Naar zaligverklaring van DR. ALFONS ARIËNS PLAS BIJ AARLANDERVEEN NEDERLANDSE RECHTBANK BEËINDIGT WERKZAAMHEDEN Woord is nu aan de ritencongregatie ZATERDAG 31 JULI 1965 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 Morgen zal de eerste fase in het zaligverklaringsproces van de dienaar Gods Alfons Ariëns worden afgesloten. De Nederlandse kerkelijke rechtbank is gereedgekomen met haar werk en draagt de zaak over aan de Riten- congregatie in Rome. Om haar taak af te ronden, houdt zij een openbare zitting, de zevenenzestigste van het hele proces. Deze wordt voorafgegaan door een pontificale hoogmis* opgedragen door kardinaal Alfrink in de parochiekerk van Maarssen. Als pikante bijzonderheid kan worden vermeld, dat de predikatie zal worden ge houden door de „advocaat van de duivel", dr. Anacletus van Breda. Deze jurist, die zich vele jaren altijd kritisch tegenover de figuur van Ariëns heeft moeten opstellen, mag dan zonder rem de lof van deze priester vanaf de preekstoel verkondigen. Het is voor een buitenstaander niet gemakkelijk een idee te krijgen van zo'n zaligverklaringsproces en van al hetgeen erbij komt kijken. Daarom zijn we eens gaan praten met pater Eleutherius Lohman in het minder broedersklooster te Woerden, de man, die tijdens het proces de rol van postulator heeft gespeeld. De postu- lator kan men beschouwen als de advocaat van degene, over wiens persoonlijkheid het proces wordt ge voerd. Alfons Ariëns, in 1928 over leden, kan zichzelf niet verdedigen tegen de bezwaren die door getuigen of door de advocaat van de duivel tegen hem worden ingebracht. Hij heeft iemand nodig, die het voor hem opneemt, die zijn zaak bij de recht bank behartigt, die materiaal verza melt en getuigen opspoort, kortom een deskundige, die hem tijdens de moeilijke gang door het zaligverkla ringsproces van dag tot dag bijstaat. DUIZENDEN BRIEVEN En daar komt heel wat bij kijken. Ten eerste moeten de zogenaamde „stellingen en artikelen" worden samengesteld, de thesis ,die tijdens het proces bewezen dient te worden. In het geval-Ariëns is dit een boekje van zeventig pagina's, waarin eerst een korte biografie, dan een schets van Ariëns sociale activiteiten en tenslotte waar het eigenlijk om te doen is een uiteenzetting over zijn deugdenleven wordt gegeven. Dieugd voor deugd wordt daar nage plozen, eerst de goddelijke deugden van geloof, hoop en liefde, dan de zedelijke deugden van verstandig be leid, rechtvaardigheid, sterkte en ma tigheid. Het boekje moet leiden tot de uitspraak, dat de man in kwestie inderdaad de „eer der altaren" waar dig is. Maar met poneren alleen is men er niet: wat gesteld wordt, moet óok bewezen worden. En wel óp de meest munitieuze wijze. Pater Lohman laat ons in zijn kleine werkruimte zo een en ander zien: zes banden met, docu menten, vanaf het geboortebewijs tot en met de akte van, overlijden, vierenveertig banden met géfotoco- pieerde brieven, alles bijeen een klei ne drieduizend, en tenslotte eën ver zameling van alle geschriften, arti- len, brochures, toespraken en preken die op naam van Ariëns staan. „Er zijn zeer interessante brieven bij", zegt pater Lohman. En hij wijst op een briefje, dat Ariëns in 1887 aan Don Bosco heeft geschreven. Hij zat kennelijk in grote moeilijkheden en vroeg om gebed. Welke die moeilijk heden precies waren, weet niemand, maar Ariëns moet er zwaar aan ge tild hebben. „Est periculum in mora", schreef hij, „er zal snel uitkomst moeten komen, anders loopt de boel fout". Of hij Don Bósco dan kende? Kennen is misschien een groot woord, van de gerestaureerde kerk te Maars sen maakte hij bekend, dat hij het verzoek zou inwilligen. Hetgeen op 3 augustus 1958 door de installatie van de rechtbank geschiedde. Eén van de eerste getuigen, die konden worden gehoord, was de Nij meegse hoogleraar Gerard Brom. Eindelijk ging voor deze geleerde een oud ideaal in vervulling. Zesmaal werd hij opgeroepen om zijn getui genis af té leggen. Toen alles achter de rug was, vertrouwde hij de postu lator in een persoonlijk onderhoud toe, dat hij zich voelde als de grijze Simeon, die zijn taak had volbracht en nu vol overgave kon bidden: „Laat nu, o Heer, uw dienaar gaan in vrede". Zes weken later bleek dit een pro fetische uitspraak geweest te zijn. Brom kreeg een hartaanval en stierf een plotselinge dood. „Nu kun je wel zeggen, dat dit toeval is ge weest", voegt de postulator eraan toe, „maar ik weiger dit aan te nemen. Daarvoor ben ik tijdens dit proces op te veel vreemde en mysterieuze gebeurtenissen gestoten." De lijst van getuigen telde drieen negentig namen. Bijzonder waarde vol waren de verklaringen van twee oud-kapelaans uit Maarssen die onder Ariëns hadden „gediend": Peters, momenteel zelf pastoor te Rijssen, en Uyttewaal, thans rustend pastoor te IJsselstein. Ook het getuigenis van zuster Stanislaus, die Ariëns tijdens zijn laatste ziekte heeft verpleegd, heeft veel tot een positieve uitspraak in het proees bijgedragen. ADVOCAAT VAN DE DUIVEL Bij het verhoren van de getuigen speelt de „advocaat van de duivel" een grote rol. Hij moet ervoor ijve ren, dat de grootst mogelijke zeker heid wordt verkregen door bij elke bewering vraagtekens te plaatsen, eventueel bezwarend materiaal op te sporen, getuigen te dagvaarden die wellicht minder gunstige kanten van de persoon in kwestie kunnen belichten, kortom, het de postulator zo lastig mogelijk te maken. In het Ariënsproces werd deze ondankbare rol vervuld door de kapucijn dr. Anacletus van Breda, volgens pater Lohman „een kei in het vak", die reeds in tal van processen is opge treden. Hij beschouwt het als een van de grootste pluimen die hij ooit heeft gekregen, dat pater Anacletus het proces-Ariëns als een van de best voorbereide uit zijn loopbaan be schouwde. De postulator is anders wel blij, dat het proces morgen wordt afge sloten. Tien jaar lang heeft hij niet anders gedaan dan over Ariëns lezen, schrijven en spreken. Tien jaar lang is hij bezig geweest met het opbou wen van een compleet Ariënsarchief, jaar gaat hij met alle processtukken en met alle daarbij behorend ma teriaal (onder andere vierentwintig banden met brieven) naar Rome. Aan de grens zullen ze de kisten niet mogen open maken, want alles wordt verzonden als diplomatieke post. In Rome zal hij de nieuwe postulator, mgr. J. W. L. Damen, die tijdens de tweede faze van het proces als postulator zal optreden, in zijn werk gaan bijstaan. Op onze vraag of en wanneer Ariëns zal worden zalig verklaard, moet pater Lohman het antwoord schuldig blijven. „Ik kan alleen maar zeggen, dat de zaak er mijns inziens gunstig voor staat. Wij hebben ge daan wat we konden om het verdere verloop van het proces te bespoedi gen. Alle verslagen en alle docu menten zijn door ons in het Italiaans vertaald: daar hoeft de Congregatie der Riten zich niet meer om te be kommeren. Bovendien is de helft der geschriften door Nederlandse theolo gen bekeken en orthodox bevonden: ook dat scheelt een stuk in de tijd. Maar zekerheid hebben we niet, voor dat het proces is afgelopen. Rome pleegt deze zaken uitermate serieus op te nemen en wij hier in Neder land hebben dat zeker niet minder gedaan". Dr. Alfred van de Weijer Kardinaal Alfrink «n prof. Rogier be kijken de stukken maar hij had hem in ieder geval persoonlijk ontmoet tijdens een pel grimsreis naar Rome, zoals blijkt uit een verzameling reisschetsen, die hij in 1888 schreef voor het dagblad De Tijd. Ook deze schetsen zijn in het archief van de postulator te vinden. „Het heeft ons heel wat moeite gekost alles bij elkaar te krijgen. Neem bijvoorbeeld dit artikel, dat door Ariëns geschreven werd voor La Settimana Cattolica. Heel Italië hebben we ervoor afgezocht, maar het was niet meer te vinden. Uitein delijk zijn we via het kantoor van de Katholieke Actie in Rome geslaagd. Maar het zou me niets verwonderen als ze daar de naam Ariëns voor lopig niet meer willen horen". GERARD BROM Een jaar of tien geleden is het allemaal begonnen. De grote pro motoren waren Ruys de Beeren- brouck en Brom, vrienden en ver eerders van Ariëns. Op 7 februari 1956 overhandigde prof. Rogier, die intussen Brom als voorzitter van het Ariënscomité was opgevolgd, aan aartsbisschop Alfrink een smeekbrief waarin namens katholiek Nederland wérd gevraagd om het aanhangig maken van een zaligverklaringspro ces. De bisschop hield de zaak enige tijd in beraad. Pas bij de inzegening SNEL VERLICHTING VAN VERKOUDHEID EN GRIEP Dank zij Togal. Helpt snel-afdoende bij griep, verkoudheid, hoofdpijn, .migraine, spit, reumatische pijnen. Met Togal in huis: gelukkiger leven. Zonder zorg voor gezondheid. Bjj apoth./drog. TOGAL 0.95; 2.40; 8.88. (Adiveiritienitde) Het water deint en eeuwig deint het voort en nestelt in zijn schoot de wijde luchten, de holle wolken en de vogelvluchten in grijz? en blauwe lucht. En ongestoord rolt golf na golf. Het zuchten van de wind verliest zich in het bruisen van 't roerig water en 't geheimvol ruisen van 't overspoelde riet. Geruchten waaiend van verre oevers, gaan verloren maar plots stroomt uit het galmgat van de toren bij uurslag heldere klokkenklank. Hoog boven dorp en plas stijgen de torenlijnen die, duizendvoud gebroken schijnen in duizend waterlichten, stromend langs zijn flank. WILLEM VAN HORSTENDAAL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 7