Een dure raad
INDIAANSE „POW-WOr IN TUIN VAN
VOLKENKUNDE-MUSEUM
Het knutselhoekj
e
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1964
DE LEID SE COURANT
PAGINA 13
Mevrouw Laven trad het vertrek
binnen van de waarzegster, waar
deze gehoor gaf, Met haar gitzwar
te ogen keek ze de dame doordrin
gend aan en voordat deze een woord
gezegd had, zei de helderziende. „Ik
weet, waar u voor komt. U wil een
leuke villa kopen bij 't dorp, en nu
wij u van mij weten, of u daarmee
een goede koop zou doen".
„Maar madame, hoe kunt u dat we
ten, t' is de zuivere waarheid"?
Oh, ik weet nog veel meer. Uw
man was er vierkant tegen, maar toen
heeft u gisteravond net zolang aan
gedrongen en gezeurd, dat uw man
tenslotte tegen zijn zin in de koop
heeft toegegeven. U zei o.a. dat u
de villa desnoods zelf wel zou beta
len. Met uw eigen geld mocht u im
mers doen, wat u zelf wilde."
„Als de za'ak zo staat, dan hoef ik
voor zo'n rijke vrouw ook niet meer
te werken. Dan kan ik gerust in mijn
fabriek alles in 't honderd laten lo-
pon",
„Daar schrok u wel even van en
toen heeft u uw man beloofd, dat u
mil eerst nog om raad zou vragen".
„Maar, madame
„Neen. zwijgt u nog maar even,
want ik kan u nog meer vertellen.
U heeft gistermiddag een gouden ring
met 'n grote diamant erin gekocht, ik
zie hem liggen in 't kostbare juwe
lenkistje, dat u als huwelijksgeschenk
van uw man gekregen hebt".
„Hoe is 't mogelijk! Wat 'n verba
zingwekkende helderziendheid!"
„Maar luistert u nu goed verder.
Uw man ?al over zijn toestemming
tot de koop makkelijk heenkomen.
Maar ik zal u pas zeggen, waarom,
als u mij eerst mijn audiëntie (ge
hoor) betaald hebt".
„En hoeveel rekent u daarvoor?"
„Vijfduizend francs, mevrouw".
Daar sloeg mevrour Laven haast
van achterover.
„Schrikt u daarvan? Dat is hier in
BrusseJ geen ongewoon bedrag en
vooral niet, nu u zelf gehoord hebt,
hoever mijn helderziendheid- gaat.
Maarom u over de schrik heen te
helpen en u over dat bedrag niet be
zorgd te maken, deel ik u dan nu al
vast mede, dat u in de nieuwe villa
een bedrag zult vinden van 50.000
francs, Dus de beloning, die ik van u
vraag ia slechts eentiende deel van
die aam".
Toch vind ik het heel erg veel
Welnu, denkt u er dan eerst nog
maar 'na over. Of hoopt u misschien
dit achat zonder mün bulp te vinden.
Dan speelt u gevaarlijk spel, want
dan zou ik wel eens de boze geesten
over u af kunnen roepen".
„Doet u er dan tenminste een deel
*f'.
„Neen, ik blijf bU mijn eis, u heeft
trouwens het geld bij u, 10 biljetten
van 500 francs, benevens nog enkele
kleinere biljetten ml. 7 van 50 francs,
maar dat doet niets ter zake".
„O, madame, hoe is 't mogelijk,
want 't is precies zo". Daarop stak de
waarzegster haar donkerbruine grijp
handen naar voren en mevrouw
Laven legde er 10 briefjes van 500
francs in. Daarop onthulde het
sluwe zigeunertype de plaats waar
de verborgen schat zich bevond en
haar slachtoffer vertrok met verbit
tering, maar ook met heerlijke hoop
op die schat in haar hart.
Alleen gebleven borg de helder
ziende het geld in een la en herlas
vervolgens het briefje, dat zij van fa
brikant Laven had ontvangen en dat
luidde:
MADAME,
„Morgen zal mijn vrouw uw raad
komen inwinnen. Ik vraag u haar
van 't plan af te brengen om een
nieuwe villa te kopen. Om u te hel
pen een indrukwekkende invloed op
haar te kunnen uitoefenen, geef ik
u enige nauwkeurige inlichtingen
over de kwestie, alsmede over enke
le bijzonderheden, die haar zullen
verbluffen o.a. (onder andere) over
de inhoud van haar tas, die ik voor
haar vertrek heb nagezien.
Ik sluit hierbij een biljet van 100
francs in om u te belonen voor uw
goede diensten!
Met zichtbare voldoening ver
scheurde de sluwe vrouw het briefje
tot snippers, terwijl zij in zichzelf
mompelde: „Wat 'n goede dag van
5100 francs en dat zonder koffiedik of
schoppenaas!
CORRESPONDENTIE
Waar blijven de kinderen met hun
verhalen over een prettige vakantie
dag- of week? Over het schoolreisje
of over iets heel fijns, dat je in de
vakantie hebt meegemaakt? Heb je
er soms nieuwe konijntjes bij gekre
gen of misschien wel een heel lief
hondje? Jullie ziet, keus genoeg. Kom
probeer eens wat. Het is zo leuk je
eigen verhaaltje in de krant te zien
staan en dan later in je plakboek te
plakken. We zijn benieuwd en wach
ten heel nieuwsgierig af.
DE EERSTE SCHOOLDAG VAN
DIEDERIK
Eindelijk is het dan zo ver. Zie,
daar stapt Diederik naast zijn moeder
op straat. Er is vandaag iets bijzon
ders met hem. Kijk maar eens, hij
heeft een nieuwe blous aan en zijn
zondagse broekje. Z'n haren zijn ex
tra keurig gekamd en z'n nageltjes
zijn heel schoon, Maar dat is nog
niet alles, neen er is nog veel meer.
Hij draagt een splinternieuwe school
tas met een fonkelnieuwe étui er in,
en ook een nieuw schrift. Zie nu
staan ze Stil bij een zebrapad. Z'n
mama wijst naar links, dan naar
rechts en dan weer naar links. De
weg is nu vrij en daarna steken ze
vlug over. 't Is een drukke rijweg,
die ze moeten oversteken, maar mor
gen zullen er de „klaar-overtjes"
staan om de kinderen veilig aan de
overkant te brengen.
De school is :i{et ver meer. Jullie
hebben het natuurlijk al geraden:
Diederik gaat vandaag voor het eerst
naar de grote school.
Een vriendelijke meneer staat bij
de schoolpoort en wijst de onwennige
nieuwelingen de weg. Ze moeten de
trap op. De moeder van Diederik
zegt: „Nou vent je gaat nu maar al
leen. Doe maar je best en om 12 uur
kom ik je weer halen.
Een beetje verlegen stapt hij de
trap op. maar bij de derde trede keert
hij zich om, loopt weer naar z'n
moeder en vraagt: „Toe breng me
nog één keertje hoven".
„Nou voor deze keer dan" en ze
stappen samen de trap op naar bo
ven. Daar staat de juffrouw al bij
de klasdeur.
„Juffrouw, hier is Diederik Krom",
zegt mama.
„Zo Diederikj zoek maar een plaats-
je; Misschien zie je wel e§n vriendje
van de kleutersohool", zégt de juf
frouw en neemt hem bij de hand
mee naar binnen. Gauw nog een kus
je voor mama, nog even omkijken
en dan ziet hij ?'n moeder de trap
weer afgaan
Ha, daar zit Peter, z'n vriendje
van de kleuterschool en hij gaat aan
het tafeltje naast hem zitten. Er zit
ten al veel kinderen. Waar zou hij
z'n nieuwe tas laten? Kijk een andere
jongen heeft z'n tas aan een haak ge
hangen, die op zij van z'n tafeltje zit.
Even vqelen! Ja hij heeft ook zo'n
haak. Een prachtig plaatsje voor de
nieuwe tas, die hn van oma gekregen
heeft,
Daar klinkt heel hard een bel door
de hele school. De juffrouw komt
binnen en trekt de deur achter zich
dicht. De juffrouw gaat voor de klas
staan en lacht eens tegen al die vra
gende oogjes.
„Nu komt het!" denkt Diederik.
„Eerst sommetjes, dan lezen en
schrijyen. Gauw knap worden. Van
daag nog".
Ze kr\jge:_JH
en een blaadje en ze mogen een teke
ning maken, terwijl de juffrouw de
namen op boekjes en schriftjes
schrijft. Nog een paar andere dingen
worden uitgedeeld en yeer gaat er
een bel.
„Nu gaan we spelen en dan gaan
we de school een» bekijken", zegt de
juffrouw.
Na het speelkwartier gaan ze keu
rig in de rij, de gangen door. Ze mo
gen even in de gymnastiek lópen. Ze
kijken de ogen uit. Ladders, ringen,
bankjes, ,,'t Lijkt wel een speeltuin",
denkt Diederik. Samen gaan ze nu
naar boven, bekijken weer alles en
dan laat de juf de eigen klas eens
foed bekijken. O, wat staan daar in
e kasten prettige dingen. Weer galmt
de bel. De school gaat uit. Ieder zoekt
z'n eigen kapstok je en kleedt zieh
aan.
„Zou moeder er zijn?" denkt hij
angstig. Ja hoor, onder aan de trap
staat mama lach end ta kijken en te
wachten.
„Nik» geleerd", zegt Diederik en
met een ontevreden gezichtje loopt
hij mee,
„Wacht maar, vanmiddag zal 't wel
beter worden", belooft moeder. „De
juffrouw zal het nog wel druk gehad
hebben met andere dingen".
Ja, dat wa» waar. Dan maar af
wachten wat er vanmiddag gebeurt.
Die middag vertelt de juffrouw een
mooi verhaal en tekent er bij op "t
bord. Ze leren een versje en mogen
weer tekenen en kleuren met de nieu
we potloden. De middag ia vlug om,
maar geen som gemaakt of iets gek
zen.
Teleurgesteld loopt hij om 4 uur
weer naast moeder.
„Je moet me maar op een anHere
school doen. Hier leer je nik»", zegt
hij en thuisgekomen pakt hij z'n nieu
we schrift uit z'n ta» en begint de
cijfers te schrijven van 110. Ver
wonderd ziet z'n moeder het aan.
„Ja, ik begin hier alvast maar,
want er zal morgen wel weer niets
van komen".
Nol d. Vooren, Leiden
DE OVERVAL
Daar kwam een troep ruiters over
de stoffige weg. Ze praatten met el
kaar en merkten niet dat ze achter
volgd werden door veedieven. De
veedieven wilden hun vee stelen en
bovendien te weten komen hoeveel
vee de ruiters wel bezaten.
Op een gegeven ogenblik gingen
de ruiters wat rusten en daarom stap.
ten de veedieven ook van hun paard.
Ze slopen wat dichterbij, zo dicht mo
gelijk, om te proberen iets te ho
ren van wat de "ruiters bespraken,
maar die spraken op zeer gedempte
toon. Daarom trokken ze weer iets
terug om een plan te gaan verzin
nen. De ruiters zetten hun kamp op
om te overnachten. Ze maakten een
kampvuur en toen slopen de dieven
naderbij en sprongen te voorschijn.
Er volgde een kort maar hevig ge
vecht. De veedieven waren echter in
de minderheid en werden in de kort
st® tijd overmeesterd. Ze werden op
hun paarden gebonden en naar de
sherir gebracht. En die sloot ze op.
Paul Devllee, Leiden.
DE KABOUTERKONING IS JARIG
In de verte komt een koets aan.
't Ia de gouden koets. En in die koets
zit de kabouterkoning. Iedereen is
blij want de koning is jarig. De ka
bouterkinderen hebben ook vrij van
school. Daar komen zes mannen aan,
met een cadeau, een mooie plant.
De koning is er heel blij wee. 's-
Nachts is er een heel groot feest in
het paleis en toen het feest afgelo
pen was ging de koning naar bed.
Het zette de gouden kroon op een ta-,
feitje en sloot de deur. Toen kwa
men er vier dieven aangeslopen en
sta1 en de kroon. Ze verborgen hem
in het bos.
De volgende ochtend merkte de
koning dat zijn kroon weg was, Men
zocht het hele paleis af, maar de
kroon was nergens te vinden.
„Mijn kroon is gestolen", jammer
de de koning. Hij liet honderd solda
ten komen en gaf bevel de kroon te
zoeken. Het hele bos werd doorzocht
en toen zagen ze de vier dieven. De
mannen moesten de plek wiizen waar
ze de kroon verborgen hadden.
De dieven werden voor de koning
gebracht en in de gevangenis opge
sloten.
Marian Meijer, Leiden.
NAAR ZEE
We gingen een dagje heerlijk naar
het strand. Toen we er waren gingen
Jac. en ik dadelijk naar de zee en
vader ging de tont opzetten. We ble
ven niet lang in zee want het water
was er vol kwallen. Toen de tent
stond kwam papa ons halen. We had
den een bal meegenomen en we gin
gen heerlijk ballen. Mijn moeder had
ook niet stil gezeten en had de bo
terhammen gesmeerd. Mama kwam
ons roepen om te komen eten. Na het
eten gingen we verstoppertje spelen
en m'n moeder fijn zonnebaden. Zo
ging de dag heerlijk door.
Toen we thuis kwamen gingen we
allemaal in het bad en toen we
schoon waren mochten we in de ka
mer komen ora een lekker kopje kof
fie te drinken.
Later gingen we nog naar mijn
tante en het was half elf eer we
naar bed gingen.
De volgende morgen was het maan-
dag en we gingen naar de kerk en
daarna gewoon naar school.
Er was eens een draadje dat zweef
de maaï rond tot hij eindelijk een
huisje vond. Maar na er 'n tijd in ge
woond te hebben besloot hij de wij
de wereld in te trekken. Hij ging naar
Afrika, maar vond het daar niet leuk,
dus reisde hij naar China. Daar hoor
de hij dat het in Amerika fijner was,
ging hij daar heen. Maar daar
hij veel raketten en meer van
dat spul, niets voor hem en hij ver
trok weer en reisde verder. In En
geland kocht hij een luchtballon en
nu ging hij de wereld door, naar
Moskou en nog veel verder. Hij reis
de zo lang tot zijn geld op was en
toen moest hij naar huis. Daar ging
hij naar de koning en vroeg of hij
bij de koning mocht dienen, want hij
wilde geld verdienen. In een omme
zientje was hij weer rijk. In »ijn
luchtballon reisde hij verder ook naar
Parijs.
Volgende week weer verder.
Dag allemaal!
TANTE JO EN OOM TOON
Smid je
Verholen
en de
s port-
computer
13: „Do brigadier aal vaat graag een
voorbeeld aan u nemen, oommiaaa,
ria", aei smidje Verholen snijdend.
„Maar intuaaen zitten wij hier onae
tijd lelijk te verkletsen. Dr. Yokito ia
weg en ia blijkbaar binnengerukt b(j
een zekere Platvink-Jantje „Juiat",
vervolgde brigadier Piet. „Toen ik
echter een onderzoek instelde in het
onderhavige perceei, bleek het vol-
komen veriaten te zijn. Een geheim
zinnige zaak, hoor! Ik aag het voer
mijn ogen gebeuren, rende onmid
dellijk het huizje binnen, en geloei
me of niet er was geen sterve
ling meer te bekennen! Het huis was
zo leeg als een eierdop na de Paas
dagen! Een geheime uitgang naar
buiten waa er ook al nergens te be
kennen, Er hing alleen een telefoon
en toen ik het hoofdbureau wilde
bellen om aaaiatentie, kreeg ik geen
gehoor. Alleen een geheimzinnige
stem „Van wie was die
ateml" wilde smidje Verholen weten.
„Van Kille Bm", antwoordde de
brigadier. „Maar ik ben een boom
als ik weet wie dat ia. Hij lachte even
heel dreigend en deelde mee, dat dit
toestel alleen met hem in verbin
ding stond". „laten we dan samen
nog eens naar dat buiaje toegaan",
zei smidje Verholen. „Als U niet
zo'n algemeen bekende bestrijder
van de misdaad was, dan zou ik
niet op uw voorstel ingaan", aei bri
gadier Piet. „Maar omdat U smidje
Verholen bent, zal ik het doen. Kom
maar mee". En even later ztoven
de smid en de hriggea in een politie-
jeep door de drukke straten van de
stad. In een wipje stonden »e dan
ook voor het kleine huisje in de Boks-
beugeidwarsstraat. „De voorschrif
ten eisen, dat ik eerst aanklop", aei
de hriggea, Hij tikte voorzichtig op
de resten van de deur, die hij zo kort
geleden zelf in diggels gelopen had,
en riep: „In naam der wet! Open de
deur!" „Wat ken ik voor de here
doen?" fleemde toen de stem van
Platvink-Jantje en de schurk
stak zijn dikke hoofd tussen het ver
splinterde houtwerk door naar bulten.
In het kader van de huldig® ten
toonstelling in bel Rijksmuseum VOO*
Volkenkunde te Leipen „Bizonjajfer
en Bleekgezicht" sal op saterdag 13
september a.s, te 14.30 uur in de tuin
van het museum een Indianenspel
worden opgevoerd, geïnspireerd op
de jaarlijkse volksfeesten der Noor^f-
Amerikaanse Indianen, de zgn. Fow
of 'n dubbele katoenen draad met een
grpfe stopnaald doorheen. Dan sla
je een gaatje in de bodem van de
doos en schroef haar op het handvat
vast. Daaronder bind je het touwtje
met de bal eronder vast (zie fig.).
De bedoeling van het speeltuig is nu
door bewegingen de bal in de doos op
te vangen, zonder dat hij er meteen
weer uitspringt.
EEN OVERLEVERING OVER DE
RIJST
Een Javaanse overlevering (sage)
vertelt, hoe de rijst in de wereld
kwam.
Batara-Geerse, de hoogste en mach
tigste der goden, schiep een wonder
schone vrouw. Die daad beviel hem
zo zeer, dat hij dat schone wezen tot
zijn vrouw wilde maken. Maar het
meisje wilde niet, want hij was oud
en dik en al kaalhoofdig. Toen over»
legde Batara met de ander goden.
Zij vonden 't allen goed, dat hij haar
tot vrouw zou nemen. Daarvoor
GEVANGENE IN DE
ENGELENBURG
3 De Engelenburg werd evenwel
niet als vesting alleen gebruikt maar
ook als gevangenis. Vele ongelukki-
gen hebben de laatste jaren van hun
leven binnen die dikke muren door
gebracht. Maar de beroemdste gevan
gene in de Engelenburg was Benve-
nuto Cellini, die yan 1500 tot 1572
leefde. Hij was beeldhouwer en
goudsmifl, Toen hij 58 jaren oud, na
lange omzwervingen eindelijk weer
in zijn geboortestad Florence terug
keerde, begon hij het boek: „Het le
ven van Benvenuto Cellini" te schrij
ven. Daarin besohrift hij o.a. over
zijn verblijf in de gevangenis de En
gelenburg.
4 Benvenuto had het ongeluk met
de paus zelf in vijandschap te raken.
Deze heette Paulu» III. Benvenuto be
weerde dat één zijner tegenstanders
hem bij de paus belasterd had. Deze
zou zo ongeveer gezegd hebben: „Ja
Benvenuto is een groot talent, maar
hij moet leren hoe men over n paus
spreekt. Hij heeft 't er steeds maar
over, dat paus Clemens de beste
vorst was, die er ooit geleefd heeft
en dat hij - Paulus dus - maar een
oude horzel was met een Tiara op
zün hoofd". De paus deed net, alsof
hij zich niets aantrok van die oneer
biedige woorden, maar in gijn hart
brandde sindsdien een diepe haat je
gens Cellini.
(Wordt vervolgd)
moest hij naar hun mening voor de
bruiloft 'n wens van haar vervullen.
„Wat zou je graag voor je wensen,
mijn schone?" vroeg Batara haar.
„Ik wens, dat u mij een heel nieu
we spijs bezorgd, die men nooit moe
de wordt", antwoordde het meisje.
Batara geloofde dat deze wens mak
kelijk te vervullen zou zijn, Maar
wat hi) haar ook voorzette, overal
haalde zij haar neus voor op met de
woorden: „Dat is mij niet goed ge
noeg. Maar toen de oude God zich
vergeefs uitsloofde om haar wens te
vervullen, trouwde hij het meisje
toch.
Maar de volgende dag was het
meisje dood. Batara liet haar met
grote plechtigheid begraven. Toen hij
echter op de veertigste dag daarna
nog treurend aan haar graf stond,
schoten plotseling talrijke kiempjes
uit het graf op. Het waren blaadjes,
die nooit tevoren -op de wereld gezien
waren. „In deze plantjes woont stel
lig de ziel van mijn geliefde", riep
de oude God uit. „Ik zal ze rijst noe
men en ze alom doen uitdelen, zo
dat alle mensen zich erover kunnen
verheugen". Zo werd dus de wens
van het meisje toch nog vervuld na
haar dood. Zij zelf kon weliswaar de
rijst niet proeven, maar daardoor
kregen miljoenen mensen een voe
dingsmiddel, dat zij nimmer moede
werden en dat zelfs niet zou tegen
staan, als zij het ook dagelijks ge
bruikten, zo vertelt ons de Javaanse
overlevering.
SPEELGOED VOOR 'N BABY OF
'N JONG KIND
'n Klein balletje, 'n blikken doosje,
'n stokje, wat bindtouw en 'n schroef
vormen 't materiaal voor dit speel
tuig, waar heel jonge kinderen zeer
veel plezier mee hebben. Boor 'n
gaatje door de bal, trek er 'n touwtje
Wow, waaraan twaalf jeugdgroepen
uit alle delen des lands hun mede
werking zullen verlenen.
Elke groep afzonderlijk verzorgt 'n
opvoering, waarvan het draaiboek
door de groepsleden zelf is samen
gesteld en de costumering eigenhan
dig is vervaardigd, in nauw overleg
met de educatieve afdeling van het
museum.
Oorspronkelijke Indiaanse dansen
zullen worden uitgevoerd, terwijl
men zich ook van de Indiaanse ge
barentaal zal bedienen. Een en an
der zal door de NCRV-tclevisie op
film worden vastgelegd. Presentatie
en costumering wordt aan het oor
deel van een deskundige jury onder
worpen.
Voor de winnaars zijn „sfeervolle"
prijzen beschikbaar gesteld (veren
tooi, indianen tent en jachthoorn).
De manifestatie is niet voor het
publiek toegankelijk.
EEN WATERJUFFERTJE (LIBEL)
UIT ESDOORNVRUCHTJES
Reeds vroeg in de zomer vallen de
gevleugelde vruchtjes van de esdoorn
van de boom. Toen er laatst een paar
op Piets hoofd vielen, kwam hij in
eens op de gedachte er een libel van
te maken, Het resultaat zien jullie op
bijgaande foto.
De kop van de libel en haar vleu
gels zijn uit een esdoornvruchtje ge
maakt, het lijf van 'n fijn takje. De
kop is met 'n speldje bevestigd, de
overige delen worden aan elkaar ge
lijmd. De libel zweefd aan een heel
fijn draadje, dat in 'n klompje leem
steekt dat Piet nog met mos bedekt
heeft. De libel lijkt zo echti dat velen
t op 't eerste gezicht menen, dat 't
een gestorven waterjuffer is.