ARMEN VRAGEN REDDING omdat zij RECHT hebben op menswaardig bestaan ZATERDAG 29 FEBRUARI 19S4 DE LEIDES CCU7-ANT PAGINA 14 TWEEDE RONDE BISSCHOPPELIJKE VASTENACTIE de trek naar de steden wordt nog weinig of niet opgevangen door volkswoningbouw. (Armelijke hut ergens in India; foto Peter Pennarts). GEDURENDE de volgende weken van deze veertig dagen, waarin onze hulp gevraagd wordt voor de nood lijdende evenmens, zullen wij ons in hoofdzaak richten tot de armen. Het onderscheid tussen zieken, armen en jeugd is juist, maar we moeten wel bedenken, dat deze kategorieën vaak samenvallen. Een zieke in een ont wikkelingsland is praktisch altijd ook een arme. En de jeugd, die we op het oog hebben is in de regel het slacht offer van armoede. Hieruit blijkt dat armoede wel het wijdste begrip is en dat we door over de armen te spre ken zijdelings ook de twee andere groepen raken. Armen komen we in ons land als zodanig bijna niet meer tegen. Ze zijn er nog wel, maar dan als stille armen. Als vertrouwde kategorie van mensen die door de tragische om standigheden door de mazen vallen van een groot net van sociale voor zieningen zijn ze uit het stadsbeeld verdwenen. Juist het ontbreken van deze laatsten en de onmogelijkheid om ze op te bouwen is typerend voor de massale armoede in de vele ont wikkelingsgebieden. Voor twee-derde van de wereld is armoede de „normale" levensstaat. Afrika, Azië en Latijns-Amerika heb ben de armen nog steeds bij zich. DIENSTBAARHEID Wanneer wij spreken over „ar men" is het goed te bedenken dat wij deze kategorie van mensen op twee wijzen kunnen benaderen. De eerste is meer negatief, de tweede meer positief. Wij kunnen de armen in be scherming nemen, ons over hen heen- buigen en aalmoezen aan hen kwijt raken. Wij kunnen onze liefde voor de armen ook tonen door onszelf be schikbaar te stellen in volledige dienstbaarheid. Deze tweede manier om de armen te benaderen is veel juister. Wij erkennen dan dat zij, de armen, onze gelijken zijn. Wij helpen dan niet om onze edelmoedigheid uit te stallen, maar omdat we het nor maal vinden dat onze gelijken ook in materieel opzicht recht hebben op een menswaardig bestaan. ECHTE CHRISTELIJKE caritas res- pekteert de mens in nood. Onze hulp maig de ander niet het gevoel geven van medelijden (in de gangbare sen timentele betekenis van het woord). Die hulp moet de ander zoveel moge lijk vrij laten. Onze hulp zal een ant woord moeten zijn op een vraag, niet een „aalmoes" of „gebedel". Historische associaties met koloni aal verleden, belemmeren vaak het ontwikkelingswerk. De praktijk wijst uit dat de Kerk in haar vertegen woordigers de missionarissen nog de meeste kans maakt iets te bereiken. IN WERELDNOOD Daarom zijn de Vastenacties van zo kapitaal belang. De gunstige mo gelijkheden, die hier voorhanden zijn, door eeuwen van good-will gekweekt, mogen we niet onbenut laten om waar nodig en waar is dat niet? een helpende hand toe te steken aan onze broeders in nood. HONGER, ZIEKTE, UITPUTTING Armoede, vaak het gevolg van hon ger (mislukte oogst), is op haar beurt weer oorzaak van blijvende honger, ziekte en volkomen uitputting. Vrij wel alle hongerende volken zijn agra rische volken en geheel afhankelijk van de bodem. Bovendien hebben, met uitzondering misschien van Chi na en Egypte, in vrijwel alle landen de agrarische verhoudingen lange tijd de druk getorst van de overheersing van het grootgrondbezit, gewoonlijk gepaard aan zeer ongunstige pacht - gewoonten. Men heeft gezegd dat een verbetering van de landbouw deze landen tot welstand zou kunnen bren- gen. Maar zo'n verbetering is weer af hankelijk van machines. De kwestie waar en hoe de noodlot tige cirkel van onwetendheid ar moede honger ziekte te door breken, is een zeer gecompliceerde kwestie, die in elk land, in elke streek weer anders ligt. De onder vinding wijst uit dat een doorbreking op zoveel mogelijk punten tegelijk de beste kans van slagen maakt. DIT IS OOK HET beeld dat de Vas tenactie vertoont. De aanvragen om hulp wijzen de weg. Er wordt zowel hulp gevraagd om de onwetendheid (analfabetisme) te bestrijden'als om de armoede op te heffen als tegen honger en ziekte. In deze tweede ronde staan de ar men en het armoede-vraagstuk in het middelpunt van de belangstelling En dan denken we vooral aan de huisvesting (aan de duizenden krot woningen, of het nu Latijns-Amerika is, Afrika of Azië). Verder aan de economische op bouw van de landen, de grondbe werking, industrialisatie, enz. Kort om alles wat de levensstandaard kan verbeteren. De toestand, waarin miljoenen mensen op dit ogenblik moeten leven is mensonwaardig. Wij hebben de plicht caritas te beoefenen, maar dan op zuiver evangelische wijze, dat een erkenning inhoudt van het strikte recht dat al deze mensen hebben op een menswaardig bestaan en dat wij hen hierin moeten helpen. Ter liefde Gods en dat is altijd een verlossende liefde. Nood neemt soms tragische vormen aan in de „slums" van Rio De nood in Brazilië is groot. De honger, de armoede, de ellen de en de miserie groeit er met de dag en neemt in sommige gebie den soms tragische vormen aan. Nabij de grote steden bestaat de overgrote meerderheid van de bevolking uit immigranten, gekomen uit alle streken van 't land. Hier zien we aan de voet van duizelingwekkende hoge wol kenkrabbers de zgn. slums of favelas verrijzen: de nederzettin gen van de meest armzalige krotten, waarin miljoenen men sen samen hokken, op en onder elkaar, met zeven of tien man meer, in stinkende kartonnen of plaatijzeren woonruimten van drie bij drie of wat groter. Hier wonen de duizenden en tiendui zenden. die van het platteland naar de grote steden zijn getrok ken. In dit soort achterbuurten van Rio de Janeiro werkt een groep armen voor de armen, sociaal werk in al zijn facetten. Zij heb ben een huis nodig om vormings cursussen te geven. Zelf kunnen zij het geld er niet voor bij el kaar krijgen. Zij zijn arm en ge ven al wat ze kunnen van hun tijd en hun spaargeld Vijfenvijftig jaar geleden vestigde het echtpaar Giesen-Majoor zich aan de Oostdwarsgracht te Leiden. Tien jaar was het paar toen getrouwd en dat be tekent dus, dat de heer en mevrouw Giesen binnenkort hun 65-jarige brui loft vieren. In de feestelijk versierde kamer de bruidsdagen zijn juist ingegaan van Huize Sint Maarten aan de rustige Jacobsgracht vertelden de heer en me vrouw Giesen over de achter hen lig gende 65 jaar van huwelijkstrouw. SCHEREN VOOR 2»/i CENT De heer Giesen was, voordat hij zich in Leiden vestigde, zwervend barbier bij de genie geweest, waarbij hij met mes en scheerkwast vele marsen heeft gemaakt van het ene kamp naar het andere. Zelfs heeft de nu 84-jarige nog de tijd gekend, waarin de kapper bij 'n „'snot neus" zijn ambacht uitoefende. Dat was rond de eeuwwisseling, toen hij de klanten voor twee-en-een-halve cent schoor, en de kinderen -van vaste klan ten gratis knipte. GROTE HOBBY In Leiden bouwde hij een bloeiende kapperszaak op, die hij tot zijn 70ste jaar trouw bleet Toen vond hij het welletjes en deed de zaak aan 'n ander over. Maar niet om daarna stil te gaan zitten: de heer Giesen is eep hartstoch telijk amateur-schilder en tekenaar. Al vijftien jaar lang is hij zijn hobby trouw gebleven, alleen de laatste weken is er een beetje de klad in gekomen, doordat zijn gezondheid wat te wensen overlaat. Daarom zal men het 8 maart aanstaande de grote dag waarop men het 65-jarige echtverbond hoopt te her denken ook met het feest wat kalm aan doen. VERZORGING PRIMA Van mevrouw Giesen (89 jaar) hoor den wij nog, dat zij één dochter heeft en verschillende klein- en achterklein kinderen, die haar glorie en haar trots zijn. En „vergeet niet om dat erbij te zetten" de verzorging door de zusters van Huize St. Maarten vond zij in één woord fantastisch. Natuurlijk waren we het met mevrouw Giesen eens, dat ook dat wel eens „in de krant" mocht MEVROUW ME IR IN UITHOORN Mevrouw Golda Meir, minister van Buitenlandse Zaken in Israelië, heeft gisteren ook een bezoek gebracht aan de gemeente Uithoorn, om de ontwikkelingsplannen van deze ge- industrialiseerde gemeente in ogen schouw te nemen. In het raadhuis werd zij door de burgemeester ontvangen en werd haar door de bouwkundige dienst voorlichting gegeven, waarna mevr. Meir een autotocht door de nieuwe wijken maakte. Hoofdportier Academisch Ziekenhuis met zilver onderscheiden ONSYASTENOFFER giro 5850 ten name van Bisschoppelijke Vastenactie Utrecht De heer J. W. van der Zon, die gis termiddag wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd af scheid nam als hoofdportier van het Academisch ziekenhuis, is onderschei den met de zilveren medaille, beho rende bij de orde van Oranje Nassau. De (volkomen onverwachte) onder scheiding werd hem uitgereikt door geneesheer-directeur dokter M. W. Jongsma, die de door velen bijge woonde afscheidssamenkomst opende met een toespraak, waarin hij uitvoe rig inging op de goede kwaliteiten van de scheidende hoofdportier. Van oorsprong was de heer Van der Zon militair, aldus dokter Jong sma, en wel bij het korps Politie- troepen en later bij het 6e regiment Veldartillerie. In 1927 kwam hij als portier in dienst bij het academisch ziekenhuis en vooral tijdens de be zettingsjaren kwamen zijn eigen schappen op het gebied van discipli ne, trouw en durf sterk naar voren. Vele verpleegsters en artsen hebben door zijn toedoen tijdens de bezetting de vrijheid en wellicht het leven be houden en voor de bezetter en zijn handlangers was de heer Van der Zon een gevreesde figuur. Ook het Rode Kruis bewees hij een grote dienst door het magazijn van deze organi satie uit Duitse handen te redden tij dens een inval in het ziekenhuis. Na dat dokter Jongsma de heer Van der Zon de onderscheiding had opgespeld, overhandigde hij hem nog een en veloppe met inhoud. Vele sprekers zeiden hierna nog vele goede dingen over en tot de scheidende hoofdportier, zoals prof dr. P. J. Gaillard, voorzitter van de afdeling Leiden van het Rode Kruis, de heer Kampenhout, opvolger van de heer Van der Zon, die een staan de lamp aanbood, een vertegenwoor diger van de personeelsvereniging, die zijn woorden vergezeld liet gaan van een welgevulde enveloppe, ds. Maaskant en ds. Smits, die de gees telijke verzorging van het ziekenhuis vertegenwoordigden, de heer C. J. Piena, die nu niet direct als wethou der sprak maar toch wel een gemeen telijke mededeling kon doen, de heer Van der Zon krijgt een bejaardenwo ning in de Meerburgerpolder, verder stond de heer Piena stil bij het ver dienstelijke werk van de heer Van der Zon tijdens de oorlog. verwarmde zeewaterbad Nederland Niet in zee, aangezien de verwarming van de Noordzee voor onze kust te kostbaar zou zijn, maar op het terrein van het Rembrandt hotel. Het wordt ook niet zomaar een poeltje van een paar vierkante meter, maar een levens groot zwembad met respectabele afme tingen: 33Vï meter lang en 15 meter breed. Grootste diepte 3 meter. Het poeltje komt er ook. Een afzonderlijk (Advertentie) kinderbad, kleiner dan het grote-men- senbad, maar even aangenaam ver warmd. De gasten van het Rembrandt hotel, Huis ter Duin en het Palace hotel krijgen met deze nieuwigheid hun pri- vé-zomerzeetje altijd aangenaam op temperatuur. Wij zijn daar erg trots op, vervolgt de EMS-Monitor, het blad waaraan wij dit bericht ontleenden. Vooral omdat dit bad het eerste in zijn soort in Neder land is. Verwarmde buitenzwembaden zijn in Amerika de gewoonste zaak van de wereld. In het warme Florida telt een miljonair echt niet mee wanneer hij geen v'erwarmd zwembad heeft voor zijn week-end-gasten. Alle benodigde goedkeuringen voor de aanleg van het „Rembrandtbad" zijn verleend en als niets tegenloopt zal het nog in het komende seizoen geopend worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 14