Nicolaas Kroese van „A dam** heeft sleutel betere toekomst Fabrieksarbeider reist naar het dak van Europa Leidse universiteit had verbijsterende wereldprimeur HIEDE, VOORSPOED EN GEZONDHEID: KWESTIE VAN AARDSTRALENKASTJE Pastoor Mulderens weet er alles van - A.TERDAG 22 JANUARI 1960 DE LEIDSE COURANT (Van een oneer redacteuren EIDEN Sinds donderdagavond heeft |e wiskundefaculteit van de universiteit an Leiden het lot van de wereld geheel in igen hand. Daar mag men niet te licht over denken. Na bijna tweeduizend jaar christelijk tobben zit een toekomst met vrede, voorspoed en zonder kanker er nu eindelijk dik in, mits de heren-studenten bereid zijn de wonderbaarlijke levens sleutel van de Amsterdamse eethuisjes melker Nicolaas Kroese te accepteren. Blijven zij echter halsstarrig luisteren naar het achterhaalde geklets van hun eigen professoren, dan ziet het er niet best uit met de aardkloot. Laten de heren dit voor gezegd houden: Kroese waar schuwt slechts één keer. Hij spreekt zijn profetische woorden t in de collegezaal van het Kamer- ingh Onnes Laboratorium in Leiden: ien holle steenklomp aan één der sin tels, waar inderhaast op de muur ge- ilakte pijltjes met „Kroese" erop de iezoekers langs de kortste weg naar het roestbruine ribfluwelen pak met bij- «horende vlinderetrik van zeehonde- vel leiden, 's Middags tegen vier uur is Kroese daar reeds gearriveerd met 'n gehuurde vrachtwagen vol schilderijen, waarop hij zijn wereldbeeld gestalte heeft gegeven. Op één der panelen heeft j. rijn trouwe medewerker Daniel Lins- j. len in onvaste letters geschreven: „Be- ginselen der nieuwe evenwichtsleer, ge- ichreven door Nicolaas Kroese van n (Amsterdam". De studenten, die meehel- pen met het ophangen van de schilde- f rijen, moeten af en toe de collegezaal Verlaten om buiten op de gang uit te snikken. Het kan een mooie avond wor den. Nicolaas van Amsterdam is in een uitzonderlijk goed humeur. Deze lezing in het kille hol der mathematici be schouwt hij als de voorlopige kroon op zijn werk. Weliswaar heeft hij enkele malen in een rokerig Leids café zijn theorieën voor een handvol studenten «togen ontvouwen, maar nimmer heeft lij dat kunnen doen achter de versle ten katheder, waar geleerden van we reldfaam hun verdrietige dwalingen hebben gedoceerd. De collegezaal is een vreemd bouw sel: half schouwburg, half aula van 'n stokoude begraafplaats. Maar als de veertig schilderijen eenmaal hangen, is r toch opeens een plezierig sfeertje als een kleuterschool, waar de werkjes der kleinen voor de ouderavond zijn tentoongesteld. BANBLIKSEMS De lezing moet volgens de convocatie om acht uur beginnen, maar Kroese zit reeds om kwart voor zeven achter de katheder. Nu hij de kans heeft, wil hij ook alle kanen er uitbraden. Hij heeft wat mappen meegenomen voor belang stellenden en enige exemplaren van zijn tijdschrift, dat hij in eigen beheer heeft laten drukken. Daarin zijn alle tele grammen opgenomen, die hij in de loop van acht jaar als banbliksems het land heeft ingeslingerd. Kosten van elk deel: vijf gulden. Een symbolische gift, ais men bedenkt, dat Kroese volgens eigen zeggen miljoenen aan zijn experimenten heeft uitgegeven. Waaraan hij dit be drag heeft besteed is vooralsnog ondui delijk. De hoeveelheid telegrammen, die hij verstuurd heeft, wijst weliswaar in de richting van de PTT, maar dan blijft er nog een hoop geld over. Ofschoon: de veertig schilderijen zien er weldoor timmerd uit. Om acht uur zijn er veertien studen ten in de collegezaal, benevens twee journalisten, die hij heeft opgetrom meld via een dreigend telegram, waar in hij zijn lezing aankondigde over: 1. het geheim en de synthese van de deelbaarheid van pi en de harmonie leer der priemgetallen, welke Griekse en joodse geheimen respectievelijk 2500 en 3000 jaar geleden verloren zijn ge gaan. 2. nieuwe synthese tussen Spinoza, einstein, Schoenmakers, Mondriaan en Teilhard de Chardin. 3. nieuwe inzichten in de bio-geome- trische ethica-Iogica en de harmonie leer van Spinoza. 4. de nieuwe hyperbio-algebra. Zeg nou zelf: dat is geen appelepap en de gekwelde vice-praeses van de stu dentenvereniging „De Leidsche Flesch" Jos de Haas, besluit dan ook nog even te wachten teneinde zoveel mogelijk academici binnen het bereik van de spreker te krijgen. EX-CLOCHARD Als hij om tien voor half negen han denwringend de zitting opent zijn er 41 studenten, 35 van de mannelijke. 6 van de vrouwelijke kunnen. Op zijn beurt heeft Nicolaas Kroese gezorgd voor eer waardeerbare inbreng van twee vrien den: een schichtige doe-het-zelver, die de bandrecorder bedient en de grijs- gebaarde ex-clochard Henri van Leeu wen, die desgewenst meedeelt, dat hij er geen donder van begrijpt, maar dat Nicolaas zijn vriend is en alleen om die reden reeds een geniale vonk heeft. Als hij dit gezegd heeft, gaat hij somber on der de stelling van Pythagoras zitten. Het is nu half negen. Kroese zet zijn bril op, zet hem weer af en zegt glim lachend, dat de wereld op de kop af 300 jaar gewacht heeft op deze glorieuze dag. Weliswaar hebben de geleerden er één grote troep van gemaakt, maar al le hoop is nog niet verloren. Mits men bereid is de kracht van de stralingsvel den te erkennen. Hij heft zijn vlezige handen naar de groene zoldering en roept: „Nederland staat er slecht voor, omdat het niet is afgeschermd. Alleen de katholieke kerken en kloosters zijn afgeschermbd. Die zijn er achter. Maar de protestanten en de joden willen er niet aan. Het paleis Soestdijk wel, maai de apparatuur die daar gebruikt wordt, is sterk verouderd en niet meer in staat om de disharmonie te elimineren. Ik voorzie dan ook veel moeilijkheden op Soestdijk." Acht uur veertig: de heer Kroese deelt mee, dat de christenen er ook een pot je van hebben gemaakt. „Met de bijbel hebben ze twee eeuwen vermoord. Ze gingen missioneren bij de negers, heel maar ze zeiden er bij: en thuis hebben we nog een apparaatje, waar- we de hele wereld kunnen uitroeien. Kijk, dat is geen christendom meer. Je met een mes moorden, je kunt er ook brood mee snijden. We hebben er tweeduizend jaar mee gemoord, de bij- :1 in de hand. Laten we er nou eens ior de verandering 2000 jaar brood ee snijden". Op dat moment treden nog twee stu denten binnen, die besmuikt achterin 'n. plaats zoeken. Ze zijn weliswaar onwe tend van het feit, dat de christenen in tweeduizend jaar geen bliksem hebben uitgevoerd, maar de oplossing voor de gesel van de kanker kunnen ze nog net meepikken. „Dat is gewoon een kwestie van ontstraling. Wij zitten de patiënten maar te bestralen. Resultaat: steeds meer zieken Professor Wüst heeft zijn machine klaar, ik mijn wiskunde, maar Philips wil er niet aan. Dat gaat ze immers geld kosten." Het verbijsterd auditorium krijgt nu haarfijn uit de doeken gedaan, hoe Ne derland zijn tijd heeft verbeuzeld. „We hebben de zilvervloot gegapt en karta platgebrand. Wij ouderen hebben u besmeurd en belast met alle vuilig heid van de wereld. Oorlogen, ellende, Acht uur vijftig: Nicolaas Kroese legt uit, hoe gemakkelijk dat kan. Gewoon een kwestie van afscherming. Moed hebben, lef opbrengen om te erkennen, dat je fout zit. Kroese: „Wij ontkennen de moorden de kracht van radiobron CTA 102, maar waarom is Friesland dan ondergelopen, het provinciehuis van Den Bosch inge stort, dat booreiland in de golven ver- dwenenf We hebben toch zulke knappe professoren, zoveel ingenieurs, die het allemaal zo goed weten. Maar er deugt geen bliksem van hun berekeningen. Flats storten als kaartenhuizen i« kaar. Er zijn nieuwe krachten aan werk, adie onze bestaande orde ont wrichten". Hij verheft zich achter de katheder, roept met verstikte stem: „Maar nog is het niet te laat. Er is nog een kans op redding. U kunt de sleutel vinden. Kijk op mijn schilderijen. Daar ziet u alles. Pi en de priemgetallen. Het gouden ze gel, de zes cirkels. Maar u moet de durf opbrengen". Hij beukt met zijn enorme vuist op tafel, waardoor zijn vriend Henri Leeuwen abrupt uit zijn verkwikkende sluimer wordt gewekt. De getaande clochard veert op en gaat bijna met zijn hoofd door de stelling van Pytha- BRUSSELSE KERMIS Negen uur vijftien: iedereen wacht nu op een uitleg van de nieuwe, verrassen de wiskunde van Kroese, maar deze zet zijn bril af en stelt voor een half uur te pauzeren. Verpletterd staan de 45 toe hoorders op. Ze dachten tot nu toe, dat ze wiskunde studeerden, maar de twijfel Van de hogere wiskunde van Kroese lar de thee in ijzersterke koppen is daarna een kwestie van vier stappen. De vice-praeses gaat welwillend rond met Brusselse kermis. Nicolaas Kroese krijgt twee koekjes, wat niet onbillijk voor een man, die de sleutel al heeft. Om kwart over tien begint de heer Kroese met het beantwoorden der vra gen. Er zijn er 22 binnengekomen en Kroese vindt „dat er verrekte goeie tussen zitten". De heer Wisse heeft ge vraagd, of het nog kwaad kan, dat hij CTA 102 in Dwingeloo heeft gemeten. Zo ja, wat kan hij daar tegen doen. Kroese: „Als u niet afgeschermd was op dat moment, ziet het er slecht voor u uit. Ik geef u in dat geval weinig hoop". De heter Wisse knikt en schatert het uit, terwijl hij van zijn huurlieden bemoedigende schouderklopjes krijgt. Daarna komt de televisie ter spreke. Ook al zo'n dondersteen, die het volk verkankert. Vraag uit de zaal: „Hoe bedoelt u dat meneer Kroese, krijg je kanker van het beeld of van het pro gramma?" Tien voor half elf: Nicolaas Kroese wordt langzaam kwaad. Iemand roept: „Legt u nou eindelijk eens uit, wat die nieuwe wiskunde van u inhoudt. U praat over het getal 31 en over pi en de priemgetallen, maar iets exacts heb ik nog niet gehoord". Kroese loopt rood aan, bijt terug over de katheder: „Ik geef u toch de sleu tel. Alles wat ik te zeggen heb, hangt achter me. Reken het maar na. Maar dat doet u niet. Met zo'n gezicht als u hebt, breng je de moed niet op. U ver koopt flauwekul". GEEN ENGEL Tien voor half elf: de eerste verlaat de zaal: een spichtige studente met I en mosgroene japon. Ze hoort Kroe- nog net zeggen: „Neem die stellin- i van mij toch aan. U wordt heus geen engel, maar misschien liegt u wat minder, moordt u wat minder en hebt u wat meer lief". Zo, dat heeft ze in elk geval nog meegepikt. Kroese onthult vervolgens, dat de he le mensheid al een flink stuk besmet j. De vragen krijgen nu de schalkse ondertoon van een cabarettekst Iemand vraagt, of het kwaad kan, als 'hij de pil inneemt. Kroese: „U hoeft hem hele' maal niet in te nemen". Als de 44 uitgelachen zijn, dringen enige studenten nogmaals aan op exac te verklaringen. „U zit hier voor een vereniging van wiskundigen, niet van theosofen". Kroese glimlacht en ver wijst de vragenstellers naar pastoor Mulderens in Wittem bij Maastricht. Deze Limburgse herder weet er alles Een fotograaf vraagt, waar hij afschermkastje kan vereeuwigen. „Kan ik naar de eerste de. beste katholieke kerk in Leiden gaan?". Kroese: ,Die laten je toch niet binnen. Ga i naar pastoor Mulderens. Dat kost je 'n retourtje Maastricht en de bus Wittem". DORSITZZLEN Elf uur vijf: een student vraagt, of dat kleine zware kastje bij de rechter voet van de heer Kroese soms zo'i schermappairaat voor aardstralen is. Kroese knikt. Uit de zhal schreeuwt de Hij verzoekt de aanwezigen dringend om straks mee te helpen met het sjouwen met de veertig schilderijen. Als de zaal bijna leeg is. zit Kroese nog steeds achter de katheder. „Het toch zo verrekte simpel", mompelt hij, „pi en de priemgetallen." Dan bukt hij zich en pakt zijn aardstralenkastje zichtig op. De vice-preases vindt nu het moment gekomen om de discussie af te breken, fotograaf: Man had het dan eerder ge zegd. Ik vraag toch, waar ik zo'n kis- sie kan fotograferen. Net stuurde je me nota bene nog naar Limburg". Het verbranden der verouderde studieboeken is tot nader order uitgesteld. 'Van onze correspondent) MAASTRICHT Toen Johan Blois van Treslong, „men noemt mij altijd Blois, zonder dat „van Treslong" erachter" 51 jaar, ongehuwd en fabrieksarbeider te Maastricht, verleden herfst aan een reisbureau opdracht gaf voor hem rond Kerstmis en nieuwjaar een reis naar Ivalo in het noordelijkste puntje van Lapland in orde te maken en een kamer te reserveren in de „Ivalo Tourist Inn", kreeg hij enkele dagen later een brief, waarin hem deze reis ten sterkste werd afgeraden. Men schreef hem, dat hij er als toerist moederziel alleen zou zyn, het er slechts enkele uren per dag schemerlicht was en het er minstens 30 graden „Dat klopte allemaal", zegt Blois. ..want ik heb die reis toch gemaakt en ben er zo juist van terug. Als ik daar niet. Vakantie in sscliemer bij 30 graden (wijst op zijn schoeisel) deze rendierlaarzen had kunnen kopen, zouden mijn voeten bevroren zijn geweest. Het kwik daalde er tot 30 graden onder nul en om 11 uur kwam er een lichte schemer op. Van zonlicht kon je niet spreken. Om 2 uur 's middags nam die schemer weer af en om 3 urn- was het opnieuw aardedonker. De kou was inderdaad gemeen en bijtend. Het leek soms, of je neus- en voorhoofd- holte vol ijs zat. Alleen één ding klopte niet: er was nog een toerist, een Italiaanse persfotograaf van het week blad „Epoca". die opdracht had foto's te maken van ren dieren. Dat zijn we samen gaan doen en het is ons gelukt uit de eindeloze bossen in de omtrek. De huizen zijn er praktisch allemaal van hout, dubbelwandig, met driedubbele ramen. En als je langs die hulzen kwam, rook je overal, dat er hout in gestookt werd. Lekker". 70ste breedtegraad Johan Blois heeft nog altijd niet onze vraag: het hoe waarom van zijn reis in dit bitterkoude jaargetijde beant woord, Hij zegt: „Daags voor Kerstmis ben ik via Utrecht per trein naar Stockholm gereisd. Vandaal- per boot naar Turku, een havenplaats in West-Finland. de Oostzee zat vol drijfijs. en vandaar per trein naar Helsinki, waar ik moest overnachten, omdat er slechts drie maal per week een vliegtuig naai- Ivalo gaat. De volgende morgen om tien uur opgestegen met nog een twintigtal andere passagiers en na enkele tussenlandingen kwam ik om half vier, ruim 1000 kilometer noordelijker, in Ivalo aan. Daar een week gebleven met uitzondering van één dag. waarop ik per bus naar Utsjoki ben geweest, nog eens een dikke 200 kilometer noordelijker. Ik zat toen op de 70ste breedte graad, dus echt in het poolgebied. Utsjoki was nog minder dan Ivalo. eigenlijk alleen maar een vliegveld met enkele huizen eromheen. Zijn hobby Lappen Drieënveertig wiskundestudenten van de Leidse universiteit kregen in de collegezaal van 't Kamerlingh Onneslaboratorium de verbijsterende wereldprimeur van Kroeses mathematische levensrevolutie. Na afloop zeiden ze: )rEen stijlvoller happening hadden we ons niet kunnen wensen." Blois kijkt ons met zijn bijzonder zacht-bruine ogen onderzoekend aan. vraagt dan plotseling: ..Vindt u mijn reisdoel ook vreemd?" en zegt: „M n medearbeiders begrijpen er niets van, dat ik zo veel geld uitgeef voor zo'n ijskoud uitstapje. Trouwens de Lappen in Ivalo snapten er ook niets van. dat een Hollander hen midden in de winter kwam bezoeken. Iedereen was van mijn komst op de hoogte en in de gelagkamer van het hotel heb ik veel met de Lappen, die daar Fins bier of sterke drank, een soort wodka, kwamen drinken, gepraat. Meestal in het Duits, dat velen daar verstaan. Ivalo is een plaatsje van slechts enkele honderden inwo ners, maar toch een drukke nederzetting, want er was een postkantoor, een bank, een bioscoop, twee winkels, drie eethuizen en een groot hotel. Er komen veel vee drijvers (rendierbezitters en jagers) en veel houthande laren. vaak in Lappenkostuum. Er was ook bijzonder veel verkeer, meest houttransport Ln nu de vraag waarom. In de eerste plaats heb Ik prak tisch de hele wereld gezien. Voordat Ik vijf jaar geleden in Maastricht kwam. heb ik als pantrybediende op alle wereldzeeën gevaren. Dat zit my in het bloed. Mijn voor vaderen zijn 'zeelui geweest. Dit jaar heb Ik dit verre en koude reisdoel gekozen, omdat ik daar nog niet ben En in de tweede plaats, omdat weerwaarnemingen mijn grootste hobby zijn.^Ik lees alles over het weer wat ik maar te pakken kan krijgen, en zoals mijn medearbeiders naar de krant grijpen voor de voetbaluitslagen, zo grijp ik ernaar voor de weerrapporten. Mijn grote Interesse in de ruimtevaart wordt dan ook niet bepaald door de vraag wie het eerst op de maan zal zijn. maar door de klimato logische verhoudingen, die de ruimtevaarders op hun experimentele vluchten aantreffen Ik heb dan ook op het dak van Europa, zoals de 70ste breedtegraad wel eens wordt genoemd, een tijdje willen verblijven om na te gaan hoe mensen leven in een ijskoude en zonloze wereld En om het Noorderlicht tc zien. Dat is mij, ik beken het eerlijk, door een misrekening niet gelukt. De kou was er nog niet fel genoeg. Die begint daar nu pas. Het volgend jaar ga ik terug, maar dan een veertien dagen later, en naar Kirkenes, waar ik meer kans heb het Noorderlicht te zien. zoals men mij ln Utsjoki heeft verteld."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 11