KATER
IN DE KRANTENTUIN
Het knutselhoekji
1 (3 M
ZATERDAG 12 JUNI 1965
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 13
EEN VAKANTIE
met spanning
Jan had niets gezegd, maar had in
tussen ziin eigen conclusies getrok
ken. Zou hi.i teruggaan en zeggen, dat
het niet doorging. Hij aarzelde nog bij
de deuropening, toen hij ineens een
goede inval kreeg. Vader was in de
studeerkamer, hij zou hem om raad
vragen. Goed idee! 'n Ogenblik later
klopte hij op de deur van het studie
vertrek. „Kan ik u even spreken, va
der?" „Ja zeker, als je het tenminste
kort maakt", antwoordde hij van zijn
boekhouding opkijkend. „Maar even
wachten, tot ik deze kolom heb opge
teld - 19 - 22 - 28 en 11 is39,rzei
Jan behulpzaam over vaders schou
ders meekijkend.
„Wat kun jij het vlug", zei vader
bewonderend.
„Zo. dat is gedaan", zei hij en legde
zijn pen neer. „En nu. wat zijn er
voor moeilijkheden?"
„Wel, ik heb mezelf in een kleine
moeilijkheid gebracht", zei Jan „en
nu zou ik graag uw raad willen heb
ben".
„Vooruit maar", bemoedigde z'n va
der „want ik ben beter in raadgeven
dan in optellen".
„Het zit zo", begon Jan „het kwam
zoéven in mij op. dat het een prachtig
idee zou zijn. om de jongens vandaag
mee te nemen naar Scarfell, voordat
het weer verandert en in de eerste
opwelling, zonder mijzelf rekenschap
van een en ander te geven, holde ik
naar ze toe en vertelde hen mijn
plan".
„En zij namen het graag aan. is het
niet? Nu. ik kan er niets verkeerds
in zien: als jullie het tenminste als
een ernstige zaak zien en geen gekke
dingen uithalen, is er heel weinig ge
vaar bii het beklimmen van de Pike"
„Maar daar gaat het niet om. va
der". zei Jan. ..Ziet u, het is moeilijk
uit te leggen: één van de jongens
ik zal niet zeggen wie is. als ik
me niet vergis, bang om heuvels te
beklimmen". En in het kort vertelde
Jan een incident (nare -gebeurtenis)
op Gull Grag (school) aan het begin
van het zomerseizoen. Ik wil niet be
weren. dat die jongen, waarover ik
vertel, een lafaard is. vader. Oh nee.
het is 'n dappere jongen. U moest eens
zien. hoe geweldig hij is bij de rugby
wedstrijden. Daarom kan het niet en
kel maar angst zijn, dat hij zo opziet
tegen het beklimmen van heuvels".
„Hum, ik weet het zo net niet.
Hebben de andere jongens er soms
een vermoeden van, wat hem zo bang
maakt? 't Is mei-kwaardig, dat één
van de moedigste mannen, die ik
ken, precies hetzelfde heeft".
„De narigheid is" zo ging Jan ver
der „dat de arme kerel werkelijk
denkt, dat het angst is en hij is
doodsbang, dat de anderen het zullen
merken. Ik geloof, dat hij voor zijn
hele leven zich ellendig en ontgoo
cheld zou voelen, als zij het ontdek
ken. Toen ik de tocht naar de Scar
fell voorstelde, trachtte hij zich ter
stond terug te trekken. Toen echter
Piet vragen begon te stellen, gaf hij
zich ineens gewonnen efi zei, dat hij
toch meeging". „Ja", knikte de boer
bedachtzaam „nu weet je toch niet,
of je er wel verstandig aan doet om
hem mee te nemen".
„Ik dacht er ook al aan om het
niet door te laten gaan", opperde
Jan. „Wat denkt u ervan?"
„Hum, ik weet het niet. Hebben
de andere jongens er een vermoe
den van?"
„Van zijn vrees bedoelt u? Nee,
ik geloof het niet".
„En als zij het wisten, zouden ze
het dan begrijpen?"
Jan antwoordde zonder aarzeling:
„Oh, natuurlijk, maar ik zou er voor
zorgen, dat ze dat deden, maar ik
denk niet, dat de zaak er beter door
zou worden, hij is zo gevoelig, ziet
u vader?"
De boer knikte weer bedachtzaam.
„In dat geval blijft er maar één ding
om te doen over", zei hij. Je kunt
de tocht niet meer uitstellen zonder
de andere drie teleur te stellen. Maar
er is geen reden, waarom je de mak
kelijkste, de minst gevaarlijke kant
van de heuvel niet zou nemen en de
zware klim zou vermijden".
Jan knikte wel even, alsof hij 't
met papa eens was, maar direkl
daarop zei hij: „Het spijt me toch
voor de anderen". En terwijl hij
reeds naar de deur stapte: „U be
doelt zeker de zuid-oostelijke naar
de top?"
„Ja, dat is de makkelijkste weg.
Neem je vriend, waar je over tobt,
steeds naast je en laat hem vooral
geen tijd om te denken. Begrijp je
mij?"
(wordt vervolgd)
WIE WEET HET
De antwoorden staan hier achter
aan. Maar eerst een kwartiertje na
denken.
1. Hoe heten de bewoners van
Azië?
2. Waar wonen de Eskimo's?
3. Hield Karei de Grote van aard
appelen?
4. Noem twee betekenissen van 't
woord hard (hart).
5. Wat betekent: 't aan zijn hart
hebben?
6. Wat betekent: hartig?
7. Wat is daar 't tegenovergestelde
van?
8. Wat was Napoleon?
9. Wat was Edison?
10. In welke eeuw leven wij?
DE ANTWOORDEN
1. Aziaten.
2. o.a. in Groenland.
3. De aardappelen waren toen nog
met bekend.
4. hart lichaamsdeel,
hard niet zacht.
5. Een hartziekte hebben.
6. Nogal zout.
7. flauw.
8. Frans keizer.
9. Amerikaans uitvinder.
10. In de twintigste eeuw.
Correspondentie
DE KINDEREN VERTELLEN
Gé van Hartevelt vertelt het vierde
deel van:
LASSIE IS IJDEL
Intussen spelen de jongens maar
door. Timmy echter doet niet mee,
hij is bedroefd omdat hij weet dat
de moeder van Jeff naar zijn oom
en tante zal gaan. Lassie ziet het
bedrukte gezicht en probeert Timmy
te troosten. Toch speelt hij een poos
je later weer mee.
Intussen is Jeffs moeder op het
kantoor van de voogdijraad gekomen
en ontmoet daar de oom en tante.
Timmy was de zoon van de jongste
zus van de tante en toen zij stierf
nam de tante hem in huis. Ze had
den het beter niet kunnen doen want
ze waren veel te oud om nog zo'n
klein kind te hebben. Bovendien was
tante veel ziek en oom had het al
tijd druk op de boerderij. Timmy
was erg trots, hij wilde hun geen
last bezorgen en daarom liep hij
weg.
De moeder van Jeff neemt nu een
besluit: Timmy mag voorlopig deze
zomer op de boerderij van de Millers
blijven. Dat was een goede oplossing.
Men vulde de papieren in en ze gin
gen uiteen.
Intussen was er op de hoeve weer
iets gebeurd. Timmy was nergens te
vinden, hoe Jeff en Porky ook zoch
ten. Jeff wist wel dat Timmy heel
moe was en dat kon best, want hij
had die nacht niet veel geslapen.
Lassie had wel gemerkt dat hij zacht
jes wegsloop maar Timmy beduidde
Lassie zich koest te houden en mei
mee te gaan, maar de hond sloop
hem toch na.
Timmy is al een paar uur weg.
De jongens bemerken dat Lassie ook
weg is. Opa zegt dan: „O, dan is hij
veilig". Toch gaan ze hem zoeken,
want ze zijn verantwoordelijk voor
hem.
Diep in het bos loopt Timmy dood
moe verder. Hij struikelt over een
boomwortel, die hij helemaal niet
gezien heeft. Plots staan Lassies oren
stijf van schrik, als ze ziet dat er
een reusachtige beer voor hen staat.
Maar Timmy is half versuft van de
pijn, ziet niets en loopt recht op de
beer toe. Lassie kon nu nog maar
één ding doen. Dreigend staat ze
klaar om haar vriendje te verdedi
gen. De beer schrikt van Lassies drei
gend gegrom en vlucht. Timmy was
erg geschrokken.
Door het geblaf van de hond kwam
Jeff hen op het spoor en samen lo
pen ze naar huis.
Daar kwamen opa en moeder ook
al aan. Moeder vertelt nu dat Timmy
de hele zomer bij hen mag blijven.
Wat is de jongen nu blij.
Aan tafel danken ze samen: „Dank
u Heer, voor ons dagelijks brood en
Timmy bidt nog er achter: en dank
aan Lassie, want ze heeft me uit
de klauwen van de beer gered".
Hierop laat Lassie een tevreden
gegrom horen.
EINDE
Hier komen nog twee opstelletjes
over de Bevrijdingsdag.
Eerst Jenny Dubbelaar, Leiden
BEVRIJDINGSDAG
Op 5 mei 1965 was Nederland 20
jaar bevrijd van de Duitsers. Ik ga
hier een opstelletje over maken. Zo
als u ziet heet ik Jenny en ik woon
in de Corelliestraat. Op die Bevrij
dingsdag werden er door vliegtuigen
parachuutjes neergelaten met een
pak biscuits er aan. Mijn broertje
en ik wilden er graag een hebben,
dus gingen we er achteraan. Mijn
broer kon heel hard lopen, veel har
der dan ik. John heet hij. Hij liep
toch zö haird. Op 't laatst kwam hij
op de Lammeschansweg terecht. Toen
kwam hij aan een slootje, aan de
andere kant stond een man met open
armen om hem op te vangen. Die
meneer pakte hem, maar toch viel
John in de 9loot. Daarna ging het
vliegtuig weer weg en wij zijn naar
huis gegaan. Ik vond het zö naar
dat ik niets had. Mijn moeder zei:
ik had er best een willen hebben.
„Moeder, gaan we nu eten?" vroeg
ik.
„Als je honger hebt, moet je zelf
de tafel dekken", zei moeder. Toen
we gegeten hadden, ging ik naar het
volksdansen kijken. Dat was ook erg
leuk en daarna zijn we naar mijn
tante geweest Nou en toen zijn we
weer gaan eten en weer gaan afwas,
sen. Het was 8 uur. We moesten 3
minuten stil wezen en toen ben ik
naar bed gegaan. Dit was het einde
van 5 mei.
Ans Righart van Gelder, Leiden
EEN GROOT FEEST
5 Mei Bevrijdingsdag.
Precies 20 jaar geleden gebeurde
er heel iets fijns. Toen werden we
van de Duitsers bevrijd. Dat was pas
een fee9t. We hadden vrij van school
en ik ging fietsen. Daarna gingen
we naar de Churchilllaan. Er zouden
vliegtuigen over komen en die zou
den parachuutjes neerlaten met een
pak kaakjes eraan. Natuurlijk pak
ten alle grote jongens, alles voor je
neus weg. 's Middags gingen we naar
het volksdansen kijken. We zaten
helemaal vooraan. Telkens liep er
een politieagent langs. Het was leuk.
Een meisje danste op blote voeten.
Ook dat was leuk. Nu weet ik niets
meer.
We kregen van 16 tot 26 april va
kantie: We hebben in de vakantie
heel veel boodschappen gedaan. Maar
we gingen altijd op de fiets en als je
op de fiets gaat, dan ben je ook zo
lekker gauw terug.
Donderdag 22 april was papa ja
rig. Hij heeft heel veel gehad: 'n
overhemd, sigaren en nog veel meer.
Ik ben op die dag pas om 10 uur
naar bed gegaan. Mijn zusje Doörtje
ging naar Gouda. Daar ging ze bij
een tante logeren en mijn nichtje
kwam bij ons. Toen Doortje thuis
kwam, bracht ze nog een nichtje
mee, maar dat andere nichtje moest
toen weer naar Gouda. Nu is er nog
een nichtje bij ons, die hoeft nog
niet naar school, pas de volgende
week maandag. Zondag zijn we naar
de fancy-fair geweest. Het was daar
erg leuk. We hebben twee keer en
veloppen getrokken. Mijn nichtje
won een potje mosterd en ik een
blikje leverpastei. Zo is het toch
een leuke vakantie geworden.
Lenneke Fielmich, Leiden
EEN DAGJE NAAR HET STRAND
„Zullen we naar het strand gaan?"
zei vader op een middag. „Ja hoor,
dat is best", zei mama.
We trokken onze lange broeken
aan, want het was nog geen zomer.
We waren nog in de lente.
We gingen wandelen op het strand.
We vonden wel een stuk of tien dode
EEN OPWINDENDE
VLUCHT.
In makkelijke leunstoelen liggend,
leggen de luchtreizigers tegenwoor
dig in korte tijd grote afstanden af.
Binnen 7 uur vliegt men tegenwoor
dig van New York naar Parijs. Een
kort slaapje, 'n maaltijd en de reis
zit er al op. Maar er was een tijd,
waarin men zich minder afvroeg,
hoelang een vliegtocht zou duren, als-
wel of hij niet te gevaarlijk zou zijn.
Het is ongeveer 38 jaar geleden,
dat een jonge Amerikaan, Charles
Lindbergh, besloot om een ongehoord
dappere, gedurfde tocht te maken.
Hij wilde in zijn eentje de Atlantische
Oceaan oversteken. Net als andere
pioniers ondernam hij daarmee een
poging, die tot dan toe nog door nie
mand ondernomen was, en net als bij
velen zijner voorgangers stiet op
meer tegenstand dan op vertrouwen.
Maar Lindbergh was een uitsteken
de piloot, die reeds waardevolle er
varingen als postvlieger had opge
daan. Hij kende veel beter de geva
ren, die hem te wachten stonden, dan
degenen die twijfelden aan het wel
slagen van zijn plan. Zijn kennis van
vliegen en vliegtuigen gaven hem
beide de zekerheid, dat die vlucht
mogelijk was.
Op 20 mei 1927 vernamen verbaas
de mensen over de hele wereld, dat
zijn gewaagde onderneming begon
nen was. In de vroege ochtend had
hij New York in zijn eenmotorige
machine „The Spirit of St. Louis"
verlaten om naar Parijs te vliegen.
Hoe zou de vlucht verlopen? Zou men
Lindbergh nog wel ooit terug zien?
Dit vroeg men zich steeds weer af,
terwijl hij zijn vliegtuig van het ene
vasteland naar het andere stuurde.
Lindbergh zelf was optimist, hij
verwachtte er het be9te van na het
eerste deel van zijn tocht. Maar des
ondanks wachtten hem nog zware
beproevingen. Boven de zee vliegend
bespeurde hij, dat de machine aan
snelheid verloor. Eerst hoopte hij, dat
't slechts een tijdelijk verschijnsel
was. Doch het tempo bleef maar ver
minderen. Hij deed al het mogelijke
om de snelheid weer op te voeren,
maar alle pogingen waren vergeefs.
Plotseling echter ontdekte hij de oor
zaak. Een dun laagje ijs, dat evenwel
steeds in dikte toenam, bedekte het
oppervlak van de vleugels. De toe
stand werd zeer hachelijk. Het toe
stel werd moeilijk bestuurbaar en 't
vogels. Een heel mooie grote vogel
lag met z'n kop onder zijn veren.
Ook lagen er veel grote stukken ijzer
en hout. Steeds kwam er meer "aan
spoelen. Veel zand kwam er aange
waaid. Soms moesten we onze ogen
dicht houden. De zee kwam bijna
tot de duinen. We gingen hollen over
de duinen en we gingen nog even
winkels kijken. Toen kregen we pa-
tat-frites. De middag was veel te
vlug om.
Toen we naar huis gingen kwam
Swiebertje op de televisie. O, wat
hebben we gelachen. Na het eten
kwam Barend de Beer en Lassie.
Toen was het bedtijd. De dag was
veel te vlug om.
Nu is het maandag en ga ik weer
naar school. Dat ik ook leuk hoor!
Wie heeft er met de Pinksterdagen
iets aardigs of fijns beleefd? Dan
maar gauw een verhaaltje er over
gemaakt en opgestuurd aan: Tante
Jo en oom Toon, Krantentuin Leidse
Courant, Papengracht, Leiden.
Dag allemaal!
nu kreeg hij te vechten tegen 'n aan
houdende vijand, die hem niet meer
losliet n.l. de slapeloosheid, 't Hele
verdere deel van de tocht moest hij
daartegen kampen. Doch de zeker
heid, verloren te zijn, als hij in slaap
viel, gaf hem de kracht die moeilijke
uren door te komen. Door steeds maar
zijn instrumenten te controleren en
de koers en de invloed van de wind
bleef hij de slaap meester.
Na 28 uur vliegen zag hij land,
maar niet Frankrijk, zoals hij gehoopt
had, maar Ierland. Maar hij wist nu
tenminste precies, waar hij zich be
vond en zag de eindoverwinning in 't
vooruitzicht.
Precies 33V2 uur na de start in New
York landde hij op het vliegveld van
Parijs „Le Bourget". De Fransen, zijn
eigen landgenoten, ja de hele wereld
leefde mee met zijn moedige daad en
het prachtige succes van zijn pioniers
werk.
FIG. B
gewicht der ijslaag zou het ten laat
ste in zee doen storten.
Gelukkig kwam nu zijn grote erva
ring hem goed te pas. Het gelukte
hem de koers te veranderen en het Door 2 ™n te tekenen zte Je
toestel in warmere luchtlagen te voe- rf jl een ^onlJ/l je 1'^"'
ren, die het ijs deden smelten. Doch fte,de optrekken. De ontbrekende
lijntjes zijn verder makkelijk te teke-
nen.
'N TELOPGAVE. i aantal. Wie van jullie kan, zonder el-
Hé, wat zwemt daar een school vis- ke getelde vis aan te strepen, 't juis-
sen Piet probeert ze te tellen, maar te aantal bepalen of het dichts by het
telkens weer komt hij tot een ander I goede getal komen?
PIET EN KLECKS.
Uit de rookwolken steeg de geest
van de doos vreselijk om aan te
zien. De drie maakten zich haastig
uit de voeten. „Halt, dat gaat niet,
liefjes riep de geest met 'n donder
stem. „Jullie hadden de doos niet aan
mogen raken; nu worden jullie ge
straft, omdat.jullie mij uit mijn diepe
slaap gewekt hebt."
(Wordt vervolgd
*.de wwwecwonhum
vwn
SUSKE WISKE
Sa naar het dorp
hctitinm overs
ÏTjjfè ditSeh
en maf ut- Y -Afe.
e lemen
miinnit domein!S p
X hét domein f
vis uit! Waf aan samen het
■f3 ^^binnendtinftnl
L nee. Wishe, dat is te de vaat
X Nee. ik fa niet mee!
7 l'jk'
'de het nen V-z^
ernaar m die hoiemuL
Will U iets weten?
Overhemd. Na het wassen is
mijn overhemd gekreukeUAls ik het
strijk komen de kreukels er weer
even hard in. Wat te doen?
Antwoord: U geeft niet op van
welik materiaal het overhe«md is.
Vermoedelijk van nylon? U zult' de
kreukels wel kunnen verwijderen als
U het hemd perst onder een natte
lap. Denkt U er vooral om dat U
de lap niet droogsbrijkt, want nylon
verdraagt geen grote hitte!
Route Zoeterwoude - Oudenbosch:
Zoeterwoude - Den Haag - Rotter
dam - Dordrecht - Moerdijk - Ze
venbergen - Oudenbosch.
De heer W. H. S. te Leiderdorp
wil per bromfiets naar Brunssum.
Hier volgt de route.
Leiderdorp - Alphen - Woerden -
Utrecht Bunnik - Cothen - Wijk
bij Duurstede - Rijswijk - Zoelen -
Drumpt - Wamel - Oijen - Oss -
Nistelrode Uden - Volkel - Boekei
- Gemert - Helmond - Nieuwe Paro
chie - Nederweert - Huisen - Gra-
them - Maasbracht - St. Joost - Pey
- Pepinusbrug Koningbosch - Bruns
sum, een afstand van plm. 190 km.
De heer G. H. te Leiden wil een
mooie route van Leiden naar Vlis-
singen, alsmede van Vlissingen naar
Veenendaal.
Naar Vlissingen zijn er sinds kort
twee mogelijkheden.
De eerste is:
Leiden - Vooi'schoten - Voorburg -
Delft - Rotterdam - Barendrecht
Blaak - Krooswijk - Klaaswaal - Nu-
mansdorp over de nieuwe brug naar
Hellegatsplein - Achthuizen Oude
Tonge over de Grevelingendam naar
Capelle - Zierikzee - de pont naar
Katsche Veer - Oostkerke - Leuve-
dorp - Oude Dorp Vlissingen. Deze
route is aanzienlijk korter dan die
over de oude verbinding, maar u
moet een tol betalen voor de brug
bij Numansdorp en voor de veer
pont. Als u daar bezwaar tegen hebt
kunt u de andere route nemen:
Over Rotterdam, via de Moerdijk-
brug - Zevenbergen - Noordhoek -
De Kreek - Standdaard Buiten-
Schans - Oud Gastel - Kruisland -
Boeink - Wouw - Bergen op Zoom -
Korteven Rilland - Krabbendijke -
Kruiningen - Schore - 's Gravenpol
der - Nisse - Heinkenszand - Nieuw-
dorp Oudedorp - Vlissingen plm.
180 km.
Route Vlissingen-Veenendaal:
Zelfde route terug tot Bergen op
Zoom - Wouw - Roosendaal - Breda
- Tilburg - 's Hertogenbosch - Wild
Rosmalen - Nuland - Geffen - Oss
- Megen - Altforst - Och ten - Kes te
ren - Veenedaal plm. 190 km.