FOTOGRAFIE EN WETENSCHAP CLAUS' BEWERKING VAN TIJL UILENSPIEGEL TELEURSTELLEND Toneeltechnisch groot succes Tentoonstelling in de Lakenhal als onderdeel van Lustrumfeesten 1965 H UIB ER S ZATERDAG 26 JUNI 1965 DE LEIDSE COURANT PAGINA J Flinke brand op Leiderdorpse vuilnisbelt Grote zwarte en witte wolken smook lukkig was het niet zo ernstig als belhamels van de gelegenheid ge en rook hingen boven de weilanden kon worden gevreesd. Het was bruik te hebben gemaakt de zaak in rond Leiderdorp en verduisterden slechts de vuilstortplaats. Deze is al- de fik te steken. Of dat allemaal een groot deel van de Leiderdorpse tijd bewaakt, doch toen de bewaker waar is, kon men ons niet bevesti- hemel. De omvang van die rokerij op een gegeven moment noodzake- gen; in ieder geval werd het ons als deed het ergste vermoeden, maar ge- lijk even weg moest, schijnen enkele waar verteld. ANTIPAPISMEOP HET GRAVENSTEEN Natuurlijk, Tijl Uilenspiegel is te veel als de geinige flierefluiter en te weinig als de voorvechter van vrede, vrijheid bekend. Maar de gisteren in première gegane, door Claus bewerkte, legende van „Uilenspiegel en Lamme Goedzak" is in feite de legende van „De kerk in de kermiskooi" geworden. Teleurstellend was dit stuk niet alleen omdat de streken en de lotgevallen van Tijl Claes, bijgenaamd „Uilenspiegel", zijn hele ondeugen de en naar vrijheid snakkende persoonlijkheid werden opgeofferd aan de „symboliek" die dan kenmerkend voor dit stuk zou moeten zijn, maar meer nog door de bewerking waarin de tegenstelling Roomsen-Calvinisten te scherp, te scheef, te generaliserend in het toneellicht werd gezet. De bewer king van Claus was te eenzijdig, te emotioneel, appelleerde te sterk aan primitieve gevoelens van anti-papisme, die blijkens de reacties van het publiek niet veel nodig hadden om tot leven te komen. Anne-Marie Prins heeft een emotionele relatie van het publiek met „Tijl Uilenspiegel" niet bedoeld. Zij wilde Tijl tonen, in zijn tijd, tegen zijn tijd, maar zodanig dat de toeschouwer er niet rechtstreeks bij betrokken werd, zodat hij kritisch en gedistantieërd de woelingen en verschrikkingen van de 16de eeuw op zich in kon laten werken. In de „Leidse Tijl Uilenspiegel" wordt het goede en kwade voornamelijk voorgesteld door resp. de edele idealisten, die dan de Geuzen zouden zijn en de schijnheilige, „volgevreten", niets ontziende gluipers die dan deel zouden uitmaken van „Onze Moeder, de H. Kerk". Tijl Uilenspiegel strijdt onvermoeibaar voor de vrijheid, gulzig levend, openhartig en onstuimig, maar zijn inspanningen gelden voornamelijk de zeven ondeugden, die bij de Katholieken in het stuk zó overtuigend en rijkelijk zijn te bespeuren, dat de vraag rijst hoe een weldenkend iemand als Claus zo bevooroordeeld, zo volgens zijn anti-clericale gevoelens te werk kan gaan. Nog meer geeft het te denken dat dit stuk voor hem „ene bijbel" Mocht het gegeven van Tijl Uilen spiegel dan wat te eenzijdig, geïnter preteerd zijn, een grote troost voor deze teleurstelling was in ieder ge val de opvoering als zodanig. Toneel technisch kon zij alleen maar grote waardering veroorzaken voor de enscenering, de belichting, het spel en de oosturnering. Bijna vlekkeloos en zeer gemakkelijk leefden de spe lers zich im hun rol en „de tijd van Tijl" in. Het decor was uiterst sober gehouden. Naast de gevel van het Gravensteen die het fantastisch deed bij dit stuk had men de alleirtniood- zalkelijkiste voorwerpen zoals een brandstapel, het huis van Tijl en de Aan het hof van Karei de Vde geuzemboot zo eenvoudig mogelijk gehoudendat in tegenstelling met de belichting die een zeer belang rijke functie bij het stuk bad. De Meuren van de costuums waren zeer smaakvol en deden ondanks het rood Kleurig -van de Meren van de soldaten sterk aan Breughel denken. Het warm cogniacbruin, flessegroen, okergeel, roze en lichtblauw van de kleding van de Vlamingen stak wel heel scherp af bij de opvallende, wat ge wilde Meuren waarin het hof van Karei de Vde en later Philips de Ilde zich tooiden. Nozem In het eerste deel wordt Tijl te Damme geboren. Wij zien hem op groeien tot een zeer ondeugende, al tijd op geintjes beluste jongen, de wanhoop van zijn ouders, Soet- kijn en Claes, is. Hij is een soort niozern, die zijn jeugdjaren door brengt in gezelschap van een pleeg kind van zijn ouders „Neie". Niet alleen krijgt de toeschouwer een in druk van het Vlaamse leven, ook wordt hij vertrouwd gemaakt met het leven aan het hof van Karei de Vde. Links en rechts krijgt men nl. beurtelings een beeld van het on derdrukte Vlaanderen en het steeds rijker en décadenter wordende hof, door een belichting die sterk doet denken aan die welke in „Na de zon deval" wordt toegepast. Door een verbanning uit Damme voor een pe riode van 3 jaar is Tijl tot een zwer vend besitaan gedoemd en tijdens zijn vele omzwervingen maakt hij kennis met de brandstapels waaróp geroosterde ketters dagenlang roken, met vrouwen die als heksen worden veroordeeld en met de expansiezucht van Karei de Vde, die ook Henegou wen, Haland en Zeeland bij zijn rijk heeft gevoegd. Langzamerhand groeit bij hem het besef dat Vlaanderen, wil het niet ten onder gaan aan dood en verderf, zijn bloederige muilband moet afrukken. Wanneer hij na zijn vele geruchtmakende en enerveren de lotgevallen terugkeert in Damme is daar Nele die hem blij in haar ar men sluit en samen zoeken zij in een sprookjesland de lente. Als twee ge lukkige mensenkinderen dwalen zij in een wereld van demonen en ko bolden, die duidelijk geïnspireerd zijn op Jeroen Bos en krijgen de op dracht „de zeven" te zoeken. Geuzenscène In het tweede gedeelte is het met de luchthartige Tijl gedaan. Terwijl de vallende duisternis een natuur lijke sfeer kweekt voor al het boze en onmenselijke dat zich gaat afspe len, zien wij een ommekeer in de persoonlijkheid van Tijl. Zijn vader Claes is onschuldig opgehangen en Tijl voelt „het as van zijn vader op zijn borst branden" neemt de wa penen op voor de gewetensvrijheid en sluit zich bij de Geuzen aan. Groots in opzet en uitvoering is de geuzenscène. Met een maximum aan spelers, in fraaie kleuren en met mu ziek en vuurwerk wordt een slag van de geuzen uitgebeeld. Wanneer Tijl na zijn lotgevallen als geus, bijna op de brandstapel is terechtgekomen, ontdekt hij tenslotte welke „zeven" hij had moeten zoeken; tijdens een macht waarop dolende, lichtende zie len hem omringen, gaan de zeven ondeugden, gesymboliseerd door die NAAST DE GROTE tentoonstelling „Univisie '65", die in het Museum voor Volkenkunde is gearrangeerd en tot teptember voor 't publiek te be zichtigen blijft, zijn er in de Laken hal in het kader van de lustrumfees ten een viertal exposities ingericht, die alle de fotografie tot onderwerp hebben. De onderdelen zijn dan „Fo tografie en Wetenschap", „De ge schiedenis van de fotografie", een selectie uit inzendingen voor een fotowedstrijd met de academische we reld als motief en tenslotte „Eigen werk" (het leven van de academi sche gemeenschap)welker produktie op een bijzonder hoog en aantrekke lijk niveau staat. Vanmiddag om drie is deze expo sitiereeks geopend door prof. dr. Berkhof. TIJDENS 'n voorbezichtiging heeft de heer W. Th. Daems iets verteld over de grootste in de rij: „Fotogra fie en wetenschap". Zoals de titel reeds aanduidt, wordt hier de foto getoond als hulpmiddel bij de weten schap en laat zien, dat de prenten heel dikwijls ook estetische effecten tonen en ook estetische kwaliteiten bezitten. Er is een grote verscheiden heid, want vele laboratoria, institu ten, stichtingen en musea hebben in zendingen geleverd. Zo zagen we onder meer om en kele te noemen prachtige hemel- foto's op verlichte glasplaten van de sterrewacht, opnamen van planten- constructies, microbiologische foto's, beelden van de electronenmicroscopie, sterk vergrote reproducties van mi niaturen uit de universiteitsbiblio theek enz. Interessant zijn ook in zendingen van het sociologisch insti tuut van de universiteit. Een geheel ander aspect toont de afdeling eigen werk van de cives in de breedste zin van het woord. On geveer vijftig prenten zijn hier opge steld, een vrij strenge selectie uit een groot aantal inzendingen. Niet alleen blijken de opnamen van een bijzon der kwaliteit te zijn, het geheel ver toont ook een scala van stijlen. Ze ker laat deze afdeling zien op welk hoog plan de vrijetijdsbesteding van en in de universitaire gemeenschap op fotografisch gebied zich beweegt. WEER EEN ANDERE AFDELING laat de resultaten zien van een foto wedstrijd met de academische wereld in het stuk voorkomende hoogge plaatste katholieken in vlammen op. Tevreden is hij echter niet nu zijn doel is bereikt. Met Nele vetrekt hij naar een eiland, waar alleen zij en vogels zijn*... In de kou Voor dit lustrum heeft de Leidse studemtengemeensöhap gezocht naar een toneelstuk dat verwantschap had met het verzet van Leiden tegen de Spanjaarden. De keuze viel dus op Tijl Uilenspiegel dat als grootst op gezet lekespel waarachtig volksto neel is geworden. Het stuk heeft een blijvende actualiteit, het is ai lijkt het paradoxaal „tijdloos", hetgeen nog wordt versterkt door de kleding diie door Niels Hamels werd ver zorgd. Hoewel er grotere en Meinere rollen zijn, zijn de personages niet bedoeld als herkenbare, volledige in dividuen, maar alls de belichaming van mooie of giftige elementen; de naamloze menigte die in Tijl de hoofdfiguur is. Het was Anne-Marie Prins en zeer zeker Glaus niet te doen om een pittoreske reconstructie van de boze wereld van de 16e eeuw, waarin het onrecht machtig en mee dogenloos was. Zij samen hebben de avonturen van Tijl in de imponeren de, mysterieuze omgeving van het Pieterskerkplein opnieuw voor U uitgesteld. Mocht U hiervan gebruik willen maken zorg dan dat U niet al te zeer in de kou wordt gezet. Warme Meding en een flinke dosis verdraag zaamheid en realiteitszin zijn bij deze „Tijl" wel vereist. L. v. B. als motief. Het is eveneens een keuze uit een flink aantal inzendingen, een keuze die door een uit vier hooglera ren bestaande jury is gemaakt. De wedstrijd had tot doel een brug te slaan tussen bevolking en universi teit, aldus drs. J. van Wessem. Welis waar waren de resultaten uiteenlo pend, maar het dOel verdient toch grote waardering. We zagen er veel aantrekkelijke, soms humoristische prenten bij, die de realiteit dikwijls op kunstzinnige wijze herschiepen en weergaven. TENSLOTTE IS DAAR dan „De ge schiedenis der fotografie",- als geheel een inzending van de fotografische afdeling van het prentenkabinet der universiteit. Het bestrijkt het gebied der fotografie vanaf zo goed als het allereerste begin tot rond 1920 en geeft een praktisch volledig beeld van de ontwikkelingsgang. Het kabinet verzamelde sinds 1952 en de collectie groeit nog steeds. Het is geen over zichttentoonstelling van het bezit, ze omvat niet alleen prenten, maar ook een collectie apparaten en hulpmid delen, die het geheel bijzonder be langwekkend en interessant maken. Haarlemmerstraat 123 Leiden Tel. 01710-22889 brengt U een grote sortering in geboorte- aankondigingen Vraagt monsterboeken ter in zage. Een foto uit het prille begin van de fotografie. In 1857 maakte de Engels man F. Carlebur deze opname van zijn kinderen. De foto is geaquarel leerd. (Collectie prentenkabinet der Rijksuniversiteit Leiden). Zo is er b.v. een aantal oude camera's uit de collectie van prof. dr. H. van de Waal in opgenomen. Van de geëxposeerde foto's noemen we o.a. een groep opnamen „Ontwik keling van de beweging", portretten vanaf het prille begin, de eerste po gingen tot kleurenfotografie en z.g. kunstdrukken in verschillende tech nieken. Een werkelijke openbaring zijneen aantal portretten van een Engelse fotograaf, die ongeveer een eeuw geleden werkte. Het zijn ju weeltjes van portret- en fotokunst. Voorts zagen we een grote foto van Mata Hari, die de Amsterdamse fo tograaf in 1915 van deze zo omstreden figuur maakte. Prof. dr. Berkhof, voorzitter van het Consilium pro Civitate, diat als organisator van het lustrum fun geert, verrichtte hedenmiddag de opening. Spr. wees er op, dat de fo tografie, als „speelgoed" begonnen, thans mede in dienst is gesteld van wetenschap en kunst. Hij wees verder op de samenwerking tussen universi teit en stad en bracht voorts in het bijzonder dank aan de heren W. Th. Daems en H. Kleibrink, de laatste fotograaf van de Sterrewacht, die zo veel tijd en werk aan de inrichting van deze unieke exposities hebben besteed. De tentoonstelling is geopend van 27 juni tot en met 27 juli tijdens de gewone museumuren. Echtpaar Van Leeuwen-Kooiman uit Boskoop 60 jaar getrouwd In Boskoop is de heer W. M. van Leeuwen een graag geziene figuur. Deze dagen meer dan ooit, want het echtpaar Van Leeuwen-Kooiman zal 4 juli het diamanten huwelijksfeest vieren, immers zestig jaar geleden op 4 juli traden zij in Alphen in het huwelijk. Bekend is de heer Van Leeuwen vooral om zijn papegaai, die hij al tien jaar bezit. Met mooi weer kunnen de Boskopers hem op de fiets zien en op het stuur zit dan zijn onafscheidelijke huisgenoot: de papegaai. De thans 85-jarige bruidegom werk te reeds in 1902 in Boskoop als tim merman. Na 15 jaar ging hij in Gou da werken. In zijn jonge jaren wa ren de werktijden nog zo lang, dat hij om 5 uur moest beginnen en pas om acht uur weer naar huis kon te rugkeren, dit alles tegen de beloning van slechts 11 cent per uur. Hoewel het gehoor wat moeilijk heden geeft, kunnen de bruid (84 jaar) en de bruidegom zich nog steeds in een goede gezondheid ver heugen. Alleen vrijdags heeft de bruid hulp van haar kinderen bij het zware werk, verder doet zij al het huishoudelijk werk nog zelf. De negen kinderen, 32 Meinkinderen en 10 achterkleinkinderen zullen op de familiedag in het huisje aan de Zuidkade 232 uitbundig feestvieren. Op die dag kunnen ook anderen het „diamanten" echtpaar feliciteren tus sen 15.30 u, en 17.00 u.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 3