ONSCHULD VAN VAN DER LUBBE VALT MOEILIJK TE BEWIJZEN GUERILLA DREIGING n\ i P i Getuigen van Rijksdagbrand zijn gestorven Spoor loopt dood in bloed IN ZUID-AMERIKA 1W ZATERDAG 12 ^P-UARI 1966DE leidse COUEANT PAGINA 9 (Van een onzer redacteuren) Namens de 62-jarige Amsterdammer J. M. van der Lubbe, employé van de luchthaven Schiphol, Is door de Berlijnse advocaat Arthur Brandt een verzoek ingediend tot revisie van het vonnis, dat In 1933 tegen zijn broer, Marinus van der Lubbe, Is gewezen. Dat vonnis werd uitgesproken door een Duits gerechtshof in Leipzig. Het luidde: „Marinus van der Lubbe wordt veroordeeld tot de dood wegens hoogverraad. Het Hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de beklaagde op de avond van 27 februari 1933 te Berlijn het gebouw van de Rijksdag door brandstichting heeft vernield, welke daad het signaal moest vormen voor een communistische opstand in het gehele Rijk. Het Hof neemt kennis van de her haalde verklaringen van beklaagde, dat hij zijn daad geheel alleen, zonder medewerking van derden, heeft uitgevoerd".... Was Van der Lubbe schuldig aan de Rijksdagbrand? Deze vraag zal nu, nadat een poging tot revisie van het vonnis in 1955 is vastgelopen, opnieuw worden gesteld. 0 Bij recapitulatie van de gebeurtenissen voor, tfldens en na de Rijksdagbrand, die Hitler de kans gaven om zyn machtigingswetten (die de democratie voor de duur van het hele Derde Rijk om hals brachten) erdoor te drukken, blijkt hoe noodlottig het is dat de doden zwijgen. Een historisch drama blijft daardoor waarschijnlijk onopgehelderd. Ook in een revisieproces zal waarschijnlijk niet bewezen kunnen worden dat Van der Lubbe onschuldig Is. De processtukken van december 1933 zijn verloren gegaan. De getuigen zijn gestorven. Het spoor loopt dood in bloed. Van der Lubbes schuld Is In weerwil van zijn bekentenissen niet afdoende aangetoond, toen in december 1933. De tragiek is dat ook zijn onschuld waarschijnlijk onvoldoende bewezen kan worden. Wie was Van der Lubbe? Toen hij de meestbesproken ver dachte van de eeuw was, telt hij 24 jaar. Zijn ouders waren rondtrekkende kooplieden. In 1927 sluit hij zich aan bij de communistische party Nederland, verkoopt propa- gandablaadjes, ls betrokken by relletjes In Lelden, gooit de ruiten van een bureau voor Maatschappeiyk Hulpbetoon (werklozenzorg) kapot en gaat de Leldse wethouder van Sociale Zaken te ïyf. Begin 1931 maakt hij, Bamen met de oommunist Holwerda, plannen voor 'n reis naar Rusland. Holwerda trekt zich echter terug. Van der Lubbe reist alleen tt, enwoorzlet jp «zijn., .onderhoud ..door dt verkoop van ansichtkaarten. In Ber lijn pakt de politie hem op wegens land loperij, en stuurt hem terug naar Lei den waar hy zich aansluit bij de Inter nationale Communistische Partij. Hij treedt vaak in debat met de fascist I Baars. Degenen die hem kenden noe- I men hem debiel of op zijn minst: psy- 7f'j chisch labieL Half blind ten- in 1932 ls hij metselaar. Zijn belang stelling voor het communisme ver flauwt, zegt men. Drie weken voor de Rijksdagbrand haalt zijn broer hem af uit het Academisch Ziekenhuis te Lel den, waar Marinus een oogoperatie had ondergaan. Hij ls half blind. Als metse- laar had hy ongebluste kalk ln zijn ogen gekregen. Na zijn ontslag uit het ziekenhuis gaat Marinus vry vaak op reis. Nie mand, ook zyn broer niet, weet dat hy ln Duitsland zit. Op 28 februari mel den de kranten, dat Marinus van der Lubbe ls gearresteerd wegens zijn aan deel ln een oommnnlstlsckh omplot, dat als doel had, de Rijksdag ln brand te steken als sedn voor de communistische revolutie ln Duitsland. Kort voor zyn vertrek naar Dnltsland had Van der Lubbe tegen zyn stiefzuster gezegd: Binnenkort zul Je lets byzonders van me horen I Op 1 februari noteert Goebbels, het propagandagenle van Hitler, in zijn dagboek: „In een conferentie met de Filhrer treffen we maatregelen om de rode terreur te bestrijden. Voorlopig zullen we van direct optreden afzien. Eerst moet de communistische po ging tot revolutie ontbranden. Op het gegeven moment zullen wij toeslaan." Op 24 februari doet de politie een inval ln het hoofdkwartier vat- de commu nistische party ln Beriyn, het Karl Lieb- knechthaus. Er zijn documenten ge vonden, zegt het nazlpropaganda-appa- raat, die wijzen op plannen voor een re volutie. De documenten worden ech ter nooit openbaar gemaakt. Op 27 februari 's avonds om 9.15 uur, wordt de Berlijnse brandweer gealarmeerd voor „een brand van de derde cate gorie aan de Platz der Republik". De brandweer, toentertijd de best uitge- ruste van Europa, rukt met betrekke lijk klein materieel uit, en treft een laaiend Rijksdaggebouw aan. Rondom wemelt het van leden der nazistische Sturmabteilung, de strijdorganisatie der naziparty. De brandweercommandant Gempp, beklaagt zich: a. Over het feit dat de brandweer pas gealarmeerd werd toen het gebouw al in lichterlaaie V.' u v 'f 1 E Dimitroff, na de oorlog eerste minister van Bulgarijebeschuldigde tijdens het proces de nazi's ervan zelf de brand te hebben gesticht. stond, b. het feit dat zyn brandweerlie den niet als eersten in het gebouw kwa men maar dat daar reeds twintig SA- mannen in uniform rondliepen, die de brandweer hinderden. Hy spreekt in een rapport zyn verbazing uit over het feit dat a. de brand op twintig plaat sen tegeUjk moet zyn aangestoken, het geen onmogeiyk door één man kan zyn gedaan, b. dat er een vrachtwagenla ding brandbaar materiaal, waaron der het zelfontbrandende fosfor, ln de Rijksdag was verspreid. Onbewaakt Journalisten valt het op. dat de be waking van het Ryksdaggebouw gedu rende drie dagen (notabene na de ont dekking van de zogenaamde documen ten die op een communistische samen zwering wyzen!) is opgeheven. Het wordt verder bekend, dat de verant woordelijke leiders van het Rijk, die avond tegen hun programma in geen propagandaredevoeringen houden, maar gezellig by elkaar bij Goebbels zitten. De S.A.-troepen waren die bewuste avond ln hun kazernes geconsigneerd. Voorbygangers vertelden (aldus een rap port van brandweercommandant Gempp) dat zij meerdere personen in het gebouw hadden gezien, voor de brand uitbrak. Een onderzoek wees uit, dat het gebouw om half zes verlaten was door alle afgevaardigden. Alleen de jas van de communistische fractielei der, Törgler, hing nog in de garderobe. Terwyi de vlammen nog loeiden werden de buitenlandse journalisten meegetroond naar het hoofdbureau van politie waar commissaris graaf fielldorf hun fotokopieën overhandigde van de qm r*n.*...Yan 4er Lubbe. Die fotoko pieën lagen al klaar. De eigenaar van de pas was, zoals ln de communiqués stond, aangetroffen in het Ryksdagge bouw. Hy liep daar rond met ontbloot bovenlijf, zat vol brandwonden, en zwaaide met zogenaamde vuurmakers. Nog voor het proces tegen Van der Lubbe begon gingen er geruchten dat als Van der Lubbe dan wérkeiyk in de brandende Ryksdag was aangetrof fen hy erin geholpen moest zijn door de nazi's die er alle belang by hadden een koevoet te vinden om hun machti gingswetten erdoor te drukken. Deze geruchten hadden alle schijn van waar heid. Het Ryksdaggebouw was door een ondergrondse gang verbonden met de ambtswoning van rijksminister Goering. Na de oorlog heeft men op grond van 'n verklaring van voormalig hoofd van de Duitse persdienst, dr. Richard Wolff aangenomen dat een groep brandstich ters behorende tot de SA, onder leiding van de Beriynse SA-leider Karl Ernst via Goeringa ambtswoning de Ryksdag is binnengedrongen. De toenmalige Ges- tapochef Dlels heeft verklaard, dat hy vóór de brand al een lijst had opgesteld van mensen die nó, de brand gearres teerd moesten worden. Het waren er honderden. Alles wees erop, dat de Rijksdagbrand In scene was gezet. Hoe en op welke wijze Van der Lubbe erbij werd betrokken weet echter niemand. De volgende mogelijkheden zijn geop perd: a. Van der Lubbe is half ver doofd door de SA in het Rijksdagge bouw gebracht toen de brand al woedde; b. Van der Lubbe méénde de brand ver oorzaakt te hebben en beschouwde de komplotterende nazi's als geestvewan ten, c. Van der Lubbe heeft de hele toe leg doorzien, heeft zijn rol meegespeeld doch is later, tijdens zijn proces object van hersenspoeling geweest, d. Van der Lubbe geloofde dat de nazi's hem na het proces zouden vrijlaten, mits hij bleef zwijgen. De tweede theorie krijgt Opname tijdens het proces. Staande de verdachte: Marinus van der Lubbe. de laatste tijd meer voedsel. Er schij-1 communisten voordeden en de labiele nen vóór de Rijksdagbrand, in Noord- Van der Lubbe voor het plan van de wykerhout besprekingen te zijn gevoerd Rijksdagbrand polsten, tussen Van der Lubbe en enkele onbe- De kans dat van der Lubbe in een kenden, mogeiyk nazi's, die zich als complot zat is niet uitgesloten. Het staat dan alleen wél vast, dat hy niet begre pen heeft dat zijn rol die van een mario net was, en dat de brand een heel an der doel diende dan hij geloofde. Het proces tegen hem, dat drie maanden duurde, verliep heel vreemd. Van der Lubbe zat er volkomen wezenloos bij. Meer dan „ja" en „nee" heeft men hem nauwelijks horen antwoorden. Om dat ook de rechter in het volle licht van de publiciteit, niet kon geloven dat Van der Lubbe alleen de brand had ge sticht, waren er nog vier andere ver dachten aangevoerd. De nazi's hoopten op die manier te kunnen aantonen, dat er 'n internationaal komplot was opge rold. Behalve Törgler stonden drie Bulgaren, van wie de communistenlei der Dimitroff de belangrijkste was, te recht. Dit viertal had echter een water dicht alibi en verliet met opgeheven hoofd de zaal. De getuigen die door de nazi's waren aangevoerd, spraken el kaar tegen. Waren zij slecht geïnstru eerd? De enige die overbleef als zonde bok was Marinus van der Lubbe. Hij had rechtsbystand van een Nederland se verdediger (mr. Pauwels, later mr. Stomps uit Aerdenhout) geweigerd. Telkens herhaalde hij: Ik heb het gedaan. Ik deed het alléén! Het proces begon een farce te worden. Van der Lub be kón het niet alleen gedaan hebben. Zijn medeverdachten riepen het Hof zelfs toe: „Hij wil niet toegeven dat hij een werktuig is!" Eén der verdedigers van Törgler: „Dimitroff meent dat Van der Lubbe een misbruikt werktuig is ge weest van anderen!" Dimitroff: „Juist! Ik acht het ndjn plicht de procureur-generaal daarop te wyzen!" Dimitroff riep op een gegeven ogenblik wyzend op Goering die als toe schouwer in de zaal zat: „Dit zyn din gen die u liever niet hoort, nietwaar me neer de minister-president?" Goering verbleekte en Dimitroff werd in de kort ste keren van de lijst der verdachten af gevoerd. Van der Lubbe blijft als een zielig wrak toekijken, 'n Arts komt ver klaren dat Van der Lubbe, als hy in zijn cel zit levendig met hem praat. De Nederlandse journalist Luger, die het bezoek van de arts heeft bijgewoond, zegt: „Het gesprek tussen Van der Lub be en de arts was erg eenzijdig. De dok ter praatte en Van der Lubbe zei „ja" of „nee". Het „schuldig" wordt over Van der Lubbe uitgesproken. Een gratieverzoek, ingediend door de Nederlandse regering, wordt afgewezen. Op 9 januari 1934 volgt de terechtstelling. Van der Lubbe sterft „gewillig", aldus het verslag, onder de valbijl. De wet volgens welke de dood straf op hem van toepassing Is, werd met terugwerkende kracht pas na zijn arres tatie afgekondigd. Het proces heeft een lang naspel. De brandweercommandant van Berlijn krijgt eerst een onderscheiding wegens zijn kor daat optreden bij de brand. Als hij daar na wéér met een rapport over de avond van de 27ste februari komt, wordt hij beschuldigd van marxistische ambities en gewurgd in een Gestapogevangenis. Graaf Helldorf, de politiecommissaris, wordt in de beruchte „nacht der lange messen" (ln 1934) vermoord, evenals Karl Ernst, die de brandstichters vermoedelijk het Ryks daggebouw heeft binnengeleid. Eén getuige Geheimrat Galle. directeur van het Rijksdagbureau, die ervoor had gezorgd dat de Rijksdag op de dag van de brand verlaten en onbewaakt was. sterft onder raadselachtige omstandigheden. En zo gaan er nog vele anderen. Slechts één mogelijke kroongetuige ls wellicht nog ln leven. Dit is een zekere Helnl Gewehr, een vroegere SA-man. van Avie werd aan genomen dat hij aan het Oostfront ge sneuveld was, maar die in 1945 levend in Amerikaanse gevangenschap ls geraakt. Tijdens het Neurenbergse proces wilde de verdediger van Goering deze Gewehr la ten dagvaarden omdat hij zou kunnen vertellen of Goering al dan niet verant woordelijk was voor de Rijksdagbrand. Goering schrok hevig en wist de verde diger te bewegen, deze getuige maar te laten waar hij was... Had de ex-rijks maarschalk er geen behoefte aan, een mede-samenzweerder uit 1933 terug te zien? Zo blijft het raadsel Van der Lubbe bestaan. De geschiedschrijving heeft geen juridisch bewijs voor de schuld der nazi's aan de Rijksdagbrand meer nodig. Alleen het Duitse blad „Der Spiegel" heeft ln 1959 geprobeerd de nazi's vrij te pleiten - een poging die mislukte. De familie van Marinus. Van der. Lubbe ls dit echter uiteraard- niet voldoende. Zil wil de rehabilitatie Van' 3e jongeSan, dié enkele dagen voor zijn 25ste verjaardag onder dé valbijl stierf. Bij de ouverture van de poging tot revisie van het vonnis (1955) hebben Nederlandse Juristen ver klaard. dat een postume rehabilitatie praktisch onmogelijk ls. Wel kan de ge strengheid van het vonnis in strijd met het toen geldende recht worden verklaard. Volgens dat recht zou Van der Lubbe niet meer dan 15 jaar tuchthuisstraf hebben mogen krijgen. Hij kreeg zijn doodstraf immers „met terugwerkende kracht?" De moeilijkheid van een derge lijke procedure is echter, dat na de oorlog de zogenaamde „Lex-Lubbe" veelvoudig is gehanteerd bij de berechting van oor logsmisdadigers. De familie van Marinus van der Lubbe blijft desondanks op een nieuw proces aandringen. Het ls zeker dat een dergelijk proces lange voorbereiding zal vragen, omdat het een reconstructie zal vragen van één der meest mysterieuze bijna volmaakte misdaden in de geschie denis - een drama dat in zijn volle om vang alleen bekend was aan degenen die nu dood zijn. En de doden zwijgen. Van c medewerker dr. K. J. Hahn) CURASAO Tussenlanding in Curasao. Negen uur 's avonds. Het ls warm, zeer warm, tegen de vyfentwlntig graden. Dit ls, vier uur na het vertrek uit het met sneeuw bedekte, in de kou rillende New- York, nogal een plotselinge onvergang. De kleurige zomerjurken, de zwarte krullen van de zwarte kinderen, die met zulk een gezellig accent Nederlands spreken, de dromerige transltpassagiers, die tevergeefs met een whisky tegen de hitte vechten, de vierhoekige stuivers van de Nederlandse Antillen, een groet uit het verleden die je bijna ontroert - je bent in een ander kli maat, ln een ander continent. In Venezuela wordt Je dit ook om an dere redenen duidelijk: hier. waar men de laatste jaren zo vaak de directe actie van de communistische guerillastrijders mid den in de hoofdstad Caracas heeft moeten bestrijden, spreekt nog iedereen over de jongste bijeenkomst van de landen van de „Derde Wereld" die deze keer in Havana plaats had en waaraan vertegenwoordigers van de drie continenten hebben deelge nomen. Cuba ligt dioht bij Venezuela, de guerillastrijders van Venezuela worden rechtstreeks dooi Fidel Castro gesteund en geleid. Het ls dus geen wonder dat zich de politieke klingen in Venezuela ernstig bezorgd maken over de uitwerking, die de conclusie van de conferentie op de activi teit van de revolutionaire beweging in La- tijns-Amerika zal hebben. Het ls nu eenmaal een feit dat ln de laatste maanden in een aantal landen van Midden-Amerika de overvallen, de ontvoe ringen. de moord op onsohuldlge boeren en dorpsbewoners, kortom de revolutionaire bendenoorlog sterk ls toegenomen. Of dit iets te maken heeft met het nog steeds onverklaarbare verdwijnen van Fidel Cas tro's nauwe medewerker, Ché Guevara, vormt nog steeds onderwerp van velerlei discussies ook hier in de Caraïblsche zone Guevara was een vakman op het gebied van de guerilla-oorlog, en hij wilde niets liever dan zijn ministerszetel rullen tegen een commandopost in de Andes, vanwaar hij de „revolutie" in geheel het Latijns- Amerikaanse continent kon leiden. Er Is nu niets meer van Guevara ver nomen na de theatrale brief waarmee Fidel Castro diens verdwijnen afdeed als een zich vrijwillig terugtrekken. Er is een hardnekkig gerucht, afkomstig van gevluchte Cubanen, dat Guevara dood zou zijn en ergens in Cuba op een onbe- bekende plaats begraven. Het kan alles echter mystificatie zijn. De activiteit van de revolutionaire organisaties neemt in elk geval op onrustbarende wijze in ver schillende landen toe zodat tenminste het vermoeden rijst dat er een algemeen plan bestaat. In Columbia strijdt het leger met alle macht en alle middelen tegen deze benden die daar al sinds vele jaren bestonden. Het waren oorspronke lijk gewone misdadigers, die geen enkel politiek doel vervolgden. Nu blijkt dat Fidel Castro zijn agenten ook in deze groepen heeft laten penetreren. Ver moedelijk werd deze toegang vergemak kelijkt door grootmoedige wapenleveran ties en geld. Deze politisering van de traditionele benden van zuiver criminele aard is een verschijnsel dat de guerilla- oorlog natuurlijk bijzonder snel tot een gevaarlijke onderneming kan maken. Noodwijken Ook in een ander land ls dit nu dui delijk te merken. Niet alleen In Bogota vertelden ons politieke leiders van deze duidelijke verscherping van de toestand. In Lima hoorden wij hetzelfde verbaal. Hier, in Peru, waar wij met een op zich zelf rustige en evenwichtige bevolking te maken hebben, hebben de extremistische revolutionaire leiders op de arme be volking moer en meer vat kunnen krijgen. Het ls geen wonder: nog steeds leven honderdduizenden havelozen in de kilo- metei's lange „barridas", de noodwijken, aan de periferie van Lima, ln lage hutten uit stro of cementblokken, zonder licht, zonder gas, zonder water, gewoon op het zand of op de vuilnisbelt. Juist tijdens ons verblijf in Lima woedde weer eens in een van deze wijken een besmettelijke ziekte waarvan de aard niet vastgesteld kon worden. In enkele dagen stierf er Voedingsbodem voor veel extremisme een tiental kinderen een ellendige dood en honderden gezinnen ontvluchtten in wanhoop dit „dal van de dood". Intussen heeft de bevolking van de hoofdstad Lima zich in de laatste twintig jaar door de toestroom van deze havelozen verdubbeld, terwijl geheel Peru aan het eind van deze eeuw het dubbele van zijn huidige aantal inwoners zal tellen. Het ls dus voor revolutionaire bewe gingen niet moeilijk hier een voedings bodem te vinden voor extremistische idee- en en activiteiten De regering van Peru. gevormd uit de „Acción Popular" en de christen-democraten, werd daarom ook gedwongen zoals in Columbia een syste matische oorlog tegen deze guerillagroe- pen te voeren. En het was dan ook de re gering van Peru, die meteen de „Organi satie van Amerikaanse Staten" uitnodigde, krachtige maatregelen te nemen tegen de subversieve strategie die op de Solldari- Een soortgelijk, ja misschien een droe viger beeld toont vandaag Guatemala: daar Is het de communisten eveneens ge lukt een oorspronkelijk nlet-communis- tlsche oppositiegroep voor hun doeleinden te winnen. In 1960 had ln Guatemala een militaire opstand plaats tegen de toen malige president Fuentes. Twee officieren die hieraan deelnamen. Yon Sosa cn Turcfos Lima, vormden eigen guerilla- troepen die nu onder directe communis tische invloed staan. Ook de acties van deze beide organisaties hebben in deze laatste maanden in Intensiteit sterk toe genomen. In Guatemala passen de guerillastrij ders een nieuwe en bijzonder verwerpe lijke methode toe: ze ontvoerden in de laatste maanden een aantal rijke burgers van het land en eisten 200.000 tot. 300.000 dollar losgeld. Wie verzet pleegt wordt neergeschoten Wie zich tegen ontvoering wil beschermen, moet aan de guerilla-or ganisatie een maandelijkse bijdrage be talen precies zoals aan dc Mafia in Sicilië. Door dit alles hebben de teneur- jb acties in Guatemala een klimaat van angst en schrik doen ontstaan zodat niet weinigen him vertrek uit het land voor bereiden. De communisten willen de struc tuur van het land dusdanig ondermijnen dat de regering en het leger, die op zich- werkers, zullen in juli verkiezingen zelf anti-communistisch zijn. gedwongenplaats hebben - oorzaak van nieuwe zorg worden, de communistische partij in het j In Vietnam voeren Peking en Moskou i-i •- een hevige politieke concurrentiestrijd. in Latijns-Amerika is het niet beter. Er is echter een aanzienlijk verschil tussen deze beide gevechtsterreinen. In Latijns- Amerika zijn de bestaande communistische stromingen, de Sovjet-Russische, de Chi nese. de Cubaanse, de Trotskistische, alle ervan doordrongen dat de enorme socia le en economische nood, de onrust onder de havelozen in de bergen en ln de nood wijken van de grote steden een ideale land bewegingsvrijheid te verlenen. Hoeveel tijd Nog altijd is de toestand ln Santo Do mingo niet opgehelderd, nog altijd houden de communisten daar hun wapens ver borgen. zodat er weer een crisis kan ont staan. In Bolivia, waar ln november 1964 een militaire putsch had plaats gehad, gevolgd door een opstand van de mijn- ..Het /.olaanse pai echter een fatale illusie ons een lid van het Vene- ment, „als uoen zich In tegen deze strategie van de communisten alleen op militaire actie of zelfs militaire regimes zou ba seren. Wij moeten de nood aan dc wortel, dus In de ontstellende economische, so ciale, menselijke ellende bestrijden. De vraag Is alleen: hoeveel tyd hebben we nog?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 9