het /ommos Ei
t
.DJRDAG 24 DECEMBER 1964
DT I SIPSE COURANT
HAC.INA 7
van uw Sr is Jezu"' de vrucht Twee Kerstpuzzels
Maria begreep het nog niet hele
maal.
Hier kwam net vader met de kerst
boom binnen. We gingen gauw aan
het versieren. Het werd een gezellig
Kerstfeest.
I Voor de kinderen 710 jaar.
Zoek het juiste rijmwoord op.
Het versje is ingestuurd en gemaakt
door Kees Seriier, Leiden.
KERSTVERHAAL
„Ïa-Ia-Ia ik ruik vers gebakken
krentenbrood, ik ruik lekkere appel
taart, ik ruik gebraden vlees", riep
de ezel en hij richtte zich op zijn
slanke poten, schudde het stro van
zijn rug en tilde met zijn kop de dek
sel op van een kartonnen doos die
in een hoekje van de zolder stond.
„Het wordt tijd om wakker te wor
den, ik voel en ruik het. We hebben
bijna een jaar in de dozen op de don
kere zolder geslapen" en hij schopte
met zijn poot tegen een schaapje aan,
dat vlak bij hem lag.
Ook de herders werden nu wakker
en wreven zich de slaap uit de ogen.
De dikke, luie os, die in een hoekje
lag, had nog geen zin om op te staan,
maar de ezel liet hem niet met rust.
„Zeg luie os, sta eens op. Moet ik je
helpen, je zit zo dik in krantepapier
verpakt. Wacht, ik scheur alles weg
en nu opstaan vooruit".
Moeizaam kwam de os overeind.
„Hoe zou het met de kamelen
gaan? En met de koningin?
Sta even stil os, dan ga ik op je
rug staan, dan kan ik juist over het
randje van de doos zien" en hij klom
boven op de brede rug van de os.
„Bah, wat is 't hier donker. Ik hoor
wel iets bewegen bij 'de kamelen,
maar ik zie niet veel", bromde de
ezel.
„Laten we de ster opzoeken, die
geeft genoeg licht", zei een van de
herders.
„Dat is een goed idee! Wie weet
waar de ster zit?"
„Hier vlak bij mijn poten", riep de
kameel.
Daar kwam de ster al aanzetten.
Ze ging op een balk aan de zoldering
zitten en verlichtte zo de hele hoek.
Alles en iedereen in de dpzen be
gon zich te roeren, alleen in de klei
ne doos waarin Maria, Jozef en het
Jezuskindje lagen geborgen, bleef het
stil.
„Zeg jij langoor, zou je niet eens
van mijn rug afgaan, ik word er stijf
van, om zo stil te staan", riep de os
ongeduldig en hij schudde zijn brede
rug-
Daar had de ezel niet op gerekend
en ploemp, daar rolde hij omlaag in
het stro. Een kermend: „Ia-Ia" was
't gevolg
Wat was er gebeurd? De ezel had
een poot gebroken.
„Wat moet dat nu?" steunde hij.
„Moet ik nu al die dagen op drie po
ten achter het kribbetje staan?"
„Welnee", zei de oude herder met
een schaapje op zijn schouder,, „de
vader van de kinderen hier, lijmt je
poot er wel weer aan. Zoek het stuk
poot maar op.
Gelukkig, hij vond het en legde het
stuk poot netjes in een hoekje van
de doos.
Daar stapte een kameel met z'n
lange poten zo maar uit de doos op
de zolder en begon zich uit te rek
ken. Een van de koningen schrok
daar zo van, dat hij ook haastig uit
de doos sprong en de kameel trachtte
te grijpen.
„Kijk die koning er eens gek uit
zien; z'n kroon staat helemaal scheef"
blerde een groot wollen schaap.
Iedereen wou dat zien en in een
wip vloog alles en iedereen uit de
dozen de zolder op. De herdershond
rende heen en weer, blij dat hij z'n
poten eens kon strekken. Alles had
plezier. Ze maakten een kring en
dansten er op los.
't Lijkt hier wel kermis, bromde de
zwarte koning.
Daar kraakten de treden van de
zoldertrap. Iemand kwam naar boven.
Floep, alles weg. In een ommezien
tje vloog iedereen naar z'n plaats.
Het stro lag nog overal verspreid.
Vader en moeder kwamen naar bo
ven om de dozen te halen, om de
kerststal klaar te zetten. Vader tipte
het licht aan.
„Zouden we hier muizen hebben, 't
is zo'n rommel op de vloer", zei moe
der angstig.
„Ach, 't tocht hier in deze hoek en
de dozen waren misschien niet hele
maal goed gesloten", stelde vader
haar gerust.
Beneden in de huiskamer stond de
kerstboom al opgetuigd. De beelden
werden uitgepakt, afgestoft en neer
gezet.
„Kijk, die ezel z'n poot moet ik er
even aanlijmen zei vader.
„En ook een oor van de kameel",
zag moeder.
,,'t Is weer mooi zo", zei vader,
toen hij de groep bekeek.
Maria en Jozef lagen geknield voor
het lege kribbetje. Moeder hield het
Jezuskindje in haar armen. Ze huil
den en tranen rolden op de goudblon
de haartjes van het Kindje.
„Wee je nog pappie, hoe Annemie-
ke het vorig jaar het Kindeke in het
kribje mocht leggen?"
Ja vader wist het nog heel goed.
„Kom mammie, laten we niet meer
huilen. Onze Annemieke zingt nu het
„Gloria" met de engeltjes rond de
troon van God in de hemel.
Kerstverhaaltjes
van de kinderen
KERSTFEEST BIJ DE
KABOUTERS
Ja de kabouters houden ook Kerst
feest midden in de bossen. Ze zoeken
een mooie kerstboom uit en versieren
die met allemaal lichtjes in de boom.
Toen alles klaar was zei de kabouter
koning: „vanavond gaan we dansen".
Alle kabouters waren op het feest
behalve Jantje, die had verdriet. De
dokter was geweest en Jantje moest
twee dagen in bed blijven. O, wat
wou hij er graag bij zijn. De koning
vond het ook jammer.
„Kom we gaan Jantje verrassen.
We zetten de kerstboom voor zijn
huisje en dan gaan we daar feest vie
ren", zei de koning.
Alle kabouters vonden dat goed en
gingen naar Jantjes huis.
Eén kabouter had zijn viool meege
nomen. Moeder had het bed van Jan
tje voor het raam gezet, zodat hij al
les zien kon.
Wat was hij blij! Het feest duurde
de hele nacht en toen was hij zo moe,
dat hij in slaap viel. Ook de andere
kabouters waren moe. De koning liet
5 koetsen komen en toen werden ze
allemaal naar huis gebracht.
Na twee dagen was Jantje weer
beter.
Marga Steenbergen.
KERSTFEEST VAN TON EN ELSJE
Bij ons in de klas staat een kerst
boom met mooie ballen er in. Dat
vinden we fijn. Vrijdag is het Kerst
mis en dan staat er bij ons thuis ook
een kerstboom met ballen en ket
tingen. We mogen hem zelf versie-
Twee dagen voor kerstmis zei Els
je: „Ik ga Ton opzoeken dan gaan
we samen het kerststalletje klaar
maken".
Dat deden ze. Moeder hing het
engeltje boven het stalle tje. Oma
kwam oppassen want vader en moe
der gingen naar de nachtmis. Voor
het naar bed gaan vertelde oma een
heel mooi kerstverhaaltj e en toen gin
gen ze slapen.
Elsje droomde dat er die nacht een
engel op hun kamertje kwam.
„Waarom komt u hier?" vroeg Els-
te-
„Ik kom om de mensen blij te ma
ken en ik ga naar de zieke mensen
toe, om ze te troosten".
Pierre Fussen, Leiden
HET KERSTMANNETJE
Weten jullie wie het Kerstmannetje
is? Nu dat zal ik eens vertellen. Als
het Kerstmis is, dan komt 'de kerst
man allerlei cadeautjes brengen. Wij
kopen dan een kerstboom en gaan sa-
mer. de boom versieren. Wij vinden
het fijn en leuk om mee te helpen.
Wie zou dat niet leuk vinden? Dan
hoeft de kerstman ook niet te ko
men. Maar bij ons komt de kerstman
heus wel en je hoeft er niet bang
voor te zijn. Ieder jaar kopen wij een
kerstboom en komt de kerstman.
Thomas van Iersel.
HET KERSTSTALLETJE
Vader, moeder en mijn broertjes
gingen het kerststalletje klaar maken.
Vader pakte de stal en toen legde
m'n moeder wat hooi in het stalletje.
Mijn broertjes mochten de beeldjes
halen en vader zette de beeldjes er
mooi in. Ik mocht het kribbetje er in
zetten. Mijn broertjes hadden nog
wat mos en dat legden ze er ook bij.
Toen het klaar was, was het heel
mooi. We gingen eten en daarna
gingen we de kerstboom versieren.
Eerst de ballen en het laatste de
mooie piek. We gingen die avond
heel vroeg naar bed, want we moch
ten mee naar de nachtmis. Moeder
wekte ons, we kleedden ons vlug aan
en toen gingen we naar de H. Mis.
Buiten waaide het heel hard. Na de
kerk gingen we weer naar bed. De
volgende dag ging ik weer naar de
kerk, want God is goed voor mij en
dan ben ik ook goed voor God.
Rinie Devilee.
EEN KERSTBOOM
Op kerstavond toen alle kinderen
al lagen te slapen, ook Hans en Els
kwam er een engel de slaapkamer
van Hans en Els binnen. De engel
zag dat ze verdriet hadden. De en
gel kwam op het bed van Hans zitten
en veegde zijn tranen af. Hans schrok
wakker, hij wreef zijn ogen uit en
zag de engel. Hij riep Els wakker.
„Kijk Els, hier zit dezelfde engel
die beneden aan de kerstboom hangt".
Els keek. Ja hoor, 't was dezelfde.
Ook zulke mooie vleugels schitterend
als de zon. De engel ging weer weg
en de kinderen sliepen weer in.
's Morgens vertelden ze moeder,
wat ze die nacht gezien hadden.
„Dat was een mooie droom", zei
moeder.
Thecla van Heugten.
KERSTNACHT
In de kerstnacht gaan haast alle
mensen naar de kerk, behalve heel
oude mensen en kleine peuters, maar
die hebben ook een heel fijn feest,
want hoor maar eens, toen mijn
broertje en ik nog klein waren. Toen
moesten we thuis blriven, maar dat
was niet erg hoor. Wij mochten de
kerstboom versieren dat was ook fijn
De tafel was heel mooi vetsierd, ie
dereen had een kaars bij zijn'bordje.
Er gingen ook wie eens kerstballen
stuk, maar dat was niet zo erg. We
mochten ook de kerststal opzetten,
daar hing ook een mooie engel aan.
Vader en moeder kochten snoep en
dat mochten we zelf in de boom han
gen. Aan tafel kregen we kadetjes
en krentenbollen, we hadden eitjes,
ham, kaas en nog veel meer andere
dingen. We mochten ook lang opblij
ven. De volgende dag was het ook
nog fijn want dan gingen we naar de
twee oma's en mijn opa. Later toen
ik groter werd, mocht ik wel mee
naar de nachtmis.
Maria Verhoogt
HET IS KERSTMIS
Het was twee dagen voor kerstmis
en ergens werd een kerststalletje
klaar gezet. Het waren Tom en Els
je, die moeder mochten helpen. Eerst
het mos er in en daarna de beeldjes:
Maria met het Kindje, Jozef, de her
ders ^n de schapen.
Toen gingen ze met moeder bood
schappen doen. De winkels waren
prachtig versitrd. Eerst kochten ze
kerstballen en daarna gingen ze een
kerstboom kopen. Maar de kerstboom
was te groot om te dragen, daarom
zou vader de kerstboom komen halen.
Terwijl ze op vader zaten te wach
ten ging moeder intussen een verhaal
vertellen: De engel Gabriël stuurt
Maria een blijde boodschap.
Maria zat op haar bidstoel en bad
heel vurig: Laat nu toch de beloofde
Messias komen".
Toen keek Maria even op. Het was
licht in de kamer. Maria keek achter
om en daar zag ze een prachtige en
gel staan.
„Ik heet Gabriël", zei de engel. „Ik
kom een blijde boodschap brengen.
Gij zijt de gezegende onder de vrou-
Leneneke Fielmich.
HET TOVERENGELTJE
Weet je hoe de kerstboom gekomen
is? Dat kwam zo. In de kerstnacht
komen er wel duizend engelen naar
de aarde. Die toveren dan een hele
boel kerstbomen en dat doen ze ieder
jaar. Zo zijn de kerstbomen gekomen.
Ook bij de twee kinderen Peter en
Petra.
Op een avond voor kerstmis gingen
ze met vader mee naar de markt
om een kerstboom te kopen. Na een
kwartiertje zoeken hadden ze nog
geen kerstboom. Er waren helemaal
geen kerstbomen.
De mensen liepen verbaasd te
kijken. Nu was het gauw Kerstmis
en ze hadden nog geen kerstboom.
Vader zei: „Dan maar geen kerst
boom".
Dat vonden de kinderen heel erg.
Ze gingen naar huis en vertelden het
aan moeder. Ook moeder zei: „Dan
'maar geen kerstboom".
Peter en Petra gingen heel ver
drietig naar bed en vielen in slaap.
Het was één uur in de nacht. Toen
kwam het tover engeltje en toverde
bij alle mensen een kerstboom, ook
bij Peter en Petra. Wat waren ze
blij. Nu hadden ze toch een kerst
boom en wel een versierde.
Dag kinders, volgende week weer
verder. Allemaal een Zalig Kerst
feest en een fijne vakantie.
TANTE JO EN OOM TOON
HET KERSTFEEST
De kerstbomen waaien op het p
De ballen draaien er zo f
Zie je ook de engeltjes v
Zie je ook het Kindje - w.
Ook hoor ik de belletjes r.
En zie ik de balletjes t
De sterren zijn nu nog d
Maar straks geven ze helder 1
Nu lekker gaan s
Dan hoef je morgen niet te g.
n Voor de kinderen 1014 jaar
Hier onder volgen 5 spreekwoor
den, waarvan de letters danig door
elkaar staan. Alleen de eerste letter
staat op zijn plaats.
Edin doge, la gdeo.
Osot tswe, suiht tbse.
Brtee nee ahfl ei, dna ene geel pdo.
Elijerk ruudt the tsgnal.
De dnstonegorm, fteeh doug ni ed
mndo.
Schrijf de oplossing op een brief
kaart (10 ct post). Wie er een ver
haaltje of tekening bij doet, neemt
een envelop (15 ct. post). Aan tante
Jo en oom Toon, Krantentuin, Lei
den, Leidse Courant, Papengracht,
Leiden.
De prijzen?
Er ligt een stapel leesboeken, poë-
sie-albums en plakboeken klaar.
Dus. aan de slag en netjes ge
werkt.
Vóór 5 januari moeten de oplossin
gen binnen zijn.
Tn17T
64a tA C
Fig. c. Als je nog wat viltresten
over hebt, kun je nog een spelde-
kussen maken in de vorm van een
hart. Knip 2 harten en naai ze met
knoopsgatsteken rondom dicht op 'n
klein stukje na, vult 't zo ontstane
hart met losgetarnde wol op en naai
't dan helemaal dicht. Naai aan de
bovenzijde nog een strikje, waaraan
het kan opgehangen worden.
REISGESCHENKEN
'N SCHOENPOETSBUIDEL
Fig. a. Koop 2 even grote, platte
dozen schoencrême, 'n bruine en een
kïeurloze (of witte). Dan heb je nog
nodig een stofdoek en een nagel
borstel.
De buidel wordt gemaakt van 2
vellen vilt, een bruin voor buiten en
'n perzikkleurige voor binnen. Leg
de ene doos crème op 't vilt en teken
de omtrek. Knip die cirkel nu uit,
maar een l/s cm. buiten de ring.
Langs dit ronde lapje knip je nu
nog 3 andere uit, zó, dat je er van
elke kleur 2 hebt. Leg ze nu 2 aan 2
op elkaar, één van elke kleur.
Nu knip je van elke kleur een
rechthoek uit, 32 cm. lang en 18 cm.
breed (maar deze hangt eigenlijk af
van de lengte van de borstel). Er
moet plaats genoeg zijn voor de bor
stel, de doosjes en de ronde lapjes
(zie tekening bij a).
Leg de vierhoeken op elkaar en
naai met kleine rijgsteken de kan-'
ten van zo'n dubbel (2 op elkaar)
rondje aan 'n kant van de dubbele
vierhoek (zie fig. met pijlen) met de
lichte kleur naar binnen (onder).
Naai vervolgens zowat 3/4 om de
cirkel heen en bevestig de einden
(alweer kijken!). Nu doe je precies
zo met 't andere dubbele rondje (de
bovenste pijl wijst er naar toe).
Daarna rijg je rondom alle 4 de zij
den en naai dan een rijgsnoer mid
den aan de bovenkant vast, zoals
aangegeven is.
In deze kleine buidel is plaats ge
noeg voor waspoeder, waslij ntj es en
klemmetjes, het is praktisch, zowel
in 'n hotel of in een kamp. 't Model
letje maak je b.v. van blauw en rood
vilt.
Knip een vierhoek van 15 bij 25
cm. Voor het tasje knip je een vier
hoek van 8 bij 15 cm. Naai de tas
vast. Naai plm. 15 cm. viltstrookjes
midden op de beide korte zijden.
Versier ze, zo je wilt, met een klem
metje (knijpertje) van vilt (zie fig.).
Vul nu een klein plasticzakje met
waspoeder en maak knijpertjes aan
de taszijde vast. Wikkel vervolgens
enkele meters dun waslijn op een
stukje karton van 12 bij 6 cm. Leg
dit met het plasticzakje in het tasje
en sluit het met een lintje.
Zowel de schoenpoets- als de was-
buidel (tasje) kun je ook van leer
maken, maar dat is natuurlijk duur
der, dan wanneer je vilt neemt. Heb
je nogal stevig leer, dan kun je voor
de schoenpoetsbuidel met één vel
volstaan.
Nog steeds geen taxi?
Een vervolgverhaal van Suske en Wiske
BUFFALO BILL
1. Toen Buffalo Bill nog een jon
gen was, heette hij William Cody.
Van William werd 't Bill, maar de
bijnaam Buffalo kreeg hij pas, toen
hij al volwassen was. Honderd jaar
geleden, reisde hij op achtjarige leef
tijd eens met zijn vader over de wij
de kten van Kansas (Am.). Hij
was erop uitgetrokken om een ge
schikte woonstreek te zoeken voor
zich en zijn gezin. Een vriend bege
leidde hem daarbij.
Op een vroege morgen was Mr.
Cody met deze vriend op jacht ge
gaan. Kleine Bill lag nog bij het
kampvuur te slapen.
2. Plotseling werd hij wakker en
zag een Indiaan, die blijkbaar bezig
was Bills ponny te stelen. Het paard
van de roodhuid, een mager en afge
leefd scharminkel stond een eindje
van hen verwijderd. Bill was na
tuurlijk heel bang, maar hij liet het
niet merken. Bliksemsnel greep hij
het geweer, dat naast het vuur lag.
Hij richtte het op de paardedief, ter
wijl hij zei: „Wat wil je met mijn
ponny?" „Ik wou met je ruilen, je
ponny voor mijn paard", antwoordde
de Indiaan.
„Daar gebeurt niets van, neem je
oude knol en maak, dat jé weg
komt". De roodhuid bleef echter rus
tig staan. Daarop riep Bill luid en
dreigend: „Ik tel tot drie en als je
dan niet weg bent, schiet *ik: een
tweeNu begreep de Indiaan, dat
het ernst was en hij rende naar zijn
oude knol terug. Bill trilde over zijn
hele lichaam. Maar toen hij zijn ge
weer wilde neerleggen, ontdekte hij,
dat 't niet geladen was!