ook
VOOR
JOU
Oecumene in de danszaal
heeft geen enkele waarde'
een vakantie met spanning
ONS KNUTSELHOEKJE
ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1965
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 10
De auto moet toen de zijweg inge
draaid zijn naar het kasteel. „Maar
waarom al die drukte Jan, ik zie daar
niets opwindends in".
„Nee", zei Jan, „maar wacht maar
even tot ik het jullie heb uitgelegd".
En toen begon hij hun een korte be
schrijving te geven van de theorie,
die hij had opgezet.
„Lieve help" riep Piet, toen hij klaar
was. „Dus jij denkt, dat die kerels,
waarvan wij verohderstellen, dat zij
't kasteel moesten repareren, werke
lijk dieven zijn, die al die tijd 't kas
teel gebruikt hebben als hun hoofd
kwartier?"
„Ja", zei Jan, „en als jullie er goed
over nadenken, ben ik er zeker van,
dat jullie mij gelijk zullen geven.
Waarom, zo vraag ik jullie, zijn ze er
zo op gebrand om bezoekers ver van
het kasteel af te houden?"
„Omdat hij bang was, dat zij te veel
zouden zien", zei Lex prompt.
„Precies! En waarom gingen die
werklieden vrijwillig by Sir George
werken gedurende hun vrije tijd?
„Wel, om er precies achter te ko
men, hoe het huis er van binnen uit
zag", vulde Sjaak opgewonden aan.
„En om uit te zoeken, waar de kost
baarste stukken zich bevonden", voeg
de Joost er triomfantelijk aan toe.
Jan knikte. „Ik zeg jullie, dat alles
zo klaar is als een klontje. We moeten
de inspecteur voorstellen onmiddellijk
de auto te laten opsporen. Ik ben al
leen bang, dat hij al weg zal zyn van
de schuilplaatsen met zijn speurgroep,
voordat wij 't politiebureau kunnen
bereiken.
„Maar kunnen wij de politie niet
opbellen?" vroeg Sjaak. Doch Jan
schudde z'n hoofd. „Het is een te lang
verhaal voor 'n telefoongesprek met
de politie en als moeder het hoort!
„Nee. we kunnen het best vlug ont
bijten en dan de zeilwagen mee naar
het strand nemen, net alsof er niets
bijzonders aan de hand is. We kunnen
dan bij het politiebureau binnenlopen
en de inspecteur het verhaal vertel
len. Komt mee, jongens, laten we geen
tijd verliezen."
Wassen, aankleden en eten. het ging
allemaal even vlug. Met de zeilwagen
op sleeptouw ging het nu op weg
naar het dorp. Maar een grote teleur
stelling wachtte hen daar. De dienst
doende agent vertelde nl. dat de in
specteur al meer dan 'n half uur weg
was en pas laat in de middag zou te
rugkomen. Hij luisterde wel geduldig
genoeg naar Jan's verhaal, maar toen
de Renault werd genoemd, schoot de
man in een harde lach.
„Nee, nee, m'n jongen", zei hij, dat is
onmogelijk. In werkelijkheid heeft mr.
Collier, de meesterknecht op het kas
teel, de vriendelijkheid gehad zijn
auto ter beschikking te stellen. In
specteur Craddoch is er juist een half
uur geleden mee weggegaan."
„Maar ziet u dan niet", legde Jan
uit, dat dit alleen maar is om de po
litie op een dwaalspoor te brengen.
Misschien is de bende van plan een
poging te doen om te ontsnappen en
wel deze morgen, nu de kust vrij is.
U moet niet vergeten, dat het één van
de arbeiders van het kasteel was, die
hen wegzond om deze dwaze speur
tocht te maken naar de heuvels." Maar
de agent grinnikte slechts en advi
seerde de jongens niet voor detective
te gaan spelen.
Buiten in de hoofdstraat stopten zij
en keken elkaar wanhopig aan. Maar
Jan wilde zich toch niet verslagen
voelen. „Ik weet zeker, dat ik gelijk
heb, zelfs al denken alle politieman
nen er anders over", zei hij.
„Kom mee naar het postkantoor, ik
ga de politie in Market Torbury bel
len en dan zullen we eens zien, wat
zij ervan zeggen. Als we geen succes
hebben, gaan we ook naar de heuvel
om de inspecteur te vinden. Ik weet
zeker, dat hij ons zal geloven, hoe dan
ook".
Toen zy het postkantoor bereikten,
hoorden zij. dat de telefoon defect
was. „Ik weet niet, hoe het komt", zei
de telefoniste. De lijn is sinds 10 mi
nuten kapot."
„Dat bewijst het al, zei Jan, toen ze
weer buiten liepen. Die kerels pro
beren nu te ontsnappen. De telefoon
draden zijn al doorgesneden."
„Maar de auto", zei Piet, „hoe kun
nen zij weg zonder auto? De Renault
is onderweg naar de heuvel met de
inspecteur. Zij moeten een ander
plan hebben. Ik geloof, dat ze nog een
vrachtauto hebben op het kasteel.
Misschien hebben zij
„Maar luister eens!
(Wordt vervolgd)
Correspondentie
We gaan weer verder met de ver
haaltjes van de kinderen. Een derde
klassertje van de Sint Antoniusschool
heeft geprobeerd een versje te ma
ken. 't Lukte niet overal even best.
maar dat hindert'niet. Jammer dat er
geen naam onder stond.
IN DE BOOT
Zo, nu gaan we lekker.
In die nieuwe, mooie boot.
Het is heus niet zo gevaarlijk.
Het is een ondiepe sloot.
Maar die kleine neger Bim-bim,
Die Jiiet veel van varen houdt,
Is toch wel een beetje bang hoor,
O, wat kijkt Bimbim benauwd.
Maar nu is Bimbim niet bang meer.
Met zijn rode mutsje wuift hij.
Kwak-kwak, die daar op die steen zit.
Denkt: wat komt er nu voorbij?
Jantje roept: „zeg, wil je mee soms?
Het is leuk hoor, stap maar in.
En kwak-kwak, de groene kikker,
Zegti „ja graag, ik heb wel zin".
Joke Mathot:
OP REIS
Ik ben met mijn oma en mijn opa
naar Limburg geweest en ook mama
en papa en mijn zusje zijn mee ge
weest. Toen we in Limburg waren
tijn we naar de Lindelaan 27 gegaan,
dat is een hotel waar we heerlyk ge
geten hebben en ook geslapen. De
volgende dag hebben we heerlijk ge
toerd en zijn we naar het Drielanden
punt geweest, dat is vlak bij België en
Duitsland. We hebben heel wat moois
gezien. Het was alleen jammer dat
het zo regende.
Laurens de Does:
DE VAKANTIE
Ik heb een fijne vakantie gehad. We
zijn naar de Efteling geweest. Daar
waren heel veel sprookjes. Er was
een put van vrouw Holle en als je
daarin keek, zag je het sprookje. Er
waren langs de weg paddestoelen,
waar muziek uit kwam. We gingen
door een hek en kwamen toen in het
sprookjesbos. We zagen daar een heel
grote reus en steeds kwam zijn nek
omhoog. Er waren de dansende
schoentjes. Er waren ruiters die op
trompetten speelden.
Het is een fijne dag geweest. Later
gingen we weer heel lang in de trein
en dat was ook leuk.
Adrie Wijzwas, Leiden:
VISSEN
My'n broer en ik gingen om half
zeven *s morgens, naar de Vliet om te
vissen. Ik legde mijn dobber in en
hij ging meteen onder. Ik sloeg op en
ik had een snoek. We deden hem in
het leefnet. Toen deed ik een wurm
aan het haakje, ik legde weer in, m'n
sim ging onder en nu was het een
paling. Het haakje zat in zijn strot.
Ik sneed toen zijn kop er af. Nu deed
ik weer een wurm aan de haak en
legd weer in, maar nu kwam er een
grote rat op af. Ik nam het derde deel
van mijn hengel en gaf hem een klap
maar mis hoor, hij wou op my af
springen. Ik sprong op zij, gaf hem
nog een klap en toen bleef hij dood
liggen. Ik ging weer door met vissen,
legde in en nu was het een blei die
aan de haak zat. Ik deed hem in het
leefnet. Zo ving ik ook nog een baars.
Onderdehand was het twaalf uur ge
worden. We moesten naar huis om te
eten. 's Middags zijn we met vijf jon
gens in de Vliet gaan zwemmen.
Cor Droogh, Leiden:
HET SCHOOLREISJE
We gingen eerst naar Madurodam.
Daar was het leuk. We zagen een
trein en een vliegveld, allemaal klei
ne poppetjes. De vliegtuigen reden
echt. Er was een orgelman, die aan
een orgel draaide. Een waterskiër zat
fcchter een motorboot. In een weiland
zat een boer te melken. Op een grote
autobaan reed de brandweer. Er stond
een kerk, waar muziek uit kwam.
Toen zijn we in de bus gaan eten.
We reden naar Avifauna. Daar was
een spookhol. In dat hol was het pik
donker en langs de kanten waren
prachtig verlichte schilderijen met
molens er op. Ook was er een dieren
tuin bij met allerlei beesten. Er liep
een duif, die niet kon vliegen. Later
zijn we nog naar de speeltuin-geweest
en toen naar huis.
Marijke Verplancke, Lelden:
HET STOUTE ELFJE
Op zekere dag kwam elfje Jolinda
uit school. De school was een oude boe-
renklomp. Moeder fee kwam van de
trap gehold.
„Is daar iemand?"
„Ja mammie, ik ben al 5 minuten
thuis".
„O, luister eens. Er is een brief ge
komen van oom Wijsneus en tante
Kapoen".
„O, wat fijn! En wat stond er in?"
„Er stond in, dat we met z'n allen
mogen komen logeren".
„O, wat heerlyk. Mogen we alle
maal?"
„Ja allemaal. Maar waar is Wipneus
en Peggie?"
„O, die zyn nog op school", zei Jo
linda, „en waar is Koentje?"
„Die ligt nog in de wieg".
„Zeg Jolinda, ik ben aan 't koffers
pakken. Help je me?"
„Goed, maar wanneer gaan we?"
„Over 4 dagen al".
Samen holden ze de trap op.
„Maar mammie!"
„Ja, kindje!"
„Mag pappie niet mee?"
„Ja natuurlijk wel".
„Wel fijn".
Ze gingen weer door met pakken en
na een uur was alles klaar. Ping!
ping! ging de bel.
„Doe eens open Jolinda".
Daar kwamen Wipneus en Peggy.
„Hebben jullie het nieuws al ge
hoord?" vroeg Jolinda.
„Dat we mogen logeren?" zei Wip-
„Ja ,dat weten we allang", zei Peg
gy-
„Hoe weten jullie dat?"
„O. we kwamen de postbode tegen
en die vertelde het."
„We gaan, inpakken," zei Peggy.
„Nee niet nodig, dat hebben mam
mie en ik al gedaan."
Heel blij gingen de vier dagen voor
bij en eindelijk was het zo ver. Ze
gingen met de trein: vier klompen op
wielen, die aan elkaar zaten met een
nylonkous.
Moeder zat met Peggy en Koentje
en vader met Jolinda en Wipneus. Na
een uur rijden waren ze er. Ze pakten
hun koffertjes en stapten uit. Ze had
den nu drie weken pret.
Oom en tante hadden drie kinderen:
de jongens Tim en Tom en een meisje
Rinda. Wipneus speelde meest met Tim
en Tom.
Op een dag hadden Rinda en Peggy
een plannetje. Ze waren jaloers op
Jolinda, omdat die zo gehoorzaam was.
Ze deden een spelletje, wie het eerst
op een rijdende auto sprong. Jolinda
deed ook maar mee en ze had gewon
en nu er af Jolinda!" schreeuwden
ze.
Jolinda deed het en boem, daar lag
ze op de grond.
Moeder holde naar buiten.
„Jullie stouterds! Jullie zijn al 10
jaar en zij nog maar zeven."
Jolinda had een gebroken arm. Drie
weken duurde het, eer zij beter was.
„Die deugnieten toch!" Maar Jolin
da vergaf het.
T T T T
OP VAKANTIE IN HARDERWIJK
Ik ben daar naar het strand geweest
en het was daar heel leuk. Vlak bij
het strand is een speeltuin met glij
banen en hoge schommels.
Naast de speeltuin is een grote vij
ver, daar zwemmen zeerobben in. Die
zeerobben worden ieder uur gevoe
derd. Dat is een leuk gezicht om naar
te kijken. De zee is daar niet diep, je
kunt er heel ver in lopen.
Evelinde Heintjes, Leiden
SPINNETJE ZILVERDRAAD
Er was eens een spin en die heette
Zilverdraad. Hij woonde in een koe
koeksklok. Op een keer kwam hij naar
beneden. Daar kwam hij de koning
van de spinnen tegen. Hij moest een
karweitje opknappen en dat was
een web maken. Hij nam het aan en
hij deed er een dag en een nacht over.
Eindelijk was het klaar en hij ging
naar de koning. Deze woonde in een
prachtig paleis. Er stonden schildwach
ten voor de brug.
„Wat moet je?" vroegen de schild
wachten.
„Ik moet de koning spreken."
„Waarover?"
„Z'n web is klaar en dat kom ik nu
zeggen."
„Loop maar door."
Zo kwam hij bij de koning.
„Majesteit, uw opdracht heb ik ver
vuld", zei Zilverdraad.
„Ik kom kijken" en de koning riep
een lakei om de paarden in te span
nen. Samen reden ze nu naar het
web. De koning was heel blij, want
het web was gevlochten van goud-
De koning gaf zijn dochter aan Zil
verdraad tot vrouw. Ze trouwden sa
men en leefden nog lang en gelukkig.
TANTE JO en OOM TOON
De schoonste berg der Alpen, de
Matterhorn, die op de grens tussen
Zwitserland en Italië ligt, was naar
de mening van die tijd onbeklimbaar.
Velen hadden het reeds geprobeerd,
maar allen waren teruggekomen, voor
dat zij de eerste top zelfs maar had
den kunnen bereiken. Toch waren er
steeds weer nieuwe kandidaten, die
aan de onmogelijkheid twijfelden en
één hunner was de jonge Engelsman
Edward Wliymper. Hij kwam in 1860
als 20-jariger in Zwitserland en werd
al terstond begeesterd door de groots
heid en de uitdagende ruwheid van
de Zwitserse bergen.
In de kleine Zwitserse stad Zermatt
aan de voet van de Matterhorn vestig
de hij zich en het duurde niet lang of
de wens ontwaakte in hem om de
wereld eens van de top van deze berg
af te kunnen aanschouwen. Samen met
de uitstekende Italiaanse berggids.
Jean-Antoine Carrel, ondernam hij
meerdere pogingen, maar deze mis
lukten steeds maar weer. Maar des
ondanks werd hij een geduchte berg
beklimmer en de wil, om zyn doel
eenmaal t« bereiken, groeide bij elke
poging.
In juli van 't jaar 1865 besloten
Whymper en Carrel opnieuw een po
ging te wagen, maar op 11 juli vernam
Whymper. dat Carrel zijn belofte niet
nakwam, maar met een Italiaanse
groep op weg was om te trachten van
de Italiaanse kant uit de bergtop te
bereiken. Maar ondanks deze teleur
stelling roor Whymper gaf hij aijn
droom om als eerste die top te berei
ken niet op. En hoewel daarvoor nu
weinig kans was door de voorsprong
van Carrel, had hij toch weer geluk;
want hy kwam onverwacht in aanra
king met 'n stelletje koene kerels, die
bereid waren met hem 'n snelle be
klimming te ondernemen. Die man
nen waren een jonge lord (edelman)
Francis Douglas, een berggids Peter,
'n zekere Taugwalder en zijn zoon, 'n
Engelse dominee, een student en ver
der Bergführer, de beroemde Alpinist
Michel Croz.
Op vrijdag 13 juli 1895 vertrokken de
7 mannen vanuit Zermatt. Het weer
was goed en toen zij die nacht een
kamp opsloegen, waren zij reeds tot
een hoogte van 3350 m gevorderd, dus
nog slechts 1155 m van de totale hoog
te van 4505 m verwijderd. Whymper
kon niet weten, hoe hoog Carrel aan
de overzijde al gekomen was. Op 11
en 12 juli was het weer aan hun zijde
heel slecht geweest en dat kon Carrel
en de zijnen opgehouden hebben.
Op de volgende morgen, nog steeds
bij gunstig weer. begonnen zij aan de
verdere bestijging en na enkele uren
hadden zij nog slechts 'n 300 m voor
de boeg. Nog steeds was de brandende
vraag, of de Italiaan hen vóór zou zyn.
Steeds stond Whymper en zijn man
nen de vrees voor ogen. dat zij Carrel
en zijn helpers als eersten op de top
van de Matterhorn zouden zien ver
schijnen. Maar tot hun grote opluch
ting vertoonden zij zich nog steeds
nergens. En toen Whymper en Croz
om 20 minuten voor twee hun eerste
schreden zetten op de top van de reus,
hadden zij een dubbele overwinning
behaald: zij hadden de top bereikt en
wel als eersten! Een paar honderd me
ter beneden zich, ontdekten zij toen
ook de Italianen. Toen Carrel zag en
begreep, dat Whymper hem overwon
nen had, keerde hij meteen teleurge
steld om.
Na een korte pauze want 't was
daarboven natuurlijk vreselijk koud
begon het gezelschap de afdaling.
Voorop de Alpinist Croz, dan volgden
de student, de dominee, Lord Francis
en de berggids Taugwalder en als laat-
sten kwamen Whymper zelf en Taug-
walders zoon. Allen met elkaar ver
bonden, net als bij de opklim, bewo
gen zij zich voorzichtig en langzaam
naar omlaag. De eerste 100 meter ging
alles goed, maar toen kwam de kata-
strophe (ramp). Een der ondersten
struikelde en sleurde bij zijn val de
gids Croz mee en daarop verloren ook
de twee volgenden hun evenwicht. De
drie bovensten, nl. Taugwalder, zijn
zoon en Whymper konden ondanks
vertwijfelde pogingen deze twee ook
niet meer redden, doordat de lijn, waar
mee zij met hen verbonden waren,
brak. Vier man stortten alzo de af
grond in en vonden 'n erbarmelijke
dood. De drie overlevenden werden
desondanks in Zermatt met gejubel
ontvangen. Van beneden af had men
hun overwinning kunnen zien, maar
niet de droevige val van de 4 slacht
offers. Toen men deze vernam, sloeg
de vreugde plots over in diepe smart.
Zo had dus 't overwinnen van de
Matterhorn een prijs gekost, die he
laas al te hoog was!
15
7
S
1
16
3
1
7
8
9
2
1
14
7
5
1
3
8
12
3
8
S
16
5
6
1
4
12
2
5.
1
14
12
1
18
m
18
2
19
4
3
6
4
1
17
2
1
4
5
B c
N.B. C. Goede oplossers van C mo
gen meeloten om 'n boek!
Even een geheugensteun
Vorige week heeft een aantal dansleraren antwoord gegeven op de
volgende vragen (tussen haakjes gemakshalve in kort bestek hun ant
woorden): „Hoe denkt u over de dansprestaties van de „moderne
jeugd?" („Wij zyn niet ongerust. Als ze die wilde periode achter de
rug hebben, willen ze toch graag goed dansen leren, en dan komen ze
wel.") „Hoe staat u tegenover de toevloed van steeds nieuwe dan
sen?" („Wij nemen ze regelmatig in ons lesprogramma op, maar niet
dan nadat we hebben afgewacht of het de moeite waard is die dans in
te studeren") „Wat is volgens u de grote waarde van het dansonder-
wijs?" („De dansles heeft een grote vormende waarde voor de leer
lingen. Zij leren goede omgangsvormen tegenover de andere sekse. Wat
dit betreft is er niets veranderd in de loop der jaren").
Vandaag vervolgen wij onze reportage over het dansonderwijs in
Leiden en omgeving. Voor het gemak nog even de namen van de dans
leraren, die aan de discussie hebben deelgenomen: De heren Castelein
sr. en jr., de heer en mevr. Boes, Martin Visser en J. Alphenaar.
GESPREK MET LEIDSE DANSLERAREN (2)
„Over een gebrek aan wellevenheid
onder onze dansleerlingen hebben wij
geen enkele reden tot klagen", ant
woordt de heer J. Alphenaar. „Ons pu
bliek selecteert zichzelf. Er gebeuren
wel eens vreemde dingen, natuurlijk,
maar over het algemeen zal U In onze
danszalen geen spijkerbroeken of slob
bertruien aantreffen. In dergelijke kle
dij gehulde figuren voelen zich bij ons
niet thuis, en blyven daarom weg".
70% van de
verkeringen begint
in de danszalen
Oecumene in de danszaal De meeste
dansleraren geloven er niet ln. „San
Ellippo Nerl", heeft er een speciale
discussie-avond aan gewyd, aldus de
heer Castelein sr. „De deelnemers mgr.
31. Jansen, ds. P. J. Schoonheim en dr.
J. Lescrauwaet zyn toen tot de con
clusie gekomen, dat deze vorm van
„gemengd dansen" bepaald geen zaak
is, die de zo vurig gewenste oecumene
De heer Boes viegt hier nog aan toe,
dat zeven van de tien verkeringen hun
oorsprong vinden op de dansvloer.
„Dansen is de meest ideale manier om
een levenspartner te vinden", meent
de heer Boes. „Maar omdat men op de
leeftijd van 16 tot 19 jaar als katho
liek of protestant meestal nog niet
al te stevig in de schoenen staat, kan
dansles geen positieve bijdragen geven
voor de oecumene". Zijn vrouw, mevr.
Maaike Boes: „De partners hebben el
kaar dikwijls nog niet voldoende te
bieden om tot echt resultaat te komen.
Een gemengde verkering is naar mijn
vaste overtuiging niet hét middel om de
gescheiden kerken weer tot elkaar te
brengen"é En by deze mening sluit de
heer Alphenaar vertegenwoordiger
van het dansonderwijs in protestantse
sfeer zich van ganser harte aan.
LOPEND
VUURTJE...
Ook onze berichtendienst staat
in het teken van ,de dans'. We
geven onderstaand een overzicht
van de dansavonden, die dit
weekend ln Leiden worden ge-
Dansacademle Wiellnga,
Nieuwe Rijn 28, Leiden,
iedere zondagavond van
8-11 uur voor leerlingen
en oud-leerlingen.
Dansschool Henny Boes,
iedere zondagavond van
7-11 uur in het Antonius
Clubhuis aan de Mare.
Morgenavond: Rhythme
Club v. Hans Rysbergen.
Dansschool Evert Casteleyn,
wekelijkse dansavond in
gebouw Hoogl. Kerkgr. 48
van 8-10.45 uur.
Dansschool C. van Leeuwen,
Oude Singel 116, iedere
zondagavond van 8-10.30
Dansinstituut J. Alphenaar,
Steenschuur, iedere zon
dagavond
De heer J. .Alphenaar treedt zo
gelijk nog strenger op: „Als iemand
by my de regels overtreedt, gaat hij
of zy er onmiddellijk uit. Op
schillende bals wordt trouwens he
lemaal niet geschonken".
DOODZONDE!
PROPAGANDA
Zoek een weg door 't vierkant A
naar B, zodat de som der getallen, die
je passeert, precies 59 bedraagt. Je
weg mag horizontaal en vertikaal lo
pen, nooit schuin!
TV-Danaant heeft een enorme pro
pagandistische waarde. Daarover be
staat, aldus de heer E. Castelein sr.,
geen enkele tvvyfel. „Voor de propagan
da van de goede dans staan ons
gelukkig voldoende middelen ter be
schikking", zegt de beer Alphenaar, die
naast TV-Dansant nog de danscompe-
titie van de AVRO, de nationale en in
ternationale schooluitwisselingen, en de
verschillende soorten eremetaal, die t«
behalen zyn, noemt.
De heer Castelein hecht byzondere
waarde aan het nog niet zo lang gele
den verschenen boekwerkje „Dat danst
en doet maar!", waarvoor Miep Dlek-
man de tekst, Otto Dlcke de Illustraties
en Aldert Witte de lay-out verzorgde.
„Dat werkje is een schot in de roos.
„betuigen de dansleraren hun Instem
ming met dit boekje, waarvan het de
bedoeling is. dat het via de danslera
ren zijn weg vindt naar de cursisten.
De heer Boes vindt, dat er in dag
en weekbladen veel te weinig aandacht
geschonken wordt aan „het dansen":
„Het is per slot van rekening de meest
beoefende sport in Nederland..."
„DANSLES IS DEEL
VAN DE OPVOEDING"
„Wy voelen ons ln ons dansonder
wijs verantwoordelijk voor een deel
van de opvoeding van de jeugd, die
aan onze zorgen wordt toevertrouwd",
antwoordt de heer Boes op de vraag,
welke functie de dansleraar behoort
te vervullen lil de opvoeding, „wy
moeten er gezonde, frisse en eeriyke
mensen van maken, die elkaar recht
in de ogen kunnen en durven kyken".
De heer Castelein is ervan overtuigd,
dat sterke drank maar al te vaak de
oorzaak is van allerlei ellende. „Daar
om proberen wy dat spul zoveel maar
enigszins mogeiyk is, te weren. Dat
gaat soms maar tot op zekere hoogte,
wy voelen ons gelukkig verzekerd van
,de steun van de zaal- en vergunning
houders, die, mét ons, nauwlettend toe
zien o,p eventueeel drankmisbruik."
En hy voegt hier „eeriykhelds-
halve") aan toe: „Soms moeten wy
bepaalde figuren fouilleren, omdat
ze jenéver by zich hebben, soms
zelfs in het tasje van de dame
ln vroeger jaren werd men nage
wezen, als men ging dansen. „Dat
kan niet!" Lichamelijk contact
hoe onschuldig in onze moderne ogei
ook is uit den boze. Erger nog:
is dóódzonde", zo redeneerde men
1 een jaar of dertig, veertig geleden
nog. De „Quadrille" kon dan nog
wel (je gaf de partner alleen maar
een hand), maar de Weense wals
nee, dat stond geiyk met een dansje
met de duivel zelf!
Deze problemen, herhaalden zich by
de Charleston, en ook bij de Tango.
De heer J. Alphenaar vertelde na af
loop van de officiële discussie nog een
aardige anekdote, die wy u niet willen
onthouden: wanneer er vroeger een bal
werd gehouden in een van de palelzen
van de koningin, wilde Hare Majesteit
eerst weten, welke dansen er „ge
pleegd" zouden worden, en herhaalde
lijk kwam het voor, dat er dansen als
„onzedeiyk" werden geschrapt. Na
veel geharrewar werd by een bepaalde
gelegenheid de Weense Wals toege
staan, echter onder één voorwaarde: de
partners moesten op een afstand van
minimaal 30 cm. van elkaar dansen!
LEIDSE
TOPTIEN
Nog steeds zyn The Beatles en
The Rolling Stones in een felle
stryd gewikkeld om de eerste
plaats van de hitiysten. Voor
lopig winnen The Rolling Sto
nes. Enkele weken geleden tip
ten wy ze reeds: het duo Sonnv
and Cher, nu direkt naar de 3e
plaats doorgestoten. Wie weet,
misschien moeten onze lang
harige vrienden uit Engeland dc
eerste plaats aan dit duo la
ten
(1)1. Satisfaction The Rol
ling Stones
(2) 2. Help! The Beatles
3. I got you Babe Son
ny and Cher
(3) 4. You've got your trou
bles The Fortunes
5. This strange effect
Dave Berry
8. Like a Rolling Stone
Bob Dylan
7. Heart full of soul
The Yardbirds
(4) 8. Wolly Bully Sam the
Sham and the Pharaoh's
(7)9. II Silenzlo Nlnl Rossi
10. He's got no love The
Searchers
IS ER ROMANTIEK IN DE DANSZAAL- „JA!"
IV
Romantiek in de danszaal? „Natuur
lijk Ls die er," zo zou mep de ant
woorden kunnen samenvatten van de
danslustigen, die wij op een zondag in
verschillende Leidse danszalen naar
hun mening vroegen. Over het alge
meen geeft het jeugdige publiek, dat
wij hier aantroffen, duidelijk de voor
keur aan de typische sfeer van een
echte danszaal boven die van 'n roke
rige gelegenheid, die ook een geheel
eigen karakter heeft, maar „Die beat-
herrie lusten we niet," luidde meer
malen het antwoord.
Bij Henny Boes troffen wij in het
St. Antonius Clubhuis Elly de Groot
(16 jaar, Leidse) en haar vriend Ge
rard van der Geest (18, Oud-Adenaar).
„Die muziek hier is fijn om op te dan
sen. Daarvoor zorgt het orkest (The
Mellow Tones)." Zo denkt Margot van
Beek (18, uit „De Veen") er ook over.
„Die tafeltjes maken het gezellig, en
het orkest ook natuurlijk. Ik vind
plaal-muziek zo kaal." Gerard Spruit
en Elly Kneppers (resp, 20, met baard,
Roelofarendsveen, en 20, Zoetermeer)
hebben voor de eerste maal les. „We
houden helemaal niet van beat-muziek.
Geef ons maar het ritme van de latin-
american!"
De ginnegappende solist in „Hello
Josephine" van The Scorpions schal
de ons tegemoet, toen wij de dans
school van EVert Castelein aan de
Hooglandse Kerkgracht naderden.
Géén orkest op het toneel hier, maar
muziek op 45 toeren. „Heel prettig",
vindt Jan van der Meer uit Voor
schotel}. „Voor een gelegenheid als
deze is deze vorm van muziekbrengen
de beste".
Anne Lodewijks uit Wassenaar (18
lentes) is bijzonder ingenomen met
wat zij noemt, „de keurige manieren
van de heren". „Zij zijn gelukkig niet
zo plomp. De jongens vragen ons op
een nette en wellevende manier ten
dans", en zij voegt eraan toe, dat de ge
zelligheid hierdoor wint.
Beginner Plet van Klink prefereert
styidansen. „Beat-muziek is wel aardig,"
vind hy, „maar niet voor lang, want
voor de dans zijn er zo weinig mogelijk
heden." Plet vindt een dansavond als
deze de meest-geschikte gelegenheid om
een meisje te vinden. „Onbewust kyk je
toch uit naar een type, dat je wel
ligt
Zin in The Beeje hebben de dans
lustigen wel op de „vrye" dansavonden
van Dansinstituut Alphenaar aan ds
Steenschuur. Als deze plaat op de draai
tafel ligt, ls ledereen er als de kippen
by. „Stijldansen? Ja graag," is het ant
woord van Ben Smits, die op de dans
vloer Ineke Braamzeel heeft leren ken
nen. „We hebben nog geen verkering:
we zijn allebei nog Jong en voorlopig
vinden we het gezellig om elkaar hier
elke zondagavond te ontmoeten en dan
'n beetje wang-aan-wang te dansen.