s
In de Krantentuin
Het knutselhoekji
Nieuwe uitgaven
Sjeik El Ro-Jenbiet
ZATERDAG 15 FEBRUARI 19C4
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 7
pie en 't grijze heette Pluisje, 't Wa- ring (lig. 5). Ogen, veren en klau- grote verantwoordelijkheid willen
hen twee kleine meisjespoesjes. wen knip je uit resten en naai of aanvaarden, sterke zenuwen hebben
't £a£u~e Yltyina
Jul'li ©hebben zeker wel eens ge
hoord van de Franse Revolutie, die
het gruwelijk einide vormde van de
achttiende eeuw. Slechts zelden zijn
in de geschiedenis van dat land in
korte tijd zoveel huiveringwekkende
dingen gebeurd alls omstreeks 1795.
Het Franse volk was al vele jaren
slecht geregeerd. De koningen had
den geleef 1 in weelde en schandelij
ke verkwisting en met hen de adel
en zelfs de hogere geestelijkheid, 't
Gewone volk daarentegen ging ge
bukt onder zware belastingen en de
afpersingen van de hoge heren, 't Kon
niet uitblijven of het moest tot een
vreselijke uitbarsting van de ontevre
denheid komen. En als een gekweld
volk eenmaal in opstand komt, dan
gebeuren er altijd verschrikkelijke
dingen als met 'n auto, waarvan de
remmen stuk zijn.
Het volk was om zo te zeggen
bloeddronken en volstrekt redeloos.
Het was al lang opgezweept door ge
wetenloze schrijvers, die het aan
spoorden om met ruw geweld niet
alleen de regering omver te stoten,
maar ook al degenen aan de galg te
brengen, die terecht of ten onrechte
als die schuldigen werden aangewe
zen. De volksrechtbanken kenden
geen onschuld. Wie ervoor moest
verschijnen, was ten dode opgeschre
ven. De koninklijke familie was wel
't eerste slachtoffer, dat naar het
schavot gevoerd weid. En welke ta
ferelen zich daar bij de terechtstel
ling afspeelden zijn te gemeen en
afschuwwekkend om te beschrijven.
De adel, geestelijkheid en klooster
lingen vooral moesten het ontgelden.
Zelfs de meest onschuldige klooster
lingen. die hun leven hadden gewijd
aan het heil van het volk, werden
niet gespaard. Hun deugden werden
zelfs als strafwaardig aangemerkt.
Dag aan dag werden karren vol van
deze onschuldigen ter slachtbank ge
voerd.
Op een dag werd een heel zuster
klooster op lompe, hotsende boeren
karren naar het schavot gevoerd.
Maar zonder één klacht stegen de
nonnetjes op de karren, de waaide
moeder het laatst. En toen de karren
zich in beweging stelden, zette heel
de kloosterschaar het mooie lofge
zang in: „Salve Regina, Mater Mise-
ricordiae". Ze zongen het zonder op
houden gedurende heel de droeve
tocht naar het schavot en tot het
ogenblik, dat moeder overste haar
hoofd onder de valbijl legde.
Het volk, dat anders bij elke te
rechtstelling schreeuwde, lachte en
danste om zo'n bloedig festijn, was
aangegrepen en betoverd door de
heldenmoed en de vroomheid van de-
schare zwakke vrouwen. Langs de
hele weg was de beestachtige liyd-
ruchtdgheid en 't dierlijke gelal die
anders zo'n trieste optocht vergezel
den, op slag verstomd. Ja, er lag zelfs
een zekere bewondering en eerbied
op veler gezichten, die anders grijns
den bij 't walgelijk genot van de
schavottaferelen.
Het „Salve Regina" gezang van de
moedige „bruiden van Christus" was
a.h.w. een keprpunt geworden in de
sombere geschiedenis van de Franse
revolutie. Het luidde het bijna won
derbare einde in van de verschrik
kingen, waarmee zij vergezeld is ge
gaan.
Correspondentie
Vandaag weer verder met de ver
haaltjes:
Peter Brandenberg vertelt ons iets
over:
IJZEREN HANS
Er was eens een heel sterke jon
gen die IJzeren Hans heette. Op een
keer had hij geen werk .Hij besloot
werk te gaan zoeken en ging op reis.
Het eerst kwam hij bij een molenaar
en vroeg om werk. De molenaar be
keek de flinke knaap eens en nam
hem aan als knechtv
Hans vond het best maairzei
hij„Ik kom bij u werken op één
voorwaarde, dat ik u na een jaar een
oorvijg mag geven."
„Nou", dacht de molenaar, „zoiets
mag ik toch niet afslaan".
Zo gezegd, zo gedaan. IJzeren Hans
bleef een vol jaar bij die molenaar.
Maar nu was het tijd voor de eerste
oorvijg. Hij ging naar de molenaar
en deelde de eerste klap uit. Die was speeldoos en verdiende daarmee zijn
raak. De molenaar was zo van streek geld. Terwijl vader op de speeldoos
dait hij naar bed moest. Gelukkig was speelde, ging Michael rond met een
hij weer vlug opgeknapt. Hij bleef geldbusje. Het waren meestal kinde-
Het grijze poesje deed altijd ge- plak ze aan de vogel,
woon, maar Siepie niet, die had iets
eigenaardigs. Siepie lustte geen melk.
En jullie weten toch zeker, dat alle
poesjes dol op melk zijn.
Op een mooie zonnige dag hadden de
beide poesjeslekker in de tuin ge
speeld. Het grijze poesje wilde nu
een eindje gaan wandelen maar Sie
pie had geen zin, die bleef liever
in 't zonnetje liggen. Daar kwam de
moederpoes aangewandeld.
„Zo, Siepie, ben je zo helemaal al
leen?"
„Ik had geen zin in wandelen."
„Vertel me eens, Siepie, waarom
blief je toch geen melk?"
„Nee, dat lust ik niet, en nu moet
bij de molenaar werken en toen het
tweede jaar om was, gaf Hans hem
de tweede oorvijg. Die klap kwam
zó hard aan, dat de molenaar er bij
neerviel.
Nu dacht IJzeren Hans aan heel
iets anders: De koning van het land,
had bekend gemaakt, dat hij de prin
ses, zij ndochter, ten huwelijk zou
geven aan de man, die zó sterk was,
dat hij zeven ridders zou neerslaan.
„Kijk", dacht IJzeren Hans, „dat
doe ik." Hij verliet de molenaar en
ging weer op reis. Eerst ging hij op
zoek naar een paard. Hij kwam langs
een kasteel, gluurde eens naar de
stallen en daar zag hij een sterk
vtdS wi mizSTS. Hj» bezat een u ff ff*
„Maar wat lust je dan?
„Nou, weet u wat ik lust? Een
kopje erwtensoep. Haal maar eens
een kopje."
De moederpoes ging heen en kwam
terug met een kopje erwtensoep. Het
poesje liep er eerst even omheen,
snuffelde er toen eens aan, zette gro-
ren die bleven luisteren en die deden
altijd koperen centen in het busje,
een heel enkele keer een zilverstuk
je. Als ze zo een uur of drie gespeeld
zwart paard staan. Hij maakte het er bij. „Vader kijk eens. Zou ik die
los en nam het mee. Op zijn verdere kranten kunnen rondbrengen?"
tocht door het lege kasteel zag hij
ook een volledige wapenuitrusting.
„Dat komt me uitstekend van pas,"
riep hij. Hij kleedde zich nu als rid-
ladden, vond vader het.genoden ZtlSS^"
„Nee," zei het poesje, „maar ik lust
wel dropjes,'zoute dropjes."
„O, dan ga ik ze wel voor je ha
len."
Maar toen het zwarte poesje een
dropje op zijn tongetje had, spuwde
zij het uit.
De moederpoes zei op 't laatst:
„Kom, ik heb nog lekkere koffie
ook."
*„Mag ik dde eens proeven?"
„O ja hoor."
En even later kwam de moeder
poes met een schoteltje melk aan.
Het zwarte poesje proefde en proef
de nog eens tot het hele schoteltje
leeg was.
,Dat is nou melk, Siepie," zei de
dan gingen ze naar huis. Michael
mocht de inhoud van het busje tel
len. Meestal was het net genoeg om
wat brood, melk en kaas te kopen,
maar nooit was er zoveel om voor
hem zelf of het kind nieuwe kleren
te kopen. Dikwijls dacht Michael:
„Hè, ik wou dat ik toch zelf eens
wat verdienen kon".
Op een avond keek hij in de krant.
Daar stond met dikke letters „Kran
tenjongen gevraagd. Het adres stond
3
en zich zeer fatsoenlijk weten te ge
dragen. De eerste uren van het on
derwijs worden in een grote tank vol
water gegeven. In de wanden van de
tank zijn venstertjes aangebracht,
waardoor de leraren het werk van
hun leerlingen kunnen controleren.
FIG. C
Het werpspel van fig. C is zo klaar.
Je néémt een kartonnen plaat, ver
deel ze met lijnen of verf in vakken
en maak in elk vak een gaatje, waar
door je een houten pen kan steken
met ronde kop. Zet een waardecijfer
in elk vakje. De pennen zetten de
plaat ook in de grond vast. Je kunt
desnoods werpen met afgedankte
wekflesringen.
a
,,Ga je maar eens melden op dat
ódres," zei vader.
Michael ging. Vader had zijn oud
jasje goed geborsteld en zijn schoe-
der, besteeg het paard en ging op nen netjes gepoetst en warempel hij m(^L£Ls
avontuur uit. Hij leek nu een echte werd aangenomen. Na schooltijd q," zei Siepie, „Ik ben blij, dat ik
EEN SCHOOL VOOR
KIKVORSMANNEN
£TwaHaï ^"V?UW" ^'uTe='hebüU ZOTSZ G°a-
veld waar de steekspelen gehouden 20 verdient hy voor vader en zich w 79li tv m«Ar na ioor
werden. Heel veel ridders waren daar zeif geM om kleren te kopen,
tegenwoordig. IJzeren Hans daagde
de ridders uit om met hem te vech
ten nog diezelfde dag hij hij zeven
ridders neergeveld.
Anneke Maas, Leiden.
De koning kwam dat te horen en
IJzeren Hans kreeg de prinses tot
vrouw.
Yvonne Jansen, Leiden.
In een heel ver bos woonde de fa
milie Velinga. Dat bos kan niemand
vinden. Is 't op de wolken? Is 't op
het water? Nee! nee! nee! Dat bos
is getekend.
„Getekend," zul je zeggen. „Hoe
kan dat nu? Wie kan daar nog in
wonen?"
Dat kon wel.
Want nu gaat het beginnen. Lees
maar!
In het kleinste dorpje van Por-
tuga/1, woonde een zekere familie Ve
linga. Deze familie woonde eerst in
Nederland, maar later zijn ze naar
Portugal gegaan en daar wonen ze
nu. De familie is een toverfamilie.
Vader en moeder Velinga en An-
neldesje. Deze Anneliesje vond op een
keer in een put een krijtje, het lag
op de bodem van, een emmer. Daar
was ook een briefje bij. Weet je wat
daar op stond? Annelies maakte het
open. Ze las 't, eerst vlug en toen
heel langzaam: „De vinder van dit
krijtje is gelukkig, want dit is een
toverkrijtje. Wie met dit krijtje
schrijft, kan prachtige tekeningen
maken. Maar als de tekening klaar
is, wordt die tekening levend. Dat is
heel prattig, maar 't kan ook gevaar
lijk worden. Zonnestraaltje."
Toen Annelies dit gelezen had,
werd ze een beetje bang. Toch was
ze blij, dat zij dit gevonderi had. Ze
HET POESJE DAT GEEN MELK
LUSTTE
het beste. Nooit zal ik meer zo eigen- renne-sur-Eure in Frankrijk. De leer
wijs zijn." lingen houden zich daar niet enkel
Ons poesje vond nu melk voor al- bezig met sport, maar oefenen zich
tijd het lekkerste. Het groeide er ook regelmatig in alles, wat bij 'hun
goed van en ze is later een grote beroep te pas kan komen. Het ge-
moederpóes geworden. volg daarvan is, dat er in steeds meer
Nog een paar verhaaltjes liggen op gevallen een beroep op de kikvors
een plaatsje te wachten. Wie begint mannen wordt gedaan. Als goede
Er was eens een grote moederpoes er alvast aan een nieuw? De vol- duikers wordt hun hulp ingeroepen
die kreeg twee kleine poesjes. Het gende week weer raadsels. bij verdrinkirigsgevallen. Zij zwem-
ene poesje was zwart en 't andere Dag allemaal. men in rivieren en kanalen om dam-
grijs. Het zwarte poesje heette Sie- TANTE JO EN OOM TOON mens en molens te herstellen, die
door storm beschadigd zijn. Ook her
stellingen aan waterleidingen beho
ren tot hun werk. Wie op die school
wordt opgenomen is onderworpen
aan heel strenge regels. Ze moeten
een goede gezondheid bezitten, een
Vertellen uit de Bijbel, door lediimg van diens werk en persoon-
A. M. Cocagnac Uitg. liikheïd. Een studie waaard voor le-
„Helimond". zers met kritische zin.
Alleraardigst geïllustreerd zijn de Schrijvers in ballingschap;
verhalen voor de jeugd: Jesus op het inleiding Anny Schuitema
meer van Genesaret, het Paaslam en Uitg Heijnis N.V., Amster-
Jonas. Voor de allerkleinsten kun- dam
nen de ouders de verhalen voorle- In onze diagen leven om veelal po
zen; de jeugd zal geboeid de platen ijitieke redenen schrijvers in den
bekijken. vreemde iiQ ballingschap. In dlif boek
zijn auteurs van veertien verschil-
Pietertje en de yliegnets, lendie nationaliteiten verzameld ten-
door R. Rascel N.VUitg. die westerse wereld kennis te
De Lanteern, Utrecht. laten nemen van het werk van ver-
Praohtiig verhaal, evenals het andere bannen schrijvers. Vaak boeiende
boekje: De kleine schoorsteenveger, lectuur voor rijpere lezers.
en niet minder mooi versierd met
kleurige prenten. Heerlijk voor de
kleintjes om even voor het naar bed
gaan te vertellen en te laten zien
De plaats van de mens in de
natuur, door Pierre Teilhard
de Chardin Uitg. het Spec
trum, Utrecht.
Machiavelli - De vorst, door Een uitgave in de Bibliotheek Teil-
dr. J.,F. Otten J. H. de hard de Charddn die opgezet is om
Amsterdam, de kritisch denkende mens in contact
moeder. Moeder wilde het eersi niet
geloven, maai- toen Annelies iets met
het krijtje .tekende en levend I
werd, toen geloofde moeder het wel. EEN AARDIGE VOGEL VAN VILT naai dan de delen aan elkaar. Wil je
Vader moest het natuurlijk ook we- de vogel als aanvattertje gebruiken,
ten. Hij kon heel goed tekenen en FIG. A dan houd je op en bevestigt alleen
Hij tekende buiten ^>p de grond een nog de gareneindjes,
heel groot bos. Wat gebeurd eer? Men kan zo'n vogel als maskotte Wil je er een maskotte van ma- De beroemde verhandeling van het te brengen met de ideeën van een
De bomen gingen leven en rechtop gebruiken of hem «b.v. zoals in fig. 1 ken, dan naai je verder tot aan de koele genie van Maohiavelld, die der merkwaardigste geleerden van
staan. Ook waren er hertjes en eek- in een ring van pitriet voor het raam voeten, vul hem op met watten (fig. slechts één liefde kende: de Staat, deze eeuw. Teilharde werken bevat-
hoorntjes. Vader tekende er een mooi hangen. Maar eigenlijk kan men hem 4) en steek er, alvorens 'm dicht te over de „Principe" - „De Vorst" - ten een boodschap, waarin 'n nieu-
huis bij en nu wonen ze daar. nog beter tot wat nuttigs aanwen- maken, een draad door om 't model wordt in deze waardevolle uitgave we eenheid van geloof en wetenschap
Zeg Yvonne, heb je dit verhaaltje den n.l. als aanvattertje van 'n thee- stijver te maken. Een stukje, dat je voorafgegaan door een levensbe- er. een synthese van de mens-weten-
verzonnen of eens ergens gelezen? 't pot, die te heet is om zó aan te vat- eruit laat steken, wikkel je om de schrijving van de auteur en een ont- schappen worden nagestreefd.
Is heel aardig. Je moet nog eens iets ten. Wil je nu zo'n vogel maken, dan
verzinnen. Je schrijft heel leuk.
Rosemarie de Boer, Leiden.
't het beste eerst een papiermon
ster te tekenen naar 't voorbeeld in
fig 3; maar dan neem je de^vier-
kantjes met zijden van 2 cm. Vouw
MICHAEL ALS KRANTENJONGEN dan 'n stuk vilt dubbel en plak er
met hechtpleisters de figuur op, zo-
Michael woonde alüeen met z'n va- dat de fug van de vogel precies te-
dier in de Berlicumstraat. Zijn moe- gen de vouw van de stof aankomt,
der was gestorven toen hij pas lVs Knip ze vervolgens uit. Naai de twee
jaar oud was. Zij was 7 maanden heel vilt helften boven van de vouw om
erg ziek geweest. Michael, miste zijn de kop heen tot aan de snavel aan-
moeder heel erg. Zijn vader pro- een. Knip dan een gele viltsnavel
beerde wel om goed voor zijn kind voor iedere kant van de vogel. Be
te zorgen, maar hij was arm. Elke vestig hem met kleefstrookjes en
Een vervolgverhaal van Suske en Wiske
DE PRINSES OP DE
GLASBERG
21. De broers moesten dus wel
naar huis rijden om Peter te halen.
Peter haastte zich in zijn gewone
werkkleding naar 't koninklijk slot,
want hij durfde zijn koning niet te
laten wachten. Toen deze hem zo
zag, zei hij op enigszins spottende
toon: Nou, nou, jij zult de drie gou
den appels van mijn dochter ook wel
niet hebben.
„Toch, majesteit" zei Peter en be
gon daarop zijn zakken leeg te ha
len. „Hier is de eerste, hier is de
tweede en hier is de derde". -
22. Op 't zelfde ogenblik trok
Peter zijn werkkleding met een ruk
omlaag en stond daar voor de ko
ning in zijn prachtige gouden uit
rusting.
„Ha, nu herken ik je pas", sprak
de koning. „Wel, je hebt mijn doch
ter alsmede de helft van mijn ko
ninkrijk eerlijk gewonnen en je zult
ze beide ook eerlijk tot loon ont
vangen".
Al spoedig werden de voorberei
dingen tot het huwelijk van de prin
ses en haar ridder genomen. Ze ble
ken al heel gauw veel van elkander
te houden en daarom werd 't ook
een prachtige bruiloft ook voor 't
hele volk, dat dagen lang tot in de
nacht feest vierde en danste.