TRIOMFTOCHT
VAN HET
OUDE KERSTLIED
Ome Nelis
noch
Wim Sonneveld
PAGINA 12
KERSTNUMMER 1965
KUNNEN
HERDERKENS
VERDRIJVEN
IWING BERLIN
Weinig muzikaal nieuws onder de kerstboom
In 2942 schreef Irving Berlin de tekst
en muziek voor een slowfox, die moest
dienen als smeltend achtergrondje bij
een wintersknusse scene in de film
„Holiday Inn". Enkele maanden later,
op eerste kerstdag, zond de toen 38-
jarige Bing Crosby het via de Ameri
kaanse radio met kaarslichtstem de
grote, wijde wereld in:
I'm dreaming of a white Christmas
just like the ernes I used to know
where the treetops glisten
and children listen
to hear sleigh hells in the snow
Momenteel zijn van de Berlin-visie op
het kerstgebeuren meer dan dertig
miljoen platen verkocht: een absolute
top in het berg-en-dallandschap. waar
de hoorn schalt van de platenbusiness. Maar daar is het dan
ook bij gebleven. De discuswerpers van Phonogram, Decca, D.D.G.,
His Master's Voice en hoe ze verder ook mogen heten, onze toon
aangevende muziekgrossiers, moeten bij hun verwoede pogingen
om verder te mikken dan de concurrent, telkens weer gefrustreerd
vaststellen, dat nieuwe kerstplaten machteloos aan hun voet
neerdwarrelen in plaats van de kometebaan van de hit te gaan
volgen. Het publiek wil er eenvoudig niet aan.
..Het publiek", zeggen de platenbonzen berustend, „wil slechte de goeie, solide
kerstliederen, die het van ouder op kind heeft leren zingen onder de eigenste
kerstboom. Weet u. wat leder jaar opnieuw weer ln Nederland de best ver
kochte plaat ln dit genre Is? Die van de Mastreechter Staar. En «eet u.
wat die zingen? Stille Nacht Hoe lelt dit kindeken. Nu syt wellecome. De
herdertjes Wij komen tezamen ga zo maar door. Daar kan geen Kathleen
Ferrier of Mahalia Jackson tegenop, tenzij Je ze Stille Nacht laat zingen,
natuurlek, maar dan nog
„In Amerika", zeggen de platenbonzen be
rustend, „wil het nog wel eens voorkomen, dat
een nieuw kerstlied het haalt. „Little Drummer
Boy" van het Harry Simeone Chorale bijvoor
beeld, maar vaker dan eens in de vijf jaar
gebeurt het niet en tot Nederland dringt het
helemaal niet door." Soms waagt men een
schuchtere poging. In 1962 bijvoorbeeld werd
ln een zaterdagmiddagprogramma van de tele
visie Nells Pieters gepresenteerd, alias „Ome
Nells, de even zwaargebouwde als gemoedelijke
kastelein van het Jordaancafé De Blauwe
Druif", HIJ zong „Kerstlied" en prompt be
gonnen bij alle platenhandelaren de telefoons
rood aan te lopen. In allerijl werd ome Nelis
naar de studio gesleept om zijn volkse visie
op het kerstmysterie in de plaat te laten
snijden. Het sentimeftt hoefde hij bepaald niet
te sparen getuige dit larmoyante couplet: wiM SONNEVELD
Mient je zat bedroefd te staren
met een traantje in haar oog
naar de mooie sterrenhemel
en de lichtjes daar omhoog.
't Heerlijk kerstfeest was gekomen,
en je zag de groene bomen
met de kaarsjes overal,
maar bij haar was niemendal.'
Vader had de laatste maanden
heel geen werk op de fabriek
en haar goede lieve moeder
lag al weken ernstig ziek
Maar saelfs deze smartlap deed het niet in e
best op gezag van Johnny Hoes bereid zijn
Dit Jaar heeft niemand minder dan Wlm Sonneveld het gewaagd met het
E.P.'tje „Kerstmis oud en nieuw" Het oude slaat onder meer op „Nu syt
wellecome". dat hij weliswaar met mild swingende stem en calypsoritme,
mnar verder naar klassieke trant zingt, terwijl het nieuwe blijkt te bestaan
uit een vlot dlxielandnummer. Het begint:
Er was eens een tuinder in Amstelveen
die stiekem des nachts naar de stad verdween
en of 't nu pasen of pinksteren was,
hij keek als altijd te diep in het glas,
alleluja.
Hij zag daar zoals in 't kerstlied staat
de engelenschaar in goudbrokaat,
de herders van het oeroude kerstverhaal
die zongen een schitterend kerstkoraal.
In Badhoevedorp en in Amstelveen
en ook op Schiphol kent nu iedereen
de tuinder, die sindsdien het drinken laat
en ook niet meer naar de kroeg toe gaat.
alleluja.
Maar echt een plezier doen we hei publiek
net door zuike zijpaadjes in te slaan". zeg
gen de platenbonzen berustend ..Het publiek
verlangt dat we midden op de grote weg
olijven, die „O kindeke klein" en „Herderkens
inningen naar de kerstontroering hebben
gebaand Nou. dat doen we dan We proberen
.e Blue Diamonds of Anneke Grönloh of Willie
■n Willeke of wie er toevallig populair is niet
net een eigen kerstrepertoire te laten komen-,
aunt dat zou het publiek maar teleurstellen
in zijn Idolen We laten ze gewoon het ge-
jkte lijstje zingen en dan loopt de verkoop
ulmii „Stille Nacht" dus. in een katholieke
n een protestantse versie, hetgeen de platen-
muzen mei het oog op de dubbele kosten
uiig nuar de oecumene doet verlangen. Of.
/oor wie Kerstmis eerder een gelegenheid is
om naai de wintersport te gaan dan een
religieus gebeuren:
B1NG CROSBY
Jingle bells, jingle bells
jingle all the way,
oh what fun it is to ride
in a one-horse open sleigh
maar dat populaire lied dateert ook al uit 1857'
Het enige nieuwe onder de kerstboom is een duidelijk toen cm inde vraag
naar „mee-zing-platen", waarop een organist recht op de man af. zonde:
tierlantijnen, de melodie speelt, zodat de familiekring zonder al te veel vocale
moeite voor de woorden -tan zorgen En nieuw zijn de cadeauplaten. Veertig
percent van de ingeblikte muziek namelijk, die over de toonbank gaat. Is be
doeld om ten geschenke gegeven te worden een tendens, die de laatste
Jaren onder invloed van de Angelsukslsche gewoonte meer en meet naar
Kerstmis verschuift. Voor de maatschappijen uiteraard een gerede aanleiding
om tnet een „pakket" te komen, dat niet alleen een kerstplaat bevat, maar
ook een kerstverhaal en enkele kerstreprodukties Hierbij beperkt men zich
niet tot de klassieke kerstliederen Wanneer men het heeft over commerciële
kerstplaten, vallen daar bijvoorbeeld duldelUk de kerstconcerten von I Musici
onder. Ook de Cantate de Noël van Honegger. merkwaardig genoeg, mnar dat
ls diui ook wel het enige (niet eens zo erg» nieuwe geluid dat de stilte van
de heilige nacht zal doorbreken
PIET SNOEREN
In de loop van de laatste veertig
jaren is het nagenoeg niet veranderd.
Waarom heeft men ook in deze tijd
van liturgievernieuwing, die zovele voor
parochiegebruik geschikte liederen op
leverde. het gezongen verhaal van
Christus' geboorte niet of nauwelijks
aangepast aan de moderne stromin
gen? Het is een intrigerende vraag,
temeer omdat dit verschijnsel tot due-
ver wél werd geconstateerd, maar niet
kon worden verklaard door eenvoudig
te zeggendaar zijn de vernieuwers van
het kerkelijk lied nog niet aan toe.
Het lijkt er veeleer op,
dat een zekere schroom
deze vernieuwers af
houdt van een „restaura
tie" van de liederency
clus, die het mensworden
van God bezingt op ve
lerlei tekst en toon, nu
eens romantlsch-llefeiyk,
gevoelig of sentimen
teel, ln grote gemeen
zaamheid met het kerst
gebeuren, dan weer exta
tisch en plechtstatig, de
geboorte van het Kind
meer theologisch dan
„menselijk" beschouwend.
Eén reden, dat de „oude"
kerstliederen het nog zo
uitstekend doen, is zeker
gelegen ln het feit, dat
van vele de tekst vaak
'n Middelnederlandse -r-
onmiddellijk 'appelleert
aan het gevoel van de
gelovige mens, die zijn
ootmoed vindt verwoord
ln de klare, poëtische
taal van deze juwelen
van liedkunst. De tradi
tie van de „koude win
ternacht", waarin Gods
Zoon werd geboren, ls
voor de bewoners van de
noordelijke landen een
extra-stimulans om zijn
bezorgdheid voor „Het
Kindeke op stro" te uiten
in een simpele, maar het
hart rakende constate
ring:
„Hoe leit dit Kindeke
Hier in de kou.
hem gaan. kersavond voor
den noene". en het door
»lke musicoloog als een
parel beschouwde „Nu
sjjt willekome" in hun
lichtend spoor een hele
reeks van minder ge
slaagde liederen hebben
meegetrokken. die
hun zwakte aan beel
dend vermogen ten spyt
- mét de „juweeltjes"
gemeengoed zyn gewor-
Ulo..ü.a dit Znin<mSékü.
Di eenvoud van de taal harmonieert trefjend tnet de
sobere melodie in „Maria die zoude naar Betlehem
n van het Godsvolk op
Zie toch hoe alle
Zijn ledekens beven"
Wij geloven, dat juist
die „oude" liederen met
hun gemeenzame maar
dichterlijk oersterke
teksten, zoals byvoor-
beeld het epische „Maria
die zoude naar Bethle-
Mcn wil het
Als „Stille Nacht" niet
jp ons kerstprogramma
staat, krygen we een re
gen van protesten, ver
telde een dirigent, die in
de kerk, waar hy de
maatstok voert, probeer
de te breken met de tra
ditie. Niet omdat het
geen mooi kerstlied zou
zyn, maar om ook ande
re, naar inhoud dieper
tastende liederen, een
kans te; geven.
De dirigent verloor.
Het „Stille Nacht" dat
tekstdichter Joseph Mohr
en componist Franz
Xaver Gruber op papier
zetten, toen de ster-
bezaaide decembemacht
hoog boven hun Oosten
rijkse vaderland stond,
blijft het rrüljoenenvou-
dig gezongen kerstlied.
Op gelijke wijze is „De
herderkens lagen by
nachte" een wat zoe
telijk geval, dat niet rei
ken kan aan de eerder
genoemde liederen uit
het kerstrepertoire niet
weg te branden.
Is het, omdat bij alles wat
verandert in de tyd, de
geboorte van Christus
een zo sterk aangevoeld
historisch, aan geen ver
andering onderhevig feit
ls, dat men niet wijken
wil van een ingewortelde
traditie in zake de lied
keus op Kerstmis?
Opvallend is ook, hoe wy
Nederlanders wij mo
gen dan van provincie tot
provincie in tempera
ment verschillen zo
met overgave de uit het
Frans vertaalde berge-
rette ,,'t Is geboren 't
goddelijk Kind" kunnen
zingen* en daarby de
schalmeien laten klinken,
als deden wy niet anders
dan schapen hoeden in de
bergen van de Franse
Het kerstlied gaat terug
tot de ,oud-christelijke
Kerk, waarin de verheer-
lijking van de God-Mens
centraal stond, waardoor
het element van gemeen
zaamheid dat onze kerst
liederen zo diep mense-
_Ujli_ maakt., volledig ont
brak.
In de middeleeuwen was
het vooral de geestelijk
heid, die liederen dichtte
en componeerde voor
kerkeiyk gebruik. De in
houd was wat meer aan
de tijd aangepast, maar
de geleerdheid van het
schoolonderwijs domi
neerde toch.
Eerst de franciscanen
brachten in hun kerstlie
deren een menselijker en
gevoeliger toon en het
feit dat ze in de volks
taal werden geschreven,
maakte hun bereik op
eens veel groter. In onze
dagen zou een andere
franciscaan magister-
cantus dr. Eliseus Bru-
ning, in zijn voortreffeiy-
ke bundel „Het geestelijk
lied van Nederland", deze
nobele traditie voortzet
ten
Wat ons rest aan liede
ren uit die tijd is, op
enkele uitzonderingen
na, niet ouder dan de 15e
eeuw, toen men het ein-
deiyk de moeite waard
vond dit melodieuze en
vrome volks goed op te
tekenen. Met de regel
maat van de klok ver
schenen in de 16e eeuw,
toen het drukken lonend
werd. elk jaar 'n aantal
kerstliedboekjes, waarin
naast de nieuwe, de oude
liederen hun plaats be
hielden. Men zóng ze
niet alleen ln huiselijke
kring, maar ook in de
kerk. want het middel
eeuwse gebruik van het
zingen in de kerk bleef in
vele streken, ondanks de
reformatie, toch door
gang vinden.
Het „Kindje wiegen" da
teert uit die tyd en
schonk het nageslacht
een reeks voortreffelijke
kerstwiegeliederen. Zeer
gevarieerd en van hoog
religieus gehalte zijn de
liederen, die de middel
eeuwen ons nalie>ten. Ne
derland was daarbij de
omringende landen dui
delijk voor en juist daar
om is het zo bedroevend,
dat de nieuwe tijd op dit
gebied bitter weinig
goeds heeft opgeleverd.
Een erfenis, waarmee wij
in de kersttijd weer wor
den geconfronteerd bij 't
doorbladeren van menige
parochiebundel.
De „leisen"
Een geheel apart deel van
de rijke Nederlandse
kerstliederenschat vor
men de leisen, 't gebruik
om het echte volkslied te
besluiten met een bede
om barmhartigheid: Ky
rie eleis. Deze Griekse
woorden, de enige, die
wij kennen in onze mis
liturgie, fungeerden als
refrein van een lied, dat
oorspronkeiyk door één
zanger of door meer was
aangeheven. Het heeft
een bijzonder diepe be
tekenis. Want is 't boud
te veronderstellen, dat
deze smeekzang om ont
ferming tevens de hoog-
ste erkenning van de
„God" in de kribbe is,
Die deze ontferming ook
kan schenken?
Moderne dichters hebben
niet geaarzeld van dit
getuigenis van goddelijke
almacht gebruik te ma
ken voor hun aan deze
tyd aangepaste poëzie
Een sprekend voorbeeld
daarvan is de kerstleis
van Anton van Duin
kerken. waarvan hier de
eerste strofe wordt aan
gehaald.
Het is gebeurd op een
Des nachts
twaluf
De kleine kudde met
herders lag
Te s luim eren bij de vuren.
Toen klonk uit de hemel
een heldere wijs:
Kyrie Eleys".
Geslaagd?
H?bbcn wij nu antwoord
kunnen geven op de
vraag, waarom "t kerst
lied in vele jaren niet
wezenlijk veranderde?
Wy geloven van niet. al
poogden wy door het
aanvoeren van bepaalde
argumenten tot een ver
klaring te komen. Hoe
meer men .echter vorst
naar argumenten of be
wijzen, des te meer groeit
het besef, dat men het
met klank en lied om
rankte kerstgebeuren in
onze kerken en in onze
gezinnen, niet alleen met
de rede mag benaderen.
dat
héél
grote plaats moet over
laten aan het menselgke
gevoel.
Dan zal men ook in alle
nederigheid aanvaarden,
hoe de mens in .«zyn
weer kind-zijn" voor zich
zelf bepaalt, hoe hy de
Christus in de kribbe
meent te moeten eren en
toezingen.
En daarom moeten wy
hen, die zweren bij de
„Herderkens" en hen
voor wie „I'm dreaming
of a white Christmas"
het toppunt van kerst
sfeer betekent, ontmoeten
in een wereldwyde oecu-
wene. juist op Keret-
K. VERMEEREN