Het knutselhoekje
De Nerveuze Nerviërs
ZATERDAG 6 JUNI 1964
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 7
We zagen net de vogel wegvliegen
en wÜ er achter aan. Hij Vloog naar
zijn nestje en wij zagen dat er al
eitjes in lagen. We hebben ze natuur
lijk laten liggen.
Marthle Roelandse, Leiden.
VAN TWEE KABOUTERTJES
AUGUSTUS 1914
In de eerste wereldoorlog 1914-
1918) speelde zich in een dorp nabij
een Belgische stad het volgende voor
val af.
De Duitsers hadden strenge vergel
dingmaatregelen uitgevaardigd tegen
burgers, die op hun soldaten durfden
te schieten. Maar behalve die perso
nen, zou ook de overheid aansprake
lijk gesteld worden voor de daden
van de zogenaamde sluipschutters, 't
"Kwam echter niet zelden voor, dat
een of andere Duitse soldaat stiekem
zelf een schot loste om verdenking
op de burgerij te laden. Dat gebeur
de b.v. wel eens, als zij bij de verr
overing van een plaats veel verhe
ien hadden geleden en dan waren
zij natuurlijk belust op wraak.
Het dorp, waar dit verhaaltje speelt
was reeds ingenomen en de Belgi
sche verdedigers hadden zich terug
getrokken en gedeeltelijk overgege
ven. De strijd was dus gestreden en
de bevelvoerende officier gaf order,
dat zijn afdeling op het dorpsplein
voor de kerk kon gaan uitrusten.
Maar nauwelijks was die rust in
getreden of daar klonk een schot. Wie
was de schuldige? Natuurlijk een
burger!
Alvorens een onderzoek in te stel
len, gaf de officier bevel onmiddellijk
de burgemeester en de pastoor te ha
len om gefusilleerd te worden. Dat
zou de burgerij wel weerhouden van
verdere beschieting op zijn troepen.
Binnen enkele minuten zijn de
beide gezagdragers opgehaald en zon
der vorm van proces worden zij te
gen de muur van de kerk gezet om ge
fusilleerd te worden.
Reeds staat een vuurpeloton van 8
man gereed om het vonnis te voltrek
ken, als eensklaps een heel stelletje
kinderen opduiken tussen de sölda-
ten en de priesters. Een kleine jongen
klautert tegen zijn pastoor op. slaat
zijn armen om zijn hals en drukt zich
als een schild tegen zijn hoofd en
borst. Eige meisjes vallen voor de
officier op hun knieën en smeken
hem met opgeheven handjes om ge
nade voor hun geliefde pastoor: „Oh,
monsieur, notre curé est si bon et
aimable, ayez pitié de lui". („Oh,
mijnheer, onze pastoor is zo goéd eni
beminnelijk, heb medelijden mek
hem"). Terwijl tranen van ontroering
over zijn gebruinde wangen vloeien,
staat de commandant een ogenblik
in beraad, wat te doen. En op dat mo
ment komen twee soldaten aanstap
pen, salueren voor hun kapitein en
blijven afwachtend stijf in de hou
ding staan. Als deze vraagt, wat er
is, antwoordt één hunner: „Kapitein,
het schot was van één onzer solda
ten, maar het was een ongelukje."
Als was het een verlichting voor
hem, zo antwoordt de officier:- „Ik
dank jullie, het is goed." Dan wendt
hij zich tot de pastoor en de burge
meester: „U kunt beiden gaan, ver
geving."
„Sergeant, stuur het peloton weg en
breng die knaap bij me, die de pas
toor beschermen wilde".
Als de jongen angstig en verlegen
voor de commandant staat, legt deze
goedkeurend een hand op de krulle-
bol van de knaap en zegt: „Jij bent
een goede en dappere jongen, ik hoop
dat mijn „Bub" (kleine jongen) ook
steeds zo zijn moge". Dan haalt hij
zijn portemonnaie voor de dag en
drukt de verbaasde knaap een thaler
in zijn handje. Vervolgens neemt hij
nog een geldstuk' en zegt tegen een
soldaat: „Neem deze lieve meisjes
mee naar die winkel en laat ze daar
elk een stuk chocolade geven."
Zo zien we, dat ondanks de hard
heid van de oorlog edele harten toch
warm blijven kloppen.
CORRESPONDENTIE
Corrie Boere, Zuiddijk, Hazerswou-
de (dorp): Zeg Corrie, ieder kind kan
mét ons meedoen in de Krantentüin,
dus jij ook. Als je zo trouw de ver
haaltjes van de kinderen leest, dan
heb je vast wel zin ook eens iets in
te sturen. Heb je al een plakboek?
En nu je verzoek. Je zou zo graag
een correspondentievriendin willen
hebben. Wie van de meisjes heeft
daar zin in? Corrie zit in de zesde
klas en is 12 jaar. Haar adres staat
hierboven.
Ida Duivenvoorden, Noordwljkerh-
Ben jij de jongste van de zusjes? Be
dankt voor de mooie plakplaatjes;
vroeger stuurden je grote zussen rnjj
ook veel van die glinsterende plak
plaatjes en ik stuurde ze weer op
naar Nieuw-Guinea. Nu doe ik dat
niet meer. Dag Ida, groetjes aan de
andere zusjes.
Kees Schuur, Leiden:
NAAR HET ZWEMBAD
Het was een heel warme dag en
Jantje wou graag gaan zwemmen met
zijn vader. Zijn Vader kon goed zwem
men, maar Jantje kon er niet veel
van. Vader zou het hem vanmiddag
gaan leren.
„Kom, Jan, we gaan in het 85", zei
Vader en zwom naar de overkant.
„Kom Jan, dan gaan we samen naar
de overkant."
Jantje zei niet veel maar dacht:
ik loop gauw even om en toen hij er
was riep hij: „Hallo Pa!"
„Nee, dat is gemeen. Je hebt niet
gezwommen."
„Wel waar, maar ik ben verkeerd
aangekomen."
„Zeker op het land."
„Ja pa."
„Hoe ben je gegaan?" vroeg pa.
„Nou doodgewoon langs de kant."
„Nietes", zei Pa.
„Welles" zei Jan.
En zo begon de ruzie, wel een uur
lang.
Ineke de Jongh. Leiden:
EEN DAGJE
NAAR HET STRAND
Wij gaan in de zomer wel eens naar
het strand. We gaan dan met de bus.
Als we dan op het strand zijn, doen
we van alles. Ik trek mijn badpak
aan en ga zonnebaden, lekker in het
zonnetje. Je wordt dan bruin of rood.
Rood is heel naar. dan verbrand je
en dat is niet leuk. We hebben altijd
een bal bij ons, daar gaan we mee
spelen in de zee of op het strand. Ik
ga ook wel met mijn zusje en broer
tje spelen in het warme zand. Soms
is het water erg koud.
-We hebben ook altijd brood bij ons
en' wet etén dan op het strand. Soms
gaat mijn nichtje met ons mee, dan
kopen we een ijsje. Ik lust wel ijs
jes hoor!
Kees Belt was hem, maar als we op
liepen keek hij telkens door zijn vin
gers. Dat hebben we bemerkt. We de
den net of we wegliepen, maar in
een boog liepen we tot vlak achter
hem.
„Ik kom! Wie niet weg is, is ge
zien!"
„Vrijbuut, vrijbuut", klonk het.
Hij moest hem nog een keer we
zen, maar hij speelde zo oneerlijk,
dat we ruzie kregen. We lieten hem,
als hij naar de buutpaal liep, struike
len. Wij buutten ons allemaal vrij.
Kees kon daar niet tegen en begon
met kluitjes aarde te gooien. Toen
kreeg hij van ons onmiddellijk de
volle laag. Hij droop snel af en we
konden rustig verder spelen.
De volgende dag mocht hij met
geen enkel spel meer mee doen.
Willy F. Leiden:
NAAR DE DUINEN
We zijn op de 2e Pinksterdag naar
de duinen geweest. Toen we er waren
zei vader: „Zullen we verstoppertje
gaan spelen?" Iedereen zei: „Ja!"
„Theo is 'm", zei vader.
Wij kropen weg en Theo ging zoe
ken. Theo kon mij maar niet vin
den, want ik zat achter een. paar bos
jes, heel ver.
„Zal ik mee helpen zoeken?" vroeg
Joke.
Theo vond dat best en samen zoch
ten ze verder. Joke had mij al gezien,
maar zei niets. Theo ging heel ver,
ik had juist de tijd om af te buten
„Willy waar zat jü dan?" vroeg
iedereen.
„Ja, dat ga ik jullie vertellen. Ik
ga er straks weer zitten."
Maar nu was Joke hem en die
wist waar ik gezeten had. Ik ging dus
maar op een ander plaatsje zitten en
wel in een boom. Joke ging zoeken
en toen ze ver genoeg was, sprong
ik uit de boom. Ze zag me net, maar
toch was ik nog voor en kon me af-
buten. Vader had zich ook al af ge-
buut en de anderen ook, behalve Jan.
Joke zocht verder. Daar zag ze die
zwarte krullen, die groene broek en
het witte overhemd.
„Nog één spelletje en dan gaan we
eten", zei vader, ,',want ik ben moe."
Daar, hoorden we opeens een vo-,
gel zingen.
Midden in een groot bos stonden
twee paddestoelen. Op het ene pad-
destoeltje zat een kaboutertje, maar
op het andere zat niets, helemaal
niets.
„Gek is dat", dacht het ene kabou
tertje, „waarom komt hy nu niet? Ik
moest om 5 uur op mijn paddestoel
zitten". En toen riep hij heel hard,
zodat de vogeltjes uit hun slaap in
rep en roer stonden: „KwikkertjeU
KwikkertjeÜ"
Geen antwoord. Wat nu? Wie was
Kwikkertje? Dat zal ik jullie vertel
len. Kwikkertje was het vriendje
van Kwekkertje. Maar wie is Kwek-
kertje. Wel Kwekkertje is het ka
boutertje dat op de paddestoel zat.
Nog eens: „Kwikkertje!!"
„Ja, ja, wa-wa-wat is er?"
„Kom je nou?"
„Wa-wa-waarom?
„Ik moest toch om 5 uur op m'n
paddestoel zitten".
„Nee, dat was om 5 uur 's mid
dags".
„O, nou dat is de eerste keer, dat
ik me vergis".
merel zijn", zei nabijheid van het fort een nederzet
ting en toen zij later hoorden, dat zij
hun vrijheid te danken hadden ^an
president Abraham Lincoln, werkten
zij jaren lang aan de totempaal, die
een gedenkteken moest worden voor
de „grote witte vader", wiens wet de
Raven uit de slavernij van de Ade
laars bevrijd had. Zij sneden zijn
beeld naar een oud model en zo
kwam het dus, dat Abraham Lincoln
met de handen in de zijden en een
hoge hoed op boven op een totem
paal belandde.
STERRENKUNDIGE WEETJES
Sjaak Krol, Leiden.
UIT LOGEREN
De vorige zomer mocht ik logeren
bij tante Riek en oom Aad. Ze had
den daar een grote tuin en daar
mocht ik fijn in spelen. Een eindje
verderop was een grote zandvlakte
en daar kon je helemaal fyn in spe
len.
Ik logeerde er wel een maand. Af
en toe kwam m'n vader wel eens
kijken, hoe ik het maakte en dan
bracht hjj wel eens een zakje snoep
jes mee. Van de buren kreeg ik ook
vaak snoepjes; eens kreeg ik een
kippenei, maar toen ik thuis kwam,
was het gebroken. Ook hadden ze
bij de buren een lief konijntje; elke
dag ging ik er naar kijken. Dat mocht
wel. Daar was ook een klein jon
getje, dat heette Bartje. Dat was een
leuke jongen. Hij gooide wel eens
met de tennisballen van zijn vader.
Oom Aad tenniste ook, hij had een
kist vol tennisballen. Ik heb er twee
van gekregen. Het was een fijne va
kantie.
De volgende week de uitslag van
de puzzel. We' gaan dan weer verder
met de verhaaltjes. Jullie knippen
toch zeker je eigen verhaaltje uit?
Dag allemaal.
TANTE JO EN OOM TOON
Fig. b. Vragen:
1. Hoeveel sterren telt de Grote
Beer?
2. Hoe vaak wordt de aarde door
meteoren getroffen? Twee keer
per dag? Twee keer per week?
Twee keer per maand? of twee
maal per jaar?
3, Hoe heet de grootste planeet in
het zonnestelsel?
4, Men spreekt van 4 binnenplane
ten en van 5 buitenplaneten. Hoe
heten ze alle negen.
5, Hoe hoog zijn de bergen op de
maan?
Antwoorden:
1. Zeven sterren.
2. Men rekent gewoonlijk 2 per dag.
3. Jupiter. Zijn middellijn is 2x zo
groot als die van de aarde.
4. De binnenplaneten zijn: Mercu-
rius, Venus, Aarde en Mars. De
buitenplaneten: Jupiter, Satur-
nus, Uranus, Neptunus en Pluto.
5. Hoogste berg op de maan plm.
8000 meter.
EEN OPENLUCHT GRIL
(BARBECUE: IN T ENGELS)
Fig. c. Als je op kamp bent, wil je
wel eens wat braden b.v. een kip
petje of een biefstukje. Maak dan
zelf een gril. Materiaal: 4 bakstenen
en 2 roosters. Neem 2 bakstenen en
leg daarop maar een oud kachelroos
ter (1). Daar boven op tegen dat
rooster aansluitend de 2 andere bak
stenen (2). Daaroverheen een tweede
rooster (3) of van vlechtdraad (4) en
zo groot, dat je de randen kan om
buigen (5). Onder het onderste roos
ter leg je een blikken plaat om de
as op te vangen van de houtskool, die
je op 't onderste rooster stookt. Op
het bovenste rooster leg je dan in
gepakt in foliepapier (een soort zil
verpapier) de kip, de biefstuk of de
worst, die je wilt grileren.
Je kunt ook aardappelen wassen
en dan met schil op deze wijze bak
ken (of grileren als je wilt).
NAAR DE VELUWE
Hét vorig jaar zijn met in de grote
vakantie naar de Veluwe geweest.
Daar was het erg mooi. Je zag er
veel hei en bos. We hadden de fietsen
bij ons en we maakten veel tochten
door de hei en de bossen. Onderweg
zagen we dan veel herten, zo maar in
't wild. Er was ook een hertenkamp,
maar dat waren tamme herten, die
kon je aaien. Wij hebben ook edel
herten gezien met prachtige gewei
en. Heerlijk was het ook om over.de
heuvels te rijden. Wij zijn ook in
Apeldoorn geweest, daar hebben we
de.fietsen op de trein gezet. Mijn
broertje en ik zijn met de trein te
ruggegaan, want er was geen plaats
meer in de auto.
Toen ik thuis kwam, zei ik tegen
mijn Vader: „Deze vakantie was heel
leuk.'.'
Susanne Nay, Leiden: Onze Suzan
ne woont pas 4 maanden in Neder
land. Ze is geboren in Hongarije. Ze
heeft dus altijd Hongaars gesproken.
Het Nederlands vindt ze heel moei-
'Ijja. Nu heeft ze toch, een. heel klein
verhaaltje gemaakt:
Ik ben geboren in Hongarije,
Toen ik ben klein 10 jaar,
'Oma heeft mij hier gebracht.
Het is hier fijn, maar moeilijk.
Hier ben pas 4 maanden.
Zej* .Susanne al& we wéér 4 maan
den verder zijn moet je me nog èens
.schrijven, je zal zien, dan gaat het
vast veel beter. Dag meiske.
Walter Abspoel, Leiden: Fig. a. In 1937 vond het Ameri
kaanse naspeuringswerk in Alaska
PINKSTERVAKANTIE een oude, verweerde totempaal. On
deraan bevond zich een gebeeld-
Het was prachtig weer. We hebben houwde raaf en in de top een beeld
veel buiten gespeeld. Op een dag wa- van Abraham Lincoln,
ren we verstoppertje aèn het spelen. Dit bijzondere gedenkteken had
een opwindende geschiedenis. Voor
vele jaren terug, toen Alaska nog
tot Rusland behoorde ontstond een
twist tussen twee stammen van de
Tlinget-Indianen. De Adelaars be
vochten de Raven en alle jonge man
nen en vrouwen van de Raven-stam
werden door de Adelaars als slaven
weggevoerd. De trotse Raven waren
nog steeds slaven, toen de Verenigde
Staten Alaska van de Russen over
namen. Kort daarop vernamen zij.
dat de Blanken (de witte mannen)
op een eiland een fort gebouwd had
den, dat niet ver van hun verblijf
plaats verwijderd lag. Onder be
schutting der duisternis slopen alle
Raven, mannen, vrouwen en kinde
ren uit hun tenten. Geluidloos scho
ven zy hun kano's in de rivier en
bereikten behouden het fort, waar
zij de kommandant om asiel (toe-
vlucht-verblnfsvergunning) vroegen
Hij antwoordde hun, dat ze volko
men vrij waren, want zijn regering
had elke vorm van slavernij in haar
gebied en ook in alle staten, die aan
de USA onderworpen waren, verbo
den.
Hierop vormden de Raven in de
ZWITSERSE SPOORWEGEN GAAN
TARIEVEN VERHOGEN.
De Zwitserse bondsspoorwegen en
de particuliere spoorwegmaatschap
pijen gaan hun tarieven voor het-pas
sagiers- en goederenvervoer op 1 nov.
met gemiddeld 12 procent verhogen.
De laatste tariefsverhoging dateert
van vijf jaar geleden. De prijsverho
gingen zijn het hoogst op de korte
afstanden en voor de eerste klas-pas
sagiers, die voortaan 145 procent moe
ten gaan betalen van de voor de
tweede klasse geldende prijs. De
bondsspoorwegen rekenen hierdoor
op een toeneming van de inkomsten
met 54 miljoen franken, de particu
liere spoorwegmaatschappijen op 10
miljoen frankèn.
Overigens behoren de Zwitserse
spoorwegen tot de weinige staats
spoorwegen in Europa die met een
overschot werken.
US SE
TUINWEDSTRIJD WEER EEN
SUCCES
De te Lisse gehouden tuin wed
strijd kan weer een succes genoemd
worden. Het Comité is zeer tevreden
over de verzorging van de tuinen.
Velen hebben genoten van hetgeen
geboden werd tijdens de bloemfees-
ten en ook nu nog zijn vele tuinen
beslist fraai te noemen. In de serie
grote tuinen behaalde de heer H.
Nieuwenhuis weer de 1ste prijs; 2de
prys Tj. Zwetsloot; 3e pr. J. Bijster
bosch. In de serie kleine tuinen wa
ren de prijzen als volgt: 1 N. P. C.
Mieloo, 2 G. J. M. Vreeburg, 3 dames
van Schooten. De prijzen bestonden
uit waardebonnen.
NOORIWIIKFHHOin
Handbal. Aan het eigen Duinstreek-
toernooi neemt WSB met 4 adspiran-
ten-elftallen deel. Omdat de VVSB-
handbal dit jaar 10 jaar bestaat is het
toernooi extra feestelijk opgezet met
heel mooie prijzen. Het dames-senioren
team speelt om 1 uur op eigen terrein
de promtiewedstrijd tegen NIO 1. Voor
WSB komen uit de dames R. Kuipers,
A. Augustinus, A. van Paridon, A. de
Jong. W. v. d. Berg, In. Vrolijk, A.
Heemskerk. R Duindam, R. v. d. Berg,
G. Groot en J. Vrolijk.
De junioren A spelen om 13 uur op
eigen terrein tegen Rohda en junioren
B om 14 uur tegen Minerva 2.
Geboren: Sabine M. d.v. G. H. v.
Went en A. B. Langerak; Johannes
J, L. z.v. W. J. M. de Groot en C.
M Smit; Christine M. F. d.v. L. J.
vd. Burg en H E. Montag; Cornelius
N M. z.v. P. J. v. d. Hulst en C. M.
Konijn; Cornelis G. z.v. G. F. v. Grie
ken en A. M. G. v. Rijn.
Ondertrouwd: G. M. Beelen 29 j.
en W. B. M. Koop 22 j.
Gehuwd: J. M. Straathof 26 j. en
T v. d. Burg 27 j.
Overleden: Th. J. Maas 57 j., w.v.
G. v. Deel en.
Een vervolgverhaal van Snskf en Wiske
KONING ARTHURS
MOEDIGSTE MAN
29. „Je uur is gekomen, je zult
sterven", zei Sir. Phelot tegen Sir
Lanceloet.
„Jammer", antwoordde Lanceloet,
„dat een ridder van mijn stand zon
der wapens moet sterven".
Terwijl hij zo sprak, keek hij de
boom rond. Precies boven zijn hoofd
groeide een flinke tak'zonder blade
ren. Hij brak hem af en klom ermee
een eindje lager. Daarna probeerde
hij op een dikke tak te geraken, die
precies boven zijn paard hing.
30. Toen dat gelukt was, sprong hij
aan de van Phelot afgekeerde zijde
naar beneden. Deze sprong met op
geheven zwaard op hem toe, maar
Sir Lanceloet ving de slag met de
tak op en sloeg er vervolgens mee
op Phelot in. Hij trof hem op zijn
hoofd, waarna Phelot bewusteloos
ter aarde viel. Sir Lanceloet stortte
zich op hem en sloeg hem met z'n
eigen zwaard.
„Ach ridder, je hebt mijn man ge
dood", snikte de dame. „Maar hij
heeft gekregen, wat hij verdiende",
antwoordde Lanceloet. Jullie wilden
mij door list en verraad doden, hu
heeft de straf daarvoor jullie beiden
getroffen.
Wordt vervolgd)