In de Krantentuin
Het knutselhoekje
Sjeik El Ro-Jenbiet
ZATERDAG 29 FEBRUARI 1964
DE LEIDSE COURANT
PAGINA
Grandeur tegenover
armoede in Mexico
Boeiende lezing van
Sylvio Mutal
Op uitnodiging van de afdelingen
Leiden-Oegstgeest van het Unesco-
Hoe moeilijk
kan vergeven zijn!
Het avondeten op de grote boerde
rij „de Kastanjehof" zo genoemd,
omdat er rondom het erf hoge, oude
kastajebomen stonden - was juist ten
einde. De boer Willems gaf naar oud
gebruik het teken voor 't dankgebed
en toen dit gedaan was, trokken de
drie knechten zich terug, terwijl de
meiden de tafel afruimden en ver
volgens de afwas gingen verzorgen.
De boer, die al enkele jaren weduw
naar was, zette zich naar vaste ge
woonte in z'n leunstoel onder het
kruisbeeld, als de maaltijd geëindigd
was. Zo deed hij ook nu, terwijl z'n
zoon, zijn enige nog niet gehuwde
jongen, zich bij de haard installeerde
en gezellig een pijp opstak.
Even zat de vader peinzend voor
zich uit te staren, alsof hem iets in
gedachten sterk in spanning hield.
Dan opeens vroeg hij: „Jacob, moet
je nog naar die landbouwcursus?"
„Ja vader, maar dat heeft nog een
uurtje de tijd".
„Mooi, dan wou ik graag wat ern
stigs met je bespreken, dat mijn ge
dachten al lang bezig houdt".
„Nou, dat kan vader, laat maar
eens horen".
„Je moeder is nu al 'n jaar of vijf
dood en sinds haar heengaan hebben
we ons maar steeds met vreemd
vrouwspersoneel moeten behelpen.
Meiden hebben we altijd moeten hou
den, daar is riet aan te ontkomen op
zo'n groot bedrijf. Maar 'n huishoud
ster zou niet nodig zijn, als er een
boerin op de Kastanjehof was, die
alles beter onder haar toezicht en
leiding kon nemen. Dat zou haar toch
altijd meer ter harte gaan dan zo'n
vreemde huishoudster. Ik geloof, dat
je mij dat wel zult toegeven".
„Dat geef ik u gaarne toe".
„Wel, als we het daar dan over
eens zijn, dan begrijp je ook, dat
ik graag zou zien, dat je een vrouw
op den hof zou brengen. Je bent nu
al 2 7 jaar, dus oud genoeg om te
trouwen en tevens de leiding van het
grote bedrijf meer van me over te
nemen. En je zult niet lang behoeven
te zoeken naar 'n geschikt meisje. Ik
weet zeker, dat de oudste dochter
van boer Segers niet alleen een ge
schikte vrouw voor je zou zijn, maar
hijzelf heeft me al meer dan eens ver
zekerd, dat z'n Lena je vast graag
zou zien komen. En als zij niet naar
je smaak zou zijn, dan is Wilma van
de „Beukenhof" zeker ook een heel
goede partij en ook bij haar hoef je
niet bang te zijn om afgewezen te
worden. Bovendien kun je in beide
gevallen op een behoorlijke bruid
schat rekenen".
Hier hield de oude boer op, terwijl
hij vol verwachting op het antwoord
van Jacob wachtte.
Maar dit liet even op zich wach
ten, waarop de vader ietwat onge
duldig vroeg: „Nu Jacob, wat dunkt
je ervan?"
„Dat er hier een vrouw nodig is en
wel een flinke en verstandige vrouw,
ben ik helemaal met u eens, maar
met de keuze, die ge mij wilt laten
maken, ga ik niet accoord".
Enigszins verwonderd vroeg de va
der: „Vind je dan iets aan te merken
op die meisjes?"
„Helemaal niet vader, maar zij zijn
niet de keuze van mijn hart en bo
vendien heb ik hun geld niet nodig.
Ik vind niet, dat zulks van belang
is bij de keuze van een vrouw. Voor
mij is 't alleen maar van belang, dat
een aanstaande echtgenote braaf en
verstandig is en natuurlijk veel van
je houdt".
„Zo, dus je vindt, dat de twee meis-
i jes, die ik op 't oog had, niet aan die
eisen voldoen?"
„Dat kan wel wezen, veder, maar
ik heb het niet onderzocht. Mijn me
ning is bovendien, dat de keuze van
'n aanstaande vrouw voor z'n zoon
niet aan de vader toekomt, maar aan
de zoon zelf. Ik wil daarbij uw goe
de bedoelingen niet miskennen, maar
dat recht laat ik me niet ontzeggen".
Enigszins verblufd keek de oude
boer zijn weerstrevende zoon aan en
vroeg dan:
„Heb je dan soms al een andere
op het oog?"
„Ja, vader en ik had er uit mijn
eigen eerstdaags toch mee voor de
dag willen komen en nu u er zelf
„Ik ga vragen of ik die kan kopen" van de krantentuin, maar dat was
en ook hij bouwde zich een huisje, mis. 't Is een heel andere oom Toon.
maar nu van stro.
De derde zag een man met een ezel OOM TOON
volgeladen met stenen en cement.
Ook hij ging vragen of dat te koop Eerst zal ik jullie vertellen wié
was. Dat ging en hij bouwde zich oom Toon is. Oom Toon is een bos-
een stenen huisje. wachter, die aan de rand van het
Toen gebeurde het op een goeden dorpje Kukeldonië woont. Deze oom
dag dat er een wolf bij het eerste Toon beleeft rare dingen in dat
varkentje langs kwam en hij had dorpje. Daar zal ik jullie eens iets
wel trek in een mals varkentje. over vertellen.
„Doe eens open", riep de wolf. Op zekere keer werd er 's nachts comité en de „Vereniging voor inter-
„Nee, ik doe niet open". op de deur van zijn huis geklopt of nationale rechtsorde" (VIRO) sprak
„Dan schop ik je huisje in elkaar", liever gebonsd. Oom Toon ging net. gisteravond de heer Sylvio Mutal in
„Doe maar, ik doe toch niet open", naar bed, hij had zijn kaars juist het juridisch studiecentrum over La-
En weldra lag het huisje in elkaar uitgeblazen. Hij schrok want er werd tijns-Amerika. Hij was pas terugge-
getrapt. Maar het varkentje liep vlug voor de tweede keer en nu nog he- keerd van een verblijf van zes maan-
over begonnen bent, zal ik het dan schuilplaats te voorschijn en gaf de naar het volgende biggetje. Deze zag viger, gebonsd. den aan het „Unesco regional trai-
meteen maar zeggen: Ik heb al ge- tweede een ferme kaakslag. De der- hem al aankomen, deed vlug de-deur „Nou dacht oom Toon, „ik zal ning centre for fundamental educa-
kozen9" de sprong op zijn paard om te vluch- voor hem open en toen het eerste maar eens gaan kijken. Hij stak de tion" in Mexico en kon dus voor een
„Zo, zo, dan ben ik toch nieuwsgie- ten, maar Jim was vlugger en gaf biggetje binnen was, deed hij krik kaars weer aan en ging naar de gang. deel uit persoonlijke ervaringen spre-
rig, wie de uitgezochte is". hem nog een kogel achterna. Het krak de deur op slot. Wie zou dat toch nog zo laat kunnen ken. Mevrouw Smits-Witvliet leidde
Misschien zal miin keuze u ver. schot was raak' want in de stille Daar kwam de wolf en zei: „Als zlJnJ Zeker iemand die in het bos hem in.
bazen en mogeliik uw toorn nnwek "acht klonk een ijselijke kreet en de je niet open doet sla ik je huis in- verdwaald is. Oom Toon deed de
dodelijk gewonde man stortte van een en dan eet ik jullie allebei lek- deur open. O, wat schrok hu. Laar Zun causerieRaderend met ve e ge-
zün paard. Det wet van de prairie is ker op" stond vlak voor hem, nog geen centi- tallen belichtte de heer Mutal een
meter van hem af, een levensgrote aantal facetten van de Latyns-Ame-
Wij doen niet open. beer. Het dier maakte dadelijk aan- rikaanse landen zoals de bevolkings-
En nog eerder dan het eerste huis- stalte om binnen te gaan. Er was groei, het onderwijs, de gezondheids-
je lag het in elkaar. Maar de twee geen tegenhouden aan. Stijf van zorg en de nationale produktie. Lan-
biggetjes renden naar het biggetje scbrik dacht oom Toon een sekonde den als Venezuela (waar 70 procent
van het stenen huisje. Deze zag hen na 2jjn geweer? Maar die stond op der bevolking jonger is dan 30 jaar)
al aankomen en deed de deur al bet ebld van de gang en de beer was en Mexico maken momenteel een
open. Vlug renden ze naar binnen al binnen Het monster liep de ka- enorme ontwikkeling door. Daarbij
en krik-krak de deur op slot. mer in en sioeg met zjjn ruige po- legt een groot deel der bevolking
,,or' oe_c H Wa »D°e de deur open en als je flat ten alles kort en Weinj wat maar in weinjg initiatief aan de dag, terwijl
F. vandaan> woonden eens drie g me^ doet, trap ik je huisje kapot en de w stond. Wat zou je nu denken, er een enorme behoefte is aan on-
De zware vuist van de boer kwam getjes. eet jullie alle drie op riep de wolf wat de beer geroken had? Wel, ho- derwijzers, technici, dokters en an-
Nico Reizevoort, Leiden.
ken, want ik heb helemaal niet geke
ken naar stand en geld, alleen maar
naar de hoedanigheden, die een nara-
vrouw volgens mij moet bezitten?
„En wie bezit die volgens jou?"
„Truda Zelen".
Met gebalde vuisten sprong de boer komt ons een sprookje vertellen,
overeind, staarde zijn zoon ongelovig
aan en barstte toen los. DE DRIE BIGGETJES
„Wat? zeg je „die meid van Zelen,
die geen rooie duit kan meebren- Op een boerderij in een land hier
ning! Oom Toon had in de keuken der universitair geschoold personeel,
een paar grote potten met honing Ondanks het enthousiasme van de
staan. Hij had die honing zelf geslin- regeringen verloopt het ontwikke-
gerd uit de honinggraten, die in zijn lingsproces langzaam en dat is be-
met een dreun op de tafel neer „Je Óp een goede dag zei er een: „Ik kwaad,
bent gek, stapelgek en brutaal on- beb er genoeg van, ik ga hier weg.
dankbaar, om je zo tegen je vader Gaan jullie mee?" wij doen niet open", riepen zij.
te keren. Maar ik zeg je„ dat die „Ja, ja!" riepen de andere twee De wolf begon te trappen, maar het
meid hier nooit, maar dan ook nooit biggetjes. huisje ging niet kapot. bijenkorf hingen."Beren zijn dol óp grijpelijk als men weet welk een ach-
binnenkomt „Maar", zei het eerste biggetje „we Toen zei de wolf:^ „Dan kruip ik bonjng en toen Bruintje die nacht terstand er moet worden ingehaald.
In zijn toom vloog de man over- hebben dan geen huis en moeten in door de schoorsteen om de boswachterswoning zwierf, Het percentage analfabeten is enorm
eind en gooide woedend zyn stoel een doornenhuisje wonen". Nu stond er in het huisje, onder de rook hij de honing en hy had wel hoog in sommige landen bijna 90
omver, zodat hy kraakte. ?<Ook dat is niet erg". schoorsteen, een grote pan met ko- trek in een smulpartij. Terwijl de procent en hooguit 17 procent van
ui cn Dedaard, maar .doods- Nu daar gaan ze dan met een plun- kend water en plof, daar viel de wolf beer in de kamer zo veel vernield het aantal kinderen, dat naar de la-
°Rl in_Zi, jezak over hun rug. precies in. Hij was zo verbrand, dat had greep oom Toon zijn geweer en gere school gaat, haalt het eind der
„Kijk, daar gaat een man met een hij weldra stierf. De biggetjes aten voor de beer de keuken bereikt had, cursus,
doornenstruik op zijn rug. Zal ik zijn vlees op en leefden nog lang en knalde het schot en viel Bruintje Na zijn korte inleiding projecteer-
„Ik had dit wel
(Wordt vervolgd)
CORRESPONDENTIE
Margriet de Graaf, Leimuiden.
Je hebt zeker al wel uitgekeken
of je verhaaltje in de krant stond.
Vandaag ben je aan de beurt Mar
griet.
EEN ONGELUK
Er was eens een meisje dat Henne-
ke heette. Het was een heel lief meis
je. Ze speelde de hele dag in de tuin
met vogeltjes en plantjes, want ze
was lang een enig kind gebleven. Ge
lukkig had ze een broertje gekregen
waarmee ze heel blij was. Toen het
wat groter geworden was, mocht ze
wel eens met hem rijden en op een
dag, dat het heel mooi weer was,
vroeg ze aan haar moeder of ze met
broertje mocht gaan wandelen. Moe
der vond het goed, maar dan moest
ze meteen een boodschap bij de sla
ger gaap doen. Henneke kleedde haar
broertje aan terwijl moeder het
briefje voor de slager schreef en
daarna gingen ze op weg. Ze was nog
maar een klein eindje van huis, toen
ze aan de overkant van de weg haar
tante zag lopen. Vlug stak ze de weg
over maar zonder uitkijken. Er
kwam een auto aan en de wagen
werd aangereden en tegen de grond
gesmakt. Broertje werd er uitgeslin
gerd en lag midden op de weg. De
auto stopte onmiddellijk. Henneke
begon heel hard te huilen. Mensen
kwamen aangelopen en een me
vrouw pakte de huilende baby op.
Moeder werd gewaarschuwd. Zij bel
de dadelijk de dokter en die nam het
kindje mee naar het ziekenhuis. Het
had een beentje gebroken. Na een
paar weken kwam het kind weer
thuis en na twee maanden was het
beentje genezen. Zo was alles nog
goed afgelopen maar voortaan zou
Henneke wel beter uitkijken.
vragen of ik die kan kopen?"
Zo gezegd, zo gedaan en hij bouw
de zich een huisje van doornentak-
ken.
De tweede zag een oude vrouw
met een strobos onder haar arm.
gelukkig.
Ria Roelandse, Leiden.
dood neer. Later begreep oom Toon, de de heer Mutal een groot aantal
dat het enkel en alleen om de ho- kleurendia's, die een beeld gaven van
ning was te doen geweest. het soms zeer armoedige leven van
Dag allemaal. Tot de volgende week een groot deel der bevolking van
Toen ik de titel van je verhaaltje Mexico, waartegen de grandeur van
las, dacht ik dadelijk aan Oom Toon TANTE JO EN OOM TOON een kleine minderheid schril af-
streekt. Onmiskenbaar is de invloed
van het Spaans kolonialisme. De ge
zondheidszorg staat er voor een bijna
onmogelijke taak en dat geld ook
voor de andere vormen van» ont
wikkelingshulp.
greep vasthoudt. De meeuwen sla
pen ook meestal op 't water, soms op
't strand of op 'n rustig plekje in 't
weiland. Vroeger geloofde men, dat
ze sliepen, terwijl ze vlogen. Maar
dat is wel 'n beetje dwaas; ze laten
zich liever, als ze 'n dutje willen
doen, schommelen op de golven, wat
ze dan afwisselen met voedsel zoe
ken.
10 VRAGEN
Hoeveel weet je er zelf te
beantwoorden?
B7-64
Hans v. d. Ruit, Leiden
VEEDIEVEN
ogenblikken maakten ze 'n nauwe
lijks merkbare beweging met hun
vinnen en hun staart, waardoor ze
„Mormels" noemen ze in enkele weer naar de oppervlakte stegen,
delen van ons land de knikkers. Terwijl hun ogen nog steeds geslo-
Daarom gebruik ik de naam „mor- ten waren, ademden ze 14 a 16 keer,
Op een ochtend vermiste ^im Pun- meidiertjes" omdat je ze maakt met sloten dan hun neusgaten en lieten
kins, de eigenaar van een grote behulp van knikkers. Deze gebruikt zich vervolgens weer zakken. Zo on-
ranch in Amerika, wel honderd koei- men dan als kopjes van die knik- geveer 5 minuten bleven ze op de
en. Er was al een gerucht door de kerdiertjes, maar je kunt er natuur- bodem, stegen dan weer op. haalden
stad gegaan, dat er veedieven in de lijk evengoed grote kralen voor ge- diep adem en zakten weer naar be-
omtrek waren en nu hadden ze de bruiken. Voor het lijfje gebruik je neden. En ondertussen sliepen zij
afgelopen nacht hun slag geslagen op vilt. Je tekent en beschildert ze, zo- alsmaar door, tot ze op een gegeven
de ranch van Jim Punkins. Dat zou als de figuren aangeven, maar dan ogenblik door één of ander geluid
hij de dieven betaald zetten en hij naar eigen smaak. Je kan die mor- gewekt werden,
besloot 's nachts op te blijven. Toen mei- of knikkerdiertjes leuk gebrui- Vele vogels slapen op het water,
de avond viel lag Jim, flink gewa- ken als boekenleggers, maar ook als Eenden en zwanen worden daarbij
pend, goed verborgen achter de strui- tafelversiering op verjaardagen. Als
ken. Hij wachtte al een hele tyd tot je een flinke grote en dan mooi be
er omstreeks elf uur een fluitje door schilderde maakt, kun je er ook een
de stille nacht klonk. Jim lette goed aardig maskottegeschenk van maken,
op met z'n pistool in de hand, klaar
om te schieten. Daar slopen drie ke- ALS DE ZEEHOND 'N
reis naar de stal. Ze forceerden de DUTJE DOET
deur en braken het slot open. De
grootste ging naar binnen en kwam Een zoöloog (dierkundige) sloeg
even later met een koe naar buiten, een paar zeehonden gade terwijl ze
De andere mannen brachten ook ie- in hun zwembassin in de dierentuin
der een koe naar buiten. Jim werd een middagdutje deden,
woedend. Nu wachtte hij ook niet Eerst merkte hij op, dat zij hoe
langer en schoot een van de mannen langer hoe moeier schenen te wor-
neer. Kreunend zakte de gewonde den. Ze sloten de ogen en lieten zich
man in elkaar. Jim kwam uit zijn naar de bodem zakken. Na enige
1. Wie bereikte het eerst de Zuid
pool?
2. Is het zeker, dat Columbus het
eerst Amerika ontdekte?
3. Met welk schip stak Columbus
de Atlantische Oceaan over?
4. Wie leidde de Kon-Tiki-expedi-
tie?
5. Wie was de ontdekker van Groen
land?
6. Wie vond de zeeweg naar Indië?
7. Wie bereikte het eerst de Noord
pool?
8. Uit welk land stamde Vasco da
wel eens verrast of door een vijand 9 Was vitus Bering de ontdekker
ofwel door de vorst, die ze 's mor- van het Beringmeer?
gens, als ze wakker worden in zun 10 wie bere^ ais eerste de top
v. van de Mount-Everest? (Can.)
(Zie de antwoorden)
ANTWOORDEN:
1. Roald Amundsen (1911).
2. De legende meent, dat 'n zekere
Leif de gelukkige was en wel in het
jaar 999.
3. Het schip heette „Santa Maria".
4 Thor Heyerdahl.
5. Erik de Rode, omstreeks 985.
6 Vasco da Gama in 1498.
7. Robert Peary in 1909.
8. Hij was een Portugees.
9. Neen, maar hij heeft het wel
beschreven en er veel over verhaald.
10. Edmund Hillary (1953).
Leer 't maar van buiten, want 't
is toch wel leuk die dingen te wetèn.
Een vervolgverhaal van Suske en Wiske
KONING ARTHURS
MOEDIGSTE MAN
Het was een hete dag en 's middags
was Sir Li.onals doodmee. Gelukkig
ontdekten zij een flinke appelboom,
die aan een beek stond.
„Ha", zei hij, „hier vinden we ein
delijk schaduw om in uit te rusten
en water voor ons en voor onze
paarden".
„Zeg dat wel", antwoordde sir
Lancelot, want vandaag ben ook in
vermoeider dan ik in de laatste ze
ven jaar ooit geweest ben".
Ze stegen dus af en bonden de
paarden aan de boom vast Met de
helm tot hoofdkussen legde Lance
lot zich in het gras en viel onmiddel
lijk in slaap. Lionel echter vond het
toch verstandiger om te proberen
wakker te blyven en de wacht te
houden.
Terwijl hy grote moeite deed om
zich niet door de slaap te laten over
meesteren, geschiedde er iets heel
vreemds.
Plotseling galoppeerden er drie
ruiters voorbij, die blykbaar achter
volgd werden door een vierde rid
der. Deze was sir Turquine, een edel
man zo groot en krachtig gebouwd
als sir Lionel nog nooit gezien had.
Wordt vervolgd.