ONSCHULD
VAN
VAN DER LUBBE
VALT
MOEILIJK TE
BEWIJZEN
GUERILLA
DREIGING
n\ i
P i
Getuigen van Rijksdagbrand
zijn gestorven
Spoor
loopt dood
in bloed
IN ZUID-AMERIKA
1W ZATERDAG 12 ^P-UARI 1966DE leidse COUEANT PAGINA 9
(Van een onzer redacteuren)
Namens de 62-jarige Amsterdammer J. M. van
der Lubbe, employé van de luchthaven Schiphol,
Is door de Berlijnse advocaat Arthur Brandt een
verzoek ingediend tot revisie van het vonnis, dat
In 1933 tegen zijn broer, Marinus van der Lubbe,
Is gewezen. Dat vonnis werd uitgesproken door
een Duits gerechtshof in Leipzig. Het luidde:
„Marinus van der Lubbe wordt veroordeeld tot
de dood wegens hoogverraad. Het Hof achtte
wettig en overtuigend bewezen dat de beklaagde
op de avond van 27 februari 1933 te Berlijn het
gebouw van de Rijksdag door brandstichting
heeft vernield, welke daad het signaal moest
vormen voor een communistische opstand in het
gehele Rijk. Het Hof neemt kennis van de her
haalde verklaringen van beklaagde, dat hij zijn
daad geheel alleen, zonder medewerking van
derden, heeft uitgevoerd".... Was Van der
Lubbe schuldig aan de Rijksdagbrand? Deze
vraag zal nu, nadat een poging tot revisie van
het vonnis in 1955 is vastgelopen, opnieuw
worden gesteld.
0
Bij recapitulatie van de gebeurtenissen voor, tfldens en na de Rijksdagbrand, die
Hitler de kans gaven om zyn machtigingswetten (die de democratie voor de duur
van het hele Derde Rijk om hals brachten) erdoor te drukken, blijkt hoe noodlottig
het is dat de doden zwijgen. Een historisch drama blijft daardoor waarschijnlijk
onopgehelderd. Ook in een revisieproces zal waarschijnlijk niet bewezen kunnen
worden dat Van der Lubbe onschuldig Is. De processtukken van december 1933 zijn
verloren gegaan. De getuigen zijn gestorven. Het spoor loopt dood in bloed. Van der
Lubbes schuld Is In weerwil van zijn bekentenissen niet afdoende aangetoond, toen
in december 1933. De tragiek is dat ook zijn onschuld waarschijnlijk onvoldoende
bewezen kan worden. Wie was Van der Lubbe? Toen hij de meestbesproken ver
dachte van de eeuw was, telt hij 24 jaar. Zijn ouders waren rondtrekkende kooplieden.
In 1927 sluit hij zich aan bij de communistische party Nederland, verkoopt propa-
gandablaadjes, ls betrokken by relletjes In Lelden, gooit de ruiten van een bureau
voor Maatschappeiyk Hulpbetoon (werklozenzorg) kapot en gaat de Leldse wethouder
van Sociale Zaken te ïyf.
Begin 1931 maakt hij, Bamen met de
oommunist Holwerda, plannen voor 'n
reis naar Rusland. Holwerda trekt zich
echter terug. Van der Lubbe reist alleen
tt, enwoorzlet jp «zijn., .onderhoud ..door
dt verkoop van ansichtkaarten. In Ber
lijn pakt de politie hem op wegens land
loperij, en stuurt hem terug naar Lei
den waar hy zich aansluit bij de Inter
nationale Communistische Partij. Hij
treedt vaak in debat met de fascist
I Baars. Degenen die hem kenden noe-
I men hem debiel of op zijn minst: psy-
7f'j chisch labieL
Half blind
ten- in 1932 ls hij metselaar. Zijn belang
stelling voor het communisme ver
flauwt, zegt men. Drie weken voor de
Rijksdagbrand haalt zijn broer hem af
uit het Academisch Ziekenhuis te Lel
den, waar Marinus een oogoperatie had
ondergaan. Hij ls half blind. Als metse-
laar had hy ongebluste kalk ln zijn ogen
gekregen.
Na zijn ontslag uit het ziekenhuis gaat
Marinus vry vaak op reis. Nie
mand, ook zyn broer niet, weet dat hy
ln Duitsland zit. Op 28 februari mel
den de kranten, dat Marinus van der
Lubbe ls gearresteerd wegens zijn aan
deel ln een oommnnlstlsckh omplot, dat
als doel had, de Rijksdag ln brand te
steken als sedn voor de communistische
revolutie ln Duitsland. Kort voor zyn
vertrek naar Dnltsland had Van der
Lubbe tegen zyn stiefzuster gezegd:
Binnenkort zul Je lets byzonders van
me horen I
Op 1 februari noteert Goebbels, het
propagandagenle van Hitler, in zijn
dagboek: „In een conferentie met de
Filhrer treffen we maatregelen om de
rode terreur te bestrijden. Voorlopig
zullen we van direct optreden afzien.
Eerst moet de communistische po
ging tot revolutie ontbranden. Op het
gegeven moment zullen wij toeslaan."
Op 24 februari doet de politie een inval
ln het hoofdkwartier vat- de commu
nistische party ln Beriyn, het Karl Lieb-
knechthaus. Er zijn documenten ge
vonden, zegt het nazlpropaganda-appa-
raat, die wijzen op plannen voor een re
volutie. De documenten worden ech
ter nooit openbaar gemaakt. Op 27
februari 's avonds om 9.15 uur, wordt
de Berlijnse brandweer gealarmeerd
voor „een brand van de derde cate
gorie aan de Platz der Republik". De
brandweer, toentertijd de best uitge-
ruste van Europa, rukt met betrekke
lijk klein materieel uit, en treft een
laaiend Rijksdaggebouw aan. Rondom
wemelt het van leden der nazistische
Sturmabteilung, de strijdorganisatie der
naziparty. De brandweercommandant
Gempp, beklaagt zich: a. Over het feit
dat de brandweer pas gealarmeerd
werd toen het gebouw al in lichterlaaie
V.' u
v
'f
1
E
Dimitroff, na de oorlog eerste
minister van Bulgarijebeschuldigde
tijdens het proces de nazi's ervan
zelf de brand te hebben gesticht.
stond, b. het feit dat zyn brandweerlie
den niet als eersten in het gebouw kwa
men maar dat daar reeds twintig SA-
mannen in uniform rondliepen, die de
brandweer hinderden. Hy spreekt in
een rapport zyn verbazing uit over het
feit dat a. de brand op twintig plaat
sen tegeUjk moet zyn aangestoken, het
geen onmogeiyk door één man kan zyn
gedaan, b. dat er een vrachtwagenla
ding brandbaar materiaal, waaron
der het zelfontbrandende fosfor, ln de
Rijksdag was verspreid.
Onbewaakt
Journalisten valt het op. dat de be
waking van het Ryksdaggebouw gedu
rende drie dagen (notabene na de ont
dekking van de zogenaamde documen
ten die op een communistische samen
zwering wyzen!) is opgeheven. Het
wordt verder bekend, dat de verant
woordelijke leiders van het Rijk, die
avond tegen hun programma in geen
propagandaredevoeringen houden, maar
gezellig by elkaar bij Goebbels zitten.
De S.A.-troepen waren die bewuste
avond ln hun kazernes geconsigneerd.
Voorbygangers vertelden (aldus een rap
port van brandweercommandant
Gempp) dat zij meerdere personen in
het gebouw hadden gezien, voor de
brand uitbrak. Een onderzoek wees uit,
dat het gebouw om half zes verlaten
was door alle afgevaardigden. Alleen de
jas van de communistische fractielei
der, Törgler, hing nog in de garderobe.
Terwyi de vlammen nog loeiden
werden de buitenlandse journalisten
meegetroond naar het hoofdbureau van
politie waar commissaris graaf fielldorf
hun fotokopieën overhandigde van de
qm r*n.*...Yan 4er Lubbe. Die fotoko
pieën lagen al klaar. De eigenaar van
de pas was, zoals ln de communiqués
stond, aangetroffen in het Ryksdagge
bouw. Hy liep daar rond met ontbloot
bovenlijf, zat vol brandwonden, en
zwaaide met zogenaamde vuurmakers.
Nog voor het proces tegen Van der
Lubbe begon gingen er geruchten dat
als Van der Lubbe dan wérkeiyk in
de brandende Ryksdag was aangetrof
fen hy erin geholpen moest zijn door
de nazi's die er alle belang by hadden
een koevoet te vinden om hun machti
gingswetten erdoor te drukken. Deze
geruchten hadden alle schijn van waar
heid. Het Ryksdaggebouw was door een
ondergrondse gang verbonden met de
ambtswoning van rijksminister Goering.
Na de oorlog heeft men op grond van 'n
verklaring van voormalig hoofd van de
Duitse persdienst, dr. Richard Wolff
aangenomen dat een groep brandstich
ters behorende tot de SA, onder leiding
van de Beriynse SA-leider Karl Ernst
via Goeringa ambtswoning de Ryksdag
is binnengedrongen. De toenmalige Ges-
tapochef Dlels heeft verklaard, dat hy
vóór de brand al een lijst had opgesteld
van mensen die nó, de brand gearres
teerd moesten worden. Het waren er
honderden. Alles wees erop, dat de
Rijksdagbrand In scene was gezet. Hoe
en op welke wijze Van der Lubbe erbij
werd betrokken weet echter niemand.
De volgende mogelijkheden zijn geop
perd: a. Van der Lubbe is half ver
doofd door de SA in het Rijksdagge
bouw gebracht toen de brand al woedde;
b. Van der Lubbe méénde de brand ver
oorzaakt te hebben en beschouwde de
komplotterende nazi's als geestvewan
ten, c. Van der Lubbe heeft de hele toe
leg doorzien, heeft zijn rol meegespeeld
doch is later, tijdens zijn proces object
van hersenspoeling geweest, d. Van
der Lubbe geloofde dat de nazi's hem
na het proces zouden vrijlaten, mits hij
bleef zwijgen. De tweede theorie krijgt
Opname tijdens het proces. Staande de verdachte: Marinus van der Lubbe.
de laatste tijd meer voedsel. Er schij-1 communisten voordeden en de labiele
nen vóór de Rijksdagbrand, in Noord- Van der Lubbe voor het plan van de
wykerhout besprekingen te zijn gevoerd Rijksdagbrand polsten,
tussen Van der Lubbe en enkele onbe- De kans dat van der Lubbe in een
kenden, mogeiyk nazi's, die zich als complot zat is niet uitgesloten. Het staat
dan alleen wél vast, dat hy niet begre
pen heeft dat zijn rol die van een mario
net was, en dat de brand een heel an
der doel diende dan hij geloofde. Het
proces tegen hem, dat drie maanden
duurde, verliep heel vreemd. Van der
Lubbe zat er volkomen wezenloos bij.
Meer dan „ja" en „nee" heeft men
hem nauwelijks horen antwoorden. Om
dat ook de rechter in het volle licht
van de publiciteit, niet kon geloven dat
Van der Lubbe alleen de brand had ge
sticht, waren er nog vier andere ver
dachten aangevoerd. De nazi's hoopten
op die manier te kunnen aantonen, dat
er 'n internationaal komplot was opge
rold. Behalve Törgler stonden drie
Bulgaren, van wie de communistenlei
der Dimitroff de belangrijkste was, te
recht. Dit viertal had echter een water
dicht alibi en verliet met opgeheven
hoofd de zaal. De getuigen die door de
nazi's waren aangevoerd, spraken el
kaar tegen. Waren zij slecht geïnstru
eerd? De enige die overbleef als zonde
bok was Marinus van der Lubbe. Hij
had rechtsbystand van een Nederland
se verdediger (mr. Pauwels, later mr.
Stomps uit Aerdenhout) geweigerd.
Telkens herhaalde hij: Ik heb het
gedaan. Ik deed het alléén! Het proces
begon een farce te worden. Van der Lub
be kón het niet alleen gedaan hebben.
Zijn medeverdachten riepen het Hof
zelfs toe: „Hij wil niet toegeven dat hij
een werktuig is!" Eén der verdedigers
van Törgler: „Dimitroff meent dat Van
der Lubbe een misbruikt werktuig is ge
weest van anderen!"
Dimitroff: „Juist! Ik acht het ndjn
plicht de procureur-generaal daarop te
wyzen!" Dimitroff riep op een gegeven
ogenblik wyzend op Goering die als toe
schouwer in de zaal zat: „Dit zyn din
gen die u liever niet hoort, nietwaar me
neer de minister-president?" Goering
verbleekte en Dimitroff werd in de kort
ste keren van de lijst der verdachten af
gevoerd. Van der Lubbe blijft als een
zielig wrak toekijken, 'n Arts komt ver
klaren dat Van der Lubbe, als hy in
zijn cel zit levendig met hem praat. De
Nederlandse journalist Luger, die het
bezoek van de arts heeft bijgewoond,
zegt: „Het gesprek tussen Van der Lub
be en de arts was erg eenzijdig. De dok
ter praatte en Van der Lubbe zei „ja"
of „nee".
Het „schuldig" wordt over Van der
Lubbe uitgesproken. Een gratieverzoek,
ingediend door de Nederlandse regering,
wordt afgewezen. Op 9 januari 1934 volgt
de terechtstelling. Van der Lubbe sterft
„gewillig", aldus het verslag, onder de
valbijl. De wet volgens welke de dood
straf op hem van toepassing Is, werd met
terugwerkende kracht pas na zijn arres
tatie afgekondigd.
Het proces heeft een lang naspel. De
brandweercommandant van Berlijn krijgt
eerst een onderscheiding wegens zijn kor
daat optreden bij de brand. Als hij daar
na wéér met een rapport over de avond
van de 27ste februari komt, wordt hij
beschuldigd van marxistische ambities en
gewurgd in een Gestapogevangenis. Graaf
Helldorf, de politiecommissaris, wordt in
de beruchte „nacht der lange messen" (ln
1934) vermoord, evenals Karl Ernst, die
de brandstichters vermoedelijk het Ryks
daggebouw heeft binnengeleid.
Eén getuige
Geheimrat Galle. directeur van het
Rijksdagbureau, die ervoor had gezorgd
dat de Rijksdag op de dag van de brand
verlaten en onbewaakt was. sterft onder
raadselachtige omstandigheden. En zo
gaan er nog vele anderen. Slechts één
mogelijke kroongetuige ls wellicht nog ln
leven. Dit is een zekere Helnl Gewehr,
een vroegere SA-man. van Avie werd aan
genomen dat hij aan het Oostfront ge
sneuveld was, maar die in 1945 levend in
Amerikaanse gevangenschap ls geraakt.
Tijdens het Neurenbergse proces wilde de
verdediger van Goering deze Gewehr la
ten dagvaarden omdat hij zou kunnen
vertellen of Goering al dan niet verant
woordelijk was voor de Rijksdagbrand.
Goering schrok hevig en wist de verde
diger te bewegen, deze getuige maar te
laten waar hij was... Had de ex-rijks
maarschalk er geen behoefte aan, een
mede-samenzweerder uit 1933 terug te
zien? Zo blijft het raadsel Van der Lubbe
bestaan. De geschiedschrijving heeft geen
juridisch bewijs voor de schuld der nazi's
aan de Rijksdagbrand meer nodig. Alleen
het Duitse blad „Der Spiegel" heeft ln
1959 geprobeerd de nazi's vrij te pleiten -
een poging die mislukte.
De familie van Marinus. Van der. Lubbe
ls dit echter uiteraard- niet voldoende. Zil
wil de rehabilitatie Van' 3e jongeSan, dié
enkele dagen voor zijn 25ste verjaardag
onder dé valbijl stierf. Bij de ouverture
van de poging tot revisie van het vonnis
(1955) hebben Nederlandse Juristen ver
klaard. dat een postume rehabilitatie
praktisch onmogelijk ls. Wel kan de ge
strengheid van het vonnis in strijd met
het toen geldende recht worden verklaard.
Volgens dat recht zou Van der Lubbe
niet meer dan 15 jaar tuchthuisstraf
hebben mogen krijgen. Hij kreeg zijn
doodstraf immers „met terugwerkende
kracht?" De moeilijkheid van een derge
lijke procedure is echter, dat na de oorlog
de zogenaamde „Lex-Lubbe" veelvoudig
is gehanteerd bij de berechting van oor
logsmisdadigers.
De familie van Marinus van der
Lubbe blijft desondanks op een nieuw
proces aandringen. Het ls zeker dat een
dergelijk proces lange voorbereiding zal
vragen, omdat het een reconstructie zal
vragen van één der meest mysterieuze
bijna volmaakte misdaden in de geschie
denis - een drama dat in zijn volle om
vang alleen bekend was aan degenen die
nu dood zijn. En de doden zwijgen.
Van c
medewerker dr. K. J. Hahn)
CURASAO Tussenlanding in Curasao.
Negen uur 's avonds. Het ls warm, zeer
warm, tegen de vyfentwlntig graden. Dit
ls, vier uur na het vertrek uit het met
sneeuw bedekte, in de kou rillende New-
York, nogal een plotselinge onvergang. De
kleurige zomerjurken, de zwarte krullen
van de zwarte kinderen, die met zulk een
gezellig accent Nederlands spreken, de
dromerige transltpassagiers, die tevergeefs
met een whisky tegen de hitte vechten, de
vierhoekige stuivers van de Nederlandse
Antillen, een groet uit het verleden die je
bijna ontroert - je bent in een ander kli
maat, ln een ander continent.
In Venezuela wordt Je dit ook om an
dere redenen duidelijk: hier. waar men de
laatste jaren zo vaak de directe actie van
de communistische guerillastrijders mid
den in de hoofdstad Caracas heeft moeten
bestrijden, spreekt nog iedereen over de
jongste bijeenkomst van de landen van de
„Derde Wereld" die deze keer in Havana
plaats had en waaraan vertegenwoordigers
van de drie continenten hebben deelge
nomen. Cuba ligt dioht bij Venezuela, de
guerillastrijders van Venezuela worden
rechtstreeks dooi Fidel Castro gesteund
en geleid. Het ls dus geen wonder dat zich
de politieke klingen in Venezuela ernstig
bezorgd maken over de uitwerking, die de
conclusie van de conferentie op de activi
teit van de revolutionaire beweging in La-
tijns-Amerika zal hebben.
Het ls nu eenmaal een feit dat ln de
laatste maanden in een aantal landen van
Midden-Amerika de overvallen, de ontvoe
ringen. de moord op onsohuldlge boeren en
dorpsbewoners, kortom de revolutionaire
bendenoorlog sterk ls toegenomen. Of dit
iets te maken heeft met het nog steeds
onverklaarbare verdwijnen van Fidel Cas
tro's nauwe medewerker, Ché Guevara,
vormt nog steeds onderwerp van velerlei
discussies ook hier in de Caraïblsche zone
Guevara was een vakman op het gebied
van de guerilla-oorlog, en hij wilde niets
liever dan zijn ministerszetel rullen tegen
een commandopost in de Andes, vanwaar
hij de „revolutie" in geheel het Latijns-
Amerikaanse continent kon leiden.
Er Is nu niets meer van Guevara ver
nomen na de theatrale brief waarmee
Fidel Castro diens verdwijnen afdeed als
een zich vrijwillig terugtrekken. Er is
een hardnekkig gerucht, afkomstig van
gevluchte Cubanen, dat Guevara dood
zou zijn en ergens in Cuba op een onbe-
bekende plaats begraven. Het kan alles
echter mystificatie zijn. De activiteit van
de revolutionaire organisaties neemt in
elk geval op onrustbarende wijze in ver
schillende landen toe zodat tenminste het
vermoeden rijst dat er een algemeen
plan bestaat. In Columbia strijdt het
leger met alle macht en alle middelen
tegen deze benden die daar al sinds vele
jaren bestonden. Het waren oorspronke
lijk gewone misdadigers, die geen enkel
politiek doel vervolgden. Nu blijkt dat
Fidel Castro zijn agenten ook in deze
groepen heeft laten penetreren. Ver
moedelijk werd deze toegang vergemak
kelijkt door grootmoedige wapenleveran
ties en geld. Deze politisering van de
traditionele benden van zuiver criminele
aard is een verschijnsel dat de guerilla-
oorlog natuurlijk bijzonder snel tot een
gevaarlijke onderneming kan maken.
Noodwijken
Ook in een ander land ls dit nu dui
delijk te merken. Niet alleen In Bogota
vertelden ons politieke leiders van deze
duidelijke verscherping van de toestand.
In Lima hoorden wij hetzelfde verbaal.
Hier, in Peru, waar wij met een op zich
zelf rustige en evenwichtige bevolking te
maken hebben, hebben de extremistische
revolutionaire leiders op de arme be
volking moer en meer vat kunnen krijgen.
Het ls geen wonder: nog steeds leven
honderdduizenden havelozen in de kilo-
metei's lange „barridas", de noodwijken,
aan de periferie van Lima, ln lage hutten
uit stro of cementblokken, zonder licht,
zonder gas, zonder water, gewoon op het
zand of op de vuilnisbelt. Juist tijdens
ons verblijf in Lima woedde weer eens in
een van deze wijken een besmettelijke
ziekte waarvan de aard niet vastgesteld
kon worden. In enkele dagen stierf er
Voedingsbodem
voor veel
extremisme
een tiental kinderen een ellendige dood
en honderden gezinnen ontvluchtten in
wanhoop dit „dal van de dood". Intussen
heeft de bevolking van de hoofdstad Lima
zich in de laatste twintig jaar door de
toestroom van deze havelozen verdubbeld,
terwijl geheel Peru aan het eind van deze
eeuw het dubbele van zijn huidige aantal
inwoners zal tellen.
Het ls dus voor revolutionaire bewe
gingen niet moeilijk hier een voedings
bodem te vinden voor extremistische idee-
en en activiteiten De regering van Peru.
gevormd uit de „Acción Popular" en de
christen-democraten, werd daarom ook
gedwongen zoals in Columbia een syste
matische oorlog tegen deze guerillagroe-
pen te voeren. En het was dan ook de re
gering van Peru, die meteen de „Organi
satie van Amerikaanse Staten" uitnodigde,
krachtige maatregelen te nemen tegen de
subversieve strategie die op de Solldari-
Een soortgelijk, ja misschien een droe
viger beeld toont vandaag Guatemala:
daar Is het de communisten eveneens ge
lukt een oorspronkelijk nlet-communis-
tlsche oppositiegroep voor hun doeleinden
te winnen. In 1960 had ln Guatemala een
militaire opstand plaats tegen de toen
malige president Fuentes. Twee officieren
die hieraan deelnamen. Yon Sosa cn
Turcfos Lima, vormden eigen guerilla-
troepen die nu onder directe communis
tische invloed staan. Ook de acties van
deze beide organisaties hebben in deze
laatste maanden in Intensiteit sterk toe
genomen.
In Guatemala passen de guerillastrij
ders een nieuwe en bijzonder verwerpe
lijke methode toe: ze ontvoerden in de
laatste maanden een aantal rijke burgers
van het land en eisten 200.000 tot. 300.000
dollar losgeld. Wie verzet pleegt wordt
neergeschoten Wie zich tegen ontvoering
wil beschermen, moet aan de guerilla-or
ganisatie een maandelijkse bijdrage be
talen precies zoals aan dc Mafia in
Sicilië. Door dit alles hebben de teneur- jb
acties in Guatemala een klimaat van
angst en schrik doen ontstaan zodat niet
weinigen him vertrek uit het land voor
bereiden. De communisten willen de struc
tuur van het land dusdanig ondermijnen
dat de regering en het leger, die op zich- werkers, zullen in juli verkiezingen
zelf anti-communistisch zijn. gedwongenplaats hebben - oorzaak van nieuwe zorg
worden, de communistische partij in het j In Vietnam voeren Peking en Moskou
i-i •- een hevige politieke concurrentiestrijd.
in Latijns-Amerika is het niet beter. Er
is echter een aanzienlijk verschil tussen
deze beide gevechtsterreinen. In Latijns-
Amerika zijn de bestaande communistische
stromingen, de Sovjet-Russische, de Chi
nese. de Cubaanse, de Trotskistische, alle
ervan doordrongen dat de enorme socia
le en economische nood, de onrust onder
de havelozen in de bergen en ln de nood
wijken van de grote steden een ideale
land bewegingsvrijheid te verlenen.
Hoeveel tijd
Nog altijd is de toestand ln Santo Do
mingo niet opgehelderd, nog altijd houden
de communisten daar hun wapens ver
borgen. zodat er weer een crisis kan ont
staan. In Bolivia, waar ln november 1964
een militaire putsch had plaats gehad,
gevolgd door een opstand van de mijn-
..Het
/.olaanse pai
echter een fatale illusie
ons een lid van het Vene-
ment, „als uoen zich In
tegen deze strategie van
de communisten alleen op militaire
actie of zelfs militaire regimes zou ba
seren. Wij moeten de nood aan dc wortel,
dus In de ontstellende economische, so
ciale, menselijke ellende bestrijden. De
vraag Is alleen: hoeveel tyd hebben we
nog?"