In de Krantentuin Jo Vincent zong in Ahoy-hal Het knutselhoekje ZATERDAG 21 NOVEMBER 1964 DE LEIDSE COURANT PAGINA 13 „DE WIJDE BLIK" Joep bood zich dadelijk aan de zieke Prins te verzorgeh en dat deed hij vol lof. Na veertien dagen was Prins weer de oude, behalve dan, dat hij er een stijve poot van had over gehouden, maar daar was hij niet minder lief om. Hij speelde en stoei de met de kinderen en wist van geen ophouden. Als er een boodschap ge daan moest worden naar het dorp stond hij kwispelstaartend te wach ten om mee te gaan en zijn liefste uitgangetje was mee naar de slager. Dan bleef hij netjes voor de winkel wachten en kreeg dan een kluifje toegegooid. Die kluif hield hij dan in zijn bek op de terugweg naar huis, en zodra het huis in zicht was. nam hjj een ren naar de tuin en zocht daar een geschikt plaatsje op, om van zijn lekkernij te kunnen genie ten. Prins was ook de lieveling van mevrouw Diekema. Op haar ochtend wandeling nam ze hem mee, dan wist hij van blijdschap niet hoe hard hij zou heen- en terughollen en te gen haar opsprong. Wanneer ze er op gekleed was hinderde dat niet, maar het gebeurde ook wel eens, dat ze, gekleed in een keurige mantel uit ging om een visite te maken. Dan kostte het haar moeite om de speel se hond van zich af te houden. Het gebeurde eens dat ze met haar nieu we witte zomermantel, uit louter blijdschap door de hond werd om helsd toen ze door de tuin liep Twee grote zwarte plekken, van de voorpoten, op haar schouders waren het gevolg. Ondanks dat en nog an dere minder prettige dingen, zou niemand de hond willen missen. Daar had je Joep, die hem na schooltijd mee nam naar de hei en daar allerlei spelletjes met hem deed, de een al woester dan de ander. Joep en Prins waren onafscheidelijk. Meen nu niet dat Joep niet anders deed dan ravotten met de hond in zijn vrije tijd. Je moest hem op de zater dagmiddagen eens meemaken, als hij bij zijn vader op het atelier mocht tekenen en schilderen. Dan zat hij in zijn eigen hoekje doodstil en aan dachtig te werken, zonder vader te storen. Mijnheer Diekema hield de vrije zaterda ten uitsluitend voor zijn hobby's: schilderen en jagen, al naar het weer was. Joep had het ta lent van zijn vader geërfd, hij schil derde niet onverdienstelijk, zijn leef tijd in aanmerking genomen. „Hij heeft gevoel voor kleuren", zei zijn vader. Menig schetsje van hem, had vader, vol trots aan de muur gespijkerd. Zelf hield mijnheer Diekema zich voornamelijk bezig mét portretschil deren en wel met uitstekende resul taten. Van alle kinderen had hij zeer mooie portretten geschilderd, die hier en daar in de kamers waren opgehan gen, maar een bijzonder fraai portret had hij van zijn vrouw gemaakt. Het schilderij hing in de salon en had daar de ereplaats, 't was bijna levens groot. Het najaar met zijn mooie maar soms ook sombere regenachtige en mistige dagen ging voorbij. De heer lijke decembermaand met de prettige feestdagen ging ook in „De wijde blik" heel genoeglijk voorbij. Tot dat Tussen Kerstmis en Nieuw jaar zouden mijnheer en mevrouw Diekema een familie bezoek brengen in Brabant. De kinderen bleven thuis onder toezicht van Marjan, die nu vakantie had. Nagewuifd door de hele familie ep naieblaft door Prins, startte vader de auto. Joep en de hond namen een ren en verdwenen in de hei, Marjan en de zusjes lie pen gearmd het huis binnen. Hanna zong onder haar werk in de keuken het hoogste lied uit. De meisjes lie pen ook naar de keuken: „Zeg Hanna, we hebben zo'n trek in een appeltaart!" vleide Tilly. „Geen tijd. Eerst m'n werk klaar!" luidde het antwoord. „Toe, als ik de boter alvast roer en de appels schil". ,,'k Zal zien wat ik doen kan. Be ginnen jullie alvast maar". Met vereende krachten werd aan de appeltaart begonnen. Hanna maak te even tijd tussen haar werk door en na een uurtje stond er een fikse ap peltaart in de oven gaar te worden. Tegen theetijd was iedereen pre sent om te genieten van de taart die uitstekend was geslaagd. Gezellig zaten ze bij elkaar. Rinng, rinng" deed de telefoon. „Ik zal wel even gaan", zei Mar jan. Marjan nam de hoorn op. „Met het politiebureau in Tilburg. Zou er iemand van u hier naar Til burg kunnen komen, uw ouders is een auto-ongeluk overkomen?" „Is het ernstig", vroeg Marjan be vend. „Ja, nogal. Het beste is dat u zo vlug mogelijk hierheen komt". „Liggen ze in het ziekenhuis?" „Daar is al voor gezorgd. Maar kom nu vlug". Meer dood dan levend kwam Mar jan in de kamer. „Wat heb jij?" vroegen ze allemaal tegelijk. „Er is iets met vader en moeder". „Wat?" Snikkend viel Marjan met haar hoofd op de tafel. „Ze hebben een ongeluk gehad", schreeuwde ze by na luid. (Wordt vervolgd) Wat hebben jullie je best gedaan. Een dikke stapel oplossingen ligt hier voor me. Er zijn kinderen die 150 en nog meer woordjes gevonden hebben, 't Was moeilük voor ons om de beste er uit te zoeken en daarom hebben we weer geloot, dat is 't eer lijkste. Hier komen de gelukkige winnaars Piet W°ijers, Norremeerstraat 34. Warmond' Annemarie Kapteijn. Bos- kad»> la, Hoogmade; Kinderen Baak, Bijdorpstraat 26, Sassenheim. Goede oplossingen kwamen nog binnen van: Jeane Bunnik, Bodegra ven: Nico Bakker, R.A.-Veen; Anne ke Roessen, Zoeterwoude; Bea Huyts, Sassenheim: Marjan Bouterse, Abbe- nes: Kees Disseldorp, Rijpwetering; Corrie v. Zwieten, Leiden: Marion v. Wieringen. Nw.-hout; Ria van Schie, Alphen; Gerda Broekhof, Nw.hout; Th. Lamremaire, Warmond; Marian Buters, Warmond; Paula en Wim Bu- ters. Warmond (goed zo Wim); G. v. d. Meer, Voorschoten: Agatha van Zaal, Langeraar: Agatha Smits, Ha- zerswonde: Nellie Dijkhuis, Hazers- woude: Nico Stokman, Ellie Kerk vliet, Mar'ien Out, Hazerswoude, Lu- die v. d. Geest, Leiderdorp; Annie Cozijn, Nw.hout; Marijke Bontje, Nieuwe Wetering; Lia v. d. Veer, R. A.-Veen: Henk en Afra van Leeuwen. Voorhout: Thea Bakker. R.A.-Veen. Trinv Hijman, Aarlanderveen; Nellie van Zoest, Bodegraven. Nettie Korte- kaas, Voorhout, Mariëtte v. d. Zwet. Oude Wetering; Antoon v. Santen. Stompwijk; Sjaak v. Santen, Stomp- wijk; Ellie van Zoest, Bodegraven; Ria van Velsen, Zoeterwoude; Sjaak Ludlage. Hoogmade; Ellie Ludlage, Hoogmade: Nellie Groeneweg, Stomp wijk, Corrie Valentijn, Ter Aar; Lies bet v.d. Geest, Hazerswoude; Lia v. Teylingen, Hazerswoude: Anneke den Eisen, Zoeterwoude; Marian van Zoest, Bodegraven; Betty van Teylin gen, Hazerswoude; Agnes v. d. Geest, Oegstgeest; Marian v. d. Star, Rijp wetering, Rietje Duivenvoorden, Rijpweetring; Heieen van Zoest, Bo degraven; Sionnie en Riny van Ber- kel, Rijpwetering; W. van Noort, Voorhout; Joke en Fietje v. d. Hulst. Voorhout; Jos Wijfje, Aarlanderveen: Annie van Dijk, Warmond; Liesbeth Rekelhof, Nieuwveen; Hans Hooge- boom. Aarlanderveen: Vier kinderen Leliveld. Nieuwveen; Marian Weijer- mans, Oegstgeest; Adrie Oudshoorn, Rijpwetering; Trudi Root, Alphen, Ria Borst, Rijpwetering; Nellie van Leeuwen, Voorhout; Ans Pieëte, Lei den; Kees v. d. Klauw, Bodegraven; Kees van Kempen, Aarlanderveen; Rozelia Straathof, Leiden. CORRESPONDENTIE Hier komt eerst Ria Menken, Lei den, Utrechts Jaagpad 25. Leiden, telef. 30626. Ze heeft belangrijk nieuws voor jullie. Beste jongens en meisjes (14 jaar en ouder). Mag ik me even voorstellen? Ik ben Ria Menken, lid van de Jeugd EHBO-cursus. Ik wil jullie over deze cursus iets gaan vertellen. Er zijn veel te wei nig jongens en meisjes op, dus nu weten jullie wel wat ik ga vragen. Ik bij zelf op deze cursus en 't is heel interessant. Wat is nu eigen lijk E.H.B.O.? Eerste Hulp Bij Ongelukken. Wan neer jullie op deze cursus zijn ge weest en tot een goed einde hebt gebracht, mogen jullie helpen als er een ongeluk gebeurt. Wanneer er op straat een ongeluk gebeurt en de ziekenwagen komt, dan stappen de meeste jongens en meisjes op de fiets. Ze kunnen niet helpen, want ze weten er niets van. Op die cursus leer je veel. Die cursus wordt gegeven zaterdagsmid dags om half 4 in het GGGD-ge- bouw in de Roodenburgerstraat, Lei den. Ik verwacht dat veel jongens en meisjes zich komen opgeven. Zon' cursus duurt l'/s uur. Je leert er dan veel over bloedsomloop, weef sels. longen en nog veel meer. Je leert er verband aanleggen. Een platte knoop maken. De tijd vliegt voorbij. En zouden we niet graag wat doen voor onze zieke- en hulpbehoevende medemen sen? Misschien wonen er wel een paar oudjes in je buurt, waar je boodschappen voor kunt doen. Ik hoop dat het GGGD-gebouw za terdag te klein is. 't Ts voor jongens en meisjes van 1319 jaar. Je kunt je daar ook op^pven of bij mij (zie bovenstaand adres). Ans Heemskerk. R.A.-Veen. Ansje dat heb je knapjes eedaan en dan zo mooi met die versierde letters. Bennie, Ria en Gerrie Baak. Sas senheim. Alle drie reuze hun best gedaan met woordjes zoeken en Ger rie stuurde er nog een verhaaltje bij. EEN AVONTUURLIJKE NACHT We zaten heerlijk te lezen toen moeder ons riep, dat we naar bed moesten. We vonden het wel erg jammer want 't was een spannend boek. Maar ja, er zat niets anders op. We gingen naar boven, kleedde ons uit en lagen na een paar minuten heerlijk te slapen. Moeder zou ook maar vroeg naar bed gaan. Na een uurtje was het helemaal stil in huis. Middernacht schoot Ria ineens wakker, want ze hoorde een geweldig lawaai. Toen werd ook haar zusje wakker en allemaal zaten ze rechton in bed. Het geluid kwam uit de kelder. Ria was nooit ergens bang voor dus ze stapte er met de pook op uit. Toen ze bij de kelder kwam deed ze het licht aan en keek eens rond. Weet je wat ze daar zag? Ze zag de poes in een hoekje van de kelder en er lag een schaal in scher ven. Ze holde terug naar boven en ver telde het aan vader, moeder en de kinderen, die nieuwsgierig zaten te wachten. Toen ze hoorden wat er gebeurd was schoten ze in de lach en kropen weer gauw onder de wol. Annemleke v. d. Weijden, Lelden. Zo meiske doe jij voor de eerste keer mee, maar dan toch zeker niet voor de laatste keer, ook al heb je geen prijs gewonnen. Dus tot schrijfs. Leny Elstgeest, Hoogmade. Jam mer genoeg ook geen prijs gewon nen. Je woordjes waren heel goed gevonden. Zeg Leny woon jij op een molen? Vertel daar eens wat over, want dat is weer heel iets anders 'dan in een huis wonen. Nelleke v. d. Veek. Nw-hout. Je hebt je best gedaan Ndleke en heel goede woordjes gevonden. Antoinette Loenen, Leiden stuur de ons een klein verhaaltje: Onze Pim zat voor het raam. Wie kwam daar langs? Het was een meisje uit de stad, ze heette Marjan. Met een popje op de arm liep ze voort. Het was het liefste popje dat zij had. Het lieve kleine popje heette Lies- je, Maar wat hoorde en zag hij daar? Het meisje draaide het popje om en toen zei het: „mama". Wat schrok Pim. „Zeg Marjan hoe kan dat?" „Nou als ik het popje draai zegt het: ,mama". Dat komt door een ap paraatje dat binnenin zit". „Dan heb ik weer wat geleerd", zei Pim. Willemien Loenen, Leiden. Jij bent de eerste die ons een Sinterklaasver haaltje komt vertellen. EEN VROLIJKE MIDDAG „Zou de Sint nog komen?" vroeg Janneke fluisterend. Ze zaten met de klassen in de gymzaal te wachten op de komst van Sint-Nicolaas. „Zou de Sint nog komen?" vroeg Janneke weer. „Natuurlijk", zei Pieter ongedul dig. „Hoor maar, daar is de Sint al". En ja hoor, daar rinkelde de bel. De juffrouw van de derde klas ren de zo hard als ze kon naar de deur en deed die open. Daar stapte de Sint statig naar binnen gevolgd door twee Pieten. De kinderen begonnen te zingen: „Sin terklaasje kom maar binnen met je knecht". Toen het lied uit was, moesten de juffrouwen één voor één bij de Sint komen. Juffrouw v. Egmond het eerst. Ze kreeg van de Sint een mooi marsepeinen klokje en een boekje. De jufrouw van de tweede klas kreeg een fotolijstje en een marsepeinen beertje. De juf van de derde klas een zilveren vogeltje waarin je een pot lood kon zetten. Daarna moesten sommige kinderen bij de Sint komen. Daar was eerst Jetteke, Jannekes oudste zus. Zij (zonder microfoon) moest met Luuc komen, dat was haar jongste broertje. Luuc was bang voor zwarte Piet, maar toen hij een handvol pepernoten had gekregen was hij de beste vriendjes. Joke moest ook bij de Sint komen. Zij kreeg een standje omdat ze haar moe der niet genoeg hielp. Tegen de an dere kinderen zei hij, dat ze op de speelplaats voorzichtiger moesten zijn. Toen dat voor elkaar was, gaf de Sint de Pieten opdracht om te strooien. Nou, dat werd me wat. De Sint moest nog ergens anders heen dus nam hij afscheid. „Dag Sinter klaasje, dag dag!" zongen de kinde ren en blij gingen ze naar de klas terug. Daar wachte: hun een nieuwe verrassing. Op elke plaats lag een zak met allerlei snoep. Daarna gingen ze naar huis toe. 's Avonds zou thuis de zak nog ko men. Dan kreeg Jetteke misschien haar marsepein en Luuc zijn blok kendoos. Toen ze thuis waren zei Luuc: „Mama itte vonne da eg luk". „Dat is het ook", zei moeder, „maar volgend jaar komt de Sint vast wel De andere verhaaltjes zullen nog even moeten wachten. Voor vandaag is 't weer genoeg. De Sint-Nicolaas- verhaaltjes moeten nu vlug inge stuurd worden, anders wordt het te laat. KA STANJETÏJD door. Voor ogen neem je lucifersstok jes, maar alleen 't laatste eindje met 't kopje. Maar je kunt ze natuurlijk ook tekenen. Voor oren neem je vruchtjes van de ahoornboom - je weet wel van die zaadjes met die leuke vleugeltjes. Met een beetje lijm plak je ze op. In een wip maak je zo'n heleboel konijntjes, waarmee je een kleine jonge vast blij kunt maken. Kunnen ook 'n leuke tafel versiering vormen. 'N NIEUW GEBRUIK VAN LUCHTBALLONS In de Ahoy-haHben in Rotterdam zijn gisteravond en wordt heden avond een programma van koor- en samenzang, georganiseerd voor chro nisch zieken en bejaarden. De orga nisatoren zijn diverse verenigingen van Prot. Ohr. huizen. De sopraan Jo Vincent, die 30 de cember '53 in Haarlem een streep zette onder haar carrière als concert zangeres, treedt op deze twee avon den als gast-soliste op, dus voor het eerst sedert elf jaar. In een kort gesprek met een ANP- versilaggever zei zij: „Ik hoop, dat iedereen begrijpt, dat dit een uitzon dering is. Ik ben nu 66 jaar en echt ndet meer van plan te gaan optreden. Maar voor ouden van dagen en chro nisch zieken wil ik graag één keer een uitzondering maken. Deze men sen kennen mij immers nog van vroeger. Mevrouw Bos-Vincent, die nog wel eens zingt voor kennissen en vrien den, maar sedert 1953 zeer terugge trokken in Wassenaar woont, had geen moeite zonder microfoon in de grote Ahoy-hal haar duizendkoppige gehoor te bereiken. Zij zong, bege leid door Gerard Hengeveld, oude Duitse en Franse liederen. Het con cert, waaraan duizend koorleden en 75 musici deelnamen, stond onder leiding van dirigent Arie Pronk. maakt, die voor de Amerikaanse kustbewaking gebruikt werden. Nu heeft zij haar ingenieurs opgedragen te onderzoeken, of zij soms ook ge bruikt kunnen worden voor 't ver voer van boomstammen over steile bergbruggen en ravijnen. Je ziet op de tekening, hoe men dat denkt te doen of helemaal zwevend door de lucht of slepend, als 't terrein niet al te oneffen is. Vermoedelijk zal 't ver voer veel goedkoper zijn, omdat men geen köstbare wegen behoeft aan te leggen. Ook kan men dan de bomen op veel grotere hoogte gaan rooien, dan dit tot nu toe het geval is. Tot op heden ging men b.v. in Alaska met rooien meestal niet hoger dan 300 meter. Het konijntje is gemaakt van 2 kastanjes, die met een stokje of wat draad aan elkaar verbonden worden. Daarvoor boor je er eerst gaatjes Is een puzzeltekening. Kleur al de vakjes, waarin puntjes staan en je zult vanzelf 't geheim ontdekken. Een Indiaanse sage ('n onwaar- Mi-^ O schijnlijk wonderlijk verhaal) ver- De maatschappij Goodyear heeft telt, dat er eens 'n man en 'n vrouw jarenlang kleine luchtschepen ge- waren, die weliswaar samen woonden maar de man was maar nooit thuis te vinden. Wdnneer er mensen naar hem vroegen, antwoordde de vrouw steeds: „Hij is op jacht". Langzamerhand werden de men sen wantrouwig, omdat zij hem niet te zien kregen. Op 'n morgen stuurden zij een spion erop uit om de zaak te onder zoeken. Maar ook op zijn vraag „Waar is uw man?" kreeg hij ten antwoord: „Mijn man is niet thuis, hij is op jacht". „Ja. maar waar jaagt hij dan steeds op?" informeerde de gast daarop. Hierop kreeg hij het raadsel achtige antwoord. „Tja, wat mijn man bij de jacht doodt, laat hij op het jachtterrein achter, maar wat hij echter niet doodt, brengt hij mee naar huis". Met dit vreemde ant woord kon de bode teruggaan. Hij gaf 't echter niet op en iedere dag kwam hij terug en steeds vroeger, tot hij eindelijk de man te zien kreeg. Hij sloop hem heimelijk achterna het bos in. Daar zag hij hem in een boom kruipen en zich een makkelijk zitje uitzoeken. En wat deed hij daar? Daar zat hij de hele dag het onge dierte (vlooien!) uit zijn kleren te vangen! Die hij 's avonds nog niet had kunnen pakken en doden, bracht hij vanzelfsprekend weer mee naar huis! DE GEVANGENE VAN DE ENGELENBURCHT 23. Toen Benvenuto in de morgen schemering weer bijkwam, merkte hij, dat zijn rechterbeen boven de enkel gebroken was. Nu had hij zijn dolk in de schede in een laars gesto ken. Wat deed hij nu? Om te zorgen, dat 't been niet bewegen kon op de plaats van de breuk, sneed hij een lange strook leer uit de schede en wikkelde die stevig erom heen. En toen gelukte het hem tot aan de stadspoort te kruipen, die 'n 500 m van de plaats, waar hij neergevallen was, verwijderd was. 24. Maar toen hij na ontzaglijke in spanning aan de stadspoort van Ro me /(wam, was zij aan de buitenkant gegrendeld. Maar de ene deur ver toonde een groot gat, waar een gro te steen voor gewenteld lag. Met haast bovenmenselijke kracht geluk te 't hem deze opzij te schuiven. Met veel wringen wist hij er doorheen te komen en hij was binnen de stad! Maar een nieuw onheil wachtte hem daar. Hij werd door woedende hon den aangevallen en gebeten. Met be hulp van zijn dolk wist hij hen ten- laatste op de vlucht te drijven. Ondertussen was 't helemaal licht geworden en werd 't voor Cellini hoog tijd om een schuilplaats op te zoeken. Gelukkig kwam er juist een waterdrager voorbij met z'n'zel, die de waterkruiken droeg. Cellini riep de man naar zich toe. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 13