CONCILIE HEEFT KERK OPENGEBROKEN
Geen enkele deur dichtgegooid, vele minstens op een kier gezét
Beslissing valt pas in
naconciliaire periode
Gevecht in Kamer om
atoomonderzeeërs
Geld liever
besteden aan
andere
delen van
krijgsmacht
BELG LEEFDE VIER JAAR LANG
BIJ HET LIJK VAN ZIJN VROUW
WOENSDAG 8 DECEMBER 1965
DE LETDSE COURANT
(Van onze concilieredacteur
Wie aan het eind van dit concilie een
balans moet opmaken, staat voor een ho
peloze taak. Wat voor de afzonderlijke
zittingen al bijna ondoenlijk was, wordt nu
loudtjeen volslagen onmogelijkheid. Vier jaren
van intensieve arbeid op mondiaal niveau
zijn niet in een slotartikel samen te vatten.
Hoogstens kan men er enkele aspecten
van belichten, terwijl de keuze van deze
aspecten weinig meer dan willekeurig
kan zijn.
Joannes en Paulus
Wat ons persoonlijk het meeste belang in
boezemt, is het concilie als gebeurtenis. En
dan herinneren we ons, hoe Paus Joannes het
volslagen onverwacht bijeen heeft geroepen,
hoe we aanvankelijk niet wilden geloven, dat
het iets worden kon, hoe we na jaren van
voorbereiding de haven zijn uitgevaren en
buiten de haven meteen werden overvallen
door een storm van de geest. Nooit zullen we
dat jaar 1962 vergeten. Nooit het afscheids
woord van Paus Joannes, die aan het einde
van de eerste zitting al wist, dat hij voor
het begin van de tweede de brug zou hebben
verlaten.
(Van onze parlementaire redacteur)
DEN HAAG Bij de behandeling
in de begroting van defensie door de
Tweede Kamer is opnieuw de onenig
heid binnen de volksvertegenwoordiging
over de koninklijke marine aan de dag
getreden. PvdA en VVD zyn eensge
zind ten strijde getrokken tegen de plan
nen van minister P. de Jong en staats
secretaris A. van Es 0111 Nederland
twee met atoomkracht voortgestuwde
onderzeeboten te geven. De liberale op
positie diende zelfs een amendement I11,
<lat de begroting met een bedrag van
500.000 gulden die voor de voorberei
ding van de houw van de a- onderzeeërs
nodig zyn, wil verminderen.
De woordvoerder van de PvdA, W.
Wierda, steunde de gedachte, die aan
het liberale voorstel ten grondslag ligt,
van harte. De KVP'er, vice-admiraal
H. Moorman en dr. N. Geelkerken (AR)
schaarden zich krachtig achter de plan
nen van minister De Jong.
Politiek gezien bleek de defensiebe
groting slechts bestrijding te vinden bij
de communisten en de pacifisten. Alle
andere partijen stemden in met de
grondslagen van het Nederlandse, op
de NAVO steunende, beleid. Op de door
minister De Jong gekozen structuur
voor de organisatie van het departe
ment kwam men niet terug. Wel werden
wat zure opmerkingen gemaakt over 't
feit, dat de PvdA in de politieke leiding
van het departement niet is vertegen
woordigd. De socialist Wierda legde er
intussen de nadruk op, dut de PvdA
met het politiek strategische beleid
van minister De Jong Instemt, terwijl
hij de bewindsman zelf betitelde nis
„een minister, die zijn vak technisch
uitstekend beheerst."
De sprekers van vrijwel alle grote
fracties wezen er op. dat minister De
Jong er uitstekend in is geslaagd op ei
gen erf te bezuinigen, zodat ingrijpen
van min. Vondeling van financiën over
bodig was geworden. Dit betekende ook,
dat de minister van defensie toch zal
moeten woekeren met de 2,7 miljard,
die hem krachtens het defensieplafond
ter beschikking staan. De heren Moor
man KVP), Wierda (PvdA) maar
vooral Couzy (WD1 wezen op de finan
ciële verplichting, die do minister reeds
voor volgende jaren heeft aangegaan.
Men herinnerde er aan, dat Nederland
binnenkort nieuwe vliegtuigen, nieuwe
tanks en nieuwe helikopters nodig heeft.
Daarmee zfln zeer grote bedragen ge
moeid.
Het was in dit verband, dat de he
ren Couzy (WD) en Wierda (PvdA)
bun aanval op de atoomonderzeeërs
lanceerden. Met deze twee schepen zal
in totaal zeker 350 miljoen gulden ge
moeid zijn. Dit geld kan beter voor an
dere krijgsmachtdelen worden besteed,
zei de liberaal Couzy. De marine staat
op de splitsing van twee wegen, Ne
derland is krachtens de NAVO niet
verplicht deze onderzeeërs aan te schaf
fen, zei de socialist Wierda. En hij voeg
de er aan toe: „Het is verstandig voor
dit project geen verplichtingen aan te
gaan. Onze bezwaren zijn hoofdzakelijk
van financiële aard."
De heer Bos (CHU) voelde wel voor
het project, maar meende, dat de finan
ciële polsstok niet lang genoeg is voor
twee boten. HU meende, dat Nederland
voorlopig met één genoegen zou moeten
Vice-admiraal Moorman (KVP) her
innerde eraan, dat destUds tegen de op
komst van de stoomboten, die de zeil
boten moesten vervangen op gods
dienstige gronden is geageerd: „Dat is
zonde, want God laat de wind niet voor
niets waaien."
Men moet niet proberen de vooruit
gang tegen te houden, zei de heer
Moorman, die in deze stelling krachtig
werd gesteund door dr. Geelkerken
(AR).
Zowel voor- als tegenstanders wilden
tenslotte nog weten of minister De Jong
van zijn bezoek aan VS-minlster Mc-
Namara over deze onderzeeërs met lege
handen, dan wel met bepaalde toezeg
gingen is teruggekomen.
Het departement van defensie kampt
nog steeds met een gebrek aan oefen
terreinen. De idee van de minister om
eigen terreinen aan te kopen, kreeg
steun in de kamer. „Die oplossing is
mij uit 't hart gegrepen," zei admiraal
Moorman, cn hij vroeg of de bewinds
man hlerbU dacht aan de Lauwerszee
en/of Balgzand.
De heet Walburg (AR) hield minister
De Jong voor, dat deze zich niet teveel
moet aantrekken van natuurbescher
mers of recreatiezoekers, omdat de ver
dediging van de vrede en de vrUheid
voorop staan.
De toezeggingen, die minister Luns
in de jongste algemene vergadering
van de V.N. heeft gedaan ten aanzien
van de Nederlandse bydrage aan de
vredesmacht, kregen brede steun, ook
al toonde men zich verrast over het feit,
dat de Kamer niet tevoren was inge
licht. De heer Moorman (KVP) wilde
weten of de paraatheid van de in Ne
derland blijvende troepen geen gevaar
loopt als de bUdrage van ons land ge
durende lange tUd zou worden gevergd.
Mr. Bos (CHU) vroeg of de troepen,
die voor dit doel beschikbaar zijn, spe
ciale oefening en bewapening krijgen.
Na Joannes kwam Paulus. En daar
mee belandde het concilie onmisken
baar in zijn tweede faze. Sommigen
menen, dat er tussen de eerste en de
tweede faze een breuk ligt, maar wij
zijn niet deze mening toegedaan. Paus
Paulus heeft kans gezien het concilie
van Paus Joannes in een veilige haven
te brengen en dat is geen geringe ver
dienste. Hij heeft het gedaan op zijn ei
gen manier, voorzichtig bijsturend,
soms angstig het anker uitgooiend, dan
weer door zich door zijn broeders op
sleeptouw te laten nemen, maar hij
heeft het gedaan. En het lijkt wel, als
of de geest zich bij zijn karakter heeft
aangepast.
In moeilijke ogenblikken hebben wij
wel eens gemeend en gezegd, dat de
geest uit het concilie verdwenen was.
WIJ voelden ons dan als bij een onweer,
dat alleen nog wat narommelt in de
verte. Maar dat was kortzichtigheid. De
geest heeft duizend manieren van optre
den: hij is niet alleen in de stormwind
maar ook in de stilte. Hij heeft het
concilie tot het einde toe bijgestaan.
Zonder dramatisch te willen worden,
durven wij zeggen, dat wij hem meer
malen over Vatlcanum 2 hebben voelen
komen: in een profetische toespraak, in
een hartstochtelijke protest, in een won-
der-boven-wonder-toch-nog-goede afloop
van bijna hopeloze dingen, in een wor
steling die van het be^in tot het einde
heeft geduurd.
Zeker, de laatste zitting had iets mats
zich, iets van „we willen naar
huis", ook iet# van „laten we er in
godsnaam een eind aan maken, want
een vijfde zitting, dat brengen we echt
niet meer op. Wij misten de charis
matische doorbraak van de eerste. Wij
dachten met helmwee terug aan de
gretigheid, waarmee tijdens de tweede
de openliggende ruimte in bezit was ge
nomen. Wij konden niet bogen op een
dramatisch hoogtepunt als de zwarte
week, waarmee de derde een onverge
telijk .stuk geschiedenis wist te maken.
Wij zeilden over een gladde zee, die
slechts door een enkel rimpeltje werd
bewogen. Maar wie zegt, dat ook dit
niet het werk van de geest is geweest,
een geest, die het concilie de kans wil
de geven om met vangst en al rustig
de haven weer binnen te varen
Open kerk
Het ligt voor de hand, dat we nu
eens de vangst gaan bekijken. Dit Is
niet zo eenvoudig als het lijkt. Je kunt
niet zeggen, hier heb ik dit decreet en
daar heb lk dat, ik bekijk ze stuk voor
stuk op hun merites en dan «eet ik, wat
ik gevangen heb. Het concilie Is name
lijk veel meer dan de stapel papier,
die door Paus en bisschopen werd on
dertekend, het gaat daar ver boven uit.
Want in praktisch alle gevallen kon de
eigenlijke inspiratie van Vatlcanum 2
niet of slechts op onvolmaakte wijze
onder woorden worden gebracht. Het is
geen overdrijving, wanneer men som
mige decreten nu reeds verouderd
noemt en wanneer men durft voor
spellen, dat ze binnen tien jaar zo goed
als allemaal door de geschiedenis zul
len zijn achterhaald.
Wat is het dan, dan dit concilie ei
genlijk heeft gewild en wat 't met wis
selende sterkte tot uitdrukking heeft
weten te brengen? Het is het ideaal
van de „open Kerk" in volledige tegen
stelling met het naar binnen en naar
bulten verzegelde bolwerk, waarin wij
tot aan het begin van Vaticanum 2
moesten leven. Wie herinnert zich het
boek van kardinaal Ottavlani, dat als
titel „Het Bolwerk" droeg? En wie
durft ontkennen, dat deze titel toender-
tijd aan een maar al te harde werke
lijkheid beantwoordde? Dit bolwerk is
nu opengebroken, naar buiten en ook
naar binnen. De Kerk van 1965 is ra
dicaal andera dan die van vier jaar
geleden.
Degene, die aan dit concilie een pro
gram heeft meegegeven, is als ik
het wel heb kardinaal Suenens. Tij
dens de voorbereidingsperiode en ook
nog tijdens de eerste zitting was het
een mer-è-boire van onderwerpen, die
de vaders kregen voorgezet. Paua Jo
annes heeft geen enkel onderwerp k
priori willen uitsluiten, hij gaf alles een
kans. Pas zeer geleidelijk begonnen zich
enkele lijnen in de chaos af te tekenen.
En het is uiteindelijk kardinaal Suenens
geweest, die uit deze lijnen een scherp
patroon heeft ontworpen. Het centrale
punt daarin was da Kerk. Een Kerk
die zich moest vernieuwen naar bin
nen: ecclesia ad intra. En een Kerk die
zich moest vernieuwen in haar betrek
kingen naar buiten: ecclesia ad extra.
Suenens deed daarmee een uitstekende
vondst. In feite is hij het geweest, die
aan Vatlcanum 2 zijn gezicht heeft ge-
Volk Gods onderweg
Als wij nu eerst eens bekijken, wat
er bij de reformatle-naar-binnen werd
bereikt, dan mogen we vier grote resul
taten opnoemen: de stukken over de
Kerk, over de goddelijke openbaring,
over de liturgie en over de missie. De
Kerk presenteert zich na „lumen genti
um" niet langer als een juridische or
ganisatie, waarin de voornaamste pos
ten bezet worden door de clerus met
aan de top een almachtige Paus,
als het Volk Gods onderweg, waarin al
len van de geest zijn bezeten en waar
in allen zijn geroepen tot dienst, de ene
tot deze en de andere tot die dienst. Dit
Volk Gods is een zichtbare gemeen
schap. die door de eeuwen trekt, die
zich altijd weer moet aanpassen aan de
steeds wisselende omstandigheden
(daarom decentralisatie en pluralisme)
maar die tegelijkertijd zichzelf moet
blijven in een voortdurende confrontatie
met de kern, waaruit zij is voortgeko
men, met de apostolische gemeente, die
de Heer zelf heeft gesticht. Met andere
woorden: een Kerk die leeft en die haar
leven altijd weer put uit de „bronnen
der openbaring". Dit leven van de Kerk
voltrekt zich voornamelijk in haar li
turgie en dus is het voor haar een le
vensbelang, dat deze gevierd wordt op
een zo vitaal mogelijke \\ijze: hiervoor
werd de basis gelegd voor het decreet
over de liturgie. Tenslotte wil dit leven
zich steeds verder voortplanten, nieuwe
scheuten zetten en nieuwe vruchten dra
gen, die wel uit de ene stam voortko
men maar die toch ieder hun geheel
eigen en verrassend nieuw aanschijn
hebben: Kerk is nu eenmaal zending
naar alle volkeren van een bepaalde
tijd en naar heel de mensheid van alle
tijden.
Dat het concilie op al deze punten
tot echte resultaten heeft geleid, is ei
genlijk niet eens zo verwonderlijk, als
men bedenkt, hoezeer het kon aankno
pen bij reeds lang in de Kerk levende
bewegingen, een liturgische beweging,
een bijbelbeweging en een missionaire
beweging. Vaticanum 2 hoefde maar in
gebaande paden te springen. Wel mag
het verwonderlijk heten, dat het op de
ze paden zo ver gegaan is, verder dan
welke liturgist, IJveraar voor de bijbel-
beweging of missionaire enthousiaste
ling had durven verwachten.
Natuurlijk hebben niet alle documen
ten, die op de binnenkerkelijke reforma
tie gericht staan, eenzelfde hoogte be
reikt. Van duidelijk minder allure dan
de boven genoemde is het decreet over
het ambt der bisschoppen en dat over
het lekenapostolaat. En in sommige
opzichten zelfs teleurstellend zijn de be
sluiten. die genomen werden ten aan
zien van de dienst en het leven van de
priester (vooral het verbod om publie
kelijk over de celibaatskwestle te spre
ken heeft een slechte indruk gemaakt),
de priesteropleiding, de vernieuwing
van het religieuze leven en de christe
lijke opvoeding. We hoeven ze echt niet
mooier te maken dan ze zijn. Maar wel
kunnen we hopen, dat op deze gebieden
uiteindelijk toch bereikt zal worden,
wat bij Vaticanum 2 ten diepste heeft
voorgezeten, indien men zich namelijk
bij het postconciliaire werk meer zal
laten leiden door de algemene inspira
tie van het concilie dan door de letter
waarin deze zich heeft uitgedrukt. Van
deze stukken geldt heel in het bijzon
der wat wij boven reeds hebben ge
zegd: zij zullen binnen enkele Jaren
door de geschiedenis moeten zijn ach
terhaald. willen wij tenminste het aggi-
ornamento krijgen, dat we nodig heb-
Monopolie laten rallen
Zonder meer enthousiast mogen we
zijn over de openingen, die gemaakt
j werden naar andere godsdiensten toe.
Kardinaal Suenen1, de grote
in liet bijzonder naar afgescheiden
christelijke Kerken en kerkelijke ge
meenschappen. In duidelijke termen
werd de vrijheid van godsdienst afge
kondigd en daarmee de basis gelegd
voor de religieuze dialoog. Binnen het
christendom liet de Katholieke Kerk
haar monopolie-aanspraken vallen: zij
erkende dat ook de afgescheiden broe
ders echte christenen zijn, dikwijls be
tere christenen dan de katholieken en
dat ook zij op een of andere manier
deel uitmaken van Christus' Kerk.
Slechts zij die de ontwikkeling van liet
katholieke denken op dit gebied nauw
keurig hebben gevolgd, kunnen peilen,
wat het zetten van deze stap voor de
Kerk heeft betekend en welk een sprong
vooruit zij daarmee gemaakt heeft.
Ook ten aanzien van de niet-chrlste-
lijke godsdiensten, waaronder de Jood
se, heeft de Kerk haar positie drastisch
gewijzigd. Zij erkent nu volmondig, dat
er ook bulten het christendom een stuk
authentieke godsopenbaring leeft en dat
dit een basis vormt voor onderling res
pect, broederschap, gesprek en samen
werking. Wat in het bijzonder haar ver
houding tot het jodendom betreft, heeft
zij geprobeerd definitief af te rekenen
met elke vorm van antisemitisme en
haar koers voor altijd uit te zetten op
het kompas van Paulus' Romeinenbrief.
Ongetwijfeld zal ook In deze sector
moeten worden afgewacht, hoe de scho
ne beginselen in daden zullen worden1
omgezet. Het intrekken van de weder-
zijdae banvloeken tussen Rome en Con-
stantinopel is een voortreffelijk begin.
Waarschijnlijk krijgen we binnenkort
een volgende toetssteen in het uit te
vaardigen mtu proprio van de Paus
over de regeling van het gemengde hu
welijk. Maar zelfs als de praktische
stappen niet aanstonds helemaal aan
de verwachtingen zouden beantwoorden
moeten we blijven hopen op een betere
toekomst, omdat de bakens waarop de
Kerk vaart definitief zijn verzet.
Tenslotte de opening, die de Kerk
heeft trachten te maken naar de wereld
van vandaag. Als wij het goed zien, Is
het concilie In dit opzicht niet helemaal
geslaagd, hoewel er ten opzichte van 't
verleden reeds aanzienlijke vooruitgang
kon worden geboekt. De Kerk heeft al
thans haar wil getoond om zich uit haar
langzamerhand dodelijk geworden isole
ment te bevrijden en daarmee een plat
form gelegd van waaraf verdere stap
pen kunnen worden ondernomen. Waar
een wil Is, is een weg. Zelfs kan men
erkennen, dat in het theoretische ge
deelte van schema 18 enkele beginse
len werden opgesteld, die by conse
quent doordenken tot onvermoede ge
volgen op praktisch terrein kunnen lel-
Nieuwe regeling
vrije dag voor kappers
UTRECHT (ANP) In de CAO voor
kappers, die door de Stichting van de
Arbeid moet worden goedgekeurd,
is bepaald. dat ontheffing van
de maandagsluiting kan worden ver
leend op grond van economische, door
de Kamer van Koophandel onderschre
ven motleven, overmachtspositie of in
dien ln een gemeente de helft van de ge
organiseerde werkgevers en de helft
van de georganiseerde werknemers er
de voorkeur aan geeft op een andere
dag dan de maandag geen arbeid ts ver
richten.
Resten in koffer
bij eigen woning
(Van
correspondent)
ANTWERPEN Alphous van de
Velde, 57 Jaar, heeft gedurende vier
lange jaren in de onmiddellijke nablj-
bijhcld van het lijk van zijn vronw ge
leefd, die door hem was vermoord. Be
gin 1961 wurgde hij Elisabeth Hchmltz,
tijdens een felle twist In haar woning
te St.-Gillis bij Brussel.
Niet wetende waar hij met het stof
felijke overschot zou blijven, sneed hij
het tenslotte ln vier stukken, borg de
resten ln een metalen koffer, die hij vol
goot met gips en daarna omringde met
drie lagen cement. Daarna liet hij die
vracht in een gehuurde auto naar zijn
eigen woning te Luik brengen, waar hij
de koffer verborg onder een stapel
planken. De aanwezigheid van het lugu
bere pakket berokkende hem herhaalde
lijk nachtmerries, maar toen de speur
ders hem vroegen waarom hij de kof
fer niet had verwijderd, antwoordde
hij: „Elisabeth was mijn vrouw. Ik kon
ze toch niet zo maar weggooien op een
vuilnisbelt".
De moord kwam aan het licht nadat
de zoon een briefje naar het gerecht
had geschreven, zeggende dat hij se
dert meer dan 3 Jaar geen teken van
leven meer had gekregen van zün moe
der. Na een uitputtende ondervra
ging gaf Van de Velde de moord
op zijn vrouw toe en wees hU de
plaats aan. waar het stoffelijk over
schot te vinden was. Hij zei, dat zijn
vrouw een onmogelijk karakter had cn
voortdurend herrie met hem zocht. Om
die reden was ze vunult Luik naar een
voorstad van Brussel VCrhtllsd ai u
toe ging hij haar daar bezoeken Tij
dens t-ifti van die bezoeken gingen de
echtgenoten weer aan het ruziemaken.
Van de Velde beweerde dat hij een oor
kussen op het gezicht van zijn vrouw
had geduwd oin te verhinderen dat de
buren haar wilde kreten zouden horen.
Achteraf stelde hij dan vast, dat ze ge
stikt was.
Voor het hof van adviezen te Luik,
waar hU terecht staat, houdt hij de stel
ling staande, dat hij zijn vrouw per on-
gtluk en zonder enige voorbedachtheid
hseft gedood.
Paus Paulus omhelst de voornaamste
vertegenwoordiger van patriarch
Athenagoras nu het voorlezen van
de verklaring, waarmee de weder-
Mtjdse banvloek tan 10 5) wordt
ingetrokken.
geeprek met enkele vrouwelijke
naar de wereld te kunnen spreken. En
dit wreekt zich meteen, wanneer men
vanuit de theorie naar praktijk tracht
over te gaan. Dan blijkt onbarmhartig
duidelijk, dat de Kerk met haar hou
ding ten opzichte van de wereldse wer
kelijkheden nog steeds geen raad weet.
Niet op cultureel en ook niet op poli
tiek gebied, niet ten aanzien van ge
boorteregeling en ook niet ten aanzien
van de atoomoorlog. We kunnen erover
treuren, maar het is nu eenmaal niet
Heeft het concilie ons op al deze ge
bieden dan geen stap verder geholpen'
Zo erg is het nu ook weer niet. ZIJ heeft
haar kijk op het huwelijk ln beginsel
gemoderniseerd en in overeenstemming
gebracht met de moderne mensweten
schappen. Zij heeft haar denken over
vrede en oorlog binnen het kader van
het atoomtijdperk geplaatst en dat 1»
op zich geen geringe verdienste. Maar
alles bij elkaar moeten we toch erken
nen. dat op Zeer veel vragen van de
mensheid ln overgangstijd niet het ver
lossende antwoord is gegeven. Mis
schlen kon dat nog niet, misschien zijn
deze zaken in zich nog niet rij voor
een definitieve stelllngn&me. Maar voor
hen, die zich sterk bewust zijn geweest
van het feit, dat schema 13 een van de
kernstukken, misschien wel het kern
stuk van het concilie uitmaakte, ia het
wel een teleurstelling geworden.
Concluderend blijven we vastltouden
aan onze optimistische Indruk, dat het
bolwerk, waarover kardinaal Ottavlani
enkele Jaren geleden schreef, niet meer
bestaat. Tal van deuren zijn op kleren
gezet, tal van muren hebben openingen
gekregen en daarmee ls het bolwerk ln
beginsel gevallen. Aon ons de taak om
het helemaal te slechten. Door van kleren
wijde deurgaten te maken en van openin
gen grote vensters.
Het lierhUtr wat we ln dit \erhand
kunnen doen, It ont vaatbytrn In de docu
menten die werden geratificeerd en deze
naar de letter guan uitvoeren. W| moeten
doorvloten naar de geeat die er achter
ligt en die In byna alle gevallen de letter
verre overtreft. Aan one de taak om de
onvolmaakte rompromleeendie tuaaen
minderheid en meerderheid moeeten wor
den gealoten, in echte eyntheaen om te
zetten. Aan 011* de taak om In de komen
de imatronrlllalre perinde Vatlcanum 11
naar /i|n \oltoollng te \oeren. In een on-
getwyirld harde «trUd. Tegen hen die
van dit concilie mailt hebben willen
weten, die het bevochten hebben met alle
kracht die rr In hen wat en die het ook
na «yn afaluiting zullen biyten bevechten
Dr. ALPRED VAN DE WEIJER
Gedenkboek
300 jaar mariniers
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG -- Ter gelegenheid van
het drlehondjarlg bestaan van het korps
mariniers is een gedenkboek versche
nen „Korps mariniers, 10 december
1665-1965", samengesteld door de com
mandant van het korps generaal-ma-
Joor J. G. M. Nass, uan de hand van
gegevens, die door drs. Ph. M. Bos-
scher van het bureau maritieme histo
rie werden verzameld.
Het werk, uitgegeven met steun van
het Prins Bernhardfonds, behandelt de
geschiedenis van hst korps mariniers.