DRUM HALF ZWAAR - HEEL LEKKER OUD-LEIDEN VERTELT VAN TOEN Nederlands oudste toneelver. 110 jaar - NS J WPIT' DINSDAG 18 FEBRUARI 1964 DE LEIDSE COURANT PAGINA 4 „Onder ons" te Hazerswoude De R.K. Koninklijke Muziek-, To neel- en Zangvereniging „Onder Ons" uit Hazerswoude-Groenendijk viert dezer dagen haar honderd- tiende verjaardagZaterdagavond worden herdacht, nou ja, eenvoudig.. Onder regie van de heer Th. Wesse- lingh zullen enkele leden in het Groenendijkse parochiehuis Arthur Millers „Mijn zoons" uitvoeren. An dere festiviteiten zullen er niet plaats vinden, want „daar moet je geld voor hebben", zo zei ons een dezer dagen een van de bestuurders. Wel zullen, en dat staat vast, de leden van „On der Ons" zich ten volle inzetten een zo volmaakt mogelijke uitvoering te brengen voor donateurs en andere belangstellenden op zaterdag- of zon dagavond aanstaande. DRIE TIJDVAKKEN De geschiedenis van een van Ne derlands oudste amateur-toneelver enigingen, zo niet de oudste, kan men in drie episoden onderscheiden: het tijdvak Verkleij, het tijdvak Wesse- lingh enhet tijdvak Wesselingh. De derde episode behoort overigens ook al weer tot het verleden,. want enkele maanden geleden heeft de heer J. Th. Wesselingh de leiding van „zijn" „onder Ons" overgegeven aanweer een Wesselingh, zijn neef. DE GESCHIEDENIS BEGINT De geschiedenis begint vanzelfspre kend, in de helft van de vorige eeuw. Toen namelijk vestigde zich in Ha zerswoude, aan de Rijndijk, een zeke re meneer J. Verkleij, geboren in Rijpwetering. Al heel gauw trad de ze veehouder toe tot het parochiële zangkoor van de Scheepjeskerk en, aangeboren kunstgevoel als hij had, kreeg hij al even snel de opdracht om de potverteringsdag, toen meest al met vastenavond, te verzorgen met muziek en toneel. Het ging hem goed af, want muzikant en acteur in hart en nieren slaagde hij erin van zo'n verteringsfeest een enorm spek takel te maken. In 1853 bracht een aantal zangers van de Scheepjeskerkparochie onder regie van de heer Verkleij in Leider dorp, aan de „Doesbrug", de operet te „Magnificat of de proefdoende zan ger" op de planken. Succes had het werk met muziek van de Rijpwete- ringer J. Hoogenboom alleszins, maar alleen de zangers met hun „aanhang" mochten hiervan genieten; het was nog steeds een besloten bijeenkomst ter gelegenheid van het „potverte ren". In 1854 echter liet regisseur Verkleij zijn leden optreden ten aanhoren van een tweehonderd toe schouwers: „schouwburg" was de uit spanning „Warmonderhek" in het dorp in de bollenstreek. De Groenen dijkers brachten er maar liefst drie „stukken" over het, zij het wat geïm proviseerde, voetlicht. Enfin, van oudsher hebben de leden van „Onder Ons" 1854 als oprichtingsjaar be schouwd. „DES DUIVELS" Maar waar begonnen de Onder On- zers nu in eigen omgeving op te tre den?, zo zullen de lezers zich afvra gen. Over een eigen zaal in de Groe nendijk beschikten zij niet en bo vendien. de komedies die „Onder Ons" toentertijd op de planken bracht, gol den als des duivels Nou, ook daarvoor vond de heer Verkleij, die wist wat improviseren was, een op lossing. In de zogenaamde achter huizen van de boerderij repeteerden de dames en heren, dat de stukken eraf vlogen enbrachten er to neelstukken als „Het dorpszoontje", „De bloedzuigers" en „De bruiloft van Kloris en Roosje" op een, al weer, geïmproviseerde Bühne. Kos tuums, coulissen, ze werden in eigen „atelier" vervaardigd. En wanneer er voor meneer Verkleij's hobby rog meer problemen aan de orde kwa men: een pond boter of een kaasje deden wonderen. TOT DIEP IN DE NACHT... Overigens schrok de heer Verkleij, die zelf ook toneelstukken vertaalde, er niet voor terug zijn hooggeëerd publiek een zeer lange avond van jolijt te presenteren via zijn tonelis ten. Men hoefde er bijvoorbeeld he lemaal niet verbaasd van te staan, dat de uitvoering 's avonds om zeven uur begon en 's nachts tegen vieren eindigde. Gemakkelijk voor de spe lers, want zij konden boer als ze wa- '*<an, onmiddellijk naar de stal om er de koeien te melken! Was 't een won der, dat het vee soms een belangrij ke rol vervulde tijdens de uitvoering van een der komedies?? Zoals bij voorbeeld, toen Baas Tromp in „Hoe een straatjongen rijk werd" op dra matische'wijze het verval van zijn be drijf en Hollands glorie jammerend schetste. De zaal was diep geroerd... Niet echter de haan van de boerderij Laanlust, in welks wagenschuur dit drama werd gespeeld. Juist tijdens deze scene begon dat beest te kraaien van jewelste. Denk dan nog maar eens aan verval van een boer derij De komedies golden in Verkleij's tijd als des duivels in bepaalde krin gen van de bevolking, zo schreven we hierboven. Daar wisten de Onder Onzers overigens ook weer een oplossing voor. Neem nou dat vervoer van een pop, die een poffer tjesbakster moest voorstellen, van Alphen naar Hazerswoude. De jonge leden die het vervoer op zich had den genomen, meenden er goed aan te doen het vervoer van een duivels rekwisiet te kunnen verbergen door er op helse wijze tegen te slaan met zwepen. Dit nog lang niet zo gekke middel had nu weer een andere uit werking, want de volgende dag kreeg de heer Verkleij te horen, dat een paar van zijn leden, staande op paard en wagen, een oude vrouw hadden afgerost. DAMES TABOE! Voor- en tegenslagen ondervond de ex-Rijpweteringer dus in zijn di recteurschap van „Onder Ons". Zo mocht hij sinds 1896 niet meer dames in zijn vereniging een rol toebedelen. Geen nood, zo zal hij hebben ge dacht, dan doen we het zonder het zwakke geslacht In 1904 vierde hij met de zijnen het vijftigjarig jubileum met de op voering van „De kermis van Sevil- la". Oud-leden zetten toen hun beste beentje voor en de bevriende Haar lemse componist Ph. Loots compo neerde zelfs een mars ter gelegen heid van het verenigings- en regis seursjubileum. Nog in hetzelfde jaar ontviel de heer Verkleij „Onder Ons", vlak nadat hij „Meester Vink", met hemzelf in de hoofdrol, ten uit voer had laten brengen. De eerste episode in Onder Ons' bestaan be hoorde tot het verleden. REGISSEUR TH. C. WESSELINGH Schoonzoon Th. C. Wesselingh nam nu de leiding van de vereniging over. Vertaler bij uitstek bewerkte hij vele spelen uit het Frans, die op geschikte wijze in een of andere wagenschuur konden worden uitgevoerd. Niet lang echter was hij aangewezen op dit soort „schouwburg"; in 1905 immers werd aan de Groenendijk de R.K. school gesticht en hij was er toen als de kippen bij om bij de bevoegde instanties een zodanige indeling van de leslokalen te bepleiten, dat zijn „Onder Ons" er kon repeteren en optreden. Achttien jaar lang heeft de vereniging de vruchten mogen plukken van de heer Wesselinghs kunde. In september 1922 ontviel hij op vijf en vijftigjarige leeftijd gezin en „Onder Ons". Dit feit, dat dus het einde van de tweede episode bete kent, werd nog voorafgegaan door een belangrijke gebeurtenis in de Onder Ons-historie: in Warmond, waar in 1854 ook de victorie begon, behaalde de vereniging in een toneel competitie de eerste prijs met het spel-met-moraal „Ondergang". Voor de eerste maal waagden de Groenendijkse tonelisten, komedian ten eigenlijk, zich aan een tragedie Met een klucht werd overigens ook de tweede prijs in de wacht gesleept! Bij de foto: In 1954, toen „Onder Ons" het predikaat „koninklijk" ver kreeg, voerden de Groenendijkers 'n wagenspel op, toen Hare Majesteit de Koningin een bezoek bracht aan de Rijnstreek. Het decor was geplaatst tegen de voormalige gemeentesecre tarie. haar honderdste verjaardag. Henri Ghéons „Genesius" werd drie keer in eigen „schouwburg" over de voet lichten gebracht; tijdens een bezoek van Hare Majesteit Koningin Juliana aan de Rijnstreek voerden de tone listen van de heer J. Th. Wesselingh een enkele minuten durend wagen spel uit en verleende de koningin enkele maanden later het predikaat Koninklijk aan de honderdjarige. AFSCHEID In oktober van het vorig jaar acht te regisseur Wesselingh de tijd ge komen de regieleiding aan een jon gere over te geven. Vijfenvijftig jaar was hij actief lid geweest van „On der Ons", veertig jaar had de direc tie bij hem, die nog steeds dirigent is van het parochieel zangkoor, be rust. Met succes overigens, want ver schillende malen legde zijn tonelis- tengroep (zang en muziek worden nog steeds in eigen kring beoefend!) beslag op de eerste prijzen in de competitie, die het werkverband Ka tholiek Amateurtoneel telken jare organiseert. Tijdens het afscheid noemde de heer G. van Elburg van WKA hem het type, dat het regis- medaille uit, benevens een oorkonde, dat hij is opgenomen in het St.-Ge- nesiusgilde. Een onderscheiding, die tot nu toe aan twee personen in den lande werd toegekend! VOOROUDERLIJK ERFSTUK Regisseur Wesselingh heeft ten af scheid gezegd: „U moet weten, dat alles wat ik gebracht heb, een erf stuk van mijn voorouders was. Een verzoek heb ik slechts: draagt het geleerde weer over aan uw nakroost". Wanneer de leden deze wóórden ter harte nemen, zal „Onder Ons", nu met regisseur Th Wesselingh, zoon van de in 1922 gestorven regisseur. nog vele jaren haar activiteiten kun nen ontplooien. Dit tot glorie van het amateurtoneel waarvan zijzelf een der oudste pilaren is, en tot nut van de Hazerswoudse gemeenschap in zijn streven het cultureel peil een steeds hogere vlucht te geven. „On der Ons", proficiat met uw verjaar dag en succes in het hopelijk nog lange leven, dat u, niettegenstaande de verhoging van de Bumarechten, beschoren zal zijn! De meeste Canadese Roodhuiden en Eskimo's zijn katholiek, aldus een mededeling van het bureau voor sta tistiek in Ottawa. 12.500 gulden voor een Van O stade Een gesigneerd schilderij van Adriaan van Ostade, voorstellend 'n gezelschap voor een buitenherberg, heeft op een gisteren in veilingge bouw „De Zon" te Amsterdam ge houden kunstveiling 12.500 gulden opgebracht. Een doek van Jules a Voirin „Promenade te Nancy", werd geveild voor 1.500 gulden en een werk uit de Utrechtse school voor stellend Tobias en de engel 1-400 gul den. iMwaiMMMi seurs- en toneelspelersvak in de vin- In België worden op het ogenblik proeven genomen met spoorwegbomen, gemaakt van plastic, die van binnen- gers had. Hij reikte toen de gouden uit worden verlicht. De foto toont de bomen, toegepast bij een spoorwegovergang in de buurt van Brussel. Een wandeling door het oude centrum van Leiden le vert onze emeritus typograaf veel stof tot overpeinzing op. Hij kent de stad op zijn duimpje en heeft een goed geheugen. Op de eerste foto ziet men de (oude) Nieuwe Rijn. Rechts op de foto zijn vele winkels in allerlei bran ches, hoofdzakelijk manufacturen. Eén ervan vermelden wij: deze is vlak voor het paard en was van de firma Martens. Velen zijn in de loop der jaren voorzien van een nieuwe onderpui, zoals dit in bouwtermen wordt ge noemd. Ook ziet men op deze foto een bestelwagen, die de goederen 'welke per trein werden aangevoerd naar hun adres bracht. Deze goederen werden door de be stellers der Staatsspoorwegen zelf besteld, omdat van Gend en Loos nog geen zelfstandige besteldienst had, doch deze zaak in pacht had. Op de wagen staat het woord „Staatsspoorwegen". Het was n.L nog in de tijd, Van de drie spoorwegmaat schappijen, de H.IJ.S.M. (Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij) en de N.B.S.M. (Nederl. Buurt Spoorweg Maatschappij). Later zijn deze maatschappijen samenge voegd onder de naam Nederlandse Spoorwegen, kortweg N.S. De brug over de Rijn is de oude Karnemelksbrug te genover de Hartesteeg en het Gangetje. Onder de brug door heeft men een kijkje op de Botermarkt. Midden op de achtergrond verrijst de Stadhuistoren. Het tweede plaatje geeft een uitzicht op een ander ge deelte van de Nieuwe Rijn. (links). Over de Visbrug kij kende ziet men enige zeer grote woningen, die in latere jaren voor het merendeefl in winkels zijn veranderd. In het midden op de achtergrond ziet men de Korenbeurs, waar in vroeger tijden het graan door de boeren werd verhandeld. Rechts op de foto op de hoek ziet men het oude pand van Vroom en Dreesmann, daar tussen in is de doorgang naar „De Turk" nog zichtbaar. Iets verder naar rechts bevond zich de winkel in sanitair en huis houdelijke artikelen van de koper- en blikslager Creygh- ton. Daaraan grenzende was de ingang (poort) van de boek. en steendrukkerij van de heer Mulder, welk pand aan de Breestraat uitkwam. Dan volgde (foto drie) een winkel in goud- en zilver werken met daarnaast de confiseur-cuisinier Winkel man, met zijn topgevel in de vorm van een pinkelplank. Aansluitende aan dit pand was een slijterij en tapperij annex bestelhuis voor goederen dlie voor buiten de stad waren bestemd. De boden en schippers kwamen deze goederen hier afhalen om ze op de plaats van bestemming te bezorgen. De eigenaar van deze neringdoening was de heer de Groot. Deze panden zijn reeds allemaal gesloopt voor de uitbreiding van het warenhuis van Vroom en Dreesmann. Rest ons nog te vermelden de opening naast de Waag met hek ervoor; dit diende voor de berging van de wagens, die benodig waren voor de boter- en kaasaan- voer naar de Waag.Naast de Waag bevindt zich de Man- denmakerssteeg met op de hoek het woonhuis van de heer De Kuining, die handel direef in zout, soda en dergelijke van zulke artikelen: het nageslacht van deze firma zet dit bedrijf nog voort op de Oude Rijn. Tot zover deze wandeling. De foto's zijn te danken aan verschillende ge- Dan nog wat correspondentie. De derde episode in honderdtien jaar „Onder Ons" kan men de tijd van de heer J. Th. Wesselingh noe men. Onder zijn directie werd in 1924 een bewerking van Molières „l'Avare" op de planken gebracht. Op zijn uitnodiging gaf vervolgens de bekende beroepsartiest Johan Schmitz in 1929, ter gelegenheid van het vijfenzeventigjarig bestaan, een pantomimevoorstelling. Ieder jaar brachten de Groenendijkers een spel op de planken, ten nutte en vermaak van hun medeplaatsgenoten. In de jaren veertig - vijfenveertig echter moesten de activiteiten, noodgedwon gen, worden stil gezet. In 1946 echter begonnen de repetities weer en het jaar daarop was er alle reden om verheugd te zijn: „Kinderen van ons volk" kreeg een gave vertolking, in het nieuw gebouwde parochiehuis endames deden weer hun entree in de vereniging. KONINKLIJK! In 1954 was er groot feest tn de Groenendijk! .Onder Ons" vierde foto is in 1908 in Leiden gemaakt. Dan een brief van mevr. v. d. Steen- De heer H. L. Verhaar, Juliana- v. d. Meel, Haven 36, Leiden, die laan 15, vroeg om publikatie van schrijft over het „Moordenaarslaan- bijgaande foto. Hij doet dit namens tje". De genoemde figuur, die bij dit kiijxi uc yjucLiire»* de heer Zwetsloot. Ik kan dit ver- tragische geval betrokken was, is duküee begunstigers van deze ru- zoek niet weigeren. Op de kist staat:- niet de juiste, dus niet Stammers uit briek Hartelijk dank. „Het wordt kort nog 14 dagen". De de Groenesteeg om wat duidelyker te zijn. Het gebeuren is nog van te jonge datum om dit niet even te moeten melden. Eigenlijk meende ik, dat het veel langer geleden gebeurd was, anders had ik het noemen van een naam vermeden. „SHERLOCK"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 4