in
M Gouden
Eeuw
Expositie onthult keerzijde
van medaille
Midden-Java is in
staat van oorlog
1
AMSTERDAM
GAF
DOODKISTEN
ALS
Branco trekt
alle macht
aan zich
AALMOES
STEEDS MEER NEDERLANDERS
GAAN AAN HOREC ADEUR VOORBIJ
19 DONDERDAG 28 OKTOBER 1965
DE LEIDSE COURANT
Pieter de Bloot
(Van
correspondent)
AMSTERDAM Mr. Gijs van Hall, die behalve
burgervader van Amsterdam ook de nazaat is van
een belegen hoofdstedelijk patriciërsgeslacht, heeft
dezer dagen met eig*n ogen kunnen zien, dat zijn
weelderig behaarde voorvaderen hun activiteiten
lang niet uitsluitend bepaalden tot het wegslepen
van specerijen uit de koloniën in Oost en West.
De honderd zes schilderijen, etsen en manuscripten,
waaruit de tentoonstelling „Arm in de Gouden
Eeuw" bestaat, die hij in De Waag kwam openen,
toonden hem stuk voor stuk zonneklaar, hoe de
trotse kooplieden uit zijn eigen en aanverwante
stambomen weliswaar met de ene hand, grachten
gravend en statige herenhuizen bouwend, een
mythe van onuitputtelijke welvaart en rijkdom
schiepen, maar hoe zij ondertussen met de andere
ook even ruimte maakten voor een proletariaat
van vagebonden, bedelaars, zakkenrollers, dieven,
dobbelaars, lichtekooien, koppelaarsters, bekken-
snijders en ander tuig, dat het verguldsel van hun
tijdvak danig af doet bladderen. Met name een
Rembrandt voelde zich picturaal evenzeer tot dit
geboefte aangetrokken als tot zijn rechtzinnige
staalmeesters of schutters en zo waren er meer.
Het resultaat is een oeuvre, dat bijeengezet furieus
inkrast op het gouden deklaagje waarmee on
scrupuleuze historici de zeventiende eeuw over
spoten hebben, en wat er dan te voorschijn
komt, is lang niet fraai. Het is een grote verdienste
van het Amsterdams Historisch Museum, dat deze
keerzijde van de medaille nu eindelijk voor het
eerst eens onverbloemd den volke wordt getoond
en een bezoek aan De Waag men kan er terecht
tot 17 januari is dan ook alleszins de moeite
waard.
Soekarno meent
zwenking naar
rechts is ramp
DJAKARTA, (Reuter-U.P.I.). In
Midden-Java U officieel de staal van
oorlog afgekondigd, zo meldt radio-
Djakarta. Het leg" heeft meegedeeld,
dat communisten daar burgers afslachten.
Het leger heeft gisteren volgens het pers
bureau Antara bekendgemaakt dat com
munisten in Midden-Java en Oost-Java
178 mensen hebben vermoord sinds de
mislukte staatsgreep van 1 oktober.
Voorts waren 21 personen gesneuveld in
gevechten tussen communisten en niet-
communistcn. Communisten terroriseren
de bevolking van deze gebieden door ont
voering. roof en brandstlchUng.
In Banjoewangi (..geurend water") dat
tegenover Bali en Oost-Java gelegen is.
zouden 104 personen zijn omgekomen bij
gevechten tussen voor- en tegenstanders
van de staatsgreep. Veel voorstanders
van de staatsgreep zjjn uitgeweken naar
Oost- en Midden-Java. Ook PKI-leider
Aidlt zou zich daar ergens verborgen
houden.
President Soekamo meent, dat een
zwenking naar rechts een nog grotere
ramp zou zijn dan de (mislukte) staats
greep van september.
In een communiqué voor de pel's, zei
minister van Voorlichting, generaal Ach-
madi, dat president Soekarno sancties
had geëist tegen de organisatoren van
de staatsgreep, maai- zich ook tegen be
togingen en gewelddaden had verklaard.
Men zou moeten wachten op de beloofde
politieke oplossing", die zal komen zodra
de voorwaarden daartoe gunstig zijn.
Allereerst dient de volledige eenheid van
het Indonesische volk te worden ge
realiseerd.
BRASILIA (AFP) President Hum-
berto Castelo Branco van Brazilië heeft
woensdag aUe politieke partyen ontbon
den en zichzelf bij decreet de bevoegd
heid toegekend om zo nodig de staat van
beleg af te kondigen. De regering kan
voorts politieke leiders voor tien jaar
hun mandaat en rechten ontnemen.
In een rede voor radio en televisie
verklaarde het staatshoofd, dat deze
maatregelen noodzakelijk waren ter ver
sterking van het revolutionaire bewind,
dat op 31 maart van het vorige jaar
een einde maakte aan de regering van
president Goulart. De president zei dat
de bijzondere maatregelen vervat zijn
in een tweede „institutionele wet", die
hy had afgekondigd ter waarborging
van de revolutie en voor het handha
ven van de orde. Het bewind dat op dat
van Goulart volgde, was Ingesteld bij
de eerste institutionele wet. De nieu
we wet biyft van kracht tot vyftien
maart 1967.
De historica Marijke Kok gaf de ten
toonstelling een heldere uiteenzetting
mee over de vraag, hoe het in dat
trotse, uit zijn wallen barstende Am
sterdam allemaal zo ver kon komen. De
hoofdstad, zo betoogt zij, beleefde om
streeks 1600 een periode van wonder
baarlijk snelle expansie. Op het diepe
verval, waarin men was geraakt in de
tijd, dat de magistraat de Spaanse zijde
hield, de kooplieden ten gevolge van de
omsingeling met lege handen stonden
en veel waardevolle burgers om wille
van het geloof hadden moeten vluchten,
volgde na de alteratie in 1578, waarbij
de zijde van de opstand werd gekozen,
een tijdperk van ongekende bloei. Het
aantal inwoners steeg in korte tijd van
30.000 in 1585 tot 50.000 in 1600, van
105.000 in 1622 tot 115.000 in 1630. Aan
gezien het sterftecijfer in die dagen ho
ger lag dan het geboortecijfer wijst deze
enorme bevolkingsaanwas op een gigan
tische immigratie. Het begon met lands
lieden uit de kop van Noord-Holland,
maar al spoedig leverden ook Brabant.
Limburg en Vlaanderen hun aandeel,
terwijl het na 1600 vooral Duitsers uit
het gebied rondom Keulen en uit de
sterk achterop geraakte Hanzesteden
waren, die in Amsterdam emplooi
trachtten te vinden. Portugese, Duitse
en Poolse joden, Scandinaviërs, Italia
nen. Grieken en Armeniërs comple
teerden het cosmopolitische aanzien
van de wereldstad-ln-wording.
Bij die menselijke import zat veel
goeds, maar het aantal werd toch ver
overtroffen door de grote massa werk
lozen en vluchtelingen, die in Amster
dam werk probeerden te vinden iets,
wat lang niet altijd mogelijk bleek. Ook
de huursoldaten die, na een veldtocht
ontslagen, al plunderend en rabouwend
wachtten op de volgende, vormden een
groot probleem, dat er met het twaalf
jarig bestand niet beter op werd. Hier
tussen mengden zich de beroepsbede
laars. die in de drukke handelsstad ge
makkelijk aan de kost dachten te ko-
Riskant zeemanschap
Om te begrijpen, hoe bij al die rijk
dom van de nieuwe bloeiperiode 't on
kruid van de armoede zo verstikkend
op kon schieten, moet men weten, dat
de scheepvaart en de stadswerken de
grootste aantrekkingskracht op de
vreemdelingen uitoefenden. Deze belde
bedrijfstakken eehter kwamen 's win
ters stil te liggen, waardoor velen tot
werkloosheid werden gedoemd. Sociale
voorzieningen waren er niet. bedelen of
stelen vormde de enige uitweg. Daar
bij kwam de grote sterfte op de zee
schepen. vooral tijdens tochten naar
Oost- en West-Indië. Zo weten we van
de uiterst ongunstig verlopen reis van
Cornells de Houtman in 1595—1597. dat
er van de 249 bemanningsleden slechts
89 het avontuur overleefden niet
minder dan 65 procent was ten prooi
gevallen aan verdrinking, scheurbuik
roodmelesoen (dysenterie) of viel on
der de pijlen der inlanders. Later ging
het beter, maar al bij al bleef zeeva
ren een riskant bedrijf, zoals blijken
moge uit het feit, dal uin de vijftien
schepen, die tussen 1625 en 1631 nsar
Batavia voeren 368 \an de 2550 (bijna
Uitdeling aan dc
Het gevolg was. dat veel vrouwen
reeds op jeugdige leeftijd als weduwe
achterbleven en uit nood en gebrek in
de handen vielen van koppelaarsters en
hoerenwaarden. De zeeliedenbuurt was
clan ook rijk aan herbergen van slecht
allooi zoals „In de Swarte Arend" aan
de Zeedijk, „In de Naekte Man" of
„Bolle Jesus", terwijl in de „Brande-
wijnsketel" in de Raamsteeg jonge die
ven hun bijeenkomsten hielden.
De vele arme gezinnen uit die dagen
waren voor onderdak aangewezen op
gore slopjes en stegen of soms op de
bogen der stadswallen, die sommige wel
dadige lieden ter beschikking van het
berooide bevolkingsdeel stelden. Wan
neer bij een stadsuitbreiding deze mu
ren werden afgebroken, moesten de tob-
bers verhuizen naar de kelders van de
huizen in de binnenstad, maar vaak ook
naar nog schameler verblijfplaatsen:
pothuizen, paardehooiskosten, hooiber
gen of gewoon de open lucht.
Slechts weinig hulp
Steun was er nauwelijks. Om daan-oor
in aanmerking te komen moest men bo
vendien tenminste vier jaar tn de stad
gevestigd zijn geweest en daarvan wa
ren juist de immigranten, die niet over
de vijf florijnen beschikten om het poor
terschap te kunnen kopen, de dupe.
Slechts incidenteel Is er sprake van
hulp, bij voorbeeld voor de viswijven op
de Dam. die zich het lot van kleine kin
deren aantrekken en hen uit slecht ge
zelschap trachten te houden. Zo laat
Bredero een van zijn personen In de
Spaanse Brabander spreken van de
visverkoopsters, die 't „eerloose volck"
tot voorspraak zijn. Het kon niet an
ders. of bedelaars, vagebonden en land
lopers vormden in deze tijd een ware
plaag. Zij ontzagen zich niet. benen op
te binden, blindheid te
veinzen of hun kinderen te
verminken om medelijden
op te wekken. Sinds 1596
was bedelen ln Amsterdam
alleen toegestaan als men HP
in het bezit was van een figy
schriftelijk consent en in H
1613 werd bedelarij geheel
verboden, maar het college
van 6 aalmoezeniers ol
armenvaders. dat ervoor
moest zorgen, dat zij „die
sonder hulpe niet en sou-
den konnen leven, niet en
souden konnen leven, niet
en vergaen, maar van matelijck onder
hout mogen worden versien" bleef de
handen volhouden met het opsporen en
aan het werk zetten van bedelaars.
Met de dieven maakte men korte
metten. Men hakte ze eenvoudig een
hand of 'n oor af, men verbande ze of
men gaf ze de doodstraf. Onder in
vloed van het trartaat ..Boeventucht"
van de grote humanist C'oornhert wer
den de straffen later ietsje milder,
maar ook het roeien op galeien of het
arbeiden, met een Ijzeren band rond de
nek, aan de stadswerken was geen lol
letje, om over het tuchthuis maar te
zwijgen.
Dit laatste macabere instituut werd
gesticht ln 1589 „om d'ontuchtige jeucht
te brengen tot een eerlijcke exercitie in
de vreese Gods ende de voornoemde
stadt zoo veel mogelijck te suyveren
van 't geboefte". Hierbij stond de Idee
voorop, dat vrijheidsberoving als straf,
gecombineerd met het verrichten van
arbeid, de gevangene tot een beter en
nuttiger lid van de maatschappij zou
kunnen maken en als zodanig kan men
het initiatief niet anders zien dan een
baanbrekende ontwikkeling in het ge
vangeniswezen. Maar in de praktijk
kwam er weinig van terecht. Het tucht
huis moest namelijk zichzelf kunnen be
druipen en het deed dat niet alleen, door
de keurige burgera ln de kermistijd voor
een stuiver de gevangenen te laten be
zichtigen, maar vooral, door de delin
quenten Braziliaans hout te laten ras
pen ter verkrijging van een bepaalde
verfstof. Dit werk geschiedde twee aan
twee met een twaalfbladlge zaag en
was ongelooflijk zwaar, temeer, daar
de dagproduktle per gestrafte op onge
veer 50 pond werd gesteld. Het tucht
huis heette in die dagen toepasselijk
„rasphuis". Voor vrouwelijke zelfkant
figuren opende Amsterdam daarnaast in
1596 het zogenaamde „spinhuis", wier
bewoonsters door Fokkens als volgt be
schreven worden: „Hier ln slttcn ge
woonlijk omtrent de tseventlgh of tach-
tentigh, alle schoone venussen, daar op
men zou verheven als de hondt op de
kneppel". De sociale therapie ln het
spinhuis toegepast, bestond, zoals de
naam al suggereert uit spinnen of
Pompen of
Wanneer men in die tijd ln het rasp
huis werd opgesloten, heette het niet
ongeestig, dat men ter bedevaart naar
Sint-Raspus ging om er genezen te wor
den van de ziekte pigritia (luiheid).
Zachthandlg was hij niet, deze denk
beeldige heilige... Was men arbelds-
schuw. dan werd men ln de zogenaam
de waterkelder tot pompen gedwon
gen. Deed men dat niet, dan ver
dronk men door het stijgende water.
Naast de plaag van bedelaars en
beurzensnijders kende Amsterdam zo
als gezegd achter het klatergouden de
cor van de zeventiende eeuw nog 'n
aantal andere bedenkelijke randfigu
ren. Daaronder bevonden zich ratten-
kruitverkopera. muizen- en rattenvan
gers en kattenmeppers, liedjeszangers
en speellieden, lichtekooien en koppe
laarsters. valsspelers en waarzeggende
zigeuners, die allen de grootste moeite
hadden om zich met wettelijke of on
wettelijke middelen van een karig stuk
brood te verzekeren.
Wie daarin niet slaagde, moest aan
kloppen bij de huiszlttenmeesters. die
van Kerstmis tot Pasen, wanneer de
werkloosheid het grootst was, brood, bo
ter, kaas en turf uitdeelden maar ook
(en hier ziet men de ernst van de si
tuatie gedemonstreerd) doodskisten. Om
daarvoor in aanmerking te komen,
moest men wel, zoals gezegd. 4 (later
6) Jaar ingezetene van de stad zijn ge
weest. En tenslotte was er de bayert
een soort doorgangshuis, waar dak
lozen drie dagen en drie nachten lang
konden verblijven.
De gasten werden 's morgens pas de
deur uitgelaten, wanneer 'n zorgvuldig
onderzoek had uitgewezen, dat er niets
was vermist. Zij kregen enig voedsel
dus niet veel.
Midden in de roos
Dit alles en nog veel meer kan men
in de Amsterdamse Waag op de ten
toonstelling „Arm in de Gouden Eeuw"
uitvoerig verlucht zien met soms komi
sche, soms schrijnende, soms zoetelijk
vrome afbeeldingen, door kunstenaars
uit die dagen gemaakt. De werken han
gen bovendien niet zo maar door elkaar
heen, maar bevatten in hun volgorde 'n
soort geschiedkundige les. De eerste
reeks beeldt de strijd om het bestaan
uit. Hierbij treft men onder meer 23
etsen van Rembrandt aan, Vervolgens
wordt de wijze behandeld waarop de
goudeneeuwse mens metende de barm
hartigheid te moeten beoefenen. Het
derde deel Is gewijd aan de hervormer
Coornhert. het vierde aan de uit dlena
werk voortgevloeide maatregelen ter be
strijding van armoede, bedelarij en mis
daad. terwijl de reeks Wisselwerking
tussen bloei en armoede" het geheel op
logische en zinvolle wijze afsluit. Di
recteur S. Levie van het Amsterdams
Historisch Museum doet niet deze nieu
we opzet een bewuste poging om de posi
tie van zijn museum t<- verbeteren en
om de belangstelling ervoor te vergro
ten. Wat ons betreft is dit eerste pro
beersel meteen midden ln de roos gc-
tok leunend (tekening).
Volonte pleegde
geen aanslag op
Vaticaan
Rome, (l PI) de Italiaanse acteur,
Claudia Volante, Is daar de polltic ge
zuiverd van ile verdenking dat hij zou
hebben deelgenomen aan de bomaan
slag op het vaticaan op 17 februari van
dit jaar.
Op die dag, heel vroeg ln de ochtend,
was een grote hoeveelheid explosleven
tegen een weinig gebruikte deur ln de
Vaticaanse muur tot ontploffing geko
men. Er werd veel schade aangericht,
maar cr deden zich geen persoonlijke
ongelukken voor.
(Van ome correspondent)
AMSTERDAM In het Amsterdam
se congrescentrum heeft de werkge
versorganisatie Horeeaf gistermiddag
haar 75e verjaardag gevierd. Minister
Veldkamp hield bij die gelegenheid een
rede, waarin hij onder meer zei: „Het
Horecabedrijf wordt niet zoals vroeger
gekenmerkt door negatieve facetten.
Het café is niet noodzakelijk de plaats
meer, waar men vergetelheid zoekt In
de drank, maar veeleer 'n trefpunt in
de sameuleving, 'n centrum van ont
spanning en gezelligheid". Hij sprak z'n
verheugenis uit over het feit, dat er bij
zonder veel wordt gedaan om de toe
komstige ondernemers in de Horeca-
seetor begrip hy Ie brengen niet al
leen voor hun economische verantwoor
delijkheid maar ook voor die op het so
ciaal-ethische vlak.
Horecafvoorzitter D. de Bea liet zich
echter door dit excellente schouderklop
je niet lijmen en vatte in zijn toe
spraak onvervaard het prijsbeleid van
de regering aan. Na geconstateerd te
hebben, dat de gemiddelde Nederlander
ondanks de stijgende welvaart tussen
1950 en I960 25 procent minder in de
Horecabedrijfstak ging uitgeven dan
daarvoor, riep hij uit: „Meent de mi
nister van Economische Zaken nu
kelijk dat het sociaal-economische be
lang van Nederland ernstig in gevi
is gekomen door een prijsstijging in
het Horecabedrijjf Die overtuiging
moet hij toch wel bezeten hebben, wil
hij een prijastop aan een bedrijfstak,
die zich al voor ernstige afzetproblemen
geplaatst ziet, opleggen. Een van
argumenten van de minister was,
hij de ondernemers, die zijns inziens
een verantwoorde prijspolitiek vot
wenst te beschermen tegen de onderne
mers die niet gerechtvaardigde prijs
verhogingen toepassen. Dit argument
van de minister is voor mij. gezien de
prijzen- en kostenstructuur in de Hore
cabedrijfstak. een raadsel. Nu de buU-
tcnlandse consument van steeds meer
betekenis Is geworden voor het Horeca
bedrijf, geloof ik, dat een bedrijfstak,
dank zij welke dit Jaar vermoedelijk
een miljard gulden aan deviezen Inge
bracht wordt, zich tot het uiterste zal
moeten verzetten tegen deze maatregel
vgn de overheid".
Naar buitenland
De Nederlander richt niet alleen zijn
oog meer en meer op het buitenland
om zijn vakkantie door te brengen, ook
in zijn behoefte aan maaltijden, drank
en overnachten voorziet hij steeds meer
buiten de deur van het Horecabedrijf
en zeer zeker buiten het traditionele
hotel-café- en restaurantbedrijf om. Als
voorbeeld noemde de heer De Bes, „dat
de uitgaven van gezinshuishoudingen
aan dranken en winkels sinds 1957 bij
na driemaal zoveel gestegen is als de
drankomzetten ln Horecabedrijven, hoe
wel onze drankenprijzen praktisch het
minst stegen. In de maaltijdensector
zien wij. dat sinds datzelfde Jaar 1967
de omzutten van Chinese en Indische
restaurants alsmede van warenhuis-res
taurants zesmaal zo sterk gestegen zijn
als de omzetten van de traditionele res
taurants en i-afé-restauranta. Tenslotts
nam het aantal vakantiegangers in ho
tels met die periode met nog geen
twintig percent toe. doch het aantal be
zoekers van bungalows en andere va
kantieverblijven steeg met 100 percent".
Op grond hiervan kwam de heer De
Bes tot de conclusie, dat samenwerking
van alle belanghebbenden geboden is
om de dalende belangstelling bij de Ne
derlandse consument op te voeren. On
der meer vond hij, dat verbetering van
het wegennet, het verlenen van ver
gunningen aan wegrestaurants, kortom
het verbeteren van de toeristische in
frastructuur in ons land op velerlei ge
bied, onderwerpen zijn, waarin de Hore
eaf behoort mee te spreken.