150 jaar 4RI u/ordt zaterdag
te Leiden met luister gevierd
REGIMENT MET EEN RIJKE TRADITIE
EN ZONDER PASSEND ONDERDAK
WOENSDAG 8 JANUARI 1964
DE LEIDSE COURANT
Aanbieding van pla
quette in 1939. V.r.n.l.:
luitenant-kolonel M. v.
Mens, commandant bur
gerwacht, biedt gedenk
plaat aan namens oud
gedienden van 4RI aan
kolonel H. O. Buurman,
laatste commandant van
4RI. Naast hem kol.
Bisschof van Heems-
kerck, brigade-comman
dant, en daarnaast luit.-
generaal Roëll, com
mandant van het veld
leger.
VERZOEK AAN MINISTER?
Minstens 7 tot 800 mensen zullen deelnemen aan de grote
réunie welke ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van
het Oude Vierde, oftewel 4 RI te Leiden zaterdag aanstaande
gehouden zal worden. Nu al zijn er ruim 600 aanmeldingen
binnen. U kunt zich nog melden bij de commissie 't Oude
Vierde, Thorbeckestraat 44 of Oudevest 215, tel. 21525. De
reünisten zullen een borrel met elkaar drinken en daarna aan
de befaamde snertmaaltijd meedoen. Dit alles in de Morspoort-
kazerne, het vaderhuis van dit beroemde „reggement". 4 RI
is een vaderloos ,,kind", maar men is van plan een geschikte
figuur op te zoeken. Het réunistenbestuur zal n.l. aan de ver
gadering een plan voorleggen een verzoek aan de minister
van defensie te sturen. Dit verzoek houdt in de traditie van
4 RI onder te brengen in een van de bestaande regimenten. De
rijke historie van dit régiment behoeft dan geen dode letter
te worden. Het vaandel zal een zinvol onderdak krijgen. Op
het programma staat ook het overhandigen van een geschenk
aan de burgemeester, n.l. een portret van H.M. de Koningin,
dat in de wachtkamer van de trouwzaal te Leiden zal worden
opgehangen.
ONS LEGER IN 1814
Toen in 1813 de overheersing van Na
poleon een einde nam, was één van de
eerste zorgen van het voorlopig bewind
het vormen van een leger, met het doel
de bevrijding van het gehele land, waar
van nog verschillende gedeelten dooi
de Franse troepen bezet waren. Ook
moesten pogingen der Fransen, om de
plaats gehad hebbende omwenteling te
onderdrukken, worden verijdeld.
Aangezien het Nederlandse leger ge
heel opnieuw moest worden opgericht,
waren zeer vele moeilijkheden te over
winnen. Wel betoonde de bevolking zich
offervaardig in het bijeenbrengen van
geldmiddelen, maar in verband met de
verarming was dit niet voldoende.
Nog veel erger was het, dat er geen
kern voor een leger aanwezig was; of
ficieren, kader en manschappen ont
braken nagenoeg geheel, de jonge man
nen waren toch jaren achtereen inge
lijfd in Franse dienst; zij waren omge
komen op de slagvelden van Europa of
bevonden zich in gevangenschap. Ook
de wapenen ontbraken, deze waren
door de vroegere meesters in beslag
genomen en weggevoerd. Hetzelfie was
PROGRAMMA
14.0015.00 Aankomst réunis-
ten in de Morspoortkazerne,
Morsstraat, Leiden.
15.0015.15 Opstellen op plein
Morspoortkazerne in jaar lich
tingen.
15.1515.45 Défilé met mede
werking van de Koninklijke
Militaire Kapel en enkele ande
re korpsen, door Leiden, langs
het Stadhuis, voor Erecomité,
Stadsbestuur en Militaire auto
riteiten. Aanbieding herinne
ringsgeschenk aan Gemeente
bestuur, Leiden. Het défilé ein
digt in de Doelenkazerne.
16.0016.30 Optreden Konink
lijke Militaire Kapel op het
plein van de Doelenkazerne.
16.3018.00 Borreluurtje in de
kantine van de Doelenkazerne.
Bezoek expositie 150 jaar 4 RI,
waar o.m. het vaandel van 4 RI
met de vermelding „Valken
burg 1940", is opgesteld.
18.0020.00 Snertmaaltijd aan
geboden door het Ministerie
van Defensie en verzorgd door
de befaamde Koksschool.
20.1522.00 Optreden van het
bekende gezelschap Sempre
Avawti's „Jong en Jolig" in de
kantine.
het geval met paarden, kleding en ver
dere uitrusting. In dit alles moest voor
zien worden. Naast het vormen van
korpsen bestaande uit vrijwilligers,
werd overgegaan tot een volkswapening,
waarbij aanwijzing door het lot ge
schiedde.
De strijdmacht van de nieuw ge
vormde Staat zou tenslotte bestaan uit:
a. het staande leger, bestaande uit vrij
willigers en bestemd voor de dienst,
zowel in het binnen- als jn het bui
tenland;
b. de Nationale Militie, bestemd voor
de landsverdediging;
c. Schutterijen, bestemd voor 't hand
haven der orde en als legerreserve.
De hiervoren onder a en b genoemde
delen vormden het eigenlijke leger.
Als oudste deel van de troepen, die
later het 4e R.I. zouden vormen, moet
genoemd worden het korps Velites.
Deze waren in 1813 nog in Frankrijk en
vormden daar een Depot van de Keizer
lijke Jonge Garde. In 1814 kwam dit
corps hier te lande aan.
Bij Besluit van de Soevereine Vorst
van 9 januari 1814 werd o.a. opgericht
het 5e bataljon Jagers; bij de vereni
ging met de Zuidelijke Nederlanden
werd dit het 18e bataljon Jagers nadat
te voren reeds de Velites daarin waren
opgenomen.
In verband hiermede is 9 jan. 1814
bepaald als datum van oprichting van
4 R.I.
Dit bataljon maakte tijdens de veld
tocht in 1815 deel uit van het korps van
Prins Frederik der Nederlanden en be
hoorde tot de 2e brigade van de le divi
sie Infanterie onder generaal J. A Sted-
man. Eén van de compagnieën werd
gevormd door de studenten der Leidse
Hogeschool onder kapitein H. R. Trip
en één door die der Utrechtse Hoge
school, onder kapitein Techters. Batal
jonscommandant was aanvankelijk lui
tenant-kolonel H. I.\ Everts, later luite
nant-kolonel Prins van Arenberg.
DE SLAG BIJ WATERLOO
In de slag bij Waterloo was dit korps
geplaatst bij te Hal ter bescherming van
de rechtervleugel der verbonden legers,
maar het nam geen deel aan het ge
vecht. Na r de overwinning marcheerde
het naar Frankrijk en nam deel aan het
beleg van Valenciennes dat, hoewel ge
bombardeerd, eerst de 19e juli capitu
leerde, nadat Napoleon afstand van de
regering had gedaan. De ontberingen
waren groot geweest. De troepen had
den tot 21 juli steeds gebivakkeerd. Ook
de verpleging was vaak onvoldoende
geweest.
Na het beëindigen van de veldtocht
keerden de troepen terug en begon het
garnizoensleven.
In 1815 werden de bataljons infanterie
verenigd tot „Afdelingen" en wel tel-
Traditionele foto van 4 Rl'ers op het
binnenplein van de Morspoortkazer
ne. Zulke foto's werden door een be
roepsfotograaf gemaakt.
kens een bataljon der staande Armee
met die der Nationale Militie. Zo be
stond de 14e Afd. Inf. uit het 18e Batal
jon Jagers en het 42e, 43e en 44e bat.
"Nationale Militie. Deze bataljons der
Nationale Militie waren opgericht in
1814. Later werd het 44e bataljon Na
tionale Militie vervangen door het 45e.
Deze bataljons bestonden hoofdzakelijk
uit Belgen.
HET TIJDVAK 1815—1830
Toen in 1818 bleek, dat het bezwaar
lijk was een staand leger van vrijwilli
gers te onderhouden, werden de korpsen
daarvan opgeheven en verdeeld over
de bataljons der Nationale Militie, ter
wijl bij elke afdeling werden opgericht
een reserve- en een depotbataljon. Het
volgende jaar verdween de naam Na
tionale Militie en kregen de bataljons
de nummers 1, 2 en 3. Teneinde de
dienst aangenamer te maken waren de
afdelingen in garnizoen in de districten
waaruit zij gevormd werden, zodat de
14e Afd. Inf. in die tijd garnizoen hield
in het Zuiden van het land.
Toen in 1830 in België de omwente
ling plaats greep, verdwenen vele Bel
gen uit de gelederen, een groot gedeelte
hiervan ging over bij het leger van de
nieuw gevormde Staat. Zo vormden het
eerste en het tweede bataljon der 14e
Afd. Inf. het Belgische 5de Unie Regi
ment de Ligne, dat aanvankelijk belast
"werd Nnet de verdediging van de stad
Antwerpen.
Wat van de oude 14de Afd. Infanterie
was overgebleven lag ter sterkte van
bijna 70 officieren en ongeveer 650 man
in garnizoen in de vesting Maastricht,
waar zij voornamelijk belast waren met
de verdediging van de voorstad Wijk.
Dank zij de krachtige houding van de
gouverneur van de Vesting generaal
majoor (later luitenant-generaal) B. J.
C. baron Dibbetz, oud-officier van de
Napoleontische Garde, bleef de orde in
de stad gehandhaafd en voor overrom
peling door Belgische strijdkrachten ge
vrijwaard, zodat Maastricht, evenals de
tegenwoordige provincie Utrecht voor
Nederland behouden bleef.
DIVERSE REORGANISATIES
Na het herstel van de vrede werd het
leger herhaaldelijk gereorganiseerd; zo
werden door het uitvallen van verschil
lende korpsen de overblijvende over-
genummerd en werd in 1840 de 14de
Afd. Inf. veranderd in de 4e Afd. Inf.
Twee jaar later (1842) werd deze naam
gewijzigd in 4e Regiment Infanterie.
Na aanvankelijk nog in Maastricht in
garnizoen gebleven te zijn, volgden her
haalde garnizoenswisselingen, tot ein
delijk gedurende lange jaren het regi
ment te Leiden, Delft, Haarlem en Gou
da gelegerd was.
Sinds 1 mei 1861 heeft het Vierde tot
aan de capitulatie in mei 1940 onafge
broken Leiden als garnizoen gehad; op
die datum kwam hier het 1ste bataljon,
doch eerst in 1868 werd ook de staf hier
gevestigd.
Toen in 1859 de oorlog uitbrak tussen
Frankrijk en Oostenrijk, werd hier re
kening gehouden met een mogelijke mo
bilisatie en werd de veldmaarschalk
Prins Frederik der Nederlanden aan
gewezen als opperbevelhebber.
Ditmaal dreef de storm over, doch
toen in 1870 de oorlog uitbrak tussen
Frankrijk en Duitsland, werd het le
ger gemobiliseerd en vormde 4e R.I. met
3 R.H., de 8e en 10e Veld-Batterij en
de 4e Rijdende Batterij de 2e brigade
der le Divisie. Het regiment werd ge
legerd in Alkmaar.
De aan de dag getreden gebreken in
de organisatie waren oorzaak van ver
anderingen, die naar mate het gevaar
vooir een algemene Europese oorlog toe
nam, steeds groter werden.
Zo werd gebroken met het stelsel le
ger en schutterijen. Deze laatste werden
opgeheven en in plaats daarvan kwam
een Landweer, bestaande uit de oudere
lichtingen der militie. Deze laatste wer
den vergroot, de diensttijd werd uitge
breid, de oefeningen werden verbeterd.
Een en ander had tot gevolg, dat er
drie regimenten infanterie werden op
gericht nl. het 9ê, het 10e en het 11e.
Daardoor ging het 5de bataljon van 4
R.I. over naar 10 R.I. en werd het vijfde
bataljon 4 R.I. overgenummerd in het
derde.
STAKING VAN 1903
In februari 1903 brak een staking uit
onder het personeel der spoorwegen.
Teneinde de orde en de rust te verze
keren en de dienst der spoorwegen te
beschermen, riep de regering twee lich
tingen onder de wapenen, waarmede
het doel volkomen bereikt werd. 4 R.I.
bewaakte toen dag en nacht de baan
vakken bij de garnizoenen Delft, Leiden
en Haarlem. De orde werd gehandhaafd
en de voedselvoorziening van de bevol
king was, dank zij de militaire maat
regelen, verzekerd.
Toen in het jaar 1911 de oorlog dreig
de tussen Frankrijk en Duitsland wer
den ook bij 4 R.I. maatregelen genomen
om een spoedige mobilisatie te verze
keren. Weliswaar betrok het regiment
de legerplaats bij Harderwijk, doch er
bleef in het garnizoen personeel achter
om voorbereidende maatregelen te ne
men.
Het jaar 1913 bracht de laatste reor
ganisatie voor de eerste wereldoorlog.
In dat jaar werden nL de voor het ge-
De soldatenkantine in de Morspoort
kazerne in de jaren 14-18, de mobili
satietijd, tijdens welke de 4 Rl'ers
enige jaren onder de wapenen waren.
val van mobilisatie te vormen 5e en 6e
bataljons reeds in vredestijd opgericht.
De regimenten werden verdubbeld en
in brigadeverband verenigd. Aldus
vormde het 4e Regiment Infanterie de 4e
infanterie brigade bestaande uit het 4e
en het 15e Regiment Infanterie. Het le
en 3e bataljon vormden de gelijknamige
bataljons van het nieuw opgerichte 15e
regiment Infanterie, het 4e werd le en
het 3e bataljon van 4e R.I. werd nieuw
opgericht.
DE EERSTE WERELDOORLOG
Toen in 1914 de grote oorlog, die reeds
lang dreigde, uitbrak, werd het gehele
leger gemobiliseerd. Dank zjj de goede
voorbereiding was het Nederlandse le
ger het eerste leger, dat op voet van
oorlog gebracht was. Uit de na de oorlog
beschikbaar gekomen gegevens blijkt,
dat het o.m. aan de sedert 1900 plaats
gehad hebben de uitbreiding en verbe
tering van het leger is te danken, dat
ons land buiten de oorlog bleef.
Gedurende de mobilisatie jaren was
4 R.I. gelegerd in en om Leiden, terwijl
de bataljons om beurten ook wel te
Bussum, Haarlem en Katwijk a. d. Rijn
werden gelegerd. Het regiment had nl.
een belangrijke taak ter verdediging van
de kust bij het uitbreken van de oorlog.
Voorts dient vermeld, dat het le bat.
in 1917 gedurende korte tijd te Amster
dam werd gelegerd in verband met al
daar uitgebroken ongeregeldheden.
NA DE DEMOBILISATIE VAN 1918
Nadat in 1918 tot demobilisatie was
overgegaan, vonden herhaaldelijk reor
ganisaties plaats. Zo werden de batal
jons opgeheven en bestond het regiment
aanvankelijk uit de Staf, drie school-
compagnieën en de opleidingscompag
nie. Daarop werd eerst deze laatste en
daarna ook een der schoolcompagnieën
opgeheven. Later werd weder een derde
compagnie opgericht en droegen de 3
compagnieën de naam van Tirailleur-,.
Mitrailleur- en Specialisten-compagnie.
In 1933 werd de Mitrailleurcompagnie
opgeheven en verenigd met de Specia
listen-compagnie.
Toen de brigades van 2 regimenten
werden gewijzigd in brigades van 3
regimenten, behoorde het 4e R.I. aan
vankelijk tot de 2e brigade en later tot
de brigade Grenadiers en Jagers (le In
fanteriebrigade)
LEGER-REORGANISATIE VÓÓR 1940
Vóór het uitbreken van de tweede we
reldoorlog was de regering onder drang
der internationale omstandigheden ge
durig bedacht geweest op versterking
en modernisering der weermacht Voor
zover dit „het Vierde" betrof, leidde dit
in maart 1938 tot de weder-oprichting
van een t\veede bataljon, dat gedeta
cheerd werd in Weert, terwijl in okto
ber van dat jaar de sterkte van het
eerste bataljon werd gebracht op drie
compagnieën, waarbij ter vervanging
van het geschut 6 veld, dat eigenlijk be
hoorde tot het wapen der artillerie, te
vens het veel lichtere pantser-afweer
geschut werd ingedeeld, dat geheel werd
bediend door infanteristen.
Als gevolg van deze uitbreiding was
een aanzienlijke verbouwing der
Morschpoort-kazerne noodzakelijk, wel
ke grotendeels in 1939 gereed kwam.
MEI 1940
Zag „Het Vierde" de eerste wereld
oorlog „over zich heen gaan", zeer
nauw werd het in de strijd van de mei
dagen van 1940 betrokken. Het regi
ment, dat in die dagen uiteraard op vol
ledige oorlogssterkte was gebracht, wm
mede de verdediging opgedragen van
het Vliegveld Valkenburg en omgeving.
Hier stonden deze troepen, ver van da
grenzen, voor de zware taak de aan
vallen van luchtlandingstroepen op de
Residentie en het regeringscentrum at
te slaan. In verbitterde gevechten slaag
den de troepen er in om de plannen
van de aanvallers om de Nederlandse
weerstand reeds op de eerste dag vol
ledig te ontzenuwen, de bodem in te
slaan.
De troepen stonden In die spannend»
dagen onder leiding van de enkele ja
ren geleden overleden kolonel H.
D. Buurman, aan wie reeds op 14 april
1937 als opvolger van luit. kol. A W.
F. Koningsfeld, het commando over 4
R.I. was overgedragen.
Toen op 14 mei ons land capituleerde,
kwam uiteraard ook aan de activiteit
van 4 R.I. een einde, een einde, dat in
de jaren na de bevrijding, toen niet tot
heroprichting van het regiment werd
besloten, een definitief karakter kreeg.
Teneinde het vaandel van het regi
ment niet in handen van de bezetter»
te doen vallen, is dit bij de capitulatie
op last van de commandant onder de
gemeente Noordwijk verbrand.
Minister op de bres
voor het Hollandse
molenlandschap
De minister van Volkshuis vesting
en Bouwnijverheid heeft op een daar
toe strekkend voorstel van Ged. Sta
ten van Zuid-Holland en de Rijks
dienst voor het Nationale Plan, be
zwaar gemaakt tegen een bebou
wing in de gemeente Nieuw-Lekker-
land, die het uitzicht zou belemme
ren op een typisch Hollands molen
landschap.
De minister zegt, dat dit gebied van
cultuurhistorische en landschappelij
ke betekenis is en zelfs een interna
tionale faam bezit door de aanwezig
heid van een uitzonderlijk mooi com
plex van negentien molens van Kin
derdijk, dat niet alleen een der weini
ge nog gave restanten van eèn Hol
lands molenlandschap vormt, maar
ook in deze omvang nergens elders
wordt aangetroffen.
Het rijk zowel als de provincie ge
troosten zich voor de instandhouding
van dit watermolencomplex aanmer
kelijke offers. De uitzonderlijke waar
de kan volgens de minister slechts tot
haar recht komen, indien van de om
ringende dijk af van het uitzicht op
dit gebied kan worden genoten. Ove
rigens heeft de in de loop der jaren
tot stand gekomen dichte lintbebou
wing van deze dijk een toestand doen
ontstaan waarbij slechts op een en
kele plaats nog van enig uitzicht spra
ke is. Het moet ook van grote bete
kenis worden geacht, zegt de minis
ter in zijn besluit, dat deze uitzichts-
punten worden uitgebreid, zodat een
sanering van de zich aan de dijk be
vindende krotten van nationale be
tekenis moet worden geacht.
Minister Van Aartsen
opent RAI-expositie
Op donderdagmorgen, 6 februari,
zal de minister van verkeer en wa
terstaat, mr. J. van Aartsen, de groot
ste bedrijfsauto-tentoonstelling ope
nen, die ooit in ons land is gehouden.
Dit is een gevolg van de jongste uit
breiding van het Amsterdamse RAI-
gebouw - de westhal - met een op
pervlakte van ruim 4000 m2. Hierdoor
is de totale beschikbare oppervlakte
sedert de bedrijfsauto-RAI van 1962
vergroot tot ca. 45.000 m2.
Op deze oppervlakte zullen meer
dan 200 exposanten ruim 100 verschil
lende merken bedrijfsauto's, autobus
sen, auto-onderdelen en toebehoren
tentoonstellen.
De 47ste RAI-tentoonstelling duurt
tien dagen en sluit op zaterdag 16
februari 1964.