een
koopavond, die zij onnodig en onjuist
vinden, en wij veronderstellen dat ook
de vele niet-georganiseerden ook geen
hoera zullen roepen bij het instellen
van een koopavond. K.