STAAT UW AUTO ER
GOED GEKLEURD OP?
WAGENZIEKTE
Een juiste kleur betekent minder gevaar
SPELBREKER VAN
VELE VAKANTIEGENOEGENS
DE LEIDSE COURANT
Van Henry Ford de Oude, de pionier van de populaire auto, zijn ontel
bare anecdotes in omloop. Hoe grappig ook, ze hebben doorgaans een on
dertoon van ernst. Bij het lanceren van zijn befaamde T-model (bijge
naamd „blikken Lizzie"), nu al weer meer dan een halve eeuw geleden,
moet Ford gezegd hebben: „Deze wagen zal verkrijgbaar zijn in elke
gewenste kleur, als het maar zwart is!" Voor een efficiënte produktie
wenste hij zich aan één kleur te houden. En als kenner van de voorkeur
van het publiek in zijn dagen wist hij, dat die éne kleur geen andere kon
zijn dan zwart. De tijden veranderen. Wanneer een autofabrikant anno
1964 het aan zou durven, zijn wagens slechts in één kleur aan te bieden,
zou die kleur waarschijnlijk wit zijn. Wij kunnen moeilijk een krasser
bewijs leveren voor de stelling, dat de smaak van het publiek op het stuk
van de autokleur van jaar tot jaar evolueert. Want hoewel in het huidige
autopark nauwelijks één kleurnuance niet vertegenwoordigd is, laat zich
toch een duidelijke golfbeweging in de publieke smaak waarnemen.
Beschaafde
kleur
Een jaar of wat geleden waren
auto's in twee kleuren (later zelfs
in drie) de grote mode. Tweekleu
rige wagens komen nog wel voor,
maar de vraag ernaar is sterk ver
minderd. En inmiddels openbaarde
zich bij de meerderheid van het pu
bliek een voorkeur voor grijs: eerst
in tamelijk donkere tinten, daarna
steeds lichter. Men ging spreken van
„gebroken wit", toen ronduit van
wit. En parallel daarmee zijn op het
ogenblik allerlei pasteltinten ge- Kunstschilders weten,
iiefd: lichte en zeer lichte kleuren hoe zij zich van de kleuren kunnen
dUS, bedienen voor het versterken van
het perspectief ln hun schilderijen.
Weinig auto-kopers laten zich bij GeeI bijvoorbeeld komt sterk naar
van Rcmbrandts „Nachtwacht", lijk zwaarder laten wegen dan de
Blauw daarentegen is een wijkende veiligheid. Althans als het om de
kleur. Een landschapschilder brengt kleur van de carrosserie gaat. Het
„diepte" in een grasvlakte op het heeft weinig zin, bij de veiligheids
doek door voor het gras aan de voor- propaganda tegen zulke psycholo-
kant geelgroen te gebruiken, naar gische tendenzen in te gaan. Niet
de horizon toe echter blauwgroen, helemaal ten onrechte wenst een
Geel lijkt dichter bij ons dan het is, automobilist vooral aan de aange-
blauw juist verder van ons af. name zijde van het autorijden her-
Die laatste kleur-eigenschappen ülnerd te w."den' M?' d? ,.m,inder
zijn verkeerstechnisch natuurlijk aangename znden wordt hU liefst zo
enorm belangrijk. Een gele auto 'aat "WW* geconfronteerd. Aan
lijkt dichter bij ons dan ze is en ht' veronachtzamen van deze sim-
maant de tegenligger dus ook eer- Pele, JJ» der psychologie is ook het
der tot voorzichtigheid. Een blauwe mislukken van de veihgheidsgordel-
auto daarentegen wekt de indruk, ac"e te W13ten-
verder weg te zijn dan met de wer-
kelijkheid strookt en mobiliseert Wat wèl inslaat, is het argument
Kleurendeskundigen zijn het dus pas laat de aandacht van de van gemakkelijk onderhoud. De
er niet over eens, of zwart tegenpartij. In sommige gevallen mens is een gemakzuchtig wezen,
voor auto 8 een veilige dan wel wellicht tè laat. Op een grijze auto zijn stof en mod-
een onveilige kleur is. Maar kleuren zit heel derspatten niet zo gauw te zien als
™1 t'e vertelïirwist u d"l wat vast Tenmtost ai w« opttaate °P ^rte. Alle donkere kleuren
een gele auto v'eel dichterbij veiligheid nastreven. Nog maar wei- 3e"%ls wsT®? mët de" overeen-
mirt tp rHn «Inn In wppItp. ni6e weken geleden bepleitte een «aaeei. dis wij ze mei ae overeen
iijkheid Is? Of wordt u meer veiligheidsenthousiast In het ANWB- komstlge Pasteltinten vergelijken
ireïmnoneerd door het feit dat weekblad „Autokampioen zelfs m En ook wit is veel „besmettelijker"
u een grHze auto minder vaak al'? ernat een «ysteem van verwis- dan tamelijk licht grijs Daarom op-
behoeft te wassen, omdat mod- «elbare hoezeni. Donkere auto 8 zou- teerden w« persoonlijk voor licht-
der er toch biina niet on te den zlch dan s avonds m opvallen- grijs. Ons wagentje blijft toonbaar
zien is? de' w*tte boezen moeten steken, ter- met het halve aantal schoonmaak-
wijl witte auto's in een besneeuwd beurten dat onze linkerbuurman aan
landschap haastig een zwart of fel- zijn donker wijnrode en onze rech-
Fzwivin'fonfin/ynn/? rood ro^e aan zouden moeten doen. terbuurman aan zijn hagelwitte
V OOrllllSUrlTlgenCl Hoeveel kleuren hoezen elke auto- auto ten koste moet leggen. Hoeveel
mobilist in zijn kofferruimte zou ellende heeft die schoonmaak-eco-
moeten meevoeren om op alle even- nomie ons in de gure wintermaan-
tualiteiten voorbereid te zijn, ver- den niet bespaard!
zuimde die vernuftige inzender mede
Daar komen nog andere overwe- te delen.
geel
„Schone kleur
Is grijs zo'n onopvallende en dus
gevaarlijke kleur, zegt u? Wel, als
het schemert ontsteken wij een
kwartier eerder dan alle andere
automobilisten onze koplampen. Dan
Alle vertogen ten spijt zal in de vallen wij tóch op. En mist? Daar-
huii "Üeurkeuze "door anderê over~ voren. Denk maar aan de opvallende praktijk de koper van een auto het aan denken wij maar bever niet, zo-
wegingen leiden dan door het oog man in het geel op het eerste plan (ln zijn ogen) aantrekkelijke uiter- lang de zon schijnt...
strelende effect. En al naar aard en
aanleg kiest men daarbij een „vro
lijke" of een „stemmige" kleur, „iets
beschaafds" of een kleur die de aan
dacht trekt. Dat er ook nog. maat
staven van doelmatigheid en veilig
heid zouden kunnen zijn, komt vrij
wel bij niemand op. Toch staat vast,
dat vele ernstige ongelukken, niet
zouden hebben plaatsgevonden, als
er sprekender kleuren waren ge
bruikt.
Periodiek dient zich in Engeland,
Duitsland of Amerika een kleuren-
deskundige aan met de resultaten
van een uitgebreid wetenschappelijk
onderzoek. Helaas hebben alle on
derzoekingen tot dusverre nog veel
onzeker en onopgehelderd gelaten.
Zo is de afgelopen maanden in een
groot deel van de Europese autovak
pers melding gemaakt van een stu
die over „Car colour and safety"
(autokleur en veiligheid), waarin
een Engels autoblad tot de conclusie
komt, dat zwart uit veiligheidsover
wegingen eigenlijk wel de beste
keuze is. Maar wie de autovakpers
van een jaar geleden naslaat, vindt
een niet minder deskundig artikel in
„Automobile Engineer", waarin
zwart even gevaarlijk heet als grijs.
En dat is héél gevaarlijk! Vanwaar
deze diametraal tegengestelde me
ningen? Klaarblijkelijk gingen de
twee deskundigen van een ander
uitgangspunt uit.
Zien en
gezien worden
DE MEEST GEVREESDE ZIEKTE
Over één ding bestaat geen ver
schil van mening: stelt men veilig
heid voorop, dan is grijs volstrekt
te veroordelen. Statistisch blijkt een
groot aantal ongelukken zich voor
te doen in de schemering, als het
niet meer helemaal licht en nog niet
helemaal donker is. Weinig automo
bilisten geven er zich rekenschap
van, dat het in deze (dagelijks te
rugkerende!) schemerminuten een
kwestie van leven of dood is, niet
alleen te zien, maar vooral ook tij
dig te worden gezien. Een lichtgrijze
wagen gaat bij schemer volledig ln
de omgeving op. Men ziet hem nau
welijks meer en dat is hoogst ge
vaarlijk. In het algemeen zijn lichte
kleuren (ook de thans zo geliefde
pasteltinten) in de schemer moeilijk
te onderscheiden. Hetzelfde geldt
natuurlijk nog sterker bij mist. Grijs
Is dan een ware camouflagekleur,
want ook de mist is grijs.
Dit zijn natuurlijk de overwegin
gen die in de recente Engelse studie
hebben geleid tot de voorkeur voor
zwart, of in het algemeen voor don
kere kleuren. Maar zodra de duis
ternis definitief is ingevallen, blijkt
zwart van een veilige kleur opeens
een heel gevaarlijke geworden. Dan
is er in de lichtbundels uit de kop
lampen van een tegenligger geen
opvallender en dus veiliger kleur
dan wit. Vandaar, dat wij persoonlijk
de erepalm aan wit zouden uitrei
ken, waar veiligheid het beslissende
woord moet spreken.
Nu is ook bii klaarlichte dag de
mate van opvallendheid een niet te
verwaarlozen factor. Waarom, dacht
u, is de wegenwacht internationaal
in het geel gestoken en waarom
speelt geel onder meer in België en
Duitsland bij de wegbewijzering zo'n
grote rol? Men begrijpt het al: geel
is bij daglicht de meest opvallende
kleur. Maar ook rood is niet te ver
smaden. Het wordt psychologisch
algemeen met „gevaar" verbonden
en heeft dus in het verkeer boven
dien een sterk waarschuwend ka
rakter. Oranje combineert de eigen
schappen van geel en rood.
Heel wat vakantieplannen stranden op een onaange
name kwaal die men als wagenziekte en luchtziekte,
of samenvattend als „reisziekte" pleegt te betitelen.
Het veld winnen daarvan is een logisch uitvloeisel
van de rol die autoreizen en luchtverkeer bij het ver
plaatsen van vakantiegangers spelen. Zeeziekte
hoewel van dezelfde orde geldt sinds lang als een
beproeving die ten nauwste met „slecht weer" samen
hangt. Dat klopt niet helemaal. Want waarom krijgt
de één het bij de lichtste deining al te kwaad en staat
de ander bij vliegende storm nog welgemoed op de
benen?
ALS EEN LIFT
In grote lijnen mogen wij zeggen, dat zee-, lucht- en
wagenziekte berusten op een hinderlijke prikkeling
van het door Moeder Natuur in elke mens ingebouwde
evenwichtsmechanlsme. Psychische factoren kunnen
de invloed ervan duidelijk versterken. Maar de kern
ervan is doorgaans toch een wee en misselijk makend
gevoel in de maagstreek, zoals wij het allemaal ken
nen bij het snel omlaagsuizen in een lift.
Aan boord van een schip en in een vliegtuig kunnen
wij weinig of geen invloed uitoefenen op de uiterlijke
omstandigheden die de onaangename sensatie veroor
zaken. In een personenauto is dat echter wel degelijk
het geval. Daarom is de vorm die wij „wagenziekte"
noemen de meest hoopvolle.
Maar geen enkele variant van de kwaal is onontkoom
baar, gelijk het noodlot in een Griekse tragedie. De
moderne wetenschappelijke research heeft uiterst
doeltreffende chemische middelen ontwikkeld. Tot de
nieuwste en beste behoort cyclizine hydrochloride,
door een befaamde Engelse fabrikant van geneesmid
delen onder de naam „Marzine" in tabletvorm in de
handel gebracht. Dit middel roept, als wij op onze
eigen ervaringen af mogen gaan, ook niet het neven
effect van slaperigheid op, dat zich bij andere medica
menten tegen reisziekte wel voordoet.
WAAROM TABLETTEN?
De meeste tabletten helpen overigens niet meer, als de
eerste onaangename symptomen zich reeds kenbaar
maken. Dan is het al te laat. Wij moeten ze een half
of heel uur vóór de aanvang van de reis innemen, of
er anders maar liever van afzien.
Begin aan het innemen van tabletten tegen zee-,
lucht- of wagenziekte onder geen voorwaarde zonder
uw huisarts te raadplegen. Dat kunt u immers gemak
kelijk even doen, vóór u op reis gaat. Hij weet, of be
paalde chemicaliën zich met uw persoonlijke consti
tutie verdragen. Een analyse van de kenmerkende
symptomen der wagenziekte heeft ons voorts in een
praktijk van vele jaren geleerd, dat tabletten in negen
van de tien gevallen overbodig kunnen worden ge
maakt: eenvoudig door de oorzaak van de kwaal weg
te nemen. En waarom zouden wij medicijnen slikken,
als het ook zónder kan?
BESTUURDER MERKT NIETS
Wat die oorzaken aangaat: ze zijn bij wagenziekte
voor een deel identiek met die van zee- en luchtziekte.
Het sterke deihen van een zacht verende wagen roept
bij gevoelige magen (of moeten wij zeggen: bij een
gevoelig evenwichtsmechanlsme?) dezelfde reactie op
als een schip dat wegzakt tussen hoge golven, of een
vliegtuig dat in een „gat" van relatief geringe lucht
druk belandt. Gewoonlijk hebben wij de keuze van
schip of vliegtuig niet in eigen hand, de weersomstan-
Er is geen enkele reden waarom men zeeziekte,
luchtziekte en wagenziekte (drie varianten van
eenzelfde kwaal) als een soort noodlot zou aan
vaarden of misschien zelfs uit vrees ervoor van
een lange autoreis af zou zien. Hoewel de lastige
reisziekte blijkbaar verschillende oorzaken kent
en de wetenschap er het laatste woord nog niet
over heeft gesproken, is toch voor 95 pet der
gevallen op eenvoudige wijze baat te vinden.
digheden nog veel minder. Maar een gezinsauto heb
ben wij zelf uitgezocht.
Wanneer ook maar één van onze dierbaren toeganke
lijk blijkt voor wagenziekte, moet onze keuze vallen
op een stug verende wagen. Op zijn allerminst dienen
wij door het aanbrengen van een geschikt type schok-
breker de „lange deining" te neutraliseren. Liever een
schokje méér dan de ellende van voortdurende mis
selijkheid en draaierigheid, die alle vakantiegenoegens
vergalt.
Het gezinshoofd pleegt de wagenziekte van anderen
nog al eens lichtvaardig weg te wuiven. Geen won
der: als hij zelf achter het stuur zit, merkt hij er aan
den lijve zelden of nooit iets van. Dit is een der won
derlijkste verschijnselen die op het stuk van de wagen
ziekte vallen waar te nemen. De bestuurder van een
auto ziet allerlei dingen aankomen die zijn passagiers
min of meer overrompelen: een kuil in de weg, een
scherpe bocht, een verkeersobstakel waarvoor plotse
ling moet worden geremd, een steil bruggetje waar de
wagen straks overheen gaat wippen. Al die abrupte
veranderingen van lichaamssnelheid roepen gemakke
lijk wagenziekte op. Maar bijna uitsluitend bij wie ze
passief ondergaat. Wie de oorzaken actief en in hun
causaal verband ziet, heeft er merkwaardigerwijze
zelden last van.
CONCENTRATIE
Daaruit vloeit al dadelijk een heel simpele therapie
voort: laat een passagier die bijzonder gevoelig is
voor wagenziekte naast de bestuurder op de voorbank
plaatsnemen. Hij wordt dan althans enigermate actief
in het rij-avontuur betrokken, ziet evenals de man
achter het stuur allerlei dingen aankomen die hem
straks letterlijk in beweging zullen brengen, in ver
ticale of in horizontale zin.
Ook de concentratie, die de autobestuurder voortdu
rend op moet brengen, helpt hem immuum te maken
tegen wagenziekte. Ze is een deel van zijn „actief bij
het rijden betrokken zijn". Van die concentratie kun
nen wij bij onze passagiers al evenzeer een pendant
oproepen: door een geanimeerd en opwekkend ge
sprek met hem aan te gaan en hen niet aan hun ge
voelens van onpasselijkheid over te laten.
FRISSE LUCHT
Zorg ook voor ventilatie, voor veel frisse lucht. Het
spreekt eigenlijk vanzelf. Hoe zoudt u zich voelen,
als u, al half onpasselijk, in een benauwde atmosfeer
aan allerlei kwalijke luchtjes werd blootgesteld? Niet
te best, nemen wij aan. Maar vele auto's zijn minia
tuurrookholen op wielen. Rook in het belang van uw
zoveel gevoeliger levensgezellin eens een paar uurtjes
niet, althans niet onder het rijden. En riskeer bij rede
lijk weer gerust een beetje tocht door twee raampjes
tegen elkaar open te zetten. Door niet te roken draagt
u en passant nog bij tot de verkeersveiligheid. En een
frisse luchtstroom werkt verkwikkend op wagenziek
te-patiënten.
Al die remedies vallen intussen in het niet bij het
universele wondermiddel: een „vloeiende" rijstijl.
Denk niet, dat wij overdrijven. Wij spreken ook hier
uit persoonlijke ondervinding. Onze eigen echtgenote
is, ongeacht merk en jaargang van een wagen, in een
Eendje zo goed als in een Rolls-Royce of een jeep, in
een Volkswagen niet minder dan in een Fiat, een
Chevrolet of een Ford, binnen de tweehonderd meter
wagenziek, als het voertuig bestuurd wordt door een
van onze „fors" rijdende kennissen. En toch hebben
wij haar langs de haarspelden-cyclus van de Sint-
Gotthard en door de bochten van de Pyreneeën ge
loodst, haar naar de Harz en naar Wenen, naar Triëst
en Menton, ja zelfs in vijf dagen naar Sicilië gereden,
„zonder een centje pijn", louter door een liefdevol
aangekweekte, vloeiende rijstijL
FATALE VERANDERINGEN
Denk vooral niet, dat die vloeiende rijstijl gelijkbedui
dend is met traagheid. Supersonische snelheden ver
oorzaken beslist géén wagenziekte. Maar fataal zijn
alle plotselinge veranderingen van de snelheid. Een
kuil in de weg waar u de wagen onverhoeds in laat
ploffen of zo'n klein, bultig bruggetje waar u met
satanisch welbehagen overwipt, brengt de gevoelige
maag van uw wagenzieke passagier plotseling in neer
waartse en in opwaartse beweging.
Als. u piepend door een bocht scheurt, vliegt de maag
van uw passagier onder hoge druk zijwaarts. Gaat u
op uw remmen staan, omdat u vlak voor het rode
stoplicht zo nodig nog iemand moest inhalen, dan on
dervindt de maag van uw passagier een benauwende
druk naar voren. Spuit u bij het groen worden van
het licht vervolgens als een coureur op de racebaan
over de witte streep verder, dan schiet de maag van
uw passagier met een schok naar achteren. Misschien
vindf u bij dit alles, dat u formidabel rijdt. In werke
lijkheid ontpopt u zich (vergeef ons de onwetenschap
pelijke, maar beeldende kwalificatie) als een wagen-
ziekte-bacil.
Wie leert schakelen zonder het allerkleinste schokje,
wie leert „optrekken" zonder dat de inzittenden de
toenemende snelheid gewaar worden, wie bochten
tijdig ziet aankomen, wie op de weg slechts bij hoge
uitzondering van de remmen gebruik maakt en dat
dan nog uiterst geleidelijk doet, die kan als de weg
en zijn wagen het toelaten gerust 145 km. per uur
rijden zonder ooit een wagenzieke passagier in zijn
auto te hoeven beklagen. En wat is er mooier dan, in
één moeite door, banden, benzine, een motor èn mede
mensen te sparen?