CONCILIE HEEFT KERK OPENGEBROKEN Geen enkele deur dichtgegooid, vele minstens op een kier gezét Beslissing valt pas in naconciliaire periode Gevecht in Kamer om atoomonderzeeërs Geld liever besteden aan andere delen van krijgsmacht BELG LEEFDE VIER JAAR LANG BIJ HET LIJK VAN ZIJN VROUW WOENSDAG 8 DECEMBER 1965 DE LETDSE COURANT (Van onze concilieredacteur Wie aan het eind van dit concilie een balans moet opmaken, staat voor een ho peloze taak. Wat voor de afzonderlijke zittingen al bijna ondoenlijk was, wordt nu loudtjeen volslagen onmogelijkheid. Vier jaren van intensieve arbeid op mondiaal niveau zijn niet in een slotartikel samen te vatten. Hoogstens kan men er enkele aspecten van belichten, terwijl de keuze van deze aspecten weinig meer dan willekeurig kan zijn. Joannes en Paulus Wat ons persoonlijk het meeste belang in boezemt, is het concilie als gebeurtenis. En dan herinneren we ons, hoe Paus Joannes het volslagen onverwacht bijeen heeft geroepen, hoe we aanvankelijk niet wilden geloven, dat het iets worden kon, hoe we na jaren van voorbereiding de haven zijn uitgevaren en buiten de haven meteen werden overvallen door een storm van de geest. Nooit zullen we dat jaar 1962 vergeten. Nooit het afscheids woord van Paus Joannes, die aan het einde van de eerste zitting al wist, dat hij voor het begin van de tweede de brug zou hebben verlaten. (Van onze parlementaire redacteur) DEN HAAG Bij de behandeling in de begroting van defensie door de Tweede Kamer is opnieuw de onenig heid binnen de volksvertegenwoordiging over de koninklijke marine aan de dag getreden. PvdA en VVD zyn eensge zind ten strijde getrokken tegen de plan nen van minister P. de Jong en staats secretaris A. van Es 0111 Nederland twee met atoomkracht voortgestuwde onderzeeboten te geven. De liberale op positie diende zelfs een amendement I11, <lat de begroting met een bedrag van 500.000 gulden die voor de voorberei ding van de houw van de a- onderzeeërs nodig zyn, wil verminderen. De woordvoerder van de PvdA, W. Wierda, steunde de gedachte, die aan het liberale voorstel ten grondslag ligt, van harte. De KVP'er, vice-admiraal H. Moorman en dr. N. Geelkerken (AR) schaarden zich krachtig achter de plan nen van minister De Jong. Politiek gezien bleek de defensiebe groting slechts bestrijding te vinden bij de communisten en de pacifisten. Alle andere partijen stemden in met de grondslagen van het Nederlandse, op de NAVO steunende, beleid. Op de door minister De Jong gekozen structuur voor de organisatie van het departe ment kwam men niet terug. Wel werden wat zure opmerkingen gemaakt over 't feit, dat de PvdA in de politieke leiding van het departement niet is vertegen woordigd. De socialist Wierda legde er intussen de nadruk op, dut de PvdA met het politiek strategische beleid van minister De Jong Instemt, terwijl hij de bewindsman zelf betitelde nis „een minister, die zijn vak technisch uitstekend beheerst." De sprekers van vrijwel alle grote fracties wezen er op. dat minister De Jong er uitstekend in is geslaagd op ei gen erf te bezuinigen, zodat ingrijpen van min. Vondeling van financiën over bodig was geworden. Dit betekende ook, dat de minister van defensie toch zal moeten woekeren met de 2,7 miljard, die hem krachtens het defensieplafond ter beschikking staan. De heren Moor man KVP), Wierda (PvdA) maar vooral Couzy (WD1 wezen op de finan ciële verplichting, die do minister reeds voor volgende jaren heeft aangegaan. Men herinnerde er aan, dat Nederland binnenkort nieuwe vliegtuigen, nieuwe tanks en nieuwe helikopters nodig heeft. Daarmee zfln zeer grote bedragen ge moeid. Het was in dit verband, dat de he ren Couzy (WD) en Wierda (PvdA) bun aanval op de atoomonderzeeërs lanceerden. Met deze twee schepen zal in totaal zeker 350 miljoen gulden ge moeid zijn. Dit geld kan beter voor an dere krijgsmachtdelen worden besteed, zei de liberaal Couzy. De marine staat op de splitsing van twee wegen, Ne derland is krachtens de NAVO niet verplicht deze onderzeeërs aan te schaf fen, zei de socialist Wierda. En hij voeg de er aan toe: „Het is verstandig voor dit project geen verplichtingen aan te gaan. Onze bezwaren zijn hoofdzakelijk van financiële aard." De heer Bos (CHU) voelde wel voor het project, maar meende, dat de finan ciële polsstok niet lang genoeg is voor twee boten. HU meende, dat Nederland voorlopig met één genoegen zou moeten Vice-admiraal Moorman (KVP) her innerde eraan, dat destUds tegen de op komst van de stoomboten, die de zeil boten moesten vervangen op gods dienstige gronden is geageerd: „Dat is zonde, want God laat de wind niet voor niets waaien." Men moet niet proberen de vooruit gang tegen te houden, zei de heer Moorman, die in deze stelling krachtig werd gesteund door dr. Geelkerken (AR). Zowel voor- als tegenstanders wilden tenslotte nog weten of minister De Jong van zijn bezoek aan VS-minlster Mc- Namara over deze onderzeeërs met lege handen, dan wel met bepaalde toezeg gingen is teruggekomen. Het departement van defensie kampt nog steeds met een gebrek aan oefen terreinen. De idee van de minister om eigen terreinen aan te kopen, kreeg steun in de kamer. „Die oplossing is mij uit 't hart gegrepen," zei admiraal Moorman, cn hij vroeg of de bewinds man hlerbU dacht aan de Lauwerszee en/of Balgzand. De heet Walburg (AR) hield minister De Jong voor, dat deze zich niet teveel moet aantrekken van natuurbescher mers of recreatiezoekers, omdat de ver dediging van de vrede en de vrUheid voorop staan. De toezeggingen, die minister Luns in de jongste algemene vergadering van de V.N. heeft gedaan ten aanzien van de Nederlandse bydrage aan de vredesmacht, kregen brede steun, ook al toonde men zich verrast over het feit, dat de Kamer niet tevoren was inge licht. De heer Moorman (KVP) wilde weten of de paraatheid van de in Ne derland blijvende troepen geen gevaar loopt als de bUdrage van ons land ge durende lange tUd zou worden gevergd. Mr. Bos (CHU) vroeg of de troepen, die voor dit doel beschikbaar zijn, spe ciale oefening en bewapening krijgen. Na Joannes kwam Paulus. En daar mee belandde het concilie onmisken baar in zijn tweede faze. Sommigen menen, dat er tussen de eerste en de tweede faze een breuk ligt, maar wij zijn niet deze mening toegedaan. Paus Paulus heeft kans gezien het concilie van Paus Joannes in een veilige haven te brengen en dat is geen geringe ver dienste. Hij heeft het gedaan op zijn ei gen manier, voorzichtig bijsturend, soms angstig het anker uitgooiend, dan weer door zich door zijn broeders op sleeptouw te laten nemen, maar hij heeft het gedaan. En het lijkt wel, als of de geest zich bij zijn karakter heeft aangepast. In moeilijke ogenblikken hebben wij wel eens gemeend en gezegd, dat de geest uit het concilie verdwenen was. WIJ voelden ons dan als bij een onweer, dat alleen nog wat narommelt in de verte. Maar dat was kortzichtigheid. De geest heeft duizend manieren van optre den: hij is niet alleen in de stormwind maar ook in de stilte. Hij heeft het concilie tot het einde toe bijgestaan. Zonder dramatisch te willen worden, durven wij zeggen, dat wij hem meer malen over Vatlcanum 2 hebben voelen komen: in een profetische toespraak, in een hartstochtelijke protest, in een won- der-boven-wonder-toch-nog-goede afloop van bijna hopeloze dingen, in een wor steling die van het be^in tot het einde heeft geduurd. Zeker, de laatste zitting had iets mats zich, iets van „we willen naar huis", ook iet# van „laten we er in godsnaam een eind aan maken, want een vijfde zitting, dat brengen we echt niet meer op. Wij misten de charis matische doorbraak van de eerste. Wij dachten met helmwee terug aan de gretigheid, waarmee tijdens de tweede de openliggende ruimte in bezit was ge nomen. Wij konden niet bogen op een dramatisch hoogtepunt als de zwarte week, waarmee de derde een onverge telijk .stuk geschiedenis wist te maken. Wij zeilden over een gladde zee, die slechts door een enkel rimpeltje werd bewogen. Maar wie zegt, dat ook dit niet het werk van de geest is geweest, een geest, die het concilie de kans wil de geven om met vangst en al rustig de haven weer binnen te varen Open kerk Het ligt voor de hand, dat we nu eens de vangst gaan bekijken. Dit Is niet zo eenvoudig als het lijkt. Je kunt niet zeggen, hier heb ik dit decreet en daar heb lk dat, ik bekijk ze stuk voor stuk op hun merites en dan «eet ik, wat ik gevangen heb. Het concilie Is name lijk veel meer dan de stapel papier, die door Paus en bisschopen werd on dertekend, het gaat daar ver boven uit. Want in praktisch alle gevallen kon de eigenlijke inspiratie van Vatlcanum 2 niet of slechts op onvolmaakte wijze onder woorden worden gebracht. Het is geen overdrijving, wanneer men som mige decreten nu reeds verouderd noemt en wanneer men durft voor spellen, dat ze binnen tien jaar zo goed als allemaal door de geschiedenis zul len zijn achterhaald. Wat is het dan, dan dit concilie ei genlijk heeft gewild en wat 't met wis selende sterkte tot uitdrukking heeft weten te brengen? Het is het ideaal van de „open Kerk" in volledige tegen stelling met het naar binnen en naar bulten verzegelde bolwerk, waarin wij tot aan het begin van Vaticanum 2 moesten leven. Wie herinnert zich het boek van kardinaal Ottavlani, dat als titel „Het Bolwerk" droeg? En wie durft ontkennen, dat deze titel toender- tijd aan een maar al te harde werke lijkheid beantwoordde? Dit bolwerk is nu opengebroken, naar buiten en ook naar binnen. De Kerk van 1965 is ra dicaal andera dan die van vier jaar geleden. Degene, die aan dit concilie een pro gram heeft meegegeven, is als ik het wel heb kardinaal Suenens. Tij dens de voorbereidingsperiode en ook nog tijdens de eerste zitting was het een mer-è-boire van onderwerpen, die de vaders kregen voorgezet. Paua Jo annes heeft geen enkel onderwerp k priori willen uitsluiten, hij gaf alles een kans. Pas zeer geleidelijk begonnen zich enkele lijnen in de chaos af te tekenen. En het is uiteindelijk kardinaal Suenens geweest, die uit deze lijnen een scherp patroon heeft ontworpen. Het centrale punt daarin was da Kerk. Een Kerk die zich moest vernieuwen naar bin nen: ecclesia ad intra. En een Kerk die zich moest vernieuwen in haar betrek kingen naar buiten: ecclesia ad extra. Suenens deed daarmee een uitstekende vondst. In feite is hij het geweest, die aan Vatlcanum 2 zijn gezicht heeft ge- Volk Gods onderweg Als wij nu eerst eens bekijken, wat er bij de reformatle-naar-binnen werd bereikt, dan mogen we vier grote resul taten opnoemen: de stukken over de Kerk, over de goddelijke openbaring, over de liturgie en over de missie. De Kerk presenteert zich na „lumen genti um" niet langer als een juridische or ganisatie, waarin de voornaamste pos ten bezet worden door de clerus met aan de top een almachtige Paus, als het Volk Gods onderweg, waarin al len van de geest zijn bezeten en waar in allen zijn geroepen tot dienst, de ene tot deze en de andere tot die dienst. Dit Volk Gods is een zichtbare gemeen schap. die door de eeuwen trekt, die zich altijd weer moet aanpassen aan de steeds wisselende omstandigheden (daarom decentralisatie en pluralisme) maar die tegelijkertijd zichzelf moet blijven in een voortdurende confrontatie met de kern, waaruit zij is voortgeko men, met de apostolische gemeente, die de Heer zelf heeft gesticht. Met andere woorden: een Kerk die leeft en die haar leven altijd weer put uit de „bronnen der openbaring". Dit leven van de Kerk voltrekt zich voornamelijk in haar li turgie en dus is het voor haar een le vensbelang, dat deze gevierd wordt op een zo vitaal mogelijke \\ijze: hiervoor werd de basis gelegd voor het decreet over de liturgie. Tenslotte wil dit leven zich steeds verder voortplanten, nieuwe scheuten zetten en nieuwe vruchten dra gen, die wel uit de ene stam voortko men maar die toch ieder hun geheel eigen en verrassend nieuw aanschijn hebben: Kerk is nu eenmaal zending naar alle volkeren van een bepaalde tijd en naar heel de mensheid van alle tijden. Dat het concilie op al deze punten tot echte resultaten heeft geleid, is ei genlijk niet eens zo verwonderlijk, als men bedenkt, hoezeer het kon aankno pen bij reeds lang in de Kerk levende bewegingen, een liturgische beweging, een bijbelbeweging en een missionaire beweging. Vaticanum 2 hoefde maar in gebaande paden te springen. Wel mag het verwonderlijk heten, dat het op de ze paden zo ver gegaan is, verder dan welke liturgist, IJveraar voor de bijbel- beweging of missionaire enthousiaste ling had durven verwachten. Natuurlijk hebben niet alle documen ten, die op de binnenkerkelijke reforma tie gericht staan, eenzelfde hoogte be reikt. Van duidelijk minder allure dan de boven genoemde is het decreet over het ambt der bisschoppen en dat over het lekenapostolaat. En in sommige opzichten zelfs teleurstellend zijn de be sluiten. die genomen werden ten aan zien van de dienst en het leven van de priester (vooral het verbod om publie kelijk over de celibaatskwestle te spre ken heeft een slechte indruk gemaakt), de priesteropleiding, de vernieuwing van het religieuze leven en de christe lijke opvoeding. We hoeven ze echt niet mooier te maken dan ze zijn. Maar wel kunnen we hopen, dat op deze gebieden uiteindelijk toch bereikt zal worden, wat bij Vaticanum 2 ten diepste heeft voorgezeten, indien men zich namelijk bij het postconciliaire werk meer zal laten leiden door de algemene inspira tie van het concilie dan door de letter waarin deze zich heeft uitgedrukt. Van deze stukken geldt heel in het bijzon der wat wij boven reeds hebben ge zegd: zij zullen binnen enkele Jaren door de geschiedenis moeten zijn ach terhaald. willen wij tenminste het aggi- ornamento krijgen, dat we nodig heb- Monopolie laten rallen Zonder meer enthousiast mogen we zijn over de openingen, die gemaakt j werden naar andere godsdiensten toe. Kardinaal Suenen1, de grote in liet bijzonder naar afgescheiden christelijke Kerken en kerkelijke ge meenschappen. In duidelijke termen werd de vrijheid van godsdienst afge kondigd en daarmee de basis gelegd voor de religieuze dialoog. Binnen het christendom liet de Katholieke Kerk haar monopolie-aanspraken vallen: zij erkende dat ook de afgescheiden broe ders echte christenen zijn, dikwijls be tere christenen dan de katholieken en dat ook zij op een of andere manier deel uitmaken van Christus' Kerk. Slechts zij die de ontwikkeling van liet katholieke denken op dit gebied nauw keurig hebben gevolgd, kunnen peilen, wat het zetten van deze stap voor de Kerk heeft betekend en welk een sprong vooruit zij daarmee gemaakt heeft. Ook ten aanzien van de niet-chrlste- lijke godsdiensten, waaronder de Jood se, heeft de Kerk haar positie drastisch gewijzigd. Zij erkent nu volmondig, dat er ook bulten het christendom een stuk authentieke godsopenbaring leeft en dat dit een basis vormt voor onderling res pect, broederschap, gesprek en samen werking. Wat in het bijzonder haar ver houding tot het jodendom betreft, heeft zij geprobeerd definitief af te rekenen met elke vorm van antisemitisme en haar koers voor altijd uit te zetten op het kompas van Paulus' Romeinenbrief. Ongetwijfeld zal ook In deze sector moeten worden afgewacht, hoe de scho ne beginselen in daden zullen worden1 omgezet. Het intrekken van de weder- zijdae banvloeken tussen Rome en Con- stantinopel is een voortreffelijk begin. Waarschijnlijk krijgen we binnenkort een volgende toetssteen in het uit te vaardigen mtu proprio van de Paus over de regeling van het gemengde hu welijk. Maar zelfs als de praktische stappen niet aanstonds helemaal aan de verwachtingen zouden beantwoorden moeten we blijven hopen op een betere toekomst, omdat de bakens waarop de Kerk vaart definitief zijn verzet. Tenslotte de opening, die de Kerk heeft trachten te maken naar de wereld van vandaag. Als wij het goed zien, Is het concilie In dit opzicht niet helemaal geslaagd, hoewel er ten opzichte van 't verleden reeds aanzienlijke vooruitgang kon worden geboekt. De Kerk heeft al thans haar wil getoond om zich uit haar langzamerhand dodelijk geworden isole ment te bevrijden en daarmee een plat form gelegd van waaraf verdere stap pen kunnen worden ondernomen. Waar een wil Is, is een weg. Zelfs kan men erkennen, dat in het theoretische ge deelte van schema 18 enkele beginse len werden opgesteld, die by conse quent doordenken tot onvermoede ge volgen op praktisch terrein kunnen lel- Nieuwe regeling vrije dag voor kappers UTRECHT (ANP) In de CAO voor kappers, die door de Stichting van de Arbeid moet worden goedgekeurd, is bepaald. dat ontheffing van de maandagsluiting kan worden ver leend op grond van economische, door de Kamer van Koophandel onderschre ven motleven, overmachtspositie of in dien ln een gemeente de helft van de ge organiseerde werkgevers en de helft van de georganiseerde werknemers er de voorkeur aan geeft op een andere dag dan de maandag geen arbeid ts ver richten. Resten in koffer bij eigen woning (Van correspondent) ANTWERPEN Alphous van de Velde, 57 Jaar, heeft gedurende vier lange jaren in de onmiddellijke nablj- bijhcld van het lijk van zijn vronw ge leefd, die door hem was vermoord. Be gin 1961 wurgde hij Elisabeth Hchmltz, tijdens een felle twist In haar woning te St.-Gillis bij Brussel. Niet wetende waar hij met het stof felijke overschot zou blijven, sneed hij het tenslotte ln vier stukken, borg de resten ln een metalen koffer, die hij vol goot met gips en daarna omringde met drie lagen cement. Daarna liet hij die vracht in een gehuurde auto naar zijn eigen woning te Luik brengen, waar hij de koffer verborg onder een stapel planken. De aanwezigheid van het lugu bere pakket berokkende hem herhaalde lijk nachtmerries, maar toen de speur ders hem vroegen waarom hij de kof fer niet had verwijderd, antwoordde hij: „Elisabeth was mijn vrouw. Ik kon ze toch niet zo maar weggooien op een vuilnisbelt". De moord kwam aan het licht nadat de zoon een briefje naar het gerecht had geschreven, zeggende dat hij se dert meer dan 3 Jaar geen teken van leven meer had gekregen van zün moe der. Na een uitputtende ondervra ging gaf Van de Velde de moord op zijn vrouw toe en wees hU de plaats aan. waar het stoffelijk over schot te vinden was. Hij zei, dat zijn vrouw een onmogelijk karakter had cn voortdurend herrie met hem zocht. Om die reden was ze vunult Luik naar een voorstad van Brussel VCrhtllsd ai u toe ging hij haar daar bezoeken Tij dens t-ifti van die bezoeken gingen de echtgenoten weer aan het ruziemaken. Van de Velde beweerde dat hij een oor kussen op het gezicht van zijn vrouw had geduwd oin te verhinderen dat de buren haar wilde kreten zouden horen. Achteraf stelde hij dan vast, dat ze ge stikt was. Voor het hof van adviezen te Luik, waar hU terecht staat, houdt hij de stel ling staande, dat hij zijn vrouw per on- gtluk en zonder enige voorbedachtheid hseft gedood. Paus Paulus omhelst de voornaamste vertegenwoordiger van patriarch Athenagoras nu het voorlezen van de verklaring, waarmee de weder- Mtjdse banvloek tan 10 5) wordt ingetrokken. geeprek met enkele vrouwelijke naar de wereld te kunnen spreken. En dit wreekt zich meteen, wanneer men vanuit de theorie naar praktijk tracht over te gaan. Dan blijkt onbarmhartig duidelijk, dat de Kerk met haar hou ding ten opzichte van de wereldse wer kelijkheden nog steeds geen raad weet. Niet op cultureel en ook niet op poli tiek gebied, niet ten aanzien van ge boorteregeling en ook niet ten aanzien van de atoomoorlog. We kunnen erover treuren, maar het is nu eenmaal niet Heeft het concilie ons op al deze ge bieden dan geen stap verder geholpen' Zo erg is het nu ook weer niet. ZIJ heeft haar kijk op het huwelijk ln beginsel gemoderniseerd en in overeenstemming gebracht met de moderne mensweten schappen. Zij heeft haar denken over vrede en oorlog binnen het kader van het atoomtijdperk geplaatst en dat 1» op zich geen geringe verdienste. Maar alles bij elkaar moeten we toch erken nen. dat op Zeer veel vragen van de mensheid ln overgangstijd niet het ver lossende antwoord is gegeven. Mis schlen kon dat nog niet, misschien zijn deze zaken in zich nog niet rij voor een definitieve stelllngn&me. Maar voor hen, die zich sterk bewust zijn geweest van het feit, dat schema 13 een van de kernstukken, misschien wel het kern stuk van het concilie uitmaakte, ia het wel een teleurstelling geworden. Concluderend blijven we vastltouden aan onze optimistische Indruk, dat het bolwerk, waarover kardinaal Ottavlani enkele Jaren geleden schreef, niet meer bestaat. Tal van deuren zijn op kleren gezet, tal van muren hebben openingen gekregen en daarmee ls het bolwerk ln beginsel gevallen. Aon ons de taak om het helemaal te slechten. Door van kleren wijde deurgaten te maken en van openin gen grote vensters. Het lierhUtr wat we ln dit \erhand kunnen doen, It ont vaatbytrn In de docu menten die werden geratificeerd en deze naar de letter guan uitvoeren. W| moeten doorvloten naar de geeat die er achter ligt en die In byna alle gevallen de letter verre overtreft. Aan one de taak om de onvolmaakte rompromleeendie tuaaen minderheid en meerderheid moeeten wor den gealoten, in echte eyntheaen om te zetten. Aan 011* de taak om In de komen de imatronrlllalre perinde Vatlcanum 11 naar /i|n \oltoollng te \oeren. In een on- getwyirld harde «trUd. Tegen hen die van dit concilie mailt hebben willen weten, die het bevochten hebben met alle kracht die rr In hen wat en die het ook na «yn afaluiting zullen biyten bevechten Dr. ALPRED VAN DE WEIJER Gedenkboek 300 jaar mariniers (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG -- Ter gelegenheid van het drlehondjarlg bestaan van het korps mariniers is een gedenkboek versche nen „Korps mariniers, 10 december 1665-1965", samengesteld door de com mandant van het korps generaal-ma- Joor J. G. M. Nass, uan de hand van gegevens, die door drs. Ph. M. Bos- scher van het bureau maritieme histo rie werden verzameld. Het werk, uitgegeven met steun van het Prins Bernhardfonds, behandelt de geschiedenis van hst korps mariniers.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 5