TOON HERMANS
bracht publiek in verrukking
Zuster Zephyrina nam na bijna
55 jaar afscheid van Leiden
Zuster Zephyrina voor laatste
maal iri het zonnetje gezet
NIEUW DRIE„VROUW"SCHAP
IN HET ELISABETH-ZIEKENHUIS
WOENSDAG 1 APRIL 1964
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 6
Wie gisteravond tussen acht uur en half twaalf over de
Oude Vest langs de Leidse Schouwburg gewandeld heeft,
zal zich verwonderd hebben afgevraagd, wat er daar
binnen toch wel aan de hand mocht zijn. Eerlijk gezegd,
de K. O.-leden, die gisteren de Schouwburg van onder
tot boven hebben gevuld, wisten het soms ook niet meer.
Zij sloegen zichzelf.en hun huurlieden op de knieën,
veegden met een haastige beweging het hinderlijke
(lach-) tranenwaas voor hun ogen weg, hapten tussen
de buien door naar adem en klapten verrukt in hun
handen, tot die er rood van aanliepen. Drie uur lang
heeft de Schouwburg staan schudden op zijn grondves
ten, drie uur lang heeft de houten vloer liggen kreunen.
Geen wonder, wantToon Hermans stond op het to
neel! De bijna vijfhonderd Schouwburg-bezoekers heb
ben waar voor hun geld gehad. Drie uur lang heeft Toon
Hermans ze al hun problemen en probleempjes doen
vergeten in een verrukkelijk en van loutere vreugde
trillend programma. Dit was theater met een grote T,
kleinkunst met een grote K, cabaret met een grote C,
dit was toon hermans met een grote T en een grote H.
Spoedig door
de knieën
Het Leidse publiek heeft de naam
kritisch te zijn. Toon Hermans heeft
dit gisteravond ook ondervonden,
maar erg rouwig zal hij er wel niet
om zijn geweest. Hij begon een beetje
voorzichtig, als wilde hij de lach-
bereidheid van de zaal eerst peilen.
De zaal bleef, de goede Leidse tradi
tie getrouw, enigszins gereserveerd.
Het bleef de eerste vijf a tien minu
ten een aftasten van eikaars krach
ten. maar toen hij het publiek in zijn
zwak, in zijn liefde voor „zijn"
schouwburg, tastte, ging de zaal door
de knieën.
Het liedje „Op de piano van Bon-
nemaman" was vertederend aardig,
het koddige „Tango d'Amore", alias
„Jij hoort bij mij", en het daaraan
voorafgaande „Andalusische (met
slis- „s") volksliedje brachten het
voortbestaan van de Schouwburg in
ernstig gevaar. Het publiek begon
mee te doen, vergat iedereen en alles
en lachte, lachte, bevrijd van alle
zorgen.
Waagstuk je
Toon voelde, dat het ging, en pro
beerde een liedje, dat niet aangekon
digd stond, en waarin hij zijn geboor
testadje Sittard bezong. De zaal was
stil, en luisterde naar dit simpele
liedje, dat hij, naar hij zijn gehoor
verzekerde, al jaren geleden geschre
ven heeft. Het lukte, de zaal reageer
de waarderend.
Sketches als „Theaterbezoekers",
„De steden van New York tot Am
sterdam" volgden elkaar in tuime
lende vaart en tintelende vrolijkheid
op, afgewisseld door liedjes, zoals
alleen Toon die kan zingen. „Moe"
zat vol originele vondsten en woord
spelingen. „Op de pier van Scheve-
ningen" hield ons een lachspiegel
voor, „Suzanne" was een juweeltje
van fijnzinnige levensvreugde, dat
het veel mindere „Golden Johnny",
dat ons aan de op een ontegenzeg
lijk lager niveau staande George Ul-
mer herinnerde, snel deed verge
ten.
Echt „lekker" Hollands was „Sien,
Sien, mijn oogappelsien", dat zich
trouwens dank zij dit oer-Neder-
landse karakter al een grote bekend
heid heeft verworven.
Minder sfeer
Ne de pauze was de sfeer iets min
der. Het duurde langer voordat de
„Waar haalt-ie
f vandaan F'
Toon had de lachers al gauw
op zijn hand, toen hij, na de
gebruikelijke entree, de Leidse
Schouwburg op de hak nam.
„Wim Kan doet hier altijd zijn
generale voor Oud en Nieuw....
Waar die dat „nieuw" vandaan
haalt
Wethouder C. J. Piena van
Openbare Werken zat in de
zaal. Zou Toon het daarom ge
zegd hebben?
zaal weer „op temperatuur" was.
„Geef me je hoed en je das" oogstte
minder succes dan het verdiende, en
eenzelfde lot onderging helaas „Stil
zijn, helemaal stil zijn". „Vader gaat
op stap" betekende de ommekeer.
De zaal deed weer mee. lachte, en
droeg Toon op handen. „Wrak-rok-
lint-steek" waarin een flonkerende
persiflage werd gegeven van de gang
van zaken op een banket, deed alle
reserve verdwijnen, en in „Er
zwaait wat" zong iedereen enthou
siast mee. Meesterlijk, zoals Toon
hier het type van „de grote dirigent"
schetste. Hermans houdt van het
theater, dat liet hij meer dan eens
duidelijk blijken. Het duidelijkst in
zijn slot-liedje „Variété", waarin wij
ons in het beroemde, ouderwetse
theater van een Buziau, een Davids
waanden.
Uitstekende
begeleiders
Toon Hermans heeft voortreffelijke
steun ondervonden van zijn zes bege
leiders, van wie vooral Govert van
Oest (piano) opviel door zijn groot
aanpassingsvermogen. Hobby Pau
wels oogstte een storm van applaus
voor zijn gitaarspel in het lofliedje
van Toon op Sittard.
Aan Zr. Zephyrina, directrice van
het St. Elisabeth-Ziekenhuis te Lei
den, is op haar eigen verzoek eervol
ontslag uit deze functie verleend door
het bestuur van de Zusters Francis
canessen van Breda.
Zij heeft als zodanig onafgebroken
gewerkt vanaf 10 juni 1924!
Na haar intrede in de Congregatie
op 4 sept. 1907, arriveerde zij als
leerlingverpleegster te Leiden in
1910en behaalde het diploma Zie
kenverpleging A in april 1913.
In okt. 1959 werd op grootse wijze
haar feest gevierd: Gouden Profes
sie, 35 jaar directrice, en 50 jaar in
Leiden! Zij kreeg toen de onder
scheiding Ridder in de Orde van
Oranje Nassau.
Nadien bleef zij nog enkele jaren,
wat meer op de achtergrond, actief
werkzaam, opdat haar functies ge
leidelijk door opvolgsters konden
worden overgenomen.
Nu is dan, nog vrij plotseling, haar
afscheid gekomen.
Leiden, genomen als een gevarieerd
patroon van stad en vele dorpen, en
van velerlei gezindten, is haar om
haar getrouw en blijmoedig verrichte
RECEPTIE BIJ EEN AFSCHEID
pionierswerk grote dank verschul
digd.
In deze steeds meer technische
maatschappij, heeft zij steeds ge
tracht de menselijke persoon van de
zieke te zien en te leren zien door
haar vele leerlingen. Ook dit heeft
zijn stempel gedrukt op haar zieken
huis.
Haar „oude" dag gaat zij nu opge
wekt in Breda tegemoet, gewapend
met vele dankbare herinneringen, 'n
groot Godsvertrouwen, en eindelijk
eens tijd om te lezen, en muziek te
beluisteren!
Zr. Zephyrina, God zegene u; Lei
den zal u niet vergeten!
VERGELIJKING
Tot zover de bijdrage van een per
soon in de nabijheid van zuster Ze
phyrina werkend, die onbekend
wenste te blijven. Zuster Zephyrina
heeft zich inmiddels uit het drukke
ziekenhuisleven teruggetrokken. Zij
wenste geen bekendheid aan dit af
scheid te geven. Daarom heeft de
redactie er „de legger" maar eens
op nageslagen en gelezen wat er ge
schreven is in 1959 toen zij een da
verende huldiging in ontvangst moest
nemen. Zij was er zelf beduusd van
en zei aan het slot: „Heus beste men
sen wat ik gedaan heb is werkelijk
niets. Niet meer dan mijn plicht
Een ondeugende verspreking her
inneren we ons nog, waarmee zuster
Zephyrina als Chefarientje werd aan
gesproken.
We mogen geen reclame maken,
maar er zitten bepaalde punten van
overeenkomst tussen de pijnstillende
werking van zo'n tabletje en het
door moederlijkheid gekenmerkt
werk van zuster Zephyrina, waarbij
men dan ook nog kan denken aan
de koele verzachtende atmosfeer die
de zephier in haar naam ademt.
Men zou de scheidende directrice
tekort doen, indien men daarnaast
niet wees op haar enorme werkkracht
haar besluitvaardigheid en haar in
zicht in de organisatie van het zie
kenhuiswezen. Al deze aspecten van
haar vele jaren iri Leiden zijn in
1959 goed uit de verf gekomen.
NAAR DE MISSIE?
Zuster Zephyrina (Engelina Johan
na Allegonda Geerling) werd geboren
in 1889 te Leiderdorp als een-na-de-
oudste uit een gezin van zeven kin
deren. Zij koesterde het ideaal naar
de missie te gaan, evenals haar broer
pater Geerling.
Voor geen van beiden echter is
het missie geworden, pater Geerling
werd professor aan het seminarie,
zuster Zephyrina ging in de zieken
verpleging in Nederland. 18 Jaar oud
trad zij in het klooster van de zusters
Franciscanen te Breda, na twee jaar
noviciaat werd zij geprofest. Haar ide
aal ziekenverpleging in de missie werd
slechts vervuld voor wat het 't eerste
lid van deze som betreft, zij ging in
Leiden zieken verplegen en heeft dit
bijna 54 jaar gedaan. Zes weken zou
zuster Zephyrina in de Sleutelstad
blijven, aldus was voorgenomen en
besloten. De zes weken werden een
dikke halve eeuw! Op het moment
van haar intrede telde het Elisabeth-
ziekenhuis zestig patiënten. Men was
juist met de „nieuwbouw" begonnen.
Welke nieuwbouw ontgaat thans in de
nevelen van de tijd aan ons oog; er is
altijd wel ergens nieuw gebouwd aan
't Elisabeth-ziekenhuis, het is in de
vijftig jaar zuster Zephyrina een ac
tuele zaak gebleven. 400 Zieken wor
den in onze dagen in dit ziekenhuis
verpleegd. Er is veel ten goede ver
anderd. Maar de persoonlijke belang
stelling voor de patiënt als mens heeft
zij trachten te behouden. Dat wordt
moeilijker naarmate het ziekenhuis
groter wordt en „geindustraliseerd".
Dat zij er toch in slaagde persoonlijk
met de patiënten kennis te maken
ging dikwijls ten koste van haar
nachtrust.
Gelukkig kon zuster Zephyrina be
schikken over een mirakuleus goede
gezondheid. Wensen van zuster Ze
phyrina in 1959, die waarschijnlijk
nog niet gewijzigd zijn, waren: een
nieuw apart ziekenhuis voor de kin
deren, waarvoor zij al een naam had,
n.l. Imelda-paviljoen en een apart
verpleegstershuis. We herhalen wat
we in 1959 aan het slot van een „por
tret" van de zuster schreven: tot haar
kloosterroeping werd zij gedreven
door de liefde en in de zieken herkent
zij de Heer, die zij volgens ri^ar gelof
te eeuwig trouw beloofde.
Zuster Zephyrina tijdens de (be
sloten) receptie. Zij heeft een feno
menaal geheugen en slaat oud-pa
tiënten keer op keer tot stomheid
als zij de ziekte van indertijd (soms
teruggaand tot de twintiger jaren)
tot in details weet te herinneren.
In een afscheid gisteravond door
het verplegend personeel werd ook
haar gave om gezellig en begrijpelijk
te doceren genoemd. Zuster Zephy
rina zal de bouw van een kinderpa
viljoen van het Elisabeth-ziekenhuis
niet meer mee maken, maar de bouw
staat voor de deur.
In een besloten receptie is vanmorgen
om elf uur afscheid genomen van zuster
Zephyrina, directrice van het St. Elisa
beth-ziekenhuis en van moeder Cyrilla,
moeder-overste van het klooster te Lei
den die overste wordt van het klooster
te Doesburg. Namens de medische staf
voerde dr. J. A. Tolenaar het woord.
Het is onvoorstelbaar, zei hij onder
meer, dat in 1910 zuster Zephyrina al
in het ziekenhuis was.
Zij heeft in die jaren een moeilijke
taak gehad. Als directrice moest zij het
verbindend element zijn in de spanning
die er tussen de eisen en het mogelijke
in een ziekenhuis bestaat. Zij moest
er ook voor zorgen, en deed dit op su
blieme wijze, dat het persoonlijk ele
ment in het contact met de patiënten
niet verloren ging, dat dit zelfs een eer
ste plaats innam. Want bij alle groei van
de techniek blijft het persoonlijke pri
mair in de omgeving met artsen, ver
pleegsters en vooral patiënten. De drijf
veer voor haar werk was de liefde,
waarover Paulus zulke onvergelijkelijke
woorden heeft geschreven. De liefde
staat geschreven boven een der ingan
gen van het ziekenhuis, 'n ingang waar
onder zuster Zephyrina vaak doorge
gaan is, dit in een letterlijke en ook
symbolische betekenis. Namens de art
sen overhandigde hij als geschenk een
prachtige pick-up-installatie. In tijd van
rust zal zuster Zephyrina eindelijk de
kans ontmoeten om naar mooie muziek
te luisteren.
Dokter Tolenaar sprak ook woorden
van diepe waardering tot de scheidende
De nieuwe directie van het Elisa
beth-ziekenhuis aan de Hooigracht
te Leiden bestaat uit 'n drie„vrouw"-
schap op de foto v.l.n.r. zuster Euphe-
mia, die belast is met de organisatie
van het Ziekenhuis, zuster Felicitas
die de economische zaken behartigt
en zuster Maria Mediatrix, die zich
in het bijzonder met de opleiding
bezighoudt.
moeder-overste zuster Cyrilla. 't Nieu
we uit drie zusters gevormde directo
raat: de zusters Felicitas (Economische
Zaken), Euphemia (organisatie) en Ma
ria Mediatrix (opleiding) wenste hij
veel sterkte en wijsheid toe. „We leven
in een tijd van stroomversnelling", aldus
spr., „dan moeten we elkaar in 't schip,
op de golven goed vasthouden"
Vele doktoren, onder wie ook collega's
van andere ziekenhuizen, drukten de
scheidende zusters, het nieuwe bestuur
en de drie directieleden daarna de hand.