ook Jeugd Rode Kruis leidt bloeiend bestaan In de Krantentuin en ander over de Rijnvaart ONS KNUTSELHOEKJE VOOR JOU BOLLEN EN KLOMPEN Voor Europese eenwording: wederzijdse waardering vereist LOPEND VUURTJE Klaar voor werk in colonne PAGINA 6 DE LEIDSE COURANT ZATERDAG 16 OKTOBER 1965 Na onze geestelijke genietingen in de Keulse Dom kwamen na de afvaart al spoedig de schoonheden van het Rijndal in zicht. Aan de westzijde waren het de Eifel en de Hundsrück (Hondsrug) en aan de oostoever het Zevengebergte met de Drachenfels (Drakenrots), dan het Westerwoud en de Taunus, waartussen de Rijn zich een vry smal dal heeft weten uit te slijpen. Soms naderen de heuvels het bed van Vader Rijn zo dicht, dat men vanaf de boot haast tegen loodrechte wanden van groen opkijkt. Slechts hier en daar wijken ze een weinig uit elkaar om een dal te vormen, dat aan een zijrivier of aan een onooglijk beekje de weg naar de Rijn vrij laat. Aan de mond hiervan liggen dan de schilderachtige dorpjes en stadjes, die haast elk bebouwbaar plekje in het nauwe dal hebben ingenomen en noodgedwongen zich daarna ook nog moeizaam naar boven hebben uitge breid, zodat het wel lijkt of de huizen tegen de hellingen aangeplakt zijn. Maar waar 't maar even kon, ligt er om elke woning toch nog een klein bloemen- en zelfs een enkel groente tuintje. Soms ligt een woninkje of ook wel een kapel of een kerkje te pronk gezet op een uitstekend rots- plateautje. Men vraagt zich wel eens af, waarom men ze juist daar heeft neergezet. Blijkbaar is men bij de aanleg meer bedacht geweest op het schoonheidseffect en 't schilderachtige, dan op het meest praktische van de plaatsing. Sommige huisjes lijken wel kiekeboe te willen spelen, zo leuk liggen ze te schuilen tussen het geboomte. Ho gerop ligt op bijna elke berg- of heu veltop een of andere ruïne door de alles slopende tijd nog uitgespaard van de talloze kastelen en ridder burchten uit de grijze middeleeuwen. Vele van deze sombere resten waren eertijds het verblijf van de beruchte stenen overblijfselen leven in de her innering der mensheid nog voort om de meest gruwelijke geschiedenissen die er zich om hebben afgespeeld. Sommige hiervan hoop ik in de loop van mijn verhaal over onze Rijnvaart nog wel eens te vertellen, als we toekomen aan onze „Rijnsagen". We gaan nu eerst verder met het verdere verloop van onze bootreis. Bonn is nu de eerste van de belang rijke steden, die we voorbij varen. Het is nu van een vrij onbeduidende Rijnhaven verheven tot de hoofdstad van West-Duitsland. 't Is zeer fraai gelegen en kan nu bogen op talrijke schone gebouwen, waarin de regering en haar voornaamste vertegenwoor digers gehuisvest zijn. De omroeper wees ons o.a. op de prachtige villa (paleis), die Adenauer bewoonde, de man, die jarenlang aan het hoofd van de nieuwe Westduitse staat gestaan heeft. De volgende stad van belang is Koblenz, waar de Moezel uitmondt in de Rijn. Hier liggen de geweldige vestingwerken, die de vijand uit het westen de lust moest benemen om daar Duitsland binnen te vallen. De volgende stad is Bingen, waar de Rijn ombuigt naar 't oosten. Daar varen we het „Binger Loch" binnen, nadat we tussen Koblenz en Bingen de ge vaarlijke Lorelei gepasseerd zijn, waar van jullie later meer zullen horen. In 't Binger Loch, waar 't Rijnbed zich sterk vernauwt, is het een ge drang van schepen, want hier voegen zich bij de Rijnvaarders ook nog de vele vaartuigen, die de Main komen afzakken, de grote zijrivier van de Rijn, die thans ook een zeer drukke scheepvaart heeft. Het getoeter van de boten, die elkander waarschuwen, is hier niet van de lucht. Als je die drukte met belangstelling gadeslaat, valt het je op, hoe telkens weer het „rood-wit-blauw" van Nederlandse schepen tussen' de anderen opduikt. roofridders, die als adelaars uit hun ^eb daarbij opgemerkt, hoe veilige hoogte uitkeken naar prooi: voorbijvarende handelsschepen en langs de Rijn voorbijtrekkende koop lieden. Slechts heel enkele van die gebouwen hebben de tand des tijds weten te doorstaan en zijn nog be woonbaar door lieden met minder kwade bedoelingen. Maar vele van die elke drie schepen, die je ziet er minstens één is, die de Nederlandse vlag voert. Het maakt je als bewoner van een klein land niet weinig trots, dat inderdaad minstens een derde deel van de Rijnhandel door Nederlandse schepen gedreven wordt. (wordt vervolgd). Correspondentie j later kwam ik bij juffrouw v. d. Fluit. Daar was het ook gezellig. Op de grote school kwam ik bij juffrouw I Van Velzen in de eerste klas. die juf- Thea de Romijn, Leiden stuurde bij frouw was heel aardig en lief. In de haar verhaaltje ook een paar aardige tweede klas was die juffrouw wel tekeningën van een olifant en andere IN DE DIERENTUIN We gingen met de hele school naar de dierentuin. We mochten eerst met z'n allen wat rondkijken en toen zei mijnheer Montanus dat we wel alleen mochten kijken, als we maar om half zes bij de bus zouden zijn. Eerst zag ik een olifant. Toen een leeuw die vreselijk brulde. Ik dacht: die zal wel honger hebben. Ook zag ik een panter en een liggende tijger. We kwamen langs het hok van de zeeleeuwen, die met elkaar aan het vechten waren. Ook heb ik een grote aap en een paar leuke kleine aapjes gezien. Daar kon je mee lachen. Er was een trapje in het hok waar ze steeds opsprongen en weer naar be Tegenwoordig zijn er vele wereld wonderen. In de oudheid kende men er slechts zeven: (1) de Cheopspyra- mide in Egypte; (2) het Mausoleum (praalgraf) in Halikarnassos (Klein- Azië); (3) de Artemistempel in Ephe- sus (westkust van Kl.-Azië); (4) het beeld van Zeus in Olympia (Grieken land); (5) de Kolos van Rhodus (Kl.- Azië); (6) de Luchttoren in Alexan- drië (Egypte) en (7) de hangende tuinen van Babyion a/d Euphraat. Van deze 7 wereldwonderen bestaat beetje streng, maar dat moest ook wel. .nu nog alleen maar de Cheopspyrami- Nu zit ik in de derde klas en die juf frouw is ook heel streng, maar ik doe nu goed mijn best. Ik moet nog even zeggen dat ik vijf broers en één zus heb. Joke Mathot, Leiden: MIJN LEVENTJE Ik ben in 1957 geboren op 21 maart. Als baby huilde ik veel, maar toen ik een beetje groter was. werd ik wel een lieve baby. Toen ik 1*4 maanden was, ging ik alleen lopen en wou niet meer in de box. Ik was 8 maanden, toen ik mijn eerste tandje kreeg. Eerst heb ik met mama en papa bij oma en opa gewoond. Papa had voor de trap een hekje gemaakt, anders viel ik naar beneden. Als ik opa langs neden gingen. Ook gingen ze op el- de trap hoorde gaan riep ik: „Opa aars m troon komme dan- Want ik wilde graag kaars ruggen zitten. Ondertussen was het half zes ge worden en moesten we naar de bussen. Het was een fijne belevenis. Fons de Wit, Leiden komt ons iets vetellen over: MIJN LEVENTJE Ik ben geboren op een beneden. Toen ik twee jaar was, gin gen we verhuizen naar de Churchil- laan en toen ik 4 jaar was. kreeg ik er een zusje bij en ging ik naar de kleuterschool. Eerst kwam ik bij juf frouw Cras en later bij juffrouw v. d. Fluit. Ik ging heel graag naar de gen om half reveh Ik woog 6 "ponü ^utersch°o1' want het WaS daar erg en was erg lief en klein Ik kreeg JMe, mijn 2esdc jaar ging ik naar drie kruikjes want ik had het erg d S( AJntoniusschooi en kwam bij ■Ha a ,n a W"2 jufrouw Van Velzen. Ik ging over middags thuis gedoopt, dat vond Jnaar de twe6de klas en „u lk in de derde bij juffrouw De Leeuw. Daar mijn moeder wel een feest. Ik had lange doopjurk aan. Mijn oom en tan te waren peter en meter. Ik groeide vlug en huilde 's nachts nooit. Mijn papa gaf me ook wel eens een flesje. Ik ben in De Rijp in Noord-Holland geboren Ik praatte veel en vlug, maar kon nog niet de w zeggen. Toen ging ik naar de kleuterschool en zat in de klas bij juffrouw Cras. Een jaar EEN BUURT MAANDAG LEUNSTOEL VOETBAD BROER M E I Het boek gaat deze keer naar Willy v. d. Meer. Noordeindé 99 Berkel Z.H. Er kwamen nog goede oplossingen binnen van de hele derde klas van de St. Antoniusschool (bravo!), Ank Bu- ters Warmond; Annemiek Jacobs, Lei den; Marjo Berendscn, Leiden en Ma rianne Buters, Warmond. NIEUWE OPGAVEN I De oplossingen insturen aan: Tante Jo en Oom Toon, Krantentuin Leidse Hieronder staan twee rijeen halve Courant, Papengracht, Leiden. Een spreekwoorden. Ze zijn een beetje mooi boek wordt er weer verloot. En door elkaar geraakt. Zoek de goede wie doet er een verhaaltje bij? helften by elkaar. I vind ik het nog het fijnste, want ik mag altijd de juffrouw helpen, samen met Elsje. Els v. d. Vooren, Leiden: MIJN LEVENTJE Ik ben geboren in Leiden op 3 april 1957. Het was op een woensdagmid dag om half 5. Papa en mama waren erg blij, dat ik een meisje was, na de twee jongens. Ik woog 7 pond en ik had lang zwart haar. Ik groeide erg hard en was nog geen jaar, toen ik al kon zitten. Na 14 maanden deed ik myn eerste stapjes; ook ging ik toen een beetje praten. Ik vond het in de boks erg fijn, ik was heel lief en huilde niet veel. Toen ik niet meer in de boks zat, heb ik eens alle bloempjes uit een plant getrokken. Mama was 'toen wel een klein beetje boos op me. Met 4 jaar ging ik naar de kleuterschool en ik kwam bij juffrouw v. d. Fluit te zitten, omdat er in de andere klas geen plaats was. Na de vakantie was er wel plaats en kwam ik bij juffrouw Cras. Dat was een lieve juffrouw. Op de grote school kwam ik 'bij juf frouw Van Velzen en in die klas deed ik op 3 mei mijn eerste heilige Com munie. Dat was een heel mooi feest. In de tweede klas zat ik bij juffrouw Rikmenspoel en nu zit ik in de derde klas bij juffrouw De Leeuw; ook een heel lieve juffrouw. Eind goed. De morgenstond Beter een half ei, Achter de wolken Beter hard geblazen Wie niet sterk is Beter één vogel in de hand Een gekregen paard Het is niet alles goud Hij lacht als een boer die kiespijn heeft moet slim zijn. wat er blinkt. dan de mond verbrand. heeft goud in de mond. moet men niet in de bek zien. schijnt de zon. al goed. dan een lege dop. dan tien in de lucht. DE KERMIS Om tien uur begon de kermis, 't Was wel vroeg, maar ja, zo gaat het nu eenmaal. Om half elf gingen we naar de optocht kijken. Dat was een mooi gezicht, want er waren leuke dingen. We zagen Pipo de clown, de toverheks, de kok en Zwarte Piet, die was er ook bij. Ja, dat was de hele optocht niet, want er waren wel zeventien wagens, maar die weet ik niet meer. Theo Owel, Leiden: KABOUTER WUBE Kabouter Wube had gouden tover- schoenen. Als hij die aan had, kon hij heel goed dansen. De koning van de kabouters zou een heel groot feest geven en daar zou de prinses natuur lijk ook moeten dansen, maar jam mer genoeg kon de prinses niet dan sen. Kabouter Wube wist daar wel raad op. Hij zou de prinses leren dan sen, tenminste wanneer hij zijn to- verschoenen aan zou hebben. De prin ses vond dat heel aardig en ze spra ken een middag af, wanneer kabouter Wube moest komen. Maar toen 't zo ver was, waren de toverschoenen ver dwenen. Hij zocht overal: in de tuin, in het bos; zelfs langs de sloot, maar nergens iets te zien. Bedroefd ging Wube naar de prinses en vertelde haar alles. „Weet je, wat je moet doen?" zei de prinses. „Ga naar de wijze uil, die is erg knap". Wube ging op weg en toen hij bij de wijze kwam en hem alles verteld had, moest hij een tijdje zijn mond houden, want de uil moest goed na denken. „Daar loopt een mensenjongetje op gouden schoentjes. Ik weet niet of het jouw schoentjes zijn. Ga maar eens kijken. Hij woont aan de andere kant van de sloot". Wube ging kijken en ja hoor, het waren zijn schoentjes. Gelukkig kreeg hij ze van het jongetje terug en vlug ging onze kabouter naar de prinses. Nu kon hij haar dansles geven. Op het feest danste de prinses het meest met Wube. De koning vond het zo prachtig dat hij de prinses liet trouwen met kabouter Wube. Ze leefden nog lang en gelukkig met de gouden schoentjes. jonge Perzische prinses huwde. Daar het vlakke land, waarover zij nu ko ningin zou worden, haar niet beviel, liet koning N. een kunstmatige berg aanleggen met allemaal terrassen (trapsgewijze afdalende vlakken) die rustten op bogen en zuilen. Op die terrassen en trappen liet hij tuinen en bosjes aanleggen met zeldzame bloemen en bomen. Door de muren liepen buizen die voor de tuinen water toevoerden. Na vele opgravingen heeft men sporen en ruïnen en delen van de waterleidingen gevonden. Maar toch kan nog niemand ons vertellen, hoe die hangende tuinen er precies heb ben uitgezien, toen koning Nebukad- nezar ze zijn bruid als een geschenk aanbood. DE KAUW Hans kon maar niet be grijpen, waarom een zwarte vogel, iets klei ner dan een kraai, steeds maar in de schoorsteen van buurmans huis in en uitvloog, net alsof hij er zijn nest in had. „Dat bestaat toch niet", zei Hans bij zichzelf, „daar kan een vogel toch geep nest in bouwen". Maar toch kan de kauw dat. Zij bevestigt n.l. het nest op buigzame takjes, zo dat het blijft hangen. De kauw behoort tot de raafachtige vogels; ze is zwart-grijs met grijs witte hals. Kauwen zijn gezellige vogels, die in troepjes (vluchten) sa menleven. Ze bouwen hun nesten in holle bo men, kerktorens, ruïnen en vaak zelfs midden in" de stad in schoorstenen of in boomgroepen, liefst heel gezellig dicht bij elkaar. In gevangen staat kan met veel geduld erin slagen een kauw te leren praten. Ik liep eens langs een veldje, dat op korte afstand voor een huisje lag. Daar zaten onder veel herrie en drukte wel een 40 kauwen. Niets bij zonders zul je zeggen. Nee, maar het merkwaardige was, dat ik, terwijl ik, al kijkend naar die druktemakers, steeds maar hoorde roepen: „vrek- klap!" Ik keek om me heen om te zien, wie mij zonder reden stond uit te schelden. Je moet n.l. weten dat „vrek- klap" een Limburgs woord is, dat zo iets betekent als „brutale aap". Geen mens te zien! Later bleek me, dat een pratende kauw de dader was. Want een jonge man, die in het huisje woonde, had het scheldwoord ook ge hoord en had begrepen, dat 't van één der kauwen moest komen. Hij wist het dier te vangen en het als een soort huisdier nog enige jaren te hou den. Als men 't huis passeerde, zat de vogel meestal op het dak van de put, die voor de woning lag en me nigeen werd vandaaraf verrast door de uitroep „vrekklap". Ook enkele an dere woorden kon de kauw heel dui delijk zeggen, zodat haar vorige eige naar wel succes had met z'n „spraak les". Op een morgen echter lag de babbelkous verdronken in de put, ver moedelijk slapende erin gevallen. TEKENOPGAVE I bevindt. Ik heb 't zelf ook eerst moe- Neem je kleurpotlood en vul alle ten doen en toen zag ik 't pas: Een vakjes met een punt erin, dan zul je p d m e b op vanzelf zien, wat zich in het midden 7 Het is al weer ruim twee maanden geleden, dat achtendertig jon gens en meisjes uit de Bollenstreek een negen dagen durend bezoek brachten aan Duitsland. Niettemin denken al die achtendertig Bol- lenstrekers nu nog met vreugde terug aan dat verblijf in Borken en aan de banden die werden gesmeed met Duitse jongeren. Jon geren, die allên één doel voor ogen hebben: een bouwsteen aan dragen voor de groei van één verenigd Europa. Toen de acht-en-dertig jongens en meisjes uit de Bollenstreek afscheid namen van hun vrienden in de Duit se stad Borken, boden zij hun gast heren diverse geschenken aan, want: veel geslapen, en dat deed ons goed!" De Duitse jongens en meisjes kregen onder meer klompen en bloem bollen overhandigd. Want, zei Corry van Kampen uit Voorhout: „In het komende voorjaar bloeien dan aan beide kanten van de grens tulpen, als teken van onze vriendschap." Op zondag 8 augustus jongstleden ontmoetten de acht-en-dertig Neder landse jongens en meisjes, meestal jeugdleiders en -leidsters, en lid van «le KWJ, voor de eerste keer hun nog onbekende vrienden in Borken. De burgemeester van die stad, de heer J. Hellmann, drukte het tijdens de officiële kennismakingsbijeenkomst in het stadhuis heel kernachtig uit: ,.Er wordt nu wel veel gepraat en geschreven over de eenwording van Europa, maar die kan in feite tot leven komen door het elkaar leren kennen, een wederzijds waarderen." Voorhoutse Corry van Kampen (25), een van de deelneemsters aan de trip, zegt hierover: „Wé hebben in die negen dagen een veel groter begrip gekregen van eikaars proble men. Kijk, die toestand van twintig jaar geleden, de Tweede Wereldoor log, levert bij velen in ons land nog een vooringenomenheid op jegens de Duitsers. Maar in dit verband moe ten we nu toch opmerken, dat bij heel wat Oosterburen het schuldbe sef leeft voor het onrecht ons, Hollanders, aangedaan. Bovendien moeten wij leren vergeten én ver- Berlij iise muur Acht-en-dertig Nederlandse en twee-en-veertig Duitse jongeren uit Borken hebben op velerlei wijzen met elkaar kennis gemaakt. „Wij zijn bijvoorbeeld naar Berlijn ge weest", aldus een andere Voorhoutse deelnemer, Jacques v. d. Berg (25). „Wij hebben daar o.m. de beruchte muur gezien. Een muur, die er con creet staat, maar die ook in zijn ab stractie zo'n geweldige scheiding in Duitsland met zich meebrengt." Zoals al eerder werd geschreven: hoofddoel van de trip, die uiteraard liet aangename met het nuttige met zich meebracht, was vriendschaps banden te kweken. „Nou, we kun nen zeggen, dat die banden steeds meer verstevigd worden. Verschil lenden van ons zijn inmiddels al weer IN DE BOLLENSTREEK: een keertje naar hun Duitse vrien den geweest. Volgend jaar brengen onze Duitse leeftijdgenoten een te genbezoek. We hopen, dat we hen net zoveel kunnen bieden als zij ons deden", aldus Jacq. v. d. Berg en Corry van Kampen, die in eigen dorp Voorhout belast zijn met de lei ding van „Contact", waarover wij vorige week schreven. Een groot geheel Om nog even op Berlijn terug te komen: tijdens het bezoek aan die gespleten stad hebben de jonge Bol lenstreekbewoners zich steeds weer geconfronteerd gezien mét die split sing. Hetzij via daar gevoerde ge sprekken, hetzij door bezoeken, grensovergang-problemen enz. „Maar", zo zei Borkens burgemees ter J. Hellman over die visite: „Euro pa kan niet worden gevormd uit de westelijke staten alléén. Het moet een groter geheel worden. Het mag dan moeilijk zijn in de huidige poli- tieke toestand een verwezenlijking van de Europese eenwording voor ogen te houden, het geloof erin moe- r ten we niettegenstaande hébben. Wie C kan dat beter dan de jeugd, die met open ogen en met een gezond opti- w misme de wereld inkijkt!" bekend \7ERZAMELAARS VAN MUNTEN, postzegels, speldjes, enfin noem maar op, opgelet! Vrijdag 22 oktober aanstaande, 's avonds om zeven uur, wordt in het Boshuis aan de Hoflaan te Leiden weer een ruilbeurs gehouden. Deze beurzen worden gehouden op de tweede en vierde vrijdag van elke maand. ^■ERAAKT SKIëN „IN" in de goede stad Leiden en omgeving? Wat er ook van zij: de Nederlandse Ski Vereniging gaat een skigym- nastiekcursus verzorgen in het lokaal van het Christelijk Lyceum aan de Leidse Kagerstraat. De lessen, die elke maandagavond worden gegeven van acht tot kwart over negen, staan onder leiding van een bekwame leerkracht. IN HAZERSWOUDE-GROENENDIJK gaat de jeugd, geboren in de jaren 1945. 1946 en 1947, deze week de eerste discussie-avond hou den. Verscheidene groepjes gaan bij ouderparen uit hun omgeving hun mening over bepaalde onderwerpen spuien en met de ouderen daarover van gedachten wisselen. Een soort 18-jarige cursus-nieuwe- stijl dus. 1 In de Bollenstreek kennen ze de heer P. W. ban de Mark uit Oegstgeest wel. Op verschillende plaatsen heeft hij de-jeugd de eerste beginselen van eerste hulp verlening en vervolgens een meer uitgebreidere kennis daar van bijgebracht. Dat doet hij bijv nog in Voorhout waar het Jeugd Rode Kruisafdeling Rijnland, gemeenten Voorhout, Rijnsburg, Oegstgeest en Warmond (zo luidt de officiële betiteling) niet alleen zijn grote kennis waardeert, maai er ook het nodige van opsteekt. De Jeugd Rode Kruis-afdeling, die in Voorhout is gevestigd, heeft bij voorbeeld zes bezitters van het A-. zes van het B- en zes van het C- diploma. Die diploma-bezitters treft men onder de jongens en de meisjes aan. Nog enkele lessen volgen en de zes eigenaars van hst. C-brevet kun nen, voorzien van het Rode Kruis- insigne, ingeschakeld worden in een colonne! Van jongs af aan (12 jaar) zijn de jongelui al bezig zich de theorie en praktijk van het eerste hulp verle nen eigen te maken. Wanneer ze zestien, zeventien jaar zijn, hebben ze alle in de wacht te slepen diplo- ma's en wat dies meer zij in de zak. j Internationaal contact Enkele weken geleden zijn de „Ro de Kruisers" onder leiding van de dames J. Warmenhoven-van de Nou- land en M. Turnhout-Capel naar het Duitse Geisweit, bij Siegen, geweest om daar deel te nemen aan 'n groot scheepse oefening met EIIBO'ers, brandweerlieden en politie. Natuur lijk werd het nuttige met het aan gename verenigd, maar succes had men tijdens de oefening alleszins. I „Daarom zijn we extra dankbaar I voor alles wat de heer van de Mark onze jeugd in de loop der tijd heeft bijgebracht", aldus een van de leid sters, die zich met de jeugd al weer verheugen op het tegenbezoek van de Geisweilers in het komende jaar. Vriendschap tussen bollenstrekers en oosterburen. TOPTIEN j In de kopgroep van de tien meest verkochte platen in Lei- J den Is in vergelijking met vorige J week niets veranderd, zoals uit bijgaande stand bljjkt. Opvallend is de sprong, die Shawn Elliott J maakte met „Shame and scandlc J in the family": van de negende X naar de vierde positie. Als nieu- weling tenslotte kondigde zich J aan Billy Joe Royals „Down in J the boondocks"! Tussen haakjes X staat weer de stand van de vo- J rige week vermeld. J (1) 1. Eve of destruction X Barry McGuire X (2) 2. Helr> The Beatles X (3) 3. Satisfaction The Rolling Stones (9) 4. Shame and scandie in the familv Shawn Elliott X (7) 5. Look through any win- dow The Hollies (6) 6. Unlversial soldier Donovan (4)7. I got you babe Son ny and Cher 8. Down in the boon docks Billy Joe Ro- (5) 9. Unchained melody The Righteous Brothers (10) 10. Like a rolling stone Bob Dylan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 6