INFLATIE 5 PROCENT PER JAAR
DOOR SPANNINGEN BIJ WELVAART
Begroting vormt bijdrage tot
evenwichtige ontwikkeling
Ontspanning
wenselijk
OVERSCHRIJDING
BEGROTINGSPOSTEN
COMPENSEREN MET
VERLAGING ELDERS
Compensatie
voor tuinders
lil
BOGAERS WIL VOLGEND JAAR
125.000 WONINGEN BOUWEN
Tien miljoen
gulden voor
doorstroming
Voor het eerst subsidie
voor kankeronderzoek
Verschuiving in bestedingen
onontkoombaar geworden
Rijkswegennet
snel groter
pagina: s
r DE LEIDSE COURANT
DINSDAG 21 SEPTEMBER 1965
DE SCHULD DIE WU HEBBEN)
Nationale schuld:
ruim 21 miljard
DEN HAAG De totale staatsschuld
Is In de periode juli 1964Juli 1965 met
1117 miljoen gulden gestegen en bedroeg
begin juli J.l. 21.150 miljoen gulden
(ruim 21 miljard) tegenover 19.973 mil
joen In juli 1964. Deze staging is ont
staan door een toeneming van de bin
nenlandse schuld met 1228 miljoen en
een afneming van de buitenlandse
schuld met 51 miljoen.
De totale rente-uitgaven van de nati
onale schuld zullen voor 1966 per saldo
met 113 miljoen stijgen ten opzichte van
1965. Rente en kosten van de binnenland
se schuld stijgen namelijk met 114 mil
joen, die van de buitenlandse schuld
dalen met 1 miljoen.
De aflossingen op de nationale schuld
zullen in 1966 565 miljoen bedragen, na
melijk 542 miljoen voor aflossingen op
binnenlandse en 23 miljoen voor aflos
singen op buitenlandse schuld.
Toeneming bestedingen bij
conjunctuurpolitiek onderschat
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG. Minister Vondeling van Financiën heeft in de
miljoenennota in een beschouwing betreffende de econoniische
ontwikkeling gezegd, dat zich in Nederland na 1960 een jaarlijkse
inflatie (inkomensstijging boven produktiviteit) heeft voorgedaan
van gemiddeld ongeveer 5 procent. En dit ondanks het feit, dat de
produktie enorm is toegenomen.
auto's, terwijl de vraag naar woningen
sterker toeneemt dan bij een langzame
groei van de welvaart. Hierdoor wordt
een sterke stijging van de overheids
uitgaven (o.m. voor onderwijs, woning
bouw, wegenaanleg) nodig. Weliswaar
komt er ooit een verzadigingspunt, zo
dat de groei van de behoefte aan onder
wijs en auto's overeen zal komen met
de bevolkingsgroei (bij de radio-aan
kopen is dat nu al het geval), maar dan
zal de overheid weer veel meer geld
nodig hebben voor voorzieningen wegens
een enorme bevolkingsdichtheid (lucht
verontreiniging, recreatie e.d.).
Prijsstijging
Na de jaren vijftig, die al door een
lichte inflatie werden gekenmerkt, is de
spanning ln Nederland in de eerste helft
van de jaren zestig steeds opgelopen.
Het gevolg daarvan was een krachtige
tendens tot prijsstijging, zij het niet
voor alle sectoren in dezelfde mate. Het
tekort aan arbeidskrachten leidde mede
tot een jaarlijkse Inflatie van gemid
deld 5 procent De spanningen, die de
op zichzelf verheugende groei van de
economie begeleidden, werden nog in
de hand gewerkt door uitvoerstijging,
stijging van investeringen in gebouwen
en stijging van de rijksuitgaven, als
mede door de verlaging van loon- en
inkomstenbelasting. De behoefte aan
woningen, de sterke drang om de be
lasting te verlagen en de als gevolg
van de welvaart toenemende behoefte
aan tal van overheidsvoorzieningen,
66 JAAR R'JKSUITGAVEN
RUKSUmSAVEN 1900"'66
Sedert de eeuwwisseling tot 1940 be
droeg de produktietoeneming gemiddeld
twee procent per jaar. Na de tweede
wereldoorlog versnelde het proces zich
aanzienlijk. In de afgelopen tien jaar
was de toeneming van de produktie (4
5 procent) zelfs tweemaal zo groot
als in 1955 nog werd geraamd. De in
dustrie heeft dus een grote capaciteit
aan investeringsgoederen. Uitbreiding
van de produktlecapaciteit leidde weer
tot een snelle toeneming van de inko-
En de met de gestegen welvaart
samenhangende vergroting van de
vraag richt zich meer dan proportioneel
op zaken als voortgezet onderwijs en
Maatregelen voor het
midden- en kleinbedrijf
DEN HAAG De regering zegt in
haar miljoenennota, dat zij ten behoe
ve van het midden- en kleinbedrijf ont-
wlkkelings- en saneringsmaatregelen
noodzakelijk acht. Met bet treffen van
deze maatregelen zal in 1966 een begin
worden gemaakt.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG. De overschrijding van de in de vorige miljoenennota geraamde
uitgaven met niet minder dan vermoedelijk 1430 miljoen gulden is voor schatkist
bewaarder minister Vondeling een waarschuwing geweest. Om te voorkomen dat
deze situatie zich in 1966 herhaalt, heeft hij in de nieuwe miljoenennota gestreefd
naar reële ramingen. Tevens maakt hij het parlement duidelijk, dat er voor even
tueel noodzakelijke tussentijdse verhogingen compensatie moet worden gevonden
door verlagingen elders in de begrotingen.
Vorige regering
buiten boekje
Een regelmatige en aanzienlijke over
schrijding van de oorspronkelijke ramin
gen doet afbreuk aan het budgetrecht
van de Staten-Generaal, meent minister
Vondeling. „Het budgetrecht komt niet
ten volle tot zijn recht, wanneer met het
doen van extra-uitgaven wordt vooruit
gelopen op de goedkeuring van de aan
vullende begroting. De oorspronkelijke
begroting verliest er bovendien aan
betekenis door'.
Minister Vondeling houdt het niettemin
voor mogelijk dat ook in de thans door
hem ingediende miljoenennota voor be
paalde posten aanvullende bedragen nodig
blijken. Zoals gezegd heeft hij echter
gestreefd naar het opzetten van reële
ramingen. „Vermeden moet worden dat
door een te krappe opzet van de oor
spronkelijke begroting reeds aanstonds
de kiem wordt gelegd voor latere over
schrijdingen", zo merkt de minister in
dit verband op.
Onvermijdelijk
Inmiddels is minister Vondeling van
oordeel dat de overschrijding van
1430 miljoen in 1965 voor niet minder
dan 1015 miljoen bestond uit onvermij
delijk te achten posten, bijvoorbeeld op
Nieuw plan voor
civiele defensie
kost 300 miljoen
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG De uitgaven voor jus
titie en politie (inclusief civiele verde
diging) worden In de miljoenennota 109
miljoen hoger geraamd dan voor 1965,
namelijk op 869 miljoen. Hiertoe be
hoort 95 miljoen voor de financiering
van een nieuw eivielverdedigingsplan
voor de jaren 1966 tot en met 1968, dat
ln totaal ln die jaren 300 miljoen zal
vergen.
Omdat het personeelstekort bij de po
litie nog geruime tijd zal blijven be
staan en bovendien in de naaste toekomst
een sterke afvloeiing door pensionering
is te verwachten, zullen de tot dusver
succesvolle wervingsactiviteiten krach
tig worden voortgezet. Politiekandida-
ten krijgen, zoals bekend, voorlopig
vrijstelling van opkomst voor militaire
dienst.
Het bedrag van 869 miljoen bevat
voor gevangeniswezen, psychopaten
zorg, reclassering en voorlichting een
post van 86 miljoen, dat is 16 miljoen
meer dan voor dit jaar. De buitenkerke
lijke geestelijke verzorging van gedeti
neerden vanwege het Humanistisch
Verbond krijgt nu ook een subsidie.
Tenslotte worden de uitgaven voor de
kinderbescherming 26 miljoen hoger ge
raamd dan voor dit jaar.
grond van het gevoerde salarisbeleid.
Daarentegen zou volgens minister Von
deling een bedrag van 170 miljoen aan
overschrijdingen voorkomen hebben kun
nen worden door „abrupte ombuiging
van het beleid". Er blijft dan nog
overschrijding van 175 miljoen over,
voorvloeit uit beleidsmaatregelen
het huidige kabinet.
De grootste overschrijdingen in de
begroting voor 1965 werden veroorzaakt
door onder meer algemene salaris- en
pensioenmaatregelen (500 miljoen), de
woningwetvoorschotten (250 miljoen), in
vesteringen wetenschappelijk onderwijs
(125 miljoen), overige onderwijsuitgaven
(155 miljoenL hulp aan ontwikkelings
landen (60 miljoen), landbouwegalisatie-
fonds (60 miljoen), deelneming in de
emissies Hoogovens (60 miljoen), aan
kopen Rijksgebouwendienst (50 miljoen).
Lenen
De financieringsbehoefte van het rijk
in 1965 is door minister Vondeling, met
inachtneming van het vermoedelijk tekort
van het gemeentefonds, berekend op
ongeveer 1700 miljoen gulden. In de
behoefte aan financieringsmiddelen is
voorzien tot een bedrag van 1150 miljoen.
Voor 1966 zal de financieringsbehoefte
van het rijk ongeveer 1100 miljoen be
dragen, waarbij rekening is gehouden
met het verwachte tekort van het
gemeentefonds. Op de voorinschrijfreke-
ningen zal ongeveer 900 miljoen aan
reserveringen beschikbaar komen. In
1-065 en 1966 tal dus nog voor 750 miljoen
op de open kapitaalmarkt dekking moe
ten worden gevonden door middel van
het afsluiten van leningen.
WAAR KOMT HET GELD VANDAAN?
BELASTINGMIDDELEN 1966(v.oflr)
(in min gld.)
In dit verband wijst minister Vonde
ling er nog op, dat de toeneming van
bestedingen de laatste jaren meer Is
onderschat dan de groei van de pro
duktie, hetgeen vermoedelijk ook van
invloed is geweest op het gevoerde
conjunctuurbeleid.
Het jaar 1965 wordt gekenmerkt door
een voortzetting van de spanning op de
arbeidsmarkt en een hoog peil van de
bestedingen, dat wederom de verwach
ting overtreft. De overheidsinvesterin
gen, het particuliere verbruik en vooral
de woningbouw vertonen een sterke
expansie.
De prijsstijging is dit jaar weer groot.
De spanningen op de kapitaalmarkt
baren ernstige zorg. De ontplooiing van
de woningbouw maakt het noodzakelijk
in de volkshuiehouding ruimte vrij te
maken. De meer dan volledige werk
gelegenheid heeft gevolgen voor de no
minale inkomensontwikkeling. Enige
ontspanning is dan ook om meer dan
één reden wenselijk en het nastreven
waard, aldus de bewindsman
DUURDERE STOOKOLIE:
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG Tuinders, die belang
rijke hoeveelheden stookolie in hun be
drijven gebruiken, kunnen compensatie
krijgen in verband met de verhoogde
accijnzen op minerale oliën.
De regering heeft namelijk voorge
steld, eenzelfde gedragslijn te volgen
als destijds bésloten is bij de invoering
van het bijzonder invoerrecht op mine
rale oliën. Als gevolg daarvan werden
maatregelen getroffen, dat tuinders dit
invoerrecht terugkregen bij de export
van hun produkten. De regering over
weegt thans bij algemene maatregel van
bestuur ook de accijnsverhoging via de
export te compenseren.
Nationaal inkomen
weer fors gestegen
1950 rekening
1956 rekening
1961 rekening
1968 rekening
196?"voor™, rekening"
1964 vermoedelijk 55.270
1965 vermoedelijk 61.400
1966 begroting 68.390
11.484
4T.330 12.342
4.792 28
9.113 31
11.178 27.2
f26.1
14.575 26.4
16.439 26.8
18.150 26.5
100 miljoen nieuwe
centen in aanmaak
DEN HAAG. Het munt-
programma voor 1966 voorziet,
blijkens mededelingen in de
miljoenennota, in de aanmaak van
vijf miljoen rijksdaalderstwintig
miljoen guldeni, vijfentwintig
miljoen kwartjes, vijftig miljoen
dubbeltjes, twintig miljoen stuivers
en honderd miljoen centen.
fL WONINGBOUWPROGRAMMA
1961-1966
Defensieplafond
doorbroken door
hogere salarissen
DEN HAAG De salarisverhogingen
hebben het defensieplafond met 125
miljoen gulden doorbroken. Enige an
dere verhogingen zijn daarbij de oor
zaak, dat het plafond, in 1964 vastge
steld op 2,583 miljard gulden, omhoog
gedrukt is tot 2,727 miljard gulden.
Minister De Jong van Defensie had dit
overigens in zijn defensienota 1964 al
voorzien. Toen reeds kondigde hij aan.
dat men rekening zou moeten houden
met stijgingen tussen 15 en 20 procent.
De bouw en vernieuwingsplannen
voor de krijgsmacht gaan precies langs
de lijn, zoals in de nota 1964 uitgestip
peld is. De nadruk ligt daarbij op de
NAVO-verplichtingen, die Nederland
aangegaan heeft! Voor de landmacht be
tekent dit een voortzetting van de me
chanisatie en de motorisering van voor
al de parate eenheden.
Het opbouwprogramma voor de lucht-.,
macht worejt voor wat, het vliegend ma
terieel betreft in 1966 voltooid. Het Hun-
tersquadron blijft ook volgend jaar ge
handhaafd ten behoeve van de vlieger
oefeningen. De in aanbouw zijnde con
ventionele onderzeeboten en de fregat
ten van de Van Speijkklasse worden in
1966-1967 in dienst gesteld. Bovendien
begint men met de bouw van twee één-
cilinderonderzeeboten en van twee fre
gatten, die voorzien worden van een ge
leidewapensysteem.
De personeelsvoorzieningen. zeker
voor wat het aantal beroepskrachten
specialisten betreft, blijven zorgen baren.
De wervingsactiviteiten worden daar
om uitgebreid. Dit geldt vooral voor de
vrijwillige technische specialisten in la
gere rangen. Minister De Jong gaat ook
door met het concentreren van de diver-
opleidingen.
(Van onze parlementaire redactie
DEN HAAG. - Minister Bogaers
(Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening) wil in 1966 een record
aantal van 125.000 woningen in
aanbouw nemen, nog afgezien
van cirea 3000 zogenaamde vrije-
tijdswoningen die volgend jaar
gebouwd gaan worden. De be
schikbare bouwcapaciteit wil hij
zo volledig mogelijk gaan be
nutten.
De verdeling van die 125.000 wo
ningen wordt globaal aldus: 60.000 wo
ningwetwoningen, 16.250 gesubsidieerde
particuliere huurwoningen, 23.750 eigen
woningen met bezitsvormingsbydragen
en 25.000 woningen in de ongesubsi
dieerde sector. Voor de financiering van
de woningwetbouw met voorschotten is
in de miljoenennota 1721 miljoen uitge
trokken. (De financiering over 1965 be
loopt verm>edelijk 1393 miljoen).
In de miljoenennota wordt er nog
eens de nadruk op gelegd, dat er naast
uitbreiding van de produktie maatrege
len gewenst zijn op het gebied van de
distributie. In dit verband wordt ander
maal gewezen op de noodzaak van een
huur- en subsidiebeleid dat de zoge
naamde „doorstroming" door het wo
ningbestand bevordert. Daarom wordt
"voor het eerst 10 miljoen gulden uitge
trokken als bydrage aan de gemeenten
in de kosten van de vorming en in
standhouding van een doorstromings
fonds. Ook de bij de Tweede Kamer
ingediende wetsvoorstellen tot wijziging
van de Huurwet willen aan het door-
stromingsbeleid gestalte geven. In die
voorstellen is, zoals bekend, o.m. voor
zien in een voor diverse groepen van
bestaande woningen gedifferentieerde
huurverhoging in twéé fazen, namelijk
op 1 januari 1966 en 1967. Bovendien
wordt voorgesteld om met ingang van
1 januari 1968 de huur van met rijks-
steun tot stand gekomen woningen ieder
jaar met 4 procent te verhogen, zolang
tenminste nog een jaarlijkse bijdrage
wordt ontvangen.
De voornaamste posten voor huursubsi
dies in 1966 zijn:
a: bijdragen in de exploitatiekosten van
vóór 1966 bewoonde woningwetwo
ningen 130 miljoen:
b: premie- en bijdrageregeling gesub
sidieerde particuliere woningbouw 62
miljoen:
c: bijdragen in de kosten van verwer
ving van een eigen woning 10 miljoen;
d: kosten van woningverbetering en
-splitsing 6 miljoen.
Het aantal woningen dat dit jaar ge
reed zal komen wordt thans op 110.000
geraamd (1964: 101.000).
Menzouca.SBSioar
elke seconde één gul-
Ui h kunnen geven
nodig hebben om lot
lömiljand Ie lellen
eeuwen eer er18mil-
jard dagen zijn ver loper
Men kan er ieder
mens op de aarde ca.
bgulden van geven
18 miljard hoofdharen
NAASTeijraarge^n
360km
18 miljard graan-
konels weger frj
ca 19.000 k«k> gj
SLOTWOORD VAN SCHATKISTKANSELIER
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG. „De ontwerpbegroting 1966 kan een goede bijdrage leveren voor
een evenwichtige ontwikkeling van ons Jand, zowel op langere als op kortere termijn.
Enerzijds wordt aan een aantal dringende behoeften, waarvan de vervulling voor
de groei van veel betekenis is, tegemoet gekomen. Anderzijds wordt recht gedaan
aan de noodzaak het stabiliserend element in het begrotingsbeleid meer accent te
geven. Het een èn het ander, brengt een zeker verzwaring van lasten mee. Ik zie dit
evenwel ais een onmisbare voorwaarde om de belangrijkste doelstelling van het
financiële beleid: een evenwichtige groei, te bereiken".
Hetzelfde geldt voor andere overheids
voorzieningen. Hoewel de bevolking niet
sneller stijgt dan voorheen, worden de
gevolgen van de groeiende bevolkings
dichtheid, mede door de toenemende wel
vaart, steeds meer voelbaar. Ons land
begint hier de grens te naderen, die alleen
zonder grote bezwaren kan worden over
schreden. wanneer ingrijpende maatre
gelen op het gebied van de ruimtelijke
ordening, de recreatie en de bestrijding
van lucht- en waterverontreiniging, wor
den getroffen.
De twee vorige kabinetten hebben er
naar gestreefd voor de hogere rijksuitga
ven. die zich ook toen reeds opdrongen,
plaats in te ruimen door andere uitgaven
minder te doen stijgen dan het nationale
Inkomen. Dit betekende: de noodzakelyke
verschuivingen binnen het nationale be
stedingspatroon opvangen binnen de
rijksuitgaven.
Het huidige kabinet acht. gegeven de
maatschappelijke ontwikkeling, een ze
kere relatieve stijging van het totaal van
de rijksuitgaven en daarmee een ver
schuiving in de verhouding tussen parti
culiere sector en overheid onontkoom
baar. Het aanvaardt daarvan de onver
mijdelijke gevolgen in de belastingsfeer.
Te weinig tegenstroom
van vorig kabinet
Dit zegt de minister van Financiën, dr.
Ir. A. Vondeling, in de slotbeschouwing
op zijn miljoenennota. Deze beschouwing
is dit jaar weinig meer dan een samen
vatting van hetgeen in meer algemene
bewoordingen reeds eerder is gezegd.
Weliswaar gaat de schatkistkanseller op
enkele aspecten wat dieper in, het neemt
toch niet weg, dat deze slotbeschouwing,
ln tegenstelling tot vorige jaren, geen
omvattend beeld geeft van de financieel -
economische positie, waarin ons land ver
keert en van de verwachtingen, die voor
teer nabije toekomst gekoesterd mo
gen worden Waarschijnlijk vloeit dit
voort uit het feit, dat de minister van
Financiën reeds in de bespreking van de
onderdelen van zijn beleid zijn visie op
die toekomst heeft gegeven
Uitgangspunt van het regeringsbeleid
voor 1966 is een betere aanpassing van
i het bestedingspatroon aan de bestaande
I behoeften Met de groei van de produk-
Demogelijkheden neemt de omvang van
de behoeften toe. De vraag naar onder
wijs. vooral naar de duurdere vormen
daarvan, stygt snel. Het ls wenselijk, al
dus minister Vondeling, dat daaraan in
redelijke mate wordt tegemoet gekomen.
Deze voorzieningen worden echter nage
noeg kosteloos ter beschikking gesteld.
Wanneer die lijn zich voortzet, zijn te
gelijkertijd maatregelen noodzakelijk om
de particuliere vraag ln andere richting
te beperken
Harmonisatie
Het uitgavenbeeld noopt thans tot
verhoging van de belastingtarieven. Dit
geldt niet alleen voor de uitgaven volgens
de begroting-1966 maar ook voor die van
1965. De overschrijdingen in dit Jaar
werken immers door in volgende Jaren en
dienen daarom nog te worden gecompen
seerd. De keuze is daarom vooral gevallen
op de indirecte belastingen.
De directe belastingen nemen in ons
land reeds een grote plaats in. Boven
dien werkt de progressie drukverzwarend.
Ook is een zwaarwegend argument, dat
bij het voortschrijden van de harmoni
satie binnen de E.E.G. aan een verschui
ving in de richting van de indirecte be
lastingen toch niet zal kunnen worden
ontkomen.
Een verhoging van de indirecte belas
tingen leidt voor de verbruiker in het
algemeen tot prijsverhogingen. Het is
ook langs die weg, dat ln dit geval de be
stedingsverschuiving van de particuliere
sector naar de overheid wordt afge
dwongen.
Omdat ook door andere oorzaken de
kosten van levensonderhoud stijgen valt
het moment van deze prijsverhogingen
weinig gelukkig. Toch aanvaardt het ka
binet dit gevolg, mede, omdat bij de keuze
van de artikelen de eerste levensbehoef
ten zijn ontzien. Daarbij komt ook, dat
de hogere overheidsuitgaven zoals die
voor woningbouw en onderwijs aan
brede lagen van de bevolking ten goede
komen. Te vaak wordt vergeten, dat de
persoonlijke,reële welvaart ook het ge
bruik van de overheidsvoorzieningen
omvat.
Tijdelijke versnelling
De versnelling van de rijksuitgaven is
thans onvermijdelijk, maar het kabinet
wil nog eens met nadruk stellen, dat het
die styging als tijdelyk ziet. De uitbrei
ding van de overheidsvoorzieningen ten
koste van de groei der particüliere voor
zieningen kan ook niet doorgaan. Bij een
stabilisatie op wat hoger peil kan een
verdere harmonische ontwikkeling ge
waarborgd zijn.
Bijzondere aandacht schenkt minister
Vondeling in dit slotwoord aan de stij
ging der uitgaven ten behoeve van de
woningbouw. Deze maakt immers in deze
jaren een schoksgewijze ontwikkeling
door. Het ermee gemoeide bedrag is in
enkele jaren verdubbeld. Op langere ter
mijn mag een wat rustiger ontwikkeling
worden verwacht. Voor de totale woning
bouw zal op het in 1966 te bereiken aan
tal (125.000 huizen) een stabilisatie op
treden. Daardoor wordt de behoefte aan
hogere besparingen voor dit doel vermin
derd. Immers: de beschikbaar komende
afschrijvingsbedragen zullen steeds meer
toenemen. Dit zal zich in de begroting
weerspiegelen.
De minister van Financiën schenkt ook
ruime aandacht aan de financierings
behoeften van provincies en gemeenten.
Hij komt tot de conclusie, dat de situatie
hier. mede door de hogere belastingen,
stellig is verbeterd. Een eventuele verho
ging van het aandeelpercentage van het
gemeentefonds en eventueel het provin
ciefonds is daardoor minder actueel ge
worden
Evenwicht
Bij het beleid ten aanzien van de rijks
begroting wordt echter in verregaande
mate rekeninggehouden met de nood
zakelijke groei van de gemeentelijke
uitgaven. Juist ook om voldoende parti
culiere besparingen daarvoor beschikbaar
te houden streeft het rijk ernaar, zijn
begrotingstekort en daarmee zijn be
hoefte aan kapitaalsmiddelen, beperkt te
houden. Alleen dan is zonder gevaar voor
evenwichtsverstoring en verder redelijke
toename van het beroep van de lagere
overheid op de kapitaalmarkt mogelijk.
Minister Vondeling merkt voorts op,
dat het belastingbeleid ook een bydrage
vormt tot herstel van het evenwicht. Het
is nodig, wil de inflatie ln ons land niet
steeds meer aanwakkeren, dat de be
staande spanningen verminderen. Terug
keer naar een evenwichtiger arbeids
markt en kapitaalmarkt is ln hoge mate
gewenst. In 1963/1964 was er in de EEG
een algemene inflatoire ontwikkeling
gaande. Thans worden alleen Nederland
en Duitsland nog tot de landen met dui
delijk inflatoire ontwikkelingen gerekend.
De prijsstijging in de afgelopen twaalf
maanden is in Nederland het sterkst ge
weest. De verschillende maatregelen, die
in deze periode zijn genomen, hebben
met elkaar niet meer kunnen bereiken
dan dat een vergroting van de spanning
is voorkomen
Over de inwerkingtreding van de eerste
helft van de loon- en inkomstenbelasting
zegt minister Vondeling: het is een feit.
dat het conjunctureel minst ongunstige
tijdstip, een conjunctureel ongunstig tijd
stip Is gebleken.
In 1965 zijn onvoldoende tegenmaat
regelen getroffen door fiscale maatrege
len. De krapte op de kapitaalmarkt uit
zich in een hoge rentevoet. Het gunstiger
perspectief, dat de begroting voor 1966
biedt, komt ook tot uiting in het be
perkte tekort en in de geringe financie
ringsbehoefte. De minister van Finan
ciën hoopt dan ook. dat de volksverte
genwoordiging, het geheel overziende, de
voorstellen van de regering zal aan-
vaarden. 1
Nota op komst over
gezon dheidszorg
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG De regering zal op
korte termijn by het parlement een nota
indienen over de toekomstige ontwik
keling van de gezondheidszorg. In af
wachting hiervan is op de begroting
voor de volksgezondheid reeds oen be
drag van zes miljoen gulden extra op
genomen om nieuwe maatregelen en
uitbreiding van bestaande activiteiten
te kunnen bekostigen. „Nieuw" in het
komende jaar zullen in elk geval zijn 'n
uitbreiding van de gezondheidsre-
search, uit te voeren door het TNO. (3
miljoen gulden meer subsidie) en sub
sidiëring van het kankeronderzoek.
Voor het eerst is namelijk voor 1966
een begrotingspost opgenomen voor het
kankeronderzoek. Ten dele is het be
drag bestemd voor het laboratorium van
de Vereniging het Nederlands Kanker-
instit,uut, dat niet meer kan uitkomen
met de bijdragen van het Koningin Wll-
helminafonds. Ten dele gaat het bedrag
verder naar het pas opgerichte Interna
tionale Kankerinstituut te Lyon, waar
door Nederland zich onder de officiële
oprichters van dit instituut schaart.
In de begroting wordt voorts een uit
breiding van het aantal onderzoekingen
in het kader van de intensivering van
het toezicht op de volksgezondheid aan
gekondigd. Voor deze onderzoeken zal
dan ook een miljoen gulden meer nodig
zijn. Met name het salmonellose-onder-
zoek zal in 1966 hogere bedragen vergen.
Verder zal de subsidiëring van de lan
delijke en provinciale kruisverenigingen
aanzienlijk worden verbeterd, alsmede
die van de overkoepelende organisaties
op het terrein van de geestelijke volks
gezondheid.
De regering kondigt voorts aan de in
diening op korte termijn van de wets
ontwerpen en betreffende wijziging van
de ziekenfondswet tot oplossing van de
moeilijkheden bij de vrijwillige verze
kering.
Voor de wijkverpleegsters, gepensio
neerd voor 1 september 1950, staat in
de begroting het goede nieuws, dat voor
hen thans eenzelfde back-service-rege
ling zal gaan gelden als voor hun na
die datum gepensioneerde collega's.
In totaal zijn de uitgaven voor de
volksgezondheid voor 1966 op 178 mil
joen gulden beraamd, dat is 20 miljoen
meer dan op de oorspronkelijk voor 1965
vastgestelde begroting werd opgeno
men en 6 miljoen gulden meer dan het
vermoedelijk in feite voor 1965 benodig»
de bedrag.
DEN HAAG Minister Suurhoff van
Verkeer en Waterstaat wil met 321 mil
joen gulden in het Rykswegenfonds (vo
rig jaar 265 miljoen gulden) de uitbrei
ding van het rijkswegennet in 1966 met
kracht voortzetten. Bovendien is de
kans groot, dat de gemeenten voor be
paalde verkeersvoorzieningen 'n extra
rijksbijdrage ontvangen en dat de pro
vincies 152 miljoen gulden meer ontvan
gen als gevolg van de wet uitkering we
gen.
De minister hoopt, dat deze wet bin
nenkort aangenomen wordt. Bij deze
152 miljoen gulden komt dan nog 'n be
drag van 143'miljoen gulden aan uitke
ring volgens de raming op de nieuwe
begroting. Voor de middenbermbevei-
liging van de rijkswegen is 8 miljoen
gulden geraamd.
Voor het onderhoud en de aanleg van
waterwegen is een bedrag van 320 mil
joen gulden uitgetrokken. Het heeft be
trekking op onder meer werkzaamheden
in de Europoort, de verbetering van het
Noordzeekanaal, de haven van IJmui-
den en de Schelde-Rijnverbinding.