<- It It >E KRANTENTUII N PARMA WU WETEN HET. Het knutselhoekje ZATERDAG 20 MAART 1965 DE LEIDSE COURANT PAGINA n Laat tk jullie ditmaal een stukje geschiedenis vertellen en wel uit de 80-jarige oorlog, de strijd tussen Spanje en de Nederlandse gewesten, die de heerschappij van de Spaanse koning Filips wilden afschudden. Eèn van de knapste mannen, die de strijd voor Filips voerden was Parma - zijn volle naam was Alexan der Farnese, hertog van Parma. Hij was als landvoogd aangesteld over de Nederlandse gewesten; dat bete kent, dat hij over die gewesten het bestuur voerde voor zijn koning en tevens aanvoerder was van zijn troe pen. Deze Parma zat 't oorlogvoeren al heel jong in het bloed. Men vertelt, dat hij als 11-jarige knaap reeds mee wilde vechten in de slag bij de Franse stad Saint-Quentin, waar Fransen en Spanjaarden elkander bestreden. Maar natuurlijk werd zijn wens niet ingewilligd. Hij werd voorlopig nog teruggezonden naar Parma. hoofd stad van het hertogdom Parma in Noord-Italië, waarover zijn familie het bestuur voerde. Hier moest eerst nog zijn opvoeding voltooid worden. Maar voor zijn militaire vorming zorgde hij gedeeltelijk zelf wel. Hij deed namelijk niets liever dan bij avond en 's nachts de straten der stad te doorkruisen. Ieder, die hem daarbij nogal krijgshaftig of dapper toeleek, daagde hii uit tot een twee gevecht. Al had die persoon er geen zin in, of durfde hij het niet aan te gen. zo'n prinselijke kwajongen te gaan vechten, dan dwong hij hem gewoon. Menigmaal zal het de jonge durfal wel niet al te best bekomen zijn, dat deerde hem niet. Hij vond dat iemand, die een goed soldaat en officier wilde worden ook een neder laag moest leren verdragen. Natuurlijk werd zijn dapperheid al spoedig bekend en daardoor kreeg hij al gauw gelegenheid om die te tonen. Koning Filips werd n.l. ook in een strijd gewikkeld tegen de Tur ken, die zijn rijk en Europa tracht ten te overmeesteren. Hij stelde don Juan van Oostenrijk aan als aan. voerder van de vloot, die het tegen de machtige Turkse vloot moest op nemen. En nu kreeg de jonge Parma zijn kans. Hij kreeg n.l. het bevel over èèn der schepen van Don Juans vloot. In de Golf van Corinthe. een diepe inham in West-Griekenland, had er een beroemde zeeslag plaats, bekend als de slag bij Lepanto. Parma viel hierbij een Turks schip aan, dat de hele krijgskas aan boord had en dat daarom verdedigd werd door 300 Ja- nitsaren. Dit waren uiterst dappere zeelieden. Maar dat schrikte Parma helemaal niet af. Met lange haken haalde hij het Turkse oorlogsschip naar het zijne toe dat noemen ze enteren en sprong toen als eerste, slechts door èèn man vergezeld, op 't vijandelijke vaartuig over. Met z'n tweeën wisten ze zich zo lang tegen de overmacht staande te houden, tot bijna de hele bemanning van zijn schip ook was overgesprongen. Na een hevig gevecht van man tegen man, waarbij een groot deel der Ja- nitsaren sneuvelde, gaven de overi gen hun schip met de rijke buit aan Parma over. En dat was me nog eens een buit! Het grootste deel ervan werd onder de zeesoldaten van Parma verdeeld. De geschiedenis verhaalt, dat er velen waren, die voor die tijd heit geweldige bedrag van 2000 duka ten als hun aandeel ontvingen een gouden dukaat had een waarde van meer dan 5 gulden. Na deze gebeurtenis is de roem van Parma snel gestegen. Hij werd een gevreesd legeraanvoerder, van wie heel wat ongelooflijk knappe en vooral ook moedige krijgsdaden zou den te vertellen zijn. Maar daarover horen jullie later op school rtog wel eens in de geschiedenislessen, want wij hebben in onze streken heel wat met deze landvoogd en legeraanvoer der te maken gekregen. Hij was ook een groot staatsman, die even knap was in 't besturen van hem toever. trouwde gebieden als in 't aanvoe ren van zijn troepen. Gelukkig hadden wij in de strijd met de Spanjaarden een leider, die even knap was als Parma en dat was Willem van Oranje. Hij heeft tot zijn dood onze vrijheid tegen Fi lips en zijn landvoogd met moed en bekwaamheid verdedigd. CORRESPONDENTIE Daar komen dan de verhaaltjes over: „Mijn leventje". Maar nog al tijd komen er te weinig aardige en leuke momentjes in voor. Iedere kleu ter doet wel eens iets stouts. Zo hoorde ik bijvoorbeeld nog van een kind, die melkkraan van een melk wagen had opengedraaid, alle melk weggelopen op de straat, maar uit eindelijk moest het kind de schade uit haar spaarpot betalen. Marijke van Egmond, R.A.Veen MIJN LEVENTJE Ik ben geboren in de namiddag half zes. Ik woog 6 pond en 3 ons. Het was op maandag 9 november 1953, in het ziekenhuis te Leiden. Mijn oma hield me onder de doop. Na negen maanden liep ik voor het eerst. Met mijn vierde jaar ging ik naar de kleuterschool. Mijn moeder bracht me de eerste keer weg, maar ik begon hard te huilen. Toen nam de zuster me mee naar binnen en moeder ging gauw weg. Eerst zat ik bij juffrouw Joke en later bij zuster Cordulo. Toen ik zes jaar was, ging ik naar de eerste klas bij zuster Pe tra. Onze handwerkzuster heette Theadosia. Handwerken vond ik wat fijn! In de tweede klas kwam ik bij juffrouw Wagenaar en in de derde klas bij juffrouw Van Cassel. In de vierde klas kwam ik bij zuster Ma- thea en nu zit ik bij zuster Francis- cus. Dat vind ik de aardigste zuster. Ik kan wel goed leren maar toch zit ik liever bij vader op de akker. Lia Koree, Leiden MIJN LEVENTJE Ik ben geboren 21 juli 1956, zater dagavond ongeveer half tien. Ik woog 7Vs pond. Mijn mamma zegt, dat ik een schattige baby was. De eerste stapjes deed ik, toen ik ongeveer 10 maan den oud was en mijn eerste tandje kreeg ik, toen ik 11 maanden oud was. Het eerste wat ik zeggen kon was: „kukken". Dat betekende „druk ken". Als baby huilde ik veel. Als kleuter was ik een grote ondeugd. Toen ik geen kleuter meer was, ging ik naar de grote school. Daar leerde ik rekenen en taal, lezen en schrij ven en ook handwerken. In iedere klas worden de verjaardagen een beetje gevierd, maar in de derde klas draait de juffrouw een plaatje en dat vinden we heel fijn. Marja Berendsen, Leiden MIJN LEVENTJE 11 Juli 1°50 werd ik geboren. Ik woog 6 pond en was 50 cm lang. Ik heb met mamma 10 dagen in het St. Elisabeth-ziekenhuis gelegen, toen nam mamma me mee en legde mij thuis in mijn eigen wiegje. Ik was een heel lieve baby en huilde haast nooit. Als er iemand in de wagen keek, lachte ik altijd. Twee meisjes uit de straat gingen veel met me wandelen. Mijn moeder ging altijd met me naar het plantsoen. Dat was een hele wandeling en mamma was dan heel erg moe. Moeder ging ook geregeld met me naar de kinderarts, omdat ik heel erg ziek geweest ben. Toen ik één jaar was, kreeg ik een broertje. Toen ik eenmaal goed al leen kon lopen, speelde ik altijd ach. ter in de tuin. Mijn oma nam me wel eens mee naar Zutphen om te logeren. Mijn doopnamen zijn: Marie-José Erna. Met 1 september ging ik naar de kleuterschool, daar kreeg ik een vriendinnetje, waar ik altijd mee speelde. Op de grote school kwam ik bij juffrouw Van Velzen in de eerste klas en na een jaar ging ik naar de tweede bij juffrouw Rikmenspoel. Nu is er weer een jaar voorbij gegaan en zit ik in de derde klas bij juf frouw De Leeuw. Als er iemand in de klas jarig is, gaan we een plaatje draaien. Bij juffrouw De Leeuw zit ik het liefst. Kees Seriier. Leiden MIJN LEVENTJE Ik ben geboren in 1954. Al heel klein was ik een stoute baby. Mijn moeder waste me, maar mijn vader kleedde mij aan. In die tijd had moe der de fles klaar gemaakt en die lustte ik altijd heel graag. Toen ik negen maanden oud was, kreeg ik mijn eerste tandje. Ik was toch zo blij met dat tandje. Mijn eerste stappen deed ik, toen ik IV2 jaar was. Ik viel wel dikwijls, maar ik stond dan weer op en probeerde het opnieuw. Mijn moeder had de grootste moei te met mij in het bad te doen. Ik was dan zo wild dat de teil soms omviel. Alles kletsnat, dan kon je lachen. Moeder haalde dan een grote spons om de boel weer droog te maken. Als ik lief was kreeg ik wel eens een krentebol of een melkreep maar als ik stout was, ging de krentebol of de melkreep weer in de kast en dan zei ik tegen moeder: „Jij stout". Op de grote school vond ik het pret tig. Nu zit ik in de derde klas en vind het daar heel leuk. Heidi Bosmaq, Leiden MIJN LEVENTJE Op een vrijdagmorgen om half 11 werd ik geboren. Het was een mooie zomerdag in juli. Papa en mama waren heel blij, dat ik een meisje was en ze noemden mij Heidi, de naam van mama's moeder. Ik was net een donzig kuikentje. Als kleine baby had ik bijna geen haren, maar met mijn eerste jaar kreeg ik blonde krullen. Ik zat niet graag in de box en klom er steeds maar uit. Als kleutertje was ik heel vriendelijk en blij maar nu kijk ik wel eens boos en ontevreden. Op de grote school vind ik het heel fijn. Ik zit nu in de derde klas en ik vind alles wel moei lijk. Soms zou ik nog wel klein wil len zijn. Peter van Amsterdam, Leiden MIJN LEVENTJE Ik ben geboren op zondag 23 sep tember 1956 en woog 9'/2 pond. Mijn moeder zei dat ik een dikke bol had, maar mijn vader vond van niet. Ie dereen zei dat ik een gezellig dik knulletje was. Toen ik een half jaar was, kreeg ik mijn eerste tandje en ik was 11 maanden toen ik de eerste stapjes deed. Dat ging in 't begin niet zo best, want ik was zo dik en viel tel kens om. Later ging het beter. Ik was wel een ondeugende kleuter en mama was blij dat ik naar de kleu terschool ging. Ik vond het daar ook fijn. Eerst bij juffrouw Nachtegaal en later bij juffrouw Hug. Nu zit ik alweer op de grote school in de derde klas. We vieren daar onze verjaardagen heel leuk. Nou mag ik kiezen welke juffrouw ik het liefste had? Dan zeg ik juffrouw Hug van de kleuterschool. Henneke Wessendorp, Lelden komt met een echt gezellig en aardig ver haaltje over: MIJN LEVENTJE Ik ben geboren op een zonnige zaterdag, 't Was op 7 juli 1956. Mijn drie broers en 4 zusjes kregen er toen een klein zusje bij en die baby was ik. Ik kon heel hard schreeu wen, dat zeggen ze tenminste. Ik werd wel verwend hoor, dat vertelt mijn moeder, want ik zelf weet daar natuurlijk niets van. Maar ik wou wel dat ik nu nog zo ver wend werd. Ik was een vrolijke ba by, hoe kan het ook anders als je zusjes gewoon vechten om met je te mogen rijden. Natuurlijk was niet alles even leuk. Tanden heb je wel nodig, maar als je ze krijgt, is dat niet prettig. Toen ik zo'n maand of zeven oud was, ben ik dan ook een poosje erg vervelend geweest en dat ben ik nu nog wel eens. Mijn grote broer zegt dan al tijd: „Ga voor straf naar de gang". Ik mocht altijd paardje rijden op de rug van mijn grote broer, maar dat vond ik maar een beetje eng, want 't was altijd zo hoog. Op school vond ik het heel erg fijn. Ik ging met myn zusje Doortje naar de kleuterschool. Zingen vond ik altijd het fijnst. Later ging Door tje naar de grote school en nog later ik ook. Dat vond ik eerst wel een beetje eng, maar nu niet meer. Ik zit nu in de derde klas bij juffrouw De Leeuw en heb het daar erg naar mijn zin. Ria Jans, Lelden wil ook iets ver tellen over: MIJN LEVENTJE Ik ben geboren 23 juni 1956. Al vroeg had ik leuke krullen in mijn haar. Tot mijn vijfde jaar had ik die krullen en toen zijn ze geknipt. Ik woog bij mijn geboorte 6 pond en 2 ons. Als baby was ik niet dik maar ook weer niet te mager. Mijn eerste tandje kreeg ik, toen ik 10 maanden oud was. Spoedig daarna volgden de andere tanden en kiesjes. Mijn va der zegt dat ik altijd schreeuwde maar daar geloof ik niets van. Toen ik kon lopen, hoefde ik niet meer in de box. Zo werd ik een kleu ter en ging al spoedig naar de kleu terschool. Daar was ik heel graag. Eén keer mocht ik bij de water tafel spelen. Vier keer heb ik met het poppehuis mogen spelen. Met de blokken speelde ik ook graag. Toen ik zes jaar was, ging ik naar de grote school en ging naar de eerste klas natuurlijk. Ik leerde er lezen en schrijven. Toen ik overgegaan was, ging ik naar de tweede klas. Wanneer je daar jarig was, ging de juffrouw uit een mooi boek voorlezen en dan mocht je vóór de pauze trakteren. In de derde klas leest je juffrouw niet voor op je verjaardag, maar ze draait een plaatje en dat vinden we ook fijn. Dag kinderen tot de volgende week weer. TANTE JO EN OOM TOON WILT U IETS WETEN? Afzender Brieven zonder naam het evengoed. U moet een aanvraag en adres van de afzender komen niet bij de Raad van Arbeid, afdeling kin voor behandeling in aanmerking. derbijslag, indienen. De struisvogel in fig. d heeft een ei gelegd en wel een reuze groot ei. Daarna verwijdert hij zich. Er komt dan een kip aan, die eerst met de grootste verbazing naar dat gewel dige ei kijkt en er dan „wip" boven op gaat zitten. Dan komt even later de boer aan. Deze spalkt zijn ogen van verbazing open. „Hoe is 't mogelijk! 'n ei nog groter dan de kip". Ei, ei! Hoe kan dat toch! Jullie zullen het wellicht nog wel beleven, dat de eerste mens op de maan landt. De weg daarheen is 384.000 km lang. Als men deze af stand te voet zou moeten afleggen en per dag b.v. 10 km zou vorderen, dan zou die wandeltocht ruim 100 jaar duren. Om de maan is geen at. mosfeer (lucht). Men kan er dus niet ademen, zoals we op aarde doen. De temperaturen wisselen er tussen plm. 100 gr. Celsius en —200 gr. Cel sius; een dag of een nacht op de maan duren zo lang als 15 dagen op de aarde. De grootte der maan is slechts èèn vierde deel van die der aarde. Er zijn bergen zo ongeveer van de hoogte als die op aarde. Sommigen menen, dat het vroeger vulkanen waren. Ver der zijn er grote diepten (dalen), die naar men meent ontstaan zijn door 't inslaan van grote meteoren. Dit zijn ijzeren of stenen hemellicha men, die nu en dan ook wel eens op de aarde terechtkomen. De maan keert steeds haar zelfde zijde naar de aarde toe. Niet lang geleden is het de Russen gelukt de rugzijde (dus de van ons afgekeerde helft) te fotograferen. WISTEN JULLIE DAT AL? Routes buitenland Wij vestigen er nogmaals de aandacht op, dat wij geen routebeschrijvingen naar plaat sen buiten Nederland kunnen geven. U kunt zich hiervoor het beste wen den tot de ANWB, Wassenaarseweg 220, Den Haag, tel. 070-814381. Route Leiderdorp-Zeddam Lei derdorp - Utrecht - Zeist - Eede - Arnhem - Zevenaar - Zeddam. Route Zeddam-Broekhuizen Zed dam - Babberich - Pannerden - Bem- mel - Nijmegen - Mook - Gennep - Arcen - Broekhuizen. Route Broekhuizen-Klimmen Broekhuizen - Venlo - Roermond - Sittard - Hoensbroek - Hulsberg - Klimmen. Route Klimmen-Vught Klim men - Hulsberg - Hoensbroek - Sit tard - Maaseik (B.) - Weert - Eind hoven - Boxtel - Vught. Route Aarlanderveen-Best Aar- landerveen - Utrecht - Den Bosch - Vught - Best, 115 km. Route Sassenheim-Geulle Sas- senheim - Leiden - Bodegraven - Utrecht - Vianen - Zaltbommel - Den Bosch - Eindhoven - Weert - Maas eik (B.) - Sittard - Beek - Geulle; ong. 190 km. Route Oude Wetering-Vijlen Oude Wetering - Utrecht - 's-Herto- genbosch - Eindhoven - Weert - Maas eik (B.) - Sittard - Meerssen - Gul pen - Vijlen; 230 km. Huur Ik heb met 1 februari iemand kamerhuur opgezegd, en de ze persoon meegedeeld dat hij met 1 april niet meer over deze kamer kan beschikken. Kan ik hem nu op 1 april beletten deze kamer te be treden of niet?, aldus Th. D. Antwoord: Aangezien huurders on der huurbescherming vallen, hetgeen wil zeggen, dat men hen het onge stoord genot van het gehuurde moet laten, kan u uw huurder niet zomaar opzeggen. Er zijn de laatste tijd ge- rechterlijke uitspraken geweest, die dit nog eens duidelijk hebben bena drukt. De rechtbank te Arnhem heeft nog onlangs een tweede-kamerlid, die een huurder de deur uit wilde hebben, in het ongelijk gesteld en in het vonnis staat o.m. te lezen, dat de verhuurder zal moeten zorgen voor een adekwate bewoning van zijn huurder, alvorens deze opgelegd kan worden. Dat is een opmerkelijke uit spraak, en wij weten natuurlijk niet of elke rechtbank een dergelijk von nis zal wijzen. Belangrijk is natuur lijk ook, om welke redenen u uw huurder wil opzeggen. U kunt zich daarom het beste in verbinding stel len met het Bureau Huisvesting van de gemeente. Kinderbijslag Kunt u mij precies vertellen welke kinderen recht op kinderbijslag hebben, wat ze vroe ger te kort gehad hebben, leeftijd en geboorte, jaartal? Komen kinderen die studeren ook hiervoor in aanmer king? Moet men het zelf aanvragen of wordt het automatisch uitbetaald, aldus J. T. H. Antwoord: Het eerste deel van uw vraag hebt u wat onduidelijk inge kleed, maar wij hebben er uit afge leid dat u doelt op de z.g. peildatum kinderen, die dus net 16 jaar zijn ge worden of het binnenkort zullen wor den. Voor deze kinderen zal men het gehele jaar nog kinderbijslag ont vangen, dus tot en met 31 december 1965. Kinderen die studeren, krijgen Rentezegels Van 1940 tot en met 1955 zijn voor mij rentezegels geplakt. Kom ik nu nog in aanmerking voor terugbetaling? Antwoord: Alle verzekerden van 35 jaar of jonger en ook ouderen, voor wie zo weinig premie is betaald dat zij op hun 65ste jaar een ouder domsrente zouden krijgen van min der dan f60.- per jaar, krijgen het geld, dat zij geplakt hebben, terug. Wij nemen dus aan dat U voor te rugbetaling in aanmerking komt, mits U de leeftijd van 35 jaar nog niet hebt overschreden. Met de terugbe taling wordt pas een aanvang ge maakt, wanneer de arbeidsongeschikt heidsverzekering is ingevoerd. Folders bezorgen Een kennis van mij bezorgt in zijn avonduren folders huis-aan-huis. Momenteel doet hij dit niet meer. Over deze ex tra verdienste betaalde hij inkom stenbelasting. Nu wil men hem bo vendien pl.m. f 1.000,- omzetbelas ting laten betalen. Is dit juist? En als iemand een „krantenwijk" heeft, be taalt hij toch ook geen omzetbelas ting?, aldus B. P. M. V. Antwoord: Er moet hier een split sing worden gemaakt tussen hetgeen betrekking heeft op dagbladen (dat is namelijk vrij) en wat betrekking heeft op de rest (folders e.d.). Over het laatste is inderdaad omzetbelas ting verschuldigd, indien de omzet per jaar f3.000,- te boven gaat. En dan 4 pet. Adres Euratom Europese Ge meenschap voor Atoomenergie Eura- ton, St. Maartensbrug-Petten. Leidse Zeeuwen praatten over Deltaplan „De ontwikkeling van Zeeland, mede ten gevolge van de uitvoering van het Deltaplan en de nieuwe wegverbindingen", vormde ditmaal het interessante onderwerp van dis cussie op de maandelijkse contact avond, die de in Leiden en omstre ken woonachtige Zeeuwen ver enigd in „Luctor et Emergo" gis teren in de bovenzaal van „Old Dutch" belegde. Na een kort wel komstwoord hield de voorzitter, dr. J. H. Bromelow, een korte inleiding en gaf achtereenvolgens het woord aan de bestuursleden de heren A. H. Kramer en NI. A. Vermet. die hun visie inzake het onderhavige onder werp gaven. De heer Kramer gaf aan de hand van een kaart van Zeeland zijn ge hoor allereerst een globaal inzicht van de gigantische deltawerken en de gevolgen die deze voor het Zeeuw se landschap zullen hebben. Als rechtgeaard Zeeuw betreurde spreker het, dat het aloude Zeeland met zijn vele typisch Zeeuwse cul tuur- en folklorepatronen ten onder dreigde te gaan door de moderne massaficering en een vloedgolf van onpersoonlijk „staal en plastic". Na de pauze werd over het onder havige onderwerp uitvoerig van ge dachten gewisseld en kregen zowel degenen, die pro als contra de nieu we ontwikkelingen in Zeeland wa ren, ruimschoots de gelegenheid hun standpunt naar voren te brengen. Al met al kunnen de Leidse Zeeuwen weer terugzien op een alleszins ge slaagde contactavond. 'N SCHOMMEL VOOR POP OF TEDDY 'n Stevige kartonnen doos kan vlug in 'n leuke poppeschommel veran derd worden. Verwijder het deksel en een zijkant, 'n Stuk van het dek sel gebruik je vervolgens als plank, die moet beletten, dat het „kind" niet uit de schommel valt. Boor, zo als je op de figuur kunt zien, in beide zijvlakken 2 gaten en even eens 2 gaten door de plank. Snijd vervolgens 2 even lange stukken bindtouw en haal ze precies als op de tekening (goed kijken!) door de gaten en leid ze naar de plaats, waar de schommel bevestigd zal worden, 't Is wel wenselijk de gaten (ogen) wat te versterken, anders slijten ze gauw uit. Een vervolgverhaal van Suske en Wiske N.l., dat jullie haren, fijne draden uit hoorn zijn? Het zichtbare deel van een haar noemt men de haarschacht (buis). Ze heeft drie laagjes: 'n op- perhuidje, schors (bast) en merg. In de opperhuid aan de voet zit de haarwortel. Het haar groeit niet bij alle mensen even dicht, maar in doorsnee groeien er op elke vier kante centimeter plm. 300 haren. Het aantal haren per hoofd bedraagt tus sen de 80.000 en de 140.000. De rood harige mensen hebben de dikste ha ren, dan volgen de zwartharigen en dan de blonde. Een haar groeit per dag 3/10 tot 1/ï mm. De hoofdharen leven meestal vele jaren lang, terwijl de wenkbrauwen en de wimpers soms meermalen per jaar wisselen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 13