ONS KNUTSELHOEKJE SÜSKE m WISKE EEN VAKANTIE met spanning Hoofdstuk VIII. EEN LEGPUZZEL Het was de meest opwindende avond, die de jongens ooit gekend hadden. Even voor achten kwam Charlton, de oude knecht, naar de boerderij toe met het hele verhaal over de inbraak. De bende had gebruik ge maakt van de hevige storm om onge merkt het huis te naderen, 'n Open raam van de benedenverdieping was een gemakkelijke toegang geweest. Ze waren toen rustig van kamer tot kamer gegaan en hadden van de muren en uit de kasten alles wat van waarde was meegenomen. Twee hunner hadden hun aandacht gewijd aan de kleine safe in de studeerka mer van Sir George, terwijl deze, vastgebonden en met een prop in z'n mond, machteloos kon toekijken vanuit zijn armstoel. Vijf minuten, nadat de inbrekers vertrokken waren, slaagde hij erin de prop uit zijn mond te verwijde ren en om hulp te roepen. De hele huishouding kwam toen onthutst toe gelopen om de oorzaak van het la waai te ontdekken. De dieven waren ondertussen echter verdwenen. On middellijk werd de politie te Market Torbury opgebeld en deze ontving het bericht, voordat de telefoondra den werden doorgesneden. Terstond werden wachten neergezet bij alle toe- en afvoerwegen en bij de rivier mond. Daarop volgde een systema tisch onderzoek in Thaneborough en omgeving. Ditmaal mocht er beslist geen fout gemaakt worden. „Het lijkt wel een hoofdstuk uit een detectiveverhaal", zei Joost. „Ik hoop maar, dat de po litie erin slaagt ze te pakken, voor dat onze vakantie om is. Ik .zal er een enorm spannend verhaal van maken en het op school voorlezen of vertellen." Jans' ogen begonnen van opwin ding te schiteren. „We moeten er ook nog wat plezier van beleven", zei hij, „welk een pracht gelegenheid om wat speurderswerk te doen! Ik heb altijd al zo verlangd eens de rol van Sherlock Holmes te spelen". Mijnheer Sinclair zette echter een domper op dat verlangen door te zeggen, dat men dergelijke zaken aan de politie moest overlaten en er zich dus niet mee moest bemoeien. Dus werd er die avond ook verder niet meer over gepraat. De volgende morgen bemerkten zij, dat de storm nog niet was afge nomen. De regen viel maar steeds met stromen neer en dus vonden de jongens niet beters te doen dan de zeilwagen verder te repareren. Kort na de lunch moest mijnheer naar Londen vertrekken voor een belangrijke bespreking. Hij vond het helemaal niet prettig op reis te moe ten onder deze vreemde omstandig heden, maar zaken kunnen soms moeilijk uitgesteld worden. Voor hij de Rode Hoeve verliet, riep hij de jongens bij elkaar en vroeg hun tij dens zijn afwezigheid vooral geen onverstandige dingen te doen en geen kattekwaad uit te halen. Nou, dat beloofden ze in ernst. „Maar vindt u het wel goed, als wij morgen tenminste als hy dan weer klaar is de zeilwagen mee nemen naar het strand, vader?" vroeg Jan. „Natuurlijk en ik hoop, dat jullie er veel plezier mee zullen beleven. Maar vergeet niet, Jan, een -oogje op het getij te houden, want je weet, hoe vlug bij vloed de zee het strand weer kan overspoelen." „Ja, dat zal ik niet vergeten," zei Jan. „Tot ziens, vader. U hoeft niet in zorg te zitten over moeder en ons. We zullen ervoor zorgen, dat alles in orde is". j. Zij werkten hard aan de wagen en waren juist klaar, toen het donker werd. Charlton kwam de schuur bin nen, toen ze hun gereedschappen bij- eenpakten. Piet vroeg hem of er nog nader nieuws over de inbraak. De oude knecht schudde het hoofd. „He lemaal niets!" Het dorp krioelt van politiemannen en verslaggevers en inspecteur Craddoch vraagt nog vrij willigers, die zich willen aansluiten bij een grote speurtocht in de omge ving welke morgen wordt gehouden. De meeste jongens en mannen heb ben zich aangemeld en gaan morgen op zoek naar mogelijke schuilplaat sen in de heuvels van Covertop". „Maar waarom juist Covertop, Charlton?" vroeg Jan. „Dat zijn slechts grote heuvels en weinig be groeid, in de omtrek zijn er heel wat andere plaatsen, veel dichter bij, waar de bende zich kan ophou den". „De politie heeft een waarschu wing ontvangen, dat deel van de omgeving speciaal te bewaken", leg de Charlton uit. (wordt vervolgd) Correspondentie Vandaag zijn de kinderen weer aan het woord. Paul Meerpaal, Leiden OKIE EN DOKIE VINDEN EEN SCHAT Er waren eens twee matroosjes. Ze heetten Okie en Dokie. Ze voeren op een groot schip, maar nu hadden ze verlof en gingen samen op reis. Ze hadden 'n oude auto gekocht en ook een hond, die noemden ze Flap. De hond was een echte herdershond en hij hield al gauw heel veel van de jongens. Ze waren nu al buiten de stad en reden maar ergens heen. Opeens be gon het te onweren en verschrikke lijk te regenen. „Waar moeten we schuilen?" vroeg Dokie. „Kijk daar staat een oude keet". Meteen reden ze er naar toe. „Hè, hier zitten we lekker droog" „Zeg Okie steek dat olielampje eens aan. 't Is hier zo donker". Zo nu konden ze een beetje zien. Dokie graaide met zijn vingers wat in het zand. „Hé, wat voel ik hier? Iets hards! Kom eens kijken!" Samen begonnen ze te graven. ,,'t Is een kistje Dokie. Een schat kist misschien wel!" Nu haalden ze het kistje er uit. Het was niet op slo)( dus maakten ze het open. „O, o! dat zijn vast parels!" „Kom mee, dan gaan we naar het schip. De kapitein heeft wel verstand van parels". Het was weer droog en ze reden naar de haven. De kok zag hen aan komen. Hij mocht ook de parels zien. Toen gingen ze naar kapitein Paf en ze vertelden hoe ze het kistje had den gevonden. „Ja, 't zijn inderdaad echte parels. Rijden jullie er maar gauw mee naar het politiebureau", zei de kapitein. „Ik denk dat boeven de parels ge stolen hebben en ze toen op die ge heime plaats hebben verborgen". De jongens moesten alles aan de politie vertellen. Ze moesten ook hun naam en adres opgeven, want dan zouden de beide jongens vast wel een grote beloning krijgen. En zo gebeurde het ook. De eigenaar van de parels gaf ze een grote beloning. Ineke Huigsloot, Leiden HET SCHOOLREISJE Met ons schoolreisje zijn we naar Madurodam geweest en daar was het erg leuk. Eigenlijk is het stadje, met alle huizen, trams én auto's heel klein. Om 12 uur gingen we met de bus terug. Toen we in de bus gege ten hadden, gingen we ergens anders heen. We wisten niet waarheen, dat zou nog een verrassing zijn. Al gauw wisten we waar we naar toe gingen. We zongen en lachten in de bus, het was erg gezellig. We stopten bij Avifauna. Daar was een grote speel tuin. Er was ook een heel hoge glij baan. Frans en Jeroen zijn nog in het water gevallen. Met hengelen heb ik een ringetje, een armband en nog veel meer ge wonnen. Er waren in Avifauna ook botsautootjes. De jongens gingen paardrijden. Een meisje van een an dere school is ook nog in het water gevallen. We waren om half zes weer op school. Ik was om 10 minu ten over half zes thuis en ben toen nog gaan zwemmen. O ja, ik moet nog zeggen dat Anja de Man in de bus naast me zat. Elly Stuurman, Leiden HET BIGGETJE DAT PECH HAD Er was eens een biggetje, dat heel graag met andere dieren speelde en dat kon ook best, want het had vriendjes genoeg. Elke morgen kwa men die vriendjes hem halen, dus deze ochtend ook. Het biggetje heet te Mikkie. Deze morgen was hy al vroeg mei zyn vriendjes weggegaan. Ze hadden in het bos een heleboel leuke din gen gemaakt: een wip, een schom mel, een draaimolen en een hobbel paardje. Wat was dat leuk! Mikkie en zijn vriendjes gingen daar dus lekker mee spelen. „Zal je erg voorzichtig zijn, Mik kie!" had moeder 's morgens nog gezegd, „en goed uitkijken, anders krijg je vanavond straf". Mikkie beloofde het, maar onder het spelen vergat hij het en was on gehoorzaam. Hij sprong zo maar in een draaiende draaimolen, maar dat trof hij niet goed, want hij viel er gelijk weer uit. Het biggetje leerde Hiet gauw, want even later sprong hij gelijk weer op een schommel. Hij schommelde veel te hoog en daardoor viel hij ook uit de schom mel. Toen ging hij maar naar het hobbelpaard. Ineens had hij geen zin meer en sprong zo maar van het hobbelpaard af. Hij kwam boven op de wip terecht. Dat kwam slecht uit, want hij kreeg splinters in zijn voeten en nu holde hij naar huis. Moeder haalde de splinters er uit en verbond zijn pootje. Wees toch nooit zo oliedom als dat biggetje. Hein Bokern, Leiden HET SPOKENUUR Mijnheer en mevrouw De Haas hebben vier kinderen. Loes is de oudste, dan komt Peter, dan Kees en Mies is de jongste. Op een zaterdagavond moesten me neer en mevrouw naar een diner, dat om 7 uur zou beginnen. Daarom aten ze al om 4 uur, anders zouden DE LEIDS COUi ze niet veel op dat diner kunnen eten. Peter en Kees zaten in de voor kamer te lezen. „Kom Kees, laten we even naar mijn kamer gaan. Ik heb een plan netje". Héél zacht fluisterde hij in de oren van Kees: „Ik heb zo'n zin om die meiden eens flink te laten schrik ken". „Tk weet dat er op de zolder een oud laken ligt. Nou ga ik voor spook spelen. Vader heeft boven een pot met dat glimmende spul en daarmee maken we ogen voor het spook". Ze gingen aan het werk. Maar ze wisten niet dat Loes en Mies ook zo'n idee hadden. Ze hadden ook een laken gepakt en alles klaar gemaakt. Stil zaten ze weer te lezen, tot het bijna tien uur was. Peter ging zacht jes naar boven, maar ook Loes was even weggegaan. Om klokslag 10 uur. gingen er boven twee deuren open en daar kwamen de twee spoken elkaar tegen op de gang. Wat heb ben ze gelachen! Jan Tolenaar, Leiden maakte bij zijn opstelletje een paar aardige tekenin gen, die we helaas niet kunnen af drukken. IN DE DIERENTUIN We kwamen er om half vijf aan. Bij het ingaan van de dierentuin zagen we al dadelijk een grote oli fant. Daarnaast waren twee nijlpaar den. Hun huid was heel glibberig als ze uit het water kwamen. Je kon ook wel zien dat de huid heel erg dik was. Een stukje verderop wa ren de leeuwen. Ze liepen op een groot plateau, waarom heen een slot gracht. 't Zou natuurlijk veel te ge vaarlijk zijn als ze zo maar achter het hek konden lopen. Toen we de leeuwen goed bekeken hadden, gin gen we naar de beren. Ik geloof dat het wasberen waren. Er vlakbij zagen we de kamelen. De bulten hingen helemaal slap. De lama's waren er naast. Je moet die maar nooit biscuits geven want dan spuwen ze het vierkant in je gezicht weer uit. Er waren ook pinguins, wel een stuk of vijf. Er was ook een miereneter met zo'n slurf. Vlakbij dat hok van die miereneter waren twee hokken van de chimpansee's. Een oude en een jonge. Er waren ook ijsberen en ook veel apen. 't Was al over half zes toen we weggingen. Nog eens de derde (nu vierde) klas van de ST. ANTONUJSSCHOOL Nog is de derde klas niet klaar met rijmen, 't Gaat over de verjaar dag van Pastoor Commandeur op 8 augustus. Maar omdat we dan vakan tie hebben en er geen kinderkrant verschijnt, komt het versje vandaag in de krant: Een laatste groet vanuit de derde klas. Wij zijn helemaal in ons sas. Wij komen nu nog vanuit de derde klas, Wa.r 't altijd zo gezellig was, Onze pastoor van harte feliciteren Om hem zodoende ook te eren. Als hoofd van een groot gezin Waar hij wel staat, midden in. Wij wensen U een hele blijde dag Die U nog heel dikwijls beleven mag Als U dit leest (val niet onderste boven) Dan zitten wij al boven. Wij hebben heel goed ons best gedaan Allemaal zijn we overgegaan. Ons heel gezellig klasje blijft bijeen Behalve uit ons midden één. Uw buurmeisje is verhuisd Dus blijven wij met 38 incluis Pastoor nog heel veel gelukkige jaren En als 't even gaat, zonder grijze haren. Wij hopen dat U bent in uw sas, iDat wensen wij nu als vierde klas. Jufrouw de Leeuw en haar klas. Ook tante Jo en oom Toon wensen de pastoor van harte proficiat! En nu kinderen tot over drie we ken. Wij gaan ook fijn met vakantie. Denken jullie er aan dat een regen achtige dag ook zeer geschikt is, om een aardig verhaaltje te maken. Dag allemaal. Veel zon en pret. TANTE JO en OOM TOON. FIGUUR B TEKENOPGAVE Hierbij kim je je geheugen en je opmerkingsgave op de proef stellen. Teken een vierkant en zet twee pun ten uit, A en B b.v., verbindt dan die twee punten, overeenkomend met de lijn in fig. b. Zet de punt van je potlood op punt A en bekijl: dan je kronkellijn een minuut lang. Dan sluit je de ogen en probeer met de punt van de potlood blindelings de kronkellijn na te trekken tot B. Je zult dan merken, dat 't heel wat moeilijker is dan je dacht. Als je met meerderen bent, kun je er een aardige wedstrijd van maken, maar neem dan kleurpotloden, dan kim je ieders poging het best vergelijken met de andere. Wie 't verste van B uitkomt of 't meeste afwijkt van de eerst getrokken lijn is natuurlijk de verliezer. SPELDEKUSSEN, MASKOTTE OF SOFAKUSSEN De muis kan, maar 't komt daarbij op de grootte aan, tot speldekussen, maskotte of sofakussen verwerkt worden. Wil men slechts een spelde kussen naaien, dan hoeven de kwa- draatjes slechts 1 cm lang te zijn, als men 't papieren model tekent. Terwijl voor een maskotte de zijden 2 cm moeten zijn en voor een sofa kussen 4 cm. Voor de muis knipt men voor haar (zie fig. 1) twee vütstukjes voor de zijden uit en één voor de buik (fig. 2). Naai de twee helften aan elkaar met kleine steken (aan de rug!); naai de buik (2) aan de randen vast, vul hem met watten, wol of schuimrub ber, voor je hem helemaal sluit. Dan geef je het diertje nog een gevlochten staartje met aan 't eind een pluimpje. Twee zwarte kringetjes vormen de ogen (4), de oortjes knip je naar fig. 3 en naai ze aan. De binnenste lijn van 't oor stelt de omtrek van een tweede (vilt) lapje voor, rose of rood, dat binnen in 't oortje geplakt wordt. De snuit is een klein zwart knoedeltje garen, dat -van vooraan vastgenaaid wordt. Als je geen vilt hebt, kan je evengoed de muis van katoenen stof maken. Dan leg je de lapjes voor 't aan elkaar naaien rechts op rechts. Voor de naad neem je ze een 1/4 cm te ruim als je voor de oren vier lapjes en voor do binnen zijden twee rode lapjes uitknipt. Naai steeds twee grote delen van 't oor vast en dan pas de rode, als je de re^£> goede kant weer naar buiten ge draaid hebt. ^.de mmf crnnhum 1MW Kunt je niet waarschuwen, AL WEER PETER ALS TOVERKUNSTENAAR Peter legt de toverkunstenaar Spits- hoed uit, wat er gebeurd is en vraagt hem om raad. „Wat? als Pia en Klecks verdwenen zyn, moet je mij niet om raad vragen, maar de poli tie", antwoordt Spitshoed. Peter heeft evenwel geen zin om met de politie te spreken, hij verdwijnt liever zelf een poosje. Maar buiten in de tuin zitten Pia en Klecks verscholen. Zij vinden het nieuwe spelletje lollig. Als het schip de goede roete volgt, zal Peter verbaasd opkyken, als ze komt 't op de vleugels van de wind gelijk met hun kopjes opduiken! vast jn aan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 11