GEEN Jachtpartij slachtpartij Koninklijke zuster maandag in dienst Prinses Margriet verdwijnt achter ziekenhuisschermen !,Is ze eenmaal binnen, lan deuren potdicht' 'Geheimzinnig waas om kennismaking Interventie krd. Alfrink over priester f Verlovings- l r 'ng taboe l I bij sluiertje I en uniform JAGER in de eerste plaats vriend van de natuur KATHOLIEK HOGER ONDERWIJS IN FINANCIËLE MOEILIJKHEDEN Overheid trekt aan touwtjes als we niet zelf bijdragen ITERDAG 16 OKTOBER 1965 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 (Van i medewerker) (Van onze correspondent) ERSFOORT Eindelijk is het zover. Maandag zal prinses Mar- t haar verpleegstersloopbaan beginnen. Overeenkomstig de wens _i de prinses zal het indiensttreden zonder enig uiterlijk vertoon lerlopen. Om precies half tien worden de" nieuwelingen, onder wie prinses, in het protestants-christelijke ziekenhuis De Lichtenberg ■rwacht. Het inleidingsritueel zal niet afwijken van de traditioneel langbare verwelkoming. Zuster Margriet zal geen althans zo min gelijk uitzonderingspositie innemen. Geheel volgens de normale ig van zaken begint zij met een algemene oriëntatie gedurende de oropleiding. tget -Ê De prinses zal worden opgeleid door de kswi Ajrurg. dr. F. G. Insinger (reeds gepen- loneerd) en de internist A. Brester Zij lijft in ieder geval voorlopig op paleis ■etdijk wonen. Niettemin is in het itertiuis een kamer voor haar gereser- •rd waarop ze zich overdag kan terug- •kken. Publieke belangstelling zal jammer ge- eg tevergeefs zijn. Directrice, zuster C. M. baronesse van Tuyl van Seroos- kerken, zegt onverbiddelijk: ..Is zij één maal binnen, dan bevindt zij zich op be- 'JC\ schermd terrein. Ziekenhuis De Lichten- v. berg zal voor pers en publiek hermetisch gesloten blijven. Geen diploma In het personeelsorgaan van het zie kenhuis ..Het Bergblad" schrijft direc- eur-geneesheer W. J Royaards: ..De ver- ileegster timmert bij haar werk nooit jk di «an de weg. Haar taak verdraagt eigen- n ii ijk geen publiciteit, want het gaat om de eng flrrzorging van individuele mensen in it e^noeilijke situaties in hun privèleven". oi» £ijn pleidooi voor het onbelemmerd ver- Mi allen van de nieuwe taak van prinses oud -largriet is te prijzen. Dat de kennis- Ihaa! making met een waas van geheimzinnig heid is omgeven, zal menigeen betreuren. J Vermoedelijk aal de prinses ongeveer negen maanden in .Amersfoort blijven. Aangezien niet aannemelijk is. dat zy de driejarige opleiding zal voltooien, ligt het hand dat zjj ook niet in het bc- een diploma zal komen. Een ge deelte van de lessen zal de koninklijke luster afzonderlijk volgen. De oriëntatie stelt haar in de gelegenheid een rede lijke totaalindruk van de verpleging op te doen. Een iang gekoesterde wens gaat begin volgende week in vervulling. En zy hoopt dal verplegend personeel en pa tiënten haar daarbij behulpzaam zijn VATICAANSTAD (KNP) Kar dinaal Alfrink heeft in een interventie over leven en werk van de priesters als zyn mening uitgesproken, dat het aan het concilie voorgelegde ontwerp cle priester te veel beperkt tot sacristie en kerkgebouw. Wat gezegd wordt over zijn relatie tot de randkatholieken, de niet katholieke christenen en de atheïsten is volkomen onvoldoende. Deze verhouding maakt naar mening van kardinaal Alfrink een belangrijk deel van de taak van de priester uit. De priester dient de problemen van Hnnenwereldse aard te zien in het licht van het geloof, zonder zich overigens te mengen in aangelegenheden op eco nomisch, sociaal en politiek gebied. Hierover wordt in het schema niets ge zegd", aldus de kardinaal, „het wekt de indruk dat de priester staat buiten het streven van de mensheid, die uitziet naar een betere wereld." Kardinaal Al frink zag nog gaarne in het ontwerp op genomen. dat het voor de priesters noodzakelijk ls niet alleen de voor naamste documenten van de Pausen te kennen maar ook de documenten van bet concilie die betrekking hebben op de zielzorg. Ontvangst .Welke ontvangst hangt prinses Mar griet boven het hoofd? Blijft alles bij het oude zo vertelde ons een verpleeg ster dan gaat het als volgt: in de hal worden de cursisten door een zuster op gewacht. Eerst neemt het gezelschap een kijkje in het leslokaal. Hier worden de docenten, zuster Letty en zuster Con- rade voorgesteld. Vervolgens kunnen de nieuwe zusters op de hun toegewezen kamer even op verhaal komen. In de huiskamer gaan enkele toespraken door de geneesheer directeur en directrice vergezeld van een kopje koffie. Als de rondleiding door het doolhof van zalen en gangen erop zit, begint het zakelijke gedeelte. De voorop leiding duurt normaliter Uveeëneenhalve maand. Verklaring over joden is goed ontvangen VATICAANSTAD (CPI-Reuter) De concilieverklaring over de joden is door verschillende joodse organisaties met een gematigde vreugde begroet. Zoals bekend heeft het concilie met 12 pet tegenstemmen zyn goedkeuring ge geven aan de verklaring over de niet- christenenmet daarin de jodenverkla ring. De goedkeuring van de paragraaf over de schuldvraag van Christus' dood leverde 188 tegenstemmen op. Dat de joden niet als een verworpen volk mo gen worden beschouwd, kreeg 245 te- igenstemmen. Het antisemitisme werd met 199 tegenstemmen veroordeeld. Een deel van de tegenstemmen is afkom- vaders die menen, dat de ver klaring niet ver genoeg gaat. De aanvaarding van de verklaring is i Israël met instemming ontvangen, al betreurt men het daar dat de oorspron kelijke tekst is verzwakt. Gehoopt wordt dat het godsdienstonderricht in de ka tholieke landen in overeenstemming met de verklaring wordt gebracht. Pa triarch Theodosius VT, hoofd van de Grieks-orthodoxe kerk voor Antiochië en het oosten, meent dat de verklaring het grondbeginsel van het christelijk ge loof ondermijnt. De voorzitter van het Amerikaanse joodse comité, Morris Abrams noemt de verklaring „een recht vaardige daad, die ver over tyd komt." Seth Gaaikema en Roelof Stalknecht in auto tegen boom BOXTEL. (ANP) Tekstdichter-caba- retier Set Gaaikema en musicus Roeluf Stalknecht zijn vrijdagavond op het cnkelbaansgedeelte van de rijksweg Den Bosch-Eindhoven onder Boxtel, ter hoog te van het gevaarlijke kruispunt Sint Charles, geslipt en tegen een boom ge- Zij kwamen uit de richting Den Bosch en moesten plotseling krachtig remmen toen een voor hen rijdende auto links af wilde slaan. Hierdoor kwamen zij in een slip en belandde hun auto via een boom in de sloot. Belde inzittenden werden naar het ziekenhuis te Boxtel vervoerd. Set Gaaikema kon na behandeling van een kniewond en ontvellingen naar ken nissen in Eindhoven worden overgebracht. Roelof Stalknecht bleek er lelijker aan toe te zijn. Onder andere vanwege een gecompliceerde schouderfractuur zou hij voor specialistische behandeling vandaag worden opgenomen In het ziekenhui# in zijn woonplaats Groningen. Zo zal het nu eens een keertje niet gaan, wanneer prinses Margriet overmorgen haar eerste werkdag begint. Als we tenminste de zieken huisdirectie mogen geloven, die het uniform boven alles wil blijven stellen. k (Van onze correspondent) J AMERSFOORT Leerling-ver- pleegsters, die hun opleiding in 't ziekenhuis De Lichtenberg ont- vangen, krijgen bij hun entree 'n instructieboekje, getiteld: „Huis- it orde", waarin een groot aantal huisregels, aanwijzingen en raad je gevingen slaan. Ook prinses Mar- griet krijgt een exemplaar van. 't J broehuretje. Ook zij is onderwor- pen aan de regels, waarvan wjj er enkele weergeven. „De dienstkleding moet ,,un i- J form" zijn en keurig verzorgd. k De mutsbanden onder het haar J vastmaken. Bij het uniform dra- J gen we geen sieraden of verlo- 4 vingsringen. Verder stevige, it zwartleren schoenen met gummi- 4 k hakken. Als je buiten het zieken- J huis moet zijn, dan geen uniform J dragen of een lange jas over de i jurk en de muts afzetten. Je rentekaart en je eventuele it pensioenpolis bij de personeelsad- 4 k ministratie inleveren. In het zie- J kenhuis niet fluiten of zingen. 4 k J In het belang van je gezondheid J geen maaltijden overslaan. Kom op tijd aan tafel. We eten op de J it juiste plaats, dus de eetzaal, zo- 4 k dat er niet onrechtmatig van pa- tiënten voedsel gebruikt wordt. 4 i Telefoon er mag in diensttijd J niet opgebeld worden. Alleen voor zeer dringende zaken worden ge- if sprekken aan de dienstdoende 4 k hoofdzuster doorgegeven. In de vrije tijd kan de leerling zowel als de gediplomeerde zus- J ter bezoek op de kamer ontvan- gen. Regels hiervoor en inlichtin- J J gen bij het hoofd van de huishou- 4 ding. k Bij vertrek: de directie groeten. i Toekomstig adres opgeven bij dl- it rectrice en administratie." -¥■ Nu gisteren de jacht weer Is opengegaan zullen spoedig ook wel weer de protesten van dierenbe schermers volgen, die denken dat de jacht bestaat uit. het neerknallen van wild zodra dit „in het vi zier" komt. Jagers zyn echter geen brute dlerendo- i ders. Jagen Is een stokoude bezigheid. In de primi tieve maatschappij was (en ls) het een kwestie van dood of leven voor de een of ander. Het dier zag in lat tweebenige wezen een smakelyk hapje; aan de andere kant was de spreuk: „Het is de groente die het 'm doet" nog niet w(jd verbreid, dus de mens zag er, als alleseter, geen been in het dier aan te vallen en op te eten. By een gecultiveerd volk is daarvan geen sprake meer. Het zelf doden van de dieren ls niet meer nodig. Dat doen nu heren in wit te jassen voor ons. Het vlees ligt in vele variëtei ten, panklaar, in diepvriesvitrines op ons te wach ten. Is de jacht dan toch een overleefde sport? Er zijn echter nog steeds mensen, die de smaak van echt wild willen proeven. Die Is toch wel heel an ders dan die van die door- en door tanima koe, die s oeros in die tyd een heel wat pittiger 1 kruidiger smaak had. Dat weten we niet uit eigen ervaring, maar van een oervader, Bo met de knots, ons dit als beeldverhaal op een rotswand vertel- Er kriebelt in ons bloed nog steeds zoiets als een jachtinstinct, dat wij van deze voorouders hebben geërfd. De mens is echter door zijn voortreffelijke wapens altijd superieur aan het dier. Er blijft voor het jachtinstinct niet veel over, als het op het „neer leggen" van wild aankomt; het gaat te gemakkelijk. Daarom heeft de mens, dat wil zeggen de jager i. voor zichzelf een aantal regels vastge steld. waarmee hjj het zich wat moeilijker maakt En de echte jager, die ondanks de verlopen eeuwen toch nog een beetje oermens is, houdt zich aan die regels. Hij jaagt „weidelijk". Het wild krijgt een kans om weg te komen. Hij zal daarom het wild niet overvallen, zoals mogelijk is dieren met schutkleuren. Die kan men dicht na deren, voordat zij vluchten. Het zou zo gemakkelijk zijn zo'n haas, patrijs of fazant te doden. Maar de jager voelt er niets voor zo'n dier „ar.n flarden" te schieten. Xleinwild Dit kleinere wild wordt daarom door drijvers opge dreven. Het wild is dan in beweging. Het kan zich verbergen, zodat de drijvers het ongemerkt passe ren wat meer gebeurt c'an men denkt of 't kan de „geweren" zoals de jagers tijdens de jacht wor den genoemd ontwijken en zo aan het dodelijke schot ontkomen. Dit rennende of vliegende wild nu vormt het doel van de weidelijke, sportieve jager. Is het schieten van te dichtbijziend wild oneervol, aan de andere kant mag het ook niet te ver weg zijn, omdat dan de kans bestaat dat het wild wordt gemist or* aangeschoten, wat nog erger is, omdat de jager dan verplicht is dit dier direct <-p te spo ren en het een „vangschot" leindschot) le geven. Op dit kleinwild wordt geschoten van ongeveer 15 tot 40 meter afstand. Ook wordt bijvoorbeeld niet ge schoten op een fazant die lager vliegt dan 12 15 meter. Maar vliegen moét ie, want het is tenslotte een vogel, en liefst met grote snelheid, zodat het schot niet te gemakkelijk wordt. Dat is wat de ja ger trekt. Landbouw Jagen Is echter meer dan een tydverdryf. Het is ook noodzakelijk. De noodzaak van 't jagen op wild wordt mede bepaald door de landbouw. Er zijn nu In ons bloed kriebelt nog steeds zoiets als een jachtinstinct eenmaal dieren, die aan de oogst aanzienlijk schade zouden toebrengen, als men ze hun gang liet gaan. Daarom mag het hele jaar door gejaagd worden op houtduiven, Vlaamse gaaien, eksters, kraaien en konijnen. ZIJ zijn de grootste belagers van de landbouwgewassen. Soms neemt die schade zulke vormen aan, dat men de jagers uit de buurt moet uitnodigen om de vraatzucht van de dieren wat in te perken. Jagers zijn de vrienden van de boeren. Selectief De andere in het wild levende dieren zijn wel min of meer schadelijk, maar er inag niet onbeperkt op gejaagd worden. Is de jacht op een bepaald dier wel geopend, dan is er nog geen sprake van neerschieten van wat de jager tegenkomt, maar van een selectief afschot. Dat wil zeggen, dat eerst zieke of onvolwaardige dieren worden bejaagd. Pas daarna gaat de jager over tot het afschieten van zijn aantal. Want dit aantal wordt tevoren vastgesteld door de jachtopziener, die van de wild stand in het door hem beheerde gebied volkomen op de hoogte is. Hij kent dus de aantallen van de wildsoorten, en weet hoeveel exemplaren kunnen worden afgeschoten zonder de stand, het voortbe staan van de soort, schade te doen. Hij kent ook de zieke en onvolkomen exemplaren en deelt dit de jagers mee. zodat die op de hoogte zijn van wat en hoeveel zij mogen schieten. Wat overblijft zijn de gezonde en sterke dieren. De jachtopzieners en jagers zorgen op die manier voor het op peil houden van een gezon.le wildstand. Zo worden over het algemeen meer mannetjes dan vrouwtjes geschoten, omdat de vrouwtjes het aan tal op peil houden. Bij fazanten wordt gerekend dat één haan. als een soort sultan, ongeveer acht hennen in zijn harem nodig heeft, zodat het teveel aan hanen kan worden bejaagd. Patrijzen daaren tegen zijn monogaam, en broeden even trouw als het vrouwtje. Zijn de eerste kuikens uit het ei. dan zoeken zij bescherming onder de veren van papa. Het spreekt vanzelf dat tijdens de paartijd en het opgroeien van de Jongen in het geheel niet wordt gejaagd. Hoogzit Het kleinwild wordt dus meestal gedreven. De Ja ger gaat echter ook wel alleen op pad met zijn hond. Het wild wordt dan „voor de voet" gejaagd. Drij ven is ook het geval bij wilde zwijnen, in jagers taal „zwartwild" genoemd. Op reeën, 't roodwrild, wordt gejaagd door „aanbersen" of van de „hoog zit", wat wil zeggen, dat het reewild te voet wordt benaderd, of vanaf een hoge post wordt afgescho ten. Al lijkt dit laatste op het eerste gezicht erg gemakkelijk; de Jager moet om te beginnen maar afwachten of er wat komt. Bovendien is het wild verre van achterlijk; het denkt er niet aan om vlak onder de hoogzit te lo pen, maar mijdt het object op behoorlijke afstand. De stadsbewoner geeft bij strenge winter of bij sneeuwval de vogels brood. Maar wie bekommert zich om het wild ln de bossen? Dat zijn de Jagers en jachtopzieners! Zij voeren het roodwild hooi en en de eenden brood. Het zou gemakkelijk zijn gro- ^-te jachtbuit binnen te halen, als die eenden geen open water meer hebben en op het ijs zitten. Maar daar denkt de jager niet over: hij jaagt immers weidelijk, wat wil zeggen dat het wild altijd een kans moet hebben. Hij schiet eenden dus alleen vliegend. In de rul hebben de eenden ook niets te vrezen, omdat zij dan minder goed vliegen, en er in die periode niet op gejaagd wordt. Jagen is dus niet zo eenvoudig als het vestmeaten en het in beperkte ruimte opsluiten van slachtvee, het opfokken van eenden en kalkoenen in de kerst tijd, om aan de enorme vraag te kunnen voldoen. Van al deze dieren is het zeker dat zy voor de bijl" gaan. Het wild in het vrije veld maakt nog een redelijke kans te ontkomen, als de jager ei- enkele tracht te verschalken. In de sportvissery gaat het ruwer toe. De gevangen vis wordt levend naar water snakkend mee naar huis genomen en daar pas, voor zover nog levend, gedood. Dat begrijpt een jager niet. Hijzelf doodt zo snel mogelijk. Vandaar de afstand van 15-40 meter, waarbinnen het schot dodelijk is. Verantwoord Aan prins Bernhard wordt verweten geld in te za melen voor het World Life Fund, terwijl hij aan de andere kant nogal eens op Jacht gaat. Als er echter niet meer gejaagd werd. zou het wild aan zichzelf te gronde gaan. De gebieden waarbinnen de dieren zich kunnen bewegen, worden immers steeds kleiner. De oorzaken zijn bekend: de groei ende behoefte van de mens aan woonruimte en ex ploitatie van de bodem. De dieren, zowel het grote als het kleine wild. hebben nu eenmaal een bepaal de oppervlakte nodig om zich te kunnen handha ven. Zouden ze zich zonder meer vermenigvuldi gen, dan zou de hoeveelheid wild zo groot worden, dat het gebied niet voldoende voedsel meer zou op- De jachtopzieners bepalen hoe er verantwoord kan worden gejaagd. Iedere bona fide jager houdt zich aan die aanwijzingen. Het enige wat wij hen kun nen „verwijten" is dat zij in de jacht een zekere voldoening vinden. Ondanks dat zij ln de eerste plaats vrienden van de natuur zyn. Platenmarkt toont nog groei UTRECHT (ANP) Hoewel de nor male grammofoonplatenmarkt nog steeds bepaalde verzadigingsverschijnselen ver toont. zijn er toch tekenen die wijzen op een verdere groei in de nabije toekomst. Dit wordt geconstateerd ln het jaar verslag van de STEMRA. de stichting tot exploitatie van mechanischc-rcproduktie- rechten der auteurs. De STEMRA heeft in 1964 ruim drie miljoen gulden aan rcproduktierechtcn geïncasseerd. Dit cij fer werd nog niet eerder in een jaar bereikt. De platenindustrie leverde met een be drag van 2.2 miljoen weer het belangrijk ste aandeel in de ontvangsten aan repro- duktierechten (vorig jaar 2 miljoen gul den). aan loonpersingen kwam ruim een ton binnen 1 vorig jaar 76 mille), de radio- omroepen leverden 314.000.— (vorig jaar 293.000.Aan de reproduktierechten- pot en uit het buitenland kwam 283.000.- binnen (vorig jaar 219.000.— Van de totale opbrengst is ruim 1.1 miljoen gul den uitgekeerd aan STEMRA-aangeslo tenen in het binnenland en 325.000. aan buitenlanders De Dusseldorper dr. Schenk sal op tS en t6 oktober tachtig schilderijen van grote meesters veilen. Rembrandt en Rubens zijn hierbij vertegenwoordigd. Als het klapstuk van de veiling kan worden beschouwd het jJ'ortret van een jongeman" van Rembrandt. (Van onze onderwijsmedewerker Het katholiek hoger onderwijs moet in het collegejaar 1965-1966 3,5 miljoen gulden bijeenbrengen om de gestegen exploitatie-uitgaven van het weten schappelijk onderwijs te kunnen finan cieren. In de praktijk komt dit echter neer op een beroep op het katholiek be volkingsdeel van ons land. Noch de uni versiteit van Nijmegen, noch de hoge school in Tilburg beschikken immers over voldoende eigen inkomsten. De rijksoverheid subsidieert de lopen de uitgaven van deze instellingen slechts voor 95 procent. Het bijzonder hoger onderwijs moet dus zelf vijf pro cent bijeenbrengen, hetgeen beschouwd kan worden als de prijs die voor onafhankelijkheid betaald moet worden. De medische faculteit was startpunt en toen in <'51 door 'n commissie die door 't episcopaat was ingesteld 'n rapport was uitgebracht over de financierings wijze van de op te richten medische faculteit van de katholieke Nijmeegse universiteit was het voor de ingewijden spoedig duidelijk, dat ook andere secto ren van het katholiek hoger onderwijs financiële begeleiding vergden. Het episcopaat aarzelde dan ook niet om in 1955 opnieuw een beroep op deze com missie te doen. Haar werd gevraagd 'n advies uit te brengen op welke wijze de gelden voor het gehele katholiek hoger onderwijs in ons land het beste konden worden bijeengebracht. Het advies werd een jaar later gevolgd door een financi eel plan waarvan de belangrijkste con clusie was. dat over enige jaren eer jaarlijks tekort van ongeveer 3.5 mil joen zal moeten worden gedekt. Waarvan niet meer dan tien procent uit de jaarlijkse opbrengst van de v mogens van de St.-Radboudstichting van de katholieke hogeschool zou kunn komen. Nu is het ogenblik gekomen, waarop dit grote tekort zich inderdaad werkelijk manifesteert. De St.-Rad boudstichting die in 1961 veranderd is in het overkoepelende orgaan dat jaar lijks de bestemming van de door de stichting centraal fonds voor katho liek hoger onderwijs bijeengebrachte gelden bepaalt, staat momenteel vo de moeilijke taak dit groeiende tekort dekken. Het doel van de stichting Is „de bevordering van de beoefening der wetenschap en het wetenschappelijk derwijs ln Nederland. In het licht vai katholieke geloofs- en levensleer". Daardoor doet zij telkenjare een roep op alle katholieken in ons land een bijdrage te geven. Per katholiek niet meer dan een gulden nodig zijn, doch telkenjare blijkt opnieuw dat de vrijgevigheid niet erg gToot is. De meesten doen de zaak af met de op- I merklngt .Wat interesseert mij het ho- Ondanks do aansporingen in de Kerk die elk jaar op universiteltszondag wor den gedaan, komt het benodigde be drag niet bij elkaar. Geen volledige subsidie. Bij velen hoort men de raag rijzen: waarom wordt 't katho liek onderwijs niet volledig door 't rijk gesubsidieerd? De resterende vijf pro ent bij de exploitatie-uitgaven geven de beide instellingen echter de vrijheid in eigen hoogleraren te benoe- en en liun •dudleprogramma in 't ka- •r van de hoger-onderwijswet en het ■ademisch statuut in te richten, zoals ensclijk wordt gevonden voor de oplei ding van katholieke intellectuelen. Vooral de vrijheid in het benoemings beleid wordt niet graag prijsgegeven aan de overheid. Naast de hogeschool Tilburg en de universiteit te Nijmegen heeft de vrije universiteit te Amster dam (protestant-christelijk) dit recht, terwijl de benoeming van docenten en j medewerkers bij «Ie rijksuniversiteit der overige hogescholen een zaak van de overheid is. De gemeentelijke univer siteit van Amsterdam maakt hierop een uitzondering, 't Amsterdamse gemeen tebestuur heeft namelijk een grote vin ger in de pap bij de aanstelling van de leerkrachten. Doch zelfs bij een op han den zijnde subsidiëring van 100 procent zullen er randbehoeften blijven, die om passende vervulling vragen. De Rad- boudstichting heeft niet alleen de finan ciële taak aan de beide hoger-onder- wijslnstellingen maar ook dient zij zc-g te dragen voor de instandhouding en In stelling van katholieke leerstoelen voor andere hogescholen en universiteiten, terwijl haar zorgen zich bovendien uit strekken over het katholieke studenten- We behoeven hierbij slechts aan de huisvestingsnood te denken om ons de noodzaak van de fondsvorming te kun nen voorstellen. Tweederde van de ka tholieke studenten studeert niet ln Nij megen of Tilburg maar ln andere uni- versiteitsplaatsen. Hun begeleiding vergt grote sommen geld die slechts ten dele door het rijk worden verstrekt Sedert 1923 toen de katholieke universiteit haar poorten opende, hebben de Neder landse katholieken ruim 24 miljoen gul den voor het hoger onderwijs bijeen ge bracht. Ondanks deze aanzienlijke bij drage zullen in de komende decennia tientallen miljoenen nodig zijn om alle behoeften te bevredigen. De tekorten zullen blijven aanhouden in tegenstelling met de situatie bij de vrije universiteit, die veel exploitatiete korten kent. Het kwantitatief kleinere protestants (voornamelijk gereformeer den) volksdeel brengt meer op dan de katholieken. Zelfs aan de bouw van het academisch ziekenhuis dat onge veer 20 miljoen gulden heeft gekost, hebben zij bijgedragen. Men zal In ka tholieke kringen een duidelijk standpunt moeten innemen. De keuze is slechts beperkt. Of een goede functionering van katho liek wetenschappelijk onderwijs met fi nanciële steun van de achterban of een vaarwel van het bijzonder onderwijs en volledige financiering door do overheid, gezien de onvoldoende opbrengsten van de parochiële inzamelingen. On danks de grote inspanningen van het centrale comité, de diocesane en de pa rochiële comités geeft men klaarblijke lijk do voorkeur aan het tweede alterna tief: men s er namelijk nog niet ln ge slaagd om tot de zo noodzakelijk hoge re opbrengst te komen. Centralisatie is levensgevaarlijk voor gemeenten t Van een onzer verslaggevers) DEN HAAQ Centralisatie mag dan het wachtwoord van de nieuwe tyd zyn, zij Impliceert onpersooniyke machtsver groting. die gepaard gaat met persoon lijke gezagsverklelnlng. zy vreet aan het lokale, het eigene, het persooniyke. Ook. en Juist daarvoor treedt het genoot schap van burgemeesters ln het kryt. En na tien jaar pretendeert het recht van spreken Dit zei mr H A M T. Kolfschoten, burgemeester van Den Haag en voorzit ter van het genootschap van burgemees ters gisteren in de Kuraaal ln Schevenln- gen waar het tienjarig bestaan van het genootschap is gevierd. Op het punt van de centralisatie zag hy de noodzaak ln van planning op groter schaal dan ge wend, bestuursmacht van centraler en slagvaardiger aard dan wellicht de bur gemeester lief ls, Een zekere tegendruk tegen de centrale macht zou moeten lig gen ln het verlenen van medezeggen schap aan onder meer de gemeenten bQ het bepalen van het algemene beleid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 9