<- IN DE KRANTENTUIN
Het knutselhoekje
ZATERDAG 28 MAART 1964
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 8
haar helpen met het versieren van de
paastafel. Een leuke versiering is het
knippen van smalle stroken wit of
geel crêpe-papier van ongeveer 3 cen
timeter breed en daarop plakken we,
op een afstand van 10 centimeter,
kleine gekleurde rondjes, vierkantjes,
driehoekjes, sterretjes, ringetjes of
paddenstoeltjes. We kleuren die fi
guurtjes in een felle afstekende kleur:
rood, groen, blauw, zilver- of goud
papier. Deze stroken gebruiken we
in lengte en breedte over het mooie
paasbeste tafellaken. Grappig is het
ook om kleine kuikentjes te tekenen,
uit te knippen en op te plakken. De
kuikentjes van geel papier geknipt
met een rood puntje voor snaveltje.
De pootjes, staartje en oogje geven
we even aan met een streepje rode
inkt of Tood potlood.
De eieren die we met Pasen op de
ontbijttafel krijgen steken we ook in
een ongewoon jasje. We vragen eerst
of moeder de eieren hard kookt, we
laten ze dan koud worden en we
kunnen beginnen.
We zoeken een dun penseeltje uit
en enige heldere kleuren plakkaat
verf. Probeer eens een gezichtje er op
te schilderen met een gekleurd hoed
je op. Zet de oogjes wat scheef, te
ken een flinke snor en je hebt een
prachtige Chinees.
Weer een ander tekent er een kui
kentje, paddestoel of haasje op. Wie
het moeilijk vindt op een ei te te
kenen, wel die maakt de figuurtjes
op papier, knipt ze uit en plakt ze
op de eieren. We kunnen op de ach
terzijde de letters van broer of zus
tekenen.
Nu we toch gezellig aan het kleu
ren zijn, gaan we onze paas-pretbrief-
kaarten ook zelf maken. Wat zal je
oma het fijn vinden om zo'n zelfge
tekende briefkaart te ontvangen.
Zitten we me veel kinderen aan
tafele dan is het ook leuk om een
Wat kan vergeven
toch moeilijk zijn
Heel dikwijls is er de krachtige
stoot van een ernstige gebeurtenis,
een roerende plechtigheid of een dui
delijk ingrijpen van boven nodig om
de harde korst, die vrede en verge
ving weer mogelijk maakt, te door
breken. Zo was 't ook hier 't geval.
Op een ruwe maartse dag was de
oude Willems van de Kastanjehof
naar de naburige stad ter markt ge
gaan. Daar hij er langer dan gewoon
lijk was opgehouden door zaken, die
niet naar zijn zin hadden willen vlot
ten, dreef hij het jonge paard vooi de
lihte tilburry steeds maar weer tot
grote snelheid aan.
Plotseling sprong het dier wild op
zij! Door de stormachtige wind brak
een grote tak van een der bomen
langs de weg met hevig gekraak of
en viel midden op de rijbaan. Zijn
weg zo vlak voor zich versperd zien
de, zwenkte 't paard dus zijwaarts
om de hindernis te ontgaan maar
bonkte toen met 't rijtuigje tegen een
boomstam op. Onder een kreet van
angst werd de oude boer uit 't ver
splinterde voertuig geslingerd, waar
na hjj bewusteloos in een greppel te
recht kwam.
Maar ondanks 't geloei van de
wind was de noodkreet van de man
gehoord, want aan de rand van 't
bos, waardoor de weg liep, die Wil
lems genomen had, lag een eenvou
dig huisje. Met een grimmig gezicht
was hij het voorbij gereden, want
daar woonde zijn zoon Jacob. Deze
zat aan tafel te lezen, toen hij de
noodkreet hoorde. Tegenover hem zat
zijn zoon Jan z'n huiswerk te ma
ken. „Jan, heb je 't ook gehoord0
Vlug, haal gauw de lantaarn." 't Was
intussen al donker aan het worden. ----
De jongen ging voorop en vader en |rote versiering te maken, die mid-
moeder volgden hem. °P de tafel staat b.v. een paas-
Ze hoefden niet lang te" zoeken. Al .aa3' ïe ,e.enT. karretje gekleurde
gauw zagen ze de wrakstukken van Vooru het karetJe be
de tilburrie liggen, waaraan het Pakken we een schoenendoos en de
paard, nog trillend op zijn benen, nog «aas knippen we uit bruin karton
met de teugel verbonden was. Toen cm hoog. Zijn oren en poten
ze het vrij zwakke en enigszins flak- kunnen we ongekleurd laten, alleen
kerende licht van de lantaarn over s^reePies v®pr ogen, neus
de naaste omgeving lieten spalen, f mond en snorharen. Een rood buis-
ontdekje Jacob het lichaam in de met groen jasje van plakkaatverf,
greppel. „Jan, licht eens gauw b«'ïekt VO°? ï^ei
De verongelukte lag roerloos voor- koordje van gedraaide wol. Dit
over. Toen Jacob hem omkeerde, f*en leuk 8tukJe voor de koffieta-
keek hij ontzet in het bebloede ge- V»
laat van zijn vader. V°or d,e m®l8Lel9 die netJ?s kunnen
„Wie zou het zijn?" vroegen Truda ÏSSfft!b*n We,ook no« ,een
en Jan tegelijk. „Is hij dood"? „Kom f nf ifrm Y.T i haken
maar eens dichterbij, Truda, dan zul eierwarmers van gekleurde wol.
je hem vast wel kennen". Zij boog ™akanf ee® ro"dJe Yan Iussan; zó
zich over het slachtoffer en keek toen 61 CJ°°r Z10'. e,n. kaken
met grote schrikogen Vragend in het jaa/°P t0®ran vasten of stokjes, tot
ontstelde gelaat van haar man. ne juist passend is voor een ei.
„Is het Je vader,,? „Ja, hij is het, De ^venste toer rimpelen we in met
maar zijn oogleden trillen, dat is een „n eY bo"
teken, dat hij nog leeft, hij is al- *"unIYf0 fitf' k i J"?11 leueT
leen maar bewusteloos. Mogelijk Y+ü klein baby-
heeft God het zo beschikt, om hem p 13. ïJLflïJï* i u i
weer nader tot ons te brengen. u i Pasen de lente in huis wil
halen, die maakt een klein bloem-
(Wordt vervolgd) stukje voor de tafel. Op een schotel-
- tje wordt met een stukje ijzerdraad
ONZE PAASPUZZEL ®.en klui*Je mos vastgestoken. Het
ijzerdraad dat dubbel wordt gebogen,
Vul de juiste rijmwoorden in: wordt aan de kant om de rand van
het schoteltje geklemd en het mos
EEN KINDER VER JAARDAG Prik )e op de beide punten. Het ligt
dam stevig genoeg om er allerlei tak-
Hoera, we krijgen een ^es; katjes en kleine bloempjes in te
Zoals er nog nooit is steken. Zoek maar eens in de tuin,
Allereerst komen erdaar vind je wel wat.
Waarbij niemand zich hoeft te
Daarna, dat kun je wel PAAR SPELLETJES
Gaat moeder limonade in GEHEIMZINNIGE MAND
Als derde wat gaat Doe in een mandje of op een thee-
Is een spelletje pand blaadje, 6 of meer voorwerpen, die
Dan wordt het zeker kinderen goed kennen b.v. bal, pot-
Voor een spannende wed lood, gummetje, popje enz. De kin-
Een verassing komt tot deren komen om beurten binnen en
Maar dan is het feest ook worden geblinddoekt Ze worden
Als prijzen verloten we deze keer voor het mandje gezet en moeten nu
onder de goede oplossingen 5 leesboe- door het betasten van de voorwerpen
ken en 5 plakboeken. raden, wat het is. Aantekenen hoe-
Even er bij schrijven wat je liever veel zij goed hebben. Wie alles raadt
hebt: een leesboek of een plakboek, wint het.
Oplossing insturen aan: Tante Jo en
Oom Toon, Kranten tuin, Leidse Cou- OOIEVAARTJE
rant, Papengracht, Leiden. kinderen staan door de kamer
voorset plakboek?' Verhaaltje beginnende door' d^W'te^
p hun armen als vleugels heen- en
ALLES OP Z'N PAASBEST ^ro^r!^egn2d0^l0tSel^g WOrd* *r
geroepen: „De Ooievaar" en op het-
De dag vóór het Paasfeest heeft zelfde ogenblik moeten de kinderen
moeder het erg druk en nu gaan wij onbewegelijk op één been staan, tot
dat het weer klinkt: „vliegen". Wie
niet dadelijk gehoorzaamt is af.
Winnaar is degene die het langst
overblijft.
SNEEUWVLOKKEN TELLEN
Scheur van krantenpapier een flink
aantal sneeuwvlokken ongeveer 2 cm
in het vierkant.
Doe alle sneeuwvlokken in een.
doos.
We roepen de kinderen bij elkaar
en vertellen dat er zo dadelijk wel
een sneeuwstorm zal komen. Zij moe
ten dan maar proberen de sneeuw
vlokken op te rapen en voorzichtig
in hun hand te verzamelen. En dan
bij de woorden: „de sneeuwstorm
komt", gooien wij de vlokken met
handen vol omhoog. De kinderen be
ginnen onmiddellijk te verzamelen.
Zijn alle sneeuwvlokken opgeraapt,
dan worden de vlokken geteld. Win
naar is degenen, die de meeste vlok
ken verzamelde.
De kinderen zitten in een kring.
Eén van hen staat in het midden met
een bal in de hand. Deze gooit de
bal naar één van de spelers, terwijl
hij zegt: „water". Terwijl de bal ge
vangen wordt moet deze speler een
dier noemen dat in het water leeft
en gooit de bal weer terug. Weer
wordt de bal gegooid en nu wordt er
gezegd: „aarde". Dan wordt een dier
genoemd dat opj aarde leeft. Telkens
wordt iets anders gezegd, dus niet
2x olifant of 2x leeuw. Mist de spe
ler de bal of zegt hij na drie tellen
geen dier, dan krijgt hij een straf-
punt. Na drie straf punten is hij af.
Het spel moet vlug gespeeld worden.
Dit speletjes kan ook een beetje an
ders gespeeld worden b.v. met vers
jes.
Degene die in het midden staat en
de bal naar een van de spelers gooit,
zegt meteen het begin van een vers
je b.v. „Drie kleine kleutertjes" en
dan aanvulen: „die zat enop een hek"
en „Schuitje varen", aanvullen:
„theetje drinken" enz.
HET MUZIKALE MANDJE
We nemen een mandje waarin we
zoveel kleine zakjes snoep doen, als
er kinderen zijn. De kleine zakjes
hebben we in kleurige papiertjes ver
pakt. De kinderen staan in een kring.
Terwijl er muziek wordt gemaakt,
wordt het mandje door de kinderen
doorgegeven. Zodra de muziek op
houdt, mag degene die het mandje
in de hand houdt er een zakje uitne
men en dan uit de kring gaan. Dan
begint de muziek opnieuw, enz., enz.
totdat er nog twee zakjes over zijn.
De muziek speelt voor de laatste keer
en het laatste kind blijft met het
laatste zakje over, die tot slot zelf
een versje moet zingen.
HET ZIEKE PAASHAASJE
Door een kiertje van zijn holletje
zag het zieke haasje, al zijn vriend
jes naar de vergadering gaan in de
nacht van Palmzondag. Dan zouden
immers de hazen worden uitgekozen,
die de eieren mochten verzamelen,
kleuren en verstoppen voor de kin
deren van Ophoven, op Eerste Paas
dag. Nu lag ons haasje daar met een
zieke poot. Hij had in een scherpe
doorn getrapt en nu was er vuil in
de wond gekomen. Stilletjes begon
hij te huilen. Zijn moeder kwam juist
de temperatuur opnemen.
„Gelukkig", zei moederhaas „de
koorts is weg".
„Zou ik dan nog naar de verga
dering kunnen gaan?"
„Nee kindje, anders gaat de wond
weer open", en moeder haas pakte de
poot heel goed in met pleisters. De
dokter had een flinke rol pleisters
meegegeven.
De haasjes sprongen verheugd naar
huis, ieder met een penseel en een
potje verf. Nu moesten ze maar zor
gen dat ze een paar eitjes kregen.
Toen ons zieke haasje dat zag, was
ze helemaal niet te trootsen.
Maar moeder haas wist raad.
„Luister eens Josje, 't duurt nog
een hele week eer 't Pasen is, en dan
is je pootje vast beter. Ik ga eitjes
voor je zoeken en dan mag jij ze
brengen bij het zieke meisje in het
bos".
„Maar dan heb ik geen potje verf"
klaagde Josje.
„Ik weet iets veel moeiers. Ik ga
een dag tevoren mooie bloempjes
en bloeiende takjes zoeken en die
plak jij dan op de eitjes met de pleis
ters".
Ja, dat was een goed idee en zo
gebeurde het ook. Op Paasmorgen
toen het zieke meisje uit het raam
keek, zag ze op de vensterbank een
mandje met versierde eieren staan.
Wat was ze blij.
Dag kinders allemaal: Zalig Paas
feest en een prettige vakantie.
TANTE JO EN OOM TOON
HAASJE
WORDT
WAKKER
Het haasje ligt lekker te
slapen, niet vermoedend in
welk gevaar hij is: twee gro
te, hongerige roofvogels staan
op het punt naar beneden te
luiken. Het. haasje wordt ge
lukkig nog op tijd wakker,
maar hij is helemaal niet
bang. Van welke van de twee
vogels zou hij bang moeten
zijn?
Oplossing elders in dit blad.
PAASEIEREN MET KUIKEN ERIN
Vraag aan je moeder als ze toch
eieren gebruikt in de maaltijd, of ze
die dan wil uitblazen en voor jullie
de schalen bewaart, net zoveel, dat
je voor elke persoon aan de Paasdis
één schaal hebt. Maak de schalen
keurig schoon en haal er met een
fijn haakje de vellen uit. Dan kleur
.je de binnenkant met hemelsblauwe
of lentegroene waterverf. Nu strijk
je aan de binnenonderkant een wei
nig lijm en zet daarop een watten
kuikentje, zó, dat 't met z'n kopje bo
ven de schaal uitsteekt (zie fig. b).
Aan de buiten onderkant lijm je een
kleine gordijnenring, zodat 't kuiken
tje ook staan kan. Mogelijk heb je
ook nog wel wat sneewklokjes in de
tuin staan, die zou je dan naast het
kuikentje in de schaal kunnen ste
ken (ook 'n ander bloempje kun je
ervoor gebruiken).
In fig. b zie je ook nog, hoe je hal
ve eierdoppen leuk kunt gebruiken.
Je plakt er een hengseltje met een
strikje op. vult 't mgndje dan b.v.
met likeur- of chocoladeeitjes en plak
er ook weer een ringetje onder, zodat
't gevalletje staan kan.
Deze eieren kunnen onmogelijk
machinaal beschilderd zijn, want er
zijn maar twee eieren precies gelijk.
Welke zijn dat?
Oplossing elders in dit blad.
KOSTBARE PASEIEREN
Een Russische tsaar had een een
goudsmit, die de kunst verstond
prachtige, kostbare Paaseieren te ma
ken. Hij heette Tabargo en maakte
de eierschalen uit zuiver goud. Die
versierde hij dan nog met echte edel
stenen b.v. diamanten en robijnen. In
de eierschaal lagen nog strookjes
goud, waarop miniatuur portretjes
van 't tsarengezin waren ingelegd.
Een ander maal zat er in het gou
den ei een gouden koetsje. Weer een
andere keer zat er in zo'n ei een heel
nestje van kleine gulden eitjes, die
zo gemaakt waren, dat ze alle in el
kaar pasten. Je kent dat wel van
sommig soort speelgoed, maar dan
niet van goud, doch van hout of
plastic!
om, zoals je op de figuur ziet en lijm
ze dan in de 2 gaatjes vast. Knip de
staart van rood en groen vilt, bestrijk
die ook weer met lijm en hecht hem
vast.
De snavel is een klein vierkantje
van geel vilt, dat je ook al weer vast
lijmt (iets puntig!). De kan knip je
van 2 velletjes (blaadjes) rood vilt
en alweer boven op 't kopje vastlij
men, na eerst de onderste randjes een
jes aan de onderzijde voor de beide weinig terzijde gebogen te hebben
benen, buig de 2 rode pijpreinigers (anders laat ie te gauw los).
Voor ogen 2 zwarte stukjes vilt.
Denk erom de benen vooral goed
te verbuigen, dat 't kuikentje goed
kan staan. Als 't evenwicht niet se-
kuur is, kun je de hals verbuigen.
Als nu met Pasen een halve schaal
met bont gekleurde eieren op tafel
komt, zet je dit fraaie kuikentje bo
ven op de eierberg. Zet 't dan liefst
op een stukje karton, waarop je 't
met de voetjes vastlijmd.
Ziezo, dat geeft veel meer voldoe
ning, dan dat je een kuikentje kooptl
Behalve 2 ballen voor 't kuiken
heb wat viltrood, groen, geel en
zwart lijm en een witte en twee ro
de pijnreinigers nodig.
Met 'n puntige schaar of een mesje
boor je voorzichtig een gaatje in el
ke bal. Dan leg je de witte pijpreini-
ger dubbel en wind de twee helften
om elkander en steek de gevlochten
draad met de einden in de 2 ballen
(hals!). De hals moet 2 cm lang wor
den en bestrijk je met een weinig
lijm dan wordt hij stijf en waggelt 't
kopje niet zo.
Nu boor je in de buikbal 2 gaat-
KONING ARTHURS
MOEDIGSTE MAN N
Toen de koningin en riddels met
Sir Lancelot in het paleis kwamen,
brachten ze zij hem in een koele
kamer en lieten hem 's avonds eten
brengen door een zeer schone jonge
dame. Sir Lancelot werd wakker,
want de betovering was opgeheven.
„Edele heer, hoe gevoelt u zich?"
vroeg'het jonge meisje.
„Schone jongedame", antwoordde
Sir Lancelot, „ik heb nog nooit zo'n
slechte dag gehad als vandaag, ik
heb me nog nooit zo' ellendig ge
voeld".
„Dat doet me leed" zei het meisje,
„maar als u mij wilt helpen, zal ik
u als tegendienst uit deze gevangenis
bevrijden. Mijn vader heeft voor a.s.
(aanstaande) dinsdag een tournooi
vastgesteld, waarin hij en zijn man
nen zullen kampen tegen de koning
van Noord-Wales en zijn helpers.
Als u aan de zijde van mijn vader
wilt strijden, zal ik u morgenvroeg
uw vrijheid weergeven",
„Mijn vader is koning Bagdemagus,
die in zijn laatste tournooi door ko
ning Arthurs mannen overwonnen
werd".
„Ik ken je vader, hij is een edele
koning", zei Sir Lancelot, „en ik ben
bereid aan zijn zijde mee te strijden".
(Wordt vervolgd)