Voor Valkenburg - murw gebeukt - was de capitulatie verlossing en bevrijding Landgenoten leefden die dagen in twee verschillende werelden BURGERS EN GEWONDEN KONDEN NIET GEEVACUEERD WORDEN Artillerie nam onder dank afscheid WOENSDAG 12 MEI 1965 DE LEIDSE COURANT PAGINA 4 DE NOOD onder de vluchtende en in het dorp achtergebleven Valkenburgers was de laatste twee dagen van de strijd hoog gestegen. Van Nederlands militair standpunt beschouwd wreder tegenstelling kan men zich moeilijker denken lag de situatie bepaald goed: het aantal Duitsers in het dorp, in de greppels en tussen de burgers verminderde snel. Het ogenblik leek gunstig de vijand de genadeslag toe te brengen. Waar hadden we dan anders die artillerie voor? In de ochtend van de der tiende mei begonnen de eerste en tweede bat terij van de derde afdeling van het tweede regiment artillerie zich in te schieten op het complex boerderijen Zonneveld. Na enige tijd kwam het uitwerkingsvuur en de infanterie was tevreden: het vuur ligt prachtig; het complex in vlammen, de vijand vlucht, be richtte men. Inmiddels landden weer parachu tisten op het vliegveld, dat meteen hierop uit alle wapens onder vuur werd genomen. HELAAS, diezelfde morgen kreeg de afdeling bevel zich naar Delft te spoeden in marstem po. Met grote dank voor de bijzondere steun door de artillerie verleend nam 4 R.I. afscheid van de kanonnen. Belaagd door aanvallende Duitse gevechtstoestellen. Luchtdoelmitrail leurs ontvingen de vliegtuigen zeer onvrien delijk, maar in de consternatie zakte een vuur mond weg in de berm door het schrikken van de bespanning. Tot overmaat van ramp gin gen de paarden er met de voorwagen vandoor, richting Voorhout. Het kanon sjouwde men toen maar op een caissonvoorwagen. Over Leiden en Voorschoten (de Haagse Schouw werd opnieuw door parachutisten onveilig gemaakt) bereikte de artillerie Delft, waar dinsdags de brand van Rotterdam werd waar genomen. Holland en de artillerie waren toen uitgeschoten. NOG EENMAAL gaan wij terug wed van fijngevoeligheid om speciaal werden bij elkaar geroepen en groeps gewijs kwamen de vrouwen en kin deren, gepakt met het noddgste, geen onnutte dingen. „De stoet zette zich in beweging. Oude mensen op kruiwagens, in kin derwagens, platte wagens, nog een wuiven naar de achterblijvers en zwaaien en zo verdwenen ze uit onze Valkenburg waar de inge- op de Rode Krui^gelegenheden te zwaa?ef1.en 20 verawenea ze uit onze ,en nu al®dagenlang vfr- schiet», o, van een. grote onkun- doofd leven murwTebeukt door dikheid V» órë oSt^n£or£Tat 2* ST" .TS eranaten en' koffels door cebrek met kon berekenen hoe ze schieten Sfsiourd te worden. Grietje Pustmus moesten". Hy stelde de Duitsers in "«I bever by ens. Ze zou toch met aan slaap, vermoeidheid angst en het geBjk^ beweerden, dat de lan« meer leven- En waarom daa wonden en het vreselijke gezel- Hollandse officieren alleen maax goed n0« andKre mensen vaïïen^ schap van de dood. Hoe lang waren voor tractement, een hadden k** 81 ge™*® fan zichzelf". duurt dit X1U sl? D30Gn. niaandCD nwvi nnVia mnnie mv\iimow An mi ,.1 vt Volgens het relaas van Van Duijn gingen voor de zoveelste keer de parlementairs naar over ste Buurman, de commandant van de Nederlandse troepen in Noord- wijk en Katwijk, nu vergezeld door een Duitse officier. Er werd geconfereerd door de officieren onderling. Terwijl in de andere kamer een officier van gezondheid zat te overleggen met het hoofd vam de Valkenburg se verbandplaats over de Hollandse gewonden werd de Duitse officier op eigen gelegen heid weggestuurd; de begeleider, 1 die in Valkenburg op erewoord be loofd had terug te komen, kreeg hiertoe geen kans. De Duitse com mandant vertelde later, dat de Ne derlandse autoriteiten niet tot onderhandelen genegen waren ge- duurt dit nu al? Dagen, maanden? mooi pakje, mooie vrouwen en zui- De mensen weten het niet meer. pen Ais volgens de Duitsers de Een uur is een dag, een dag een officieren waren als de soldaten, dan eeuwigheid. De gedragingen wor- waren de Valkenburgers sinds za den automatisch en instinctmatig, terdag al vry geweest Als er weer iemand getroffen wordt kan men alleen nog maar 7 BRAK DAN de dinsdag aan. Het bidden of vloeken; vloeken, om- leed was bijne geleden, maar nie- dat zo'n beschieting op burgers tuur m de mor; onzin is. Laat ze maar komen, zo Z j„„li d t t*\,a- i' 4- naar de Duitse commandant en ver- J utelden, dat het met de gewonden zo ste ogenblikken over. het mte- rviet langer ging. Zoek de burgemees- ressccrt ons niets meer. Als ze maar op, zei de Duitser, dan ne- maar van de gewonden afblij- men wij wed maatregelen om de bur- ven: „Dan breekt de hel net zo gers en gewonden te evacueren. Het hard los als buiten en zou je in was bijna niet te geloven, staat zijn om door het vuur heen naar die soldaten te gaan en hun NUL OP HET de strot af te bijten REKEST ONHOUDBARE THF^T A IVn Er zijn verschillende bronnen, waaruit blijkt, dat de Duitsers hun beloften niet nakwamen of de ge- l^E SCHREVEN HET AL EERDER: wonden lieten gaan, toen alles voor- de burgers in Valkenburg en bij was. Van Duijn is een andere hun landgenoten in uniform leefden mening toegedaan. Hij schrijft als op enkele honderden meters afstand volgt: De oude Nederlands Hervormde kerk van Valkenburg, aan de voet waarvan de gevallen militairen, Nederlanders en Duitsers, een voorlopige rustplaats kregen. De ruïne werd afgebroken. Op de voorgrond een door de Duitsers inbeslaggenomen auto met een ha kenkruis in kalk. het verdacht, dat de Duitsers hun gewonden weghaalden. Toen kwamen de Duitsers met het verhaal van de vlucht van koningin en regering naar Engeland en dit was koren op de mo len der nijd: „Wat waren wij woe dend en de patiënten niet minder. Hadden wij daar nou zo'n toestand voor beleefd?" Een officier kwam binnenlopen en vertelde, dat 's middags het he le zaakje, dat om Valkenburg heen lag, weggebombardeerd zou worden en dan was alies geleden. De Duitse troepen waren al bij Den Haag, zei hij, en konden elk ogenblik arriveren om Valkenburg te ontzetten. Geen wonder, dat Van Duijn deze officier een hu maan mens noemde. HET VERHAAL VAN DE VLUCHT in twee geheel verschillende werel- A ïan «i C. v. d. Heuvel IYE TOESTAND IN DE SCHOOL, de"- wegkruipend of vechtend uit ais parlementairs naar Kat- waarin de gewonden waren on- lijfsbehoud. Daar in het dorp lag de wijjCi verschillende malen, steeds nul dergebracht, werd door de Duitse vijand due geen genade kende, daar op ^est. Tenslotte besloot de dokter zo ernstig bevonden, dat de lagen ook de getroffen gezinnen, Duitse commandant de burgers naar Duitsers er weg moesten. De jon- niet begrijpend waarom Hollanders Katwijk te sturen. De Valkenburgers gens, zo schrijft Van Duijn, vonden op Hollanders moesten schieten. Dit was oorlog, maar men begreep het niet en wilde het niet begrijpen. Nie- mand had er om gevraagd. De groot ste onrechtvaardigheid en de opperste dwaasheid werden werkelijkheid. En de Duitsers voedden deze on houdbare toestand, ze bleven waar ze waren en gaven zich niet over. Mis schien, dat tenslotte de Nederlandse leiding het leven van de mee opge sloten Valkenburgers op hoger prijs zouden stellen dan het bestaan van enkele tientallen parachutisten, die in hun opdracht gefaald hadden. En vanzelfsprekend spraken de Valkenburgers, althans sommige van hen, met hun Duitse lotge noten en deze lieten niet na de slechte stemming ten opzichte van de belegerde troepen in stand te houden en tot een kookpunt te drijven. GAL *«Mp,TriiIa?aPSnov2r<>d! Nedö^ D« verwoeste kerk van Valkenburg, symbool van de rwaar gehavende ge- Ldse soJdntA die maar op hem en meenschap en einde van het vooroorlogse tijdperk. De toren valt om een de ayoon bteven vuren: „Het getuigt mogeltjk te maken. „GOEDE VADERLANDERS" „Wij begroeven op advies van die Duitsers onze doden. De lijken wer den op de matrassen uit de ledikan ten gelicht, andere op brancards ge legd en plompzo wipten ze de lijken van de baren af in de gegra ven kuil. Toen het gat vol was kwam de offiicer er een foto van nemen en knoopten we een gesprek met hem aan. Hij huilde bij al die lijken in de kuil, een noodzakelijk gevolg van de oorlog, zei hij. Wij betwistten dat en noemden het moord. Wij noemden oorlog vechten maar dan man tegen man en niet 's nachts een landje, dat lag te slapen, binnenstlappen, 80 mil joen tegen 10 miljoen, dat was geen partij. Hij klopte ons op de schou ders en vond ons goede vaderlan ders r)E VALKENBURGERS, die goede vaderlanders waren en bleven, konden de overweldigers zelfs nog im poneren. Zo was er een Duitse offi cier, die er een gewoonte van scheen te willen maken steeds maar in en uit te lopen om ongezien door de Nederlandse troepen verderop bin nendoor naar de Duitse voorpost te komen. Henk Varkeviseer trok de of ficier aan zijn jas terug en vroeg waar hij heen wilde. Hij moest naar zijn chef. „Dan ga je maar buitenom", zei Varkevisser, „jullie lopen hier maar in en uit te hollen en als de Hol landers dat zien, schieten ze ons voor de kop en jullie kruipen weg. We laten niemand meer door. Wij zijn verantwoordelijk voor onze gewon den, maar u voor uw soldaten. U wilt dit zeker wel doorgeven De Valkenburgers deden de deur open, de offiioer keek hen aan, sloeg zijn hakken tegen elkaar, salueerde en vertrok. „We hebben geen last meer gehad", zegt Van Duijn. Dat kon toen nog, in die meidagen van '40. VOORBIJ Nog eenmaal werd er die dag een kogeltapijt gelegd over Val kenburg. De hel was weer losge broken. Even plotseling als het be. gon, was het voorbij. En daar za gen ze een Nederlandse officier met blinddoek als parlementair in de gang van de school staan: ma joor Mallinckrodrt. Ontzetting te kende zich af op zijn gezicht, toen hij de gewonden en de vernielingen zag. „Vol walging keerde hij zich van ons af en werd toen het dorp rondgeleid zonder doek voor het gezicht. Een uur daarna hoorden we, dat Holland gecapituleerd had. De een was blij, de ander snikte als een groot kind, maar voor ons betekende capitulatie verlossing en bevrijding uit alle vuile omstandigheden." Wel 50 Rode Kruisauto's kwamen om de gewonden op te halen: „Zo, zijn jullie daar eindelijk. Waar heb ben jullie die andere 5 dagen geze ten? Jullie wisten toch, dat hier gewonden waren en dat er geen ver band was. Jullie, die zo goed de weg wisten naar Abessinië, wisten jul lie Valkenburg met te vinden?" „Toen werd de man, een kapitein was het, nog kwaad ook", schrijft Van Duijn. „Later, toen hij alles had ge zien, werd hij beleefd". ALLEEN VALKENBURG F KATWIJK keken de Valkenbur- gers de ogen uit Alles was heeft. Er werd verteld, dat alleen Valken burg in puin lag en verder in de om trek niets. „De een lachte en de an dere huilde, nog weer anderen waren stil, maar we waren allen abnor maal". Tot zover de heer Van Duijn. Jac. van der Zwart kwam met zijn mensen uit het huisje, waarover wij gisteren schreven. Richting Haagse Schouw kwamen ze, waar men werd tegengehouden door Hollandse sol daten, die de geweren richtten op de Valkenburgers en de vijf Duitser», die, ongewapend, met hen mee waren gegaan. Met de handen omhoog bereikten ze de Haagse Schouw, waar ze wer den ondervraagd en te eten kregen. In het gras liggend, voor de katho lieke kerk aan de Rijndijk, kregen de hongerige burgers koffie en brood en luchtalarm, steeds maar weer. Een wonderlijke redding, noemde Van der Zwart het, „ik heb heel wat men senkennis verkregen en leren inzien, wat de kern is van de mens. God dank, diat wij behouden werden". JO EINDIGDE voor velen met voor allen het epos van Valkenburg, vijf dagen in d» lentemaand mei van het Lang ver vlogen jaar 1940. De strijd was nést zo belangrijk in de hele oorlog voering. De eerste dag al was de Duitse opzet mislukt. Voor het overige waren er alleen een paar duizend Nederlandse in de war ge. bra ah te militairen, zevenhonderd Valkenburgers en een handvol in dringers mee gemoeöd. Maar zwart zijn deze dagen en nachten gewor den door nodeloos menselijk leed, dait onverhoeds, als een ddef in de nacht, een gemeenschap en een vollk trof. Er is gesproken en geschreven over dé machtige Duitse legers met hun moderne bewapening, elitetroepen, intensief getrainde manschappen. Nederland kon het maar vijf dagen uithouden, maar in de strijd tegen het nazistische soldatendom, dat faalde in een opdracht tussen slapende meneen, die nooit van oorlog gedroomd hadden, zijn hier glorievolle blad zijden geschreven. Ondanks on geoefende depottroepen, ondoel treffende bevelvoering, zenuwen en vermoeidheid hebben de Duit sers in de lage landen achter de duinen geen poot aan de grond gekregen (met uitzondering van hun eerste sprong). Slechts onge veer 60 van de vele honderden para's haalden de Nederlandse ca pitulatie. Hun plannen waren in het honderd gestuurd door slecht uitgeruste gemobiliseerde Neder landse „burgers". Om dit volk 09 de knieën te krijgen was de mis daad op Rotterdam nodig. Wij capituleerden slechts voor een overmachtige moordenaar. Op het Duitse soldatenkerkhof stond op het kruis, dat de Duitsers stierven opdat Duitsland zou leven...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 4