Werkelijkheid zien dwars
door struisvogelpolitiek
„WIJ WEIGEREN CHINESE
ONTWIKKELING TE ZIEN
Heeft Mao Tse Toeng gelijk? (II)
HHHHH
MENSEN IN CHINA LEVEN HEEL ANDERS
Het Westen heeft nooit getracht zich met enige volharding een nauwkeurig
beeld te vormen, wat de communistische landen zijn en wat zij bedoelen. Onze
eerste reactie is veelal de klaarblijkelijke werkelijkheid te ontkennen. Toen de
eerste Spoetniks de ruimte ingingen, moesten dj weerstaan aan de verleiding te
geloven, dat het cartonnen Spoetniks waren. Morgen, als de Chinezen hun eer
ste A-bom laten ontploffen, zullen wij aanvankelijk denken, dat we hier slechts
te doen hebben met een „papieren tijger".
In zekere zin is ons gedrag emotioneel: wij hechten graag
geloof aan de mensen, die van onze tegenstanders een afspie
geling geven met meer schaduw- dan lichtzijden, Hoe anders
zal men het succes verklaren van de boeken, die China voor
stellen als een nachtmerrie? De dertig dagen, die ik in China
heb doorgebracht, heb ik gebruikt om allerlei gegevens te ver
zamelen. De verzamelde gegevens heb ik in vele gesprekken
op de terugreis getoetst aan de opvattingen van de leiders
van China's buurlanden, die helaas dringende redenen
hebben om te proberen behoorlijk ingelicht te zijn over wat er
bij hun machtige buur omgaat.
LIEVER SCHADUW
DAN LICHT
Alle Westelijke waarnemers, die
ik ontmoet heb, vellen een nagenoeg
eensluidend oordeel: ..Wij, in het Wes
ten zijn onverbeterlijk! Wij hebben
een struisvogelpolitiek gevoerd ten op
zichte van de Sovjet Unie, waarvan
wij de economische en culturele ont
wikkeling steeds onderschat hebben.
Vandaag weigeren wij de Chinese wer
kelijkheid onder ogen te zien. Wij ge
ven er de voorkeur aan diegenen te
geloven, die over allerlei Chinese
mislukkigen spreken, die voor morgen
de ineenstorting van het communis
tische regim^ aankondigen. Waarom
zouden wij niet toegeven, dat de re
gering wan Peking goede redenen
heeft om aanspraak te maken op de
dankbaarheid en de loyaliteit van het
Chinese volk?
Peking is toch de eerste Chinese
regering, die èrin geslaagd is het land
werkelijk zijn eenheid te geven, een
zekere graad van openbare zedelijk
heid te vestigen en de strijd tegen de
natuurrampen aan te vatten
Het Chinese volk constateert met
vreugde dat zijn leiders er voor
ijveren om werk. woongelegenheid,
kleding en voedsel te verschaffen.
Voor de eerste maal werkt een sys
teem van maatschappelijke zeker
heid in China. En uiteraard is het
volk er trots op te merken, dat zijn
land de rol speelt van grote mogend
heid!
Zeker, er zijn ontevredenen in Chi
na: de kapitalisten en de intellectu
elen. die hun voorrechten verloren
hebben en heimwee koesteren naar de
goede oude tijd!" Maar hun aantal
is slechts klein temidden van een volk
waarvan verreweg het grootste deel
vandaag in veel betere omstandighe
den leeft dan vijftien jaar geleden. En
mijn zegslieden voegden hieraan toe:
,,Men moet de moed hebben om dat
te zeggen en dat te schrijven!..."
Hoge prijs voor
„celregime
De mensen, die menen, dat China
met reuzenschreden vooruitgaat, wij
zen eveneens op de vele offers, die
voor deze vooruitgang moeten worden
gebracht. Dit lijkt mij vanzelfspre
kend: overal, waar het communisme
vaste voet krijgt, eist het een bijzon
der hoge prijs. Het communistische
regime is immers - zonder woordspe
ling - een cel-regime"de mensen
zijn in de ware -in des woords de ge
vangenen van de partij-organisatie.
Het is de cel die - ik heb het zelf
gezien - de geleide en publieke lec
tuur organiseert van een pers, die
in bepaalde banen s geleid. De cel
houdt toezicht op de gesprekken en
legt iedereen het Werk op.
De Chinese communisten hebben
de indoctrinatie tot een volmaaktheid
gebracht. Zo kon ik een waarachtige
onrust lezen in de ogen van hen aan
wie ik zonder bijbedoelingen zei: ,,U
vertelt mij niet hetzelfde als uw
chef".
Hoe juist is ook niet dit tragische
grapje van een Westelijk diplomaat:
„Descartes zei: ik denk. dus ik ben;
maar Mao wil, dat men zegt: ik denk
niet meer, dus ik ben!"
Alle aandacht besteden de Chi
nese regeringsautoriteiten aan de
rijstcultuur om een maximale pro- j
duktie te verkrijgen ten behoeve
van de zeer snel toenemende be- j
volking!
Dit conformisme van allen, en meer
nog van de kinderen, lgkt mij het ont
stellandste. In Shanghai waren het bij
voorbeeld heel jonge kinderen, die
een blanke, die hen vriendelijk groette,
bij de politie aangaven omdat hg in
hun ogen niets anders dan een gevaar
lijke spion kon zijn.
Meer openbare
zedelijkheid
Is het juist, dat er nu in China
meer openbare zedelijkheid heerst?
Natuurlijk hielden voor de revolutie
niet alle Chinezen er een immorele le
venswijze op na! Maar ik heb toch de
indruk, dat de regering doeltreffend
wil optreden - en met succes optreedt
- tegen een aantal publieke ondeugden
zoals administratieve corruptie,
prostitutie, de georganiseerde bedela
rij, de dronkenschap en de opium
schuivers.
Ik heb ook kunnen constateren,
dat de Chinezen zeer eerlijk zijn
maar ik kan natuurlijk niet uitma
ken of dit al dar. niet te danken
is aan de communistische moraal.
Ik waande mij in Zweden toen een
Europeaan, die in Peking woont,
mij uitnodigde: „Kom gerust als
het u schikt. U hoeft niet eens aan
te bellen. Mijn deur is altijd open.
Er zijn geen dieven meer in dit
land".
Op een dag liet ik mijn costuum
naar de wasserij brengen. De bedien
de doorzocht alle zakken en... bracht
mij de aansteker terug, die ik per
abuis in een van mijn zakken had la
ten zitten.
Ondervoeding zeer
zeldzaam
Een diplomaat van 'n land, dat met
China bepaald geen vriendschappe
lijke betrekkingen onderhoudt, ver
tel le mij, dat een vrouwelijke taxi
chauffeur, aan wie hij wegens ge
brek aan kleingeld het dubbele van
de ritprijs had betaald, een paar uur
later bij hem thuis kwam aanbellen
om hem het wisselgeld te overhandi
gen...
Zoals men weet werd China in 1959
1960 en 1961 geteisterd door ongeëven
aarde natuurrampen, die telkens een
verschrikkelijke schaarste aan voed
sel veroorzaakten. Niettemin hebben
alle waarnemers, die ik gesproken
heb in China, en zelfs in Hongkong
Macao - de twee steden, die dui
zenden Chinese vluchtelingen hebben
opgenomen in die verschrikkelijke ja
ren - mij verzekerd, dat de gevallen
van eigenlijke ondervoeding zeer zeld
zaam waren.
De Chinese regering was er blijk
baar in geslaagd door middel van
weliswaar drastische rantsoenering,
iedereen het strikte levensnoodzakelij
ke minimum te verschaffen.
De eerste oogst voor 1963 is goed
geweest, de tweede min of meer
ook maar overstromingen kunnen aan
de derde oogst belangrgke schade
hebben toegebracht.
Het is dan ook mogelijk, dat graan
gewassen (o.m. rijst - het voornaam
ste bestanddeel van de Chinese voe
ding), vlees en vetstoffen nog lange
tijd gerantsoeneerd moeten blijven.
Fruit en groenten daarentegen wa
ren naar mijn oordeel in bepaalde stre
ken zo overvloedig aanwezig, dat zij
problemen van transport en bewaring
in het leven riepen.
De katoenoogst was even rampspoe
dig als de andere oogsten en aange
zien China slechts enkele synthetische
'het woningprobleem bijzonder ernstig
maakt, heb ik nergens aanwijzingen
gekregen van 'n bouwkoorts zoals die
bijvoorbeeld heerst in de Sovjet-Unie
en speciaal in Siberië!
Ik heb niet alleen Potemkin-be-
zoeken afgelegd. Zo heb ik op een
dag een student onverwachts ge
vraagd of hij mij zijn appartement
zou willen laten zien. Wij zijn er op
handen en voeten binnengedrongen.
Het was een kamer met een groot
bed. Mijn gastheer zei me: „Ik
woon hier met vader en moeder,
wij delen keuken en w.c. met dc bu
ren". Ik heb niet de indruk gekre
gen. dat ik om de tuin werd ge
leid. Hoogstens kan ik veronder
stellen, dat het bed groot genoeg
was voor meer dan drie personen.
De woningen, waarin de Chinese Po
temkin mij heeft rondgeleid waren na
tuurlijk niet zo eenvoudig en de be-
v oners ervan waren het nog minder.
Voor de deur van het appartement,
dat uw toegewijze gids u „geheel on-
aangedien"... wil laten zien, moet er
natuurlijkherhaaldelijk worden aan
geklopt: de bewoners verwachten uw
bezoek immers niet... Zodra men het
huis betreden heeft begint de gast
heer, na een ogenblik van zichtbare
verbazing (die u geenszins verbaast)
de lof te zingen over Mao Tse Toeng
en zijn regering. Vervolgens zegt
men u dat men bg een protestants ge
zin te gast is. Als bewijs toont men u
een beeld van... de Onbevlekte Ont
vangenis. Dan volgt een loflied op de
godsdienstige verdraagzaamheid in
China. Daarop kan men eindelijk de
verscheidene vertrekken zien waarover
het gezin beschikt.
Tammer - men ontdekt onmiddel
lijk, dat de bibliotheek vol staat met
Engelstalige werken over kernfysica.
Men weet dan, dat men zich niet in
een woning van een bescheiden arbei
der, zoals men u probeerde wijs te
maken, bevindt maar wel in het huis
van een geleerde.
Lonen nog aan
lage kant
Tot 1960 heeft China voortdurend te
kampen gehad met inflatie. De rege
ring is er thans in geslaagd valuta
en prijzen te stabiliseren. Dat bete
kent niet. dat de bevolking over vol
doende koopkracht beschikt. Zoals in
vele ontwikkelingslanden is het loon
van het gezinshoofd ontoereikend
door Raymond Scheyven
vezels produceert, zijn kledingstoffen
nog niet - en zullen zij nog lang niet -
vrg te koop. Niettemin - en dat heeft
mij voortdurend verbaasd - is de
kleding van de Chinezen zo netjes,
dat ik moet aannemen, dat zij over
tenminste twee costuums beschikken
en in ieder geval drie tot vier hem
den bezitten.
Ik heb tientallen woningen voor ar
beiders bezocht. Meestal bestaan zij
uit één vertrek, waar naar de oude
traditie van het Chinese platteland,
ouders en kinderen samen slapen. Keu
ken en wasinrichting zijn gemeen
schappelijk, in die zin. dat zij tenmin
ste voor twee gezinnen dienen.
Er zijn natuurlijk talrijke krotten
en ik kreeg thans niet meer
zoals in 1957 toestemming ze te be
zichtigen: ..Dit alles," zo zei men ..be
hoort tot het verleden". Ik ben helaas
van mening, dat deze Chinese wonin
gen nog lang niet tot het verleden be
horen. In weerwil van de explosieve
bevolkingsgroei, die vanzelfso^ekend
voor het levensonderhoud van allen,
die onder zgn dak leven.
De lonen zijn aan de lage kant.
Het minimum-loon bedraagt 40 joe-
an (f 56,-) per maand. Het gemiddel
de loon is 60 joean (f 84,-) In uit
zonderlijke gevallen kan het 100 joe
an (f 140,-) bereiken. Deze gegevens
moet men zien in het licht van de
prijzen en de kosten van het levenson
derhoud. Prijzen, zoals ik die op de
markt genoteerd heb: rijst kost 0,24
joean per kilo (f 0.35); een fles bier
0.35 joean (f 0.50). Voor een fiets (in
China is dit een luxe-artikel) betaalt
men 160 tot 200 joean (f 210,- tot
f 280,-). Een thermosfles kan men ko
pen voor 7,5 joean (ruim f 10,-). Een
gevoerde jas kost 70 joean (f 110,-)
en een deken 36 joean (ca. f 50,-). Een
dagschotel in «en Chinees restaurant
kost 0,5 tot 2 joean (f 0,70 tot f 2.80).
In de restaurants, die uitsluitend voor
de buitenlanders bestemd zfln, heb ik
3 tot 4 joean (f 4,20 tot f 5,60) be
taald voor een behoorlijk maal. Wil
men evenwel kaviaar en Chinese wijn.
dan loopt de rekening op tot zes joe
an (f 8,20).
Er bestaat een stelsel van maat
schappelijke zekerheid. Een arbeids
ongeval of ziekte beroven de arbeider
niet langer van ieder inkomen. Ik heb
mensen ontmoet, die verklaarden met
pensioen te zgn en die mg uitlegden,
dat de vrouw op 55-jarige leeftijd, de
man op 60 jaar een pensioen kunnen
aanvragen, dat 70 pet. van het loon
bedraagt. Men mag na die leeftijd
evenwel doorwerken als men dit ver
langt en als de bedrijfsleiding daar
mee akkoord gaat.
Bijzonder getroffen heeft mij het
grote aantal vrouw i op de scheeps
werven en in de fabrieken. Die vrou
welijke werkkrachten spraken dezelf
de taal als hun Russische zusters; zij
zgn er trots cp hun emancipatie te
bewijzen en deel te nemen aan de op
bouw van het communisme.
Demografische
pauze
Er bestaat nog geen betaalde va-
cantie in China. Alleen de vrouwen
hebben recht op enkele dagen rust
voor en na de geboorte van een
kind. Soms krijgen ook mannelijke
arbeiders enkele dagen vrijaf als zij
uit een verre streek afkomstig zijn
en hun geboortedorp eens willen be
zoeken.
De hiervoor geschetste balans is
des te indrukwekkender omdat China
zoals nagenoeg al de ontwikkelings-
Landen, worstelt met de problemen
van een explosieve bevolkingsaanwas
die als duidelijkste gevolg de gehele
groei van het nationaal inkomen op
slorpt.
Ieder jaar moet voor miljoenen
nieuwe werkgelegenheid worden ge
schapen maar zou niet durven be
weren, zoals de Westelijke waarne
mers, die ik in Peking heb ontmoet,
dat de regering in staat is het aan
bod in overeenstemming te brengen
met de vraag. Er zijn in Sjanghai
kennelijk heel wat werklozen, niette
genstaande de autoriteiten de drasti
sche beslissing hebben genomen, allen,
die in de stad geen werk kunnen vin
den naar hun geboorteprovincie te
rug te sturen. De burgemeester van
Sjanghai, Tsa Li-Tsjioe, één van de
aanzienlijkste figuren van het regime,
heeft overigens niet zolang geleden er
kend, dat de „instellingen" niet kon
den voorzien in de onophoudelijk toe
nemende behoeften van een onophou
delijk groeiende bevolking: „Gedu
rende een zekere tijd", zo zei hij,
„zullen er in onze stad nog tal van
jonge mensen zijn, die geen school
kunnen bezoeken en geen werk kunnen
vinden". Het verbaart mij daarom
helemaal niet. dat de Chinese leiders
zoals alle leiders van ontwikkelings
landen. een zgn. demografische pau
ze in de hand willen werken.
Alles is betrekkelijk. De Chinese
bevolking groeit jaarlijks met iets
meer dan 2 procent, wat ongeveer 't
groeiritme is van de Amerikaanse be
volking. Maar een bevolkingsaanwas
van vier miljoen op een totaal van
tweehonderd miljoen in een geïndus
trialiseerd land als Ver. Staten
schept voor de regering geen onover
komelijk probleem.
Dezelfde groeicoëfficiënt bij de
volksrijkste natie van de wereld leidt
tot een jaarlijkse aanwas van 12 mil
joen. Gesteld, dat dit ritme zich hand
haaft. dan zal China in 1981 1 mil
jard en in 2000 ca. 2 miljard inwo
ners tellen. Op dat ogenblik zal de
Chinese regering dan rekening moe
ten houden met een 'aarlilkse aanwas
van 40 miljoen inwoners!
Men kan zirv dan ook gemakkelijk
voorstellen, dat het probleem van de
bevolkingsaanwas in China op bijzon
der dramatische wijze wordt gesteld,
aangezien de economische vooruit
gang slechts langzaam zal verlopen
Zoals Graham Greene het in „A
burntout Case" elegant uitdrukt: „Ik
geloof soms, dat God niet in een ern-
r ge bui was toen hij de mens het
sexuele instinct meegaf".
Marx heeft vanzelfsprekend dit ar
gument .tiet gebruikt in zijn strijd te
gen de ideeën, die aan Malthus wor
den toegeschreven. Marx, die waarlijk
een profeet is van het Industriële tijd
perk, heeft in teg. stelling met de
Malthusianisten een zo groot geloof in
de mens, dat hij rvan overtuigd was,
dat de mens altijd sneller zou produ
ceren dan hij zich zou voortplanten.
Die overtuiging is zeker niet fou
tief als zg de geïndustrialiseerde lan
den geldt, waar in feite, dank zij de
toeneming van de produktie. geen
overbevolking te vrezen valt. Maar
Marx' theorieën verwaarlozen daaren
tegen het feit, dat ^e mensen in 'n
ontwikkelingsland meer verbruiken
dan zij produceren, al was het maar
omdat zij slechts vanaf 15 jaar aan
het produktieproces gaan deelnemen
en reeds sterven voor :.ij de dertig
hebben bereikt.
Ik durf daarom te veronderstellen,
dat Marx een Malthusianist, of beter,
een neo-Malthusianist zou zijn ge
weest, indien hij geleefd had in Chi
na, waar de regering het probleem
van de bevolkingsaanwas nog inge
wikkelder maakt - het is afschuwe
lijk om het te schreven - door een
rantsoenering te organis »*en, die le
dereen het levensnoodzakelijke mini
mum verschaft, door iedereen werk
te geven, door natuurrampen te be
streden. door jv>ar strijd tegen de
"-J&' i
Een kijkje in een van de vele
volkscommunes.
w\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\!'
ziekte (het sterftecijfer is gedaald
tot 17 per 1000 tegen et geboorte-
coëfficiënt van 37 per 1000) en door
de kindersterfte te beperken tot min
der dan 50 per 1000.
Beroep op „family
uis.
platin..
De Chinese communistische partij
heeft bijna voortdurend geprobeerd 't
probleem van de bevolkingsaanwas
op te lossen door een beroep op. wat
men soms eufemistisch „family
planning" noemt.
Na de revolutie zijn de Chinese lei
ders slechts enkele jaren Marx' op
vattingen trouw gebleven. Reeds in
1956 erkende de Chinese regering, dat
de voortplanting zelfs in een socialis
tische maatschappi ondergeschikt
moest worden gesteld aan de produk
tie en dat het dientengevolge noodza
kelijk was het aantal niet-produkiie-
ve eters te beperken, op zijn minst
in de periode van socialistische op
bouw.
Zij heeft toen een grootscheepse
campagne voor geboortebeperking op
touw gezet, waarvan ik getuige ben
geweest tijdens mijn eerste bezoek
aan China in 1957. In 1953, ten tijde
van de grote sprong voorwaarts,
scheen de regering op haar stappen
terug te keren. Zij verkondigde op
nieuw. dat overbevolking onmogelijk
was in een socialistische maatschap
pij maar tegelijkertijd organiseerde
ztj, met behulp van de volkscommu
nes, een zekere controle op de slui
tingen van een huwelijk.
Deze controle bestaat nog en de
Chinese overheid heeft ze nog ver
sterkt, bijvoorbeeld door huwelijken
op jonge leeftgd tegen te gaan Zo is
het voor een jongeman niet raadzaam
te trouwen voor hij 25 of 27 is en
voor een jong meisje voor zij 21 of
22 jaar is. De jongeman of het jon
ge meisje, dat vroeg wil huwen, vindt
bijvoorbeeld geen woning.
Een student, die voor het afsluiten
van zijn studie trouwt, slaagt heel
moeilijk voor zijn examen. Met
veel nadruk geeft men de moeders
voorts de raad enkele jaren te rusten
tussen twee geboorten en men leert,
dat het ideale gezi. twee kinderen
telt.
Ceel gevaar of
blank gevaar
Toen ik met de Chinezen over
't gele gevaar sprak, glimlach
ten zij. In hun ogen bestaat er
geen geel gevaar; er bestaat
alleen maar blank gevaar
„In één eeuw," zo werd op
gemerkt, „is de Chinese bevol
king slechts verdubbeld terwijl
de bevolking van de Ver. Staten
vervijfvoudigd is. Hebben de
blanken overigens niet drie
continenten Amerika, Oeea-
nië en Europa bevolkt en
een vierde Afrika geko
lonialiseerd? Wij echter zijn
altijd binnen de grenzen van
ons land gebleven
Als wij dus over het gele ge
vaar spreken, zien de Chinezen
dus een blank gevaar Wij
moeten erkennen, dat zij daar
toe misschien meer reden heb
ben dan wjj
(Copyright Opera Mundi)
- Stir" '-V